Nakomingsgarantie 1. Stichting Garantiefonds Groen staat garant voor de nakoming van de bindende adviezen van de Geschillencommissie door de leden van Branchevereniging VHG, tenzij het lid van Branchevereniging VHG besluit het bindend advies binnen 2 maanden na de verzending ervan, ter toetsing aan de rechter voor te leggen. Deze garantstelling herleeft, indien het bindend advies na toetsing door de rechter in stand is gebleven en het vonnis waaruit dit blijkt, in kracht van gewijsde is gegaan. Tot maximaal een bedrag van € 10.000,- per bindend advies wordt dit bedrag door Stichting Garantiefonds Groen aan de consument uitgekeerd, onder de voorwaarde dat de consument tegelijkertijd met honorering van het beroep op de nakomingsgarantie zijn vordering uit hoofde van het bindend advies tot maximaal het uitgekeerde bedrag cedeert aan de Stichting Garantiefonds Groen. Voor het meerdere heeft de Stichting Garantiefonds Groen een inspanningsverplichting om er voor te zorgen dat het lid van Branchevereniging VHG het bindend advies nakomt. Deze inspanningsverplichting houdt in dat de consument wordt aangeboden zijn vordering voor het meerdere eveneens aan de Stichting Garantiefonds Groen over te dragen waarna deze organisatie op naam en kosten van de Stichting Garantiefonds Groen de betaling daarvan in rechte zal vragen ter voldoening aan de consument. 2. Stichting Garantiefonds Groen verschaft geen nakomingsgarantie indien, voordat ten behoeve van het in behandeling nemen van het geschil door de consument is voldaan aan de daartoe bepaalde formele innamevereisten (betaling klachtengeld, retournering ingevuld en ondertekend vragenformulier en eventuele depotstorting), van één van de volgende situaties sprake is: • Aan het lid is surseance van betaling verleend. • Het lid is failliet verklaard. • De bedrijfsactiviteiten zijn feitelijk beëindigd. Bepalend voor deze situatie is de datum waarop de bedrijfsbeëindiging in het Handelsregister is ingeschreven of een eerdere datum, waarvan Stichting Garantiefonds Groen aannemelijk kan maken dat de bedrijfsactiviteiten feitelijk zijn beëindigd.
Vakantie a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.
Vakantie en ziekte 1 De werknemer die de overeengekomen arbeid wegens ziekte niet verricht bouwt vakantie-uren op over het wettelijk minimum aantal vakantie uren, te weten viermaal de overeengekomen arbeidsduur per week. Voor het bovenwettelijke deel van de vakantie uren geldt dat deze worden opgebouwd over de eerste 6 maanden van het ziekteverlof. Hierbij worden tijdvakken samengeteld als zij elkaar met een onderbreking van minder dan een maand opvolgen. Na die periode bouwt de werknemer die de arbeid voor een gedeelte van de overeengekomen arbeidsduur niet verricht wegens ziekte, naar rato van de gewerkte uren verlofrecht op. 2 Indien de werknemer gedurende zijn vakantie ziek wordt, wordt het verlof omgezet in ziekteverlof.
Kwaliteit, keuring en garantie 6.1. De Contractant garandeert dat de geleverde Prestaties voldoen aan de Overeenkomst, aan de algemeen geldende normen en aan de voorschriften die bij of krachtens wet of verdrag gelden met betrekking tot, doch niet uitsluitend, veiligheid, gezondheid en milieu. 6.2. De Gemeente is gerechtigd om de Prestaties te keuren en de Contractant verleent waar nodig zijn medewerking. Indien de Gemeente bepaalde Prestaties schriftelijk heeft goedgekeurd, vervalt het recht zoals genoemd in de voorgaande zin ten aanzien van die Prestaties.
Nakominggarantie 1. De NRTO staat garant voor de nakoming van de bindende adviezen van De Geschillencommissie Particuliere Onderwijsinstellingen door zijn leden, tenzij het lid het bindend advies binnen twee maanden na de verzending daarvan ter vernietiging aan de rechter voorlegt. 2. De NRTO verschaft geen nakomingsgarantie indien, voordat ten behoeve van het in behandeling nemen van het geschil door u is voldaan aan de innamevereisten (betaling klachtengeld, ontvangst ingevuld en ondertekend vragenformulier en eventuele depotstorting), van één van de volgende situaties sprake is: - aan het lid is surseance van betaling verleend, of - het lid is failliet verklaard, of - de bedrijfsactiviteiten zijn feitelijk beëindigd. Bepalend voor deze laatste situatie is de datum waarop de bedrijfsbeëindiging in het Handelsregister is ingeschreven of een eerdere datum, waarvan de NRTO aannemelijk kan maken dat de bedrijfsactiviteiten feitelijk zijn beëindigd. 3. De garantstelling door de NRTO is beperkt tot € 5000,- per bindend advies. De NRTO verstrekt deze garantstelling onder de voorwaarde dat u op deze garantie een beroep doet, en dat u vordering op grond van het bindend advies tot maximaal het uitgekeerde bedrag aan de NRTO overdraagt (cedeert) gelijktijdig met de honorering van uw beroep op de nakomingsgarantie. Voor het meerdere heeft de NRTO een inspanningsverplichting om ervoor te zorgen dat het lid het bindend advies nakomt.
Onvoorziene omstandigheden 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 5 lid 5, draagt de consument het risico van het door de onder- nemer aantreffen van een zaak die een wezenlijke belemmering of bemoeilijking van de uitvoering betekent, behoudens voor zover de ondernemer redelijkerwijs van de aanwezigheid van die zaak op de hoogte was of op de hoogte behoorde te zijn. 2. Wanneer zich onvoorziene omstandigheden met be- trekking tot de aanvang en uitvoering van het werk voordoen, doet de ondernemer hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de consument en treden ondernemer en consument met elkaar in overleg. 3. Indien de ondernemer de consument niet kan bereiken, dient hij het werk te onderbreken, behalve indien de onvoorziene omstandigheid onmiddellijk handelen vereist. 4. Eventuele extra kosten die de ondernemer moet ma- ken in verband met een onvoorziene omstandigheid die onmiddellijk handelen vereist en die redelijk zijn ter beperking van de schade, zullen door de consu- ment worden vergoed, tenzij de omstandigheid naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor risico van de ondernemer komt. 5. Indien de onvoorziene omstandigheid niet onmid- dellijk handelen vereist, kan de consument meer- en minderwerk opdragen.
Gewijzigde omstandigheden Bij verhuizing bent u verplicht om de maatschappij daarvan uiterlijk binnen 30 dagen na de verhuisdatum op de hoogte te brengen.
Kostenverhogende omstandigheden 27.1. Kostenverhogende omstandigheden zijn omstandigheden, die de kosten van het Werk verhogen en van dien aard zijn, dat bij het tot stand komen van de Overeenkomst geen rekening werd gehouden met de kans dat zij zich zouden voordoen. Deze kostenverhogende omstandigheden kunnen de Opdrachtgever niet worden toegerekend, zodat het risico dat deze omstandigheden zich voordoen geheel bij de Opdrachtnemer wordt gelegd en de dekking daarvan geacht wordt te zijn begrepen in de prijsvorming van Opdrachtnemer, tenzij er sprake is van een overeengekomen kostenpost, waarvan na het sluiten van de Overeenkomst de kostprijs in de markt aantoonbaar aan de hand van de van toepasselijke bdb-index met meer dan 10 procent is gestegen, in welk geval datgene wat boven de 10 procent uitkomt voor vergoeding aan de Opdrachtnemer in aanmerking komt. 27.2. De aanspraak op de in het vorige lid aangegeven aanvullende vergoeding geldt slechts indien de Opdrachtnemer aan de Opdrachtgever zo spoedig mogelijk voor de noodzaak van een prijsverhoging heeft gewaarschuwd, opdat deze tijdig hetzij gebruik kan maken van het hem in artikel 36 toegekende recht, hetzij een voorstel kan doen tot beperking of vereenvoudiging van het Werk.
Vakantie-uren De bovenwettelijke vakantie-uren Vakantietoeslag Alles boven de vakantietoeslag van het wettelijk minimumloon Toeslag voor werk buiten de normale Maximaal de in de keuzeperiode te ontvangen toeslag werktijden van de onderneming Salaris Alles boven het wettelijk minimumloon Extra-uren De schriftelijk overeengekomen te werken extra uren boven de 36-urige werkweek, voor werknemers met een contractuele arbeidsduur van 36 uur per week, met een maximum van 4 uur per week, zoals bedoeld in artikel 3.1.2 CAO.
Regeling bij vakantie en calamiteiten Patiënten kunnen tijdens mijn afwezigheid gedurende vakantie en ziekte terecht bij