Verwerking – toegestane en niet-toegestane maatregelen. Tijdens het extraheren, persen, zeven, zuiveren en aansluitend bottelen van de honing mag de tempera- tuur niet hoger zijn dan 35°C (indirecte warmte). Ook voor het decanteren van de honing na opslag mag de temperatuur niet hoger zijn dan 35°C (indirecte warmte). • De honing mag in geen geval vloeibaar worden gemaakt. • Filtratie onder druk is niet toegestaan. • Het watergehalte (gemeten volgens DIN/AOAC) mag niet hoger zijn dan 18% in gematigd klimaat, 20% in vochtig klimaat, en 21,4% voor heidehoning. • Het HMF-gehalte (gemeten volgens Xxxxxxx) mag niet hoger zijn dan 10 mg/kg. • Het Invertase-gehalte (gemeten volgens Hadorn) moet minimaal 10 zijn (behalve honing met een laag gehalte aan enzymen zoals honing van acacia). • Was mag niet in contact komen met oplosmiddelen, verdunners, bleekmiddelen of soortgelijke materialen. De gebruikte apparatuur en containers moeten gemaakt zijn van niet-oxiderende mate- rialen of met een niet-oxiderende coating.