Common use of Voorschriften bij het verlenen van vrijstelling Clause in Contracts

Voorschriften bij het verlenen van vrijstelling. 1. Aan de vrijstelling kunnen door de stichting nadere voorschriften worden verbonden ter verzekering van een goede uitvoering van de Wet-bpf. 2. Aan de vrijstelling wordt het voorschrift verbonden dat de onderneming of, in het geval pensioenrechten worden ontleend aan een ondernemingspensioenfonds of een ander bedrijfstakpensioenfonds, het bestuur van het desbetreffende fonds, aan De Nederlandsche Bank en aan het bestuur inlichtingen zal verstrekken, die De Nederlandsche Bank of het bestuur ter verzekering van een goede uitvoering van de Wet-bpf verlangt. De inlichtingen worden desgewenst schriftelijk en door middel van ingevulde en ondertekende formulieren binnen een door De Nederlandsche Bank, onderscheidenlijk door het bestuur, schriftelijk te stellen termijn verstrekt. 3. Aan de vrijstelling wordt het voorschrift verbonden dat de onderneming ten behoeve van haar werknemers een andere pensioenvoorziening heeft en deze heeft ondergebracht bij een ander bedrijfstakpensioenfonds, een ondernemingspensioenfonds of een verzekeraar, dan wel dat de onderneming binnen 12 maanden na het moment waarop de vrijstelling wordt verleend een andere pensioenvoorziening zal treffen en deze zal onderbrengen bij een ander bedrijfstakpensioenfonds, een ondernemingsfonds of een verzekeraar. 4. Aan de vrijstelling bedoeld in artikel 2, lid 1, artikel 3, artikel 4, lid 1 en artikel 5 kan de stichting het voorschrift verbinden dat de onderneming een financiële bijdrage betaalt ter vergoeding van het verzekeringstechnische nadeel dat de stichting bij de vrijstelling lijdt. De hoogte van deze bijdrage wordt berekend volgens bijlage 2 bij het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000, tenzij partijen anders overeenkomen. 5. Aan de vrijstelling bedoeld in de artikelen 1 en 5 wordt het voorschrift verbonden dat de pensioenregeling van de onderneming volgens de berekening aan de hand van bijlage 3 bij het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000 te allen tijde ten minste actuarieel en financieel gelijkwaardig is aan die van de stichting. 6. Aan de vrijstelling, bedoeld in artikel 4, lid 1, wordt het voorschrift verbonden dat aan de pensioenregeling van de onderneming ten minste dezelfde aanspraken worden ontleend als aan de pensioenregeling van de stichting.

Appears in 1 contract

Samples: Pensioenreglement

Voorschriften bij het verlenen van vrijstelling. 1. Aan de vrijstelling kunnen met inachtneming van he t in dit artikel bepaalde door de stichting het fonds nadere voorschriften worden verbonden ter verzekering van een goede uitvoering van de Wet-bpfwet. 2. Aan de vrijstelling wordt het voorschrift verbonden dat de onderneming werkgever of, in het geval pensioenrechten worden ontleend aan een ondernemingspensioenfonds of een ander bedrijfstakpensioenfonds, het bestuur van het desbetreffende fonds, aan De Nederlandsche Bank de Pensioen - & Verzekeringskamer en aan het bestuur van het bedrijfstakpensioenfonds dat vrijstelling verleent inlichtingen zal verstrekkenverstrekk en, die De Nederlandsche Bank de Pensioen - & Verzekeringskamer of het laatstgenoemd bestuur ter verzekering van een goede uitvoering van de Wet-bpf wet verlangt. De inlichtingen worden desgewenst desverlangd schriftelijk en door middel van ingevulde en ondertekende formulieren binnen een door De Nederlandsche Bank, de Pens ioen - & Verzekeringskamer onderscheidenlijk door het bedoeld bestuur, schriftelijk te stellen termijn verstrekt. 3. Aan de vrijstelling wordt het voorschrift verbonden dat de onderneming werkgever ten behoeve van haar zijn werknemers een andere pensioenvoorziening heeft of de ze zal treffen en deze heeft ondergebracht of zal onderbrengen bij een ander bedrijfstakpensioenfonds, een ondernemingspensioenfonds of een verzekeraarverzekeraar als bedoeld in artikel 2, dan wel dat vierde lid, van de onderneming binnen 12 maanden na het moment waarop de vrijstelling wordt verleend een andere pensioenvoorziening zal treffen Pensioen - en deze zal onderbrengen bij een ander bedrijfstakpensioenfonds, een ondernemingsfonds of een verzekeraarspaarfondsenwet. 4. Aan de vrijstelling bedoeld vrijstelling, bedo eld in artikel 2de artikelen 22, eerste lid, 23, 24, eerste lid 1, artikel 3, artikel 4, lid 1 en artikel 5 25 kan de stichting het fonds het voorschrift verbinden dat de onderneming werkgever een financiële bijdrage betaalt ter vergoeding van het verzekeringstechnische verzekeringstechnisch nadeel dat de stichting het fonds bij de vrijstelling lijdt. De hoogte van deze bijdrage wordt berekend volgens bijlage 2 bij het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000Vrijstellingsbesluit, tenzij partijen anders overeenkomen. 5. Aan de vrijstelling vrijstelling, bedoeld in de artikelen 1 21 en 5 25 wordt het voorschrift verbonden dat de pensioenregeling van de onderneming werkgever volgens de berekening aan de hand van bijlage 3 bij het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000 te allen tijde ten minste actuarieel en financieel gelijkwaardig is aan die van de stichtinghet fonds. 6. Aan de vrijstelling, bedoeld in artikel 424, lid 1eerste lid, wordt het voorschrift verbonden dat aan aa n de pensioenregeling van de onderneming werkgever ten minste dezelfde aanspraken worden ontleend als aan de pensioenregeling van het fonds. 7. Ten aanzien van een besluit tot verlening dan wel intrekking van een vrijstelling is het bepaalde in de stichtingAlgemene wet bestu ursrecht (Wet van 4 juni 1992, Stb. 315) van toepassing.

Appears in 1 contract

Samples: Pension Regulations

Voorschriften bij het verlenen van vrijstelling. 1. Aan de vrijstelling kunnen door de stichting het fonds nadere voorschriften worden verbonden ter verzekering van een goede uitvoering van de Wet-bpfwet. 2. Aan de vrijstelling wordt het voorschrift verbonden dat de onderneming of, in het geval pensioenrechten worden ontleend aan een ondernemingspensioenfonds of een ander bedrijfstakpensioenfonds, het bestuur van het desbetreffende fonds, aan De de Nederlandsche Bank en aan het bestuur van het fonds inlichtingen zal verstrekken, die De de Nederlandsche Bank of het laatstgenoemd bestuur ter verzekering van een goede uitvoering van de Wet-bpf wet verlangt. De inlichtingen worden desgewenst desverlangd schriftelijk en door middel van ingevulde en ondertekende formulieren binnen een door De de Nederlandsche Bank, Bank onderscheidenlijk door het bedoeld bestuur, schriftelijk te stellen termijn verstrekt. 3. Aan de vrijstelling wordt het voorschrift verbonden dat de onderneming ten behoeve van haar zijn werknemers een andere pensioenvoorziening heeft en deze heeft ondergebracht bij een ander bedrijfstakpensioenfonds, een ondernemingspensioenfonds of een verzekeraarandere pensioenuitvoerder als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet, dan wel dat de onderneming ten behoeve van zijn werknemers binnen 12 twaalf maanden na het moment waarop de vrijstelling wordt verleend een andere pensioenvoorziening zal treffen en deze zal onderbrengen bij een ander bedrijfstakpensioenfonds, een ondernemingsfonds of een verzekeraarandere pensioenuitvoerder als bedoeld in artikel 1 Pensioenwet. 4. Aan de vrijstelling vrijstelling, bedoeld in artikel de artikelen 2, lid 1eerste lid, artikel 3, artikel 4, lid 1 eerste lid, en artikel 5 van deze bijlage kan de stichting het fonds het voorschrift verbinden dat de onderneming een financiële bijdrage betaalt ter vergoeding van het verzekeringstechnische verzekeringstechnisch nadeel dat de stichting het fonds bij de vrijstelling lijdt. De hoogte van deze bijdrage wordt berekend volgens bijlage 2 bij het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000vrijstellingsbesluit, tenzij partijen anders overeenkomen. 5. Aan de vrijstelling vrijstelling, bedoeld in de artikelen 1 en 5 van deze bijlage wordt het voorschrift verbonden dat de pensioenregeling van de onderneming volgens de berekening aan de hand van bijlage 3 bij van het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000 vrijstellingsbesluit te allen tijde ten minste actuarieel en financieel gelijkwaardig is aan die van de stichtinghet fonds. 6. Aan de vrijstelling, bedoeld in artikel 4, eerste lid 1van deze bijlage, wordt het voorschrift verbonden dat aan de pensioenregeling van de onderneming ten minste dezelfde aanspraken worden ontleend als aan de pensioenregeling van het fonds. 7. Ten aanzien van een besluit tot het verlenen of intrekken van een vrijstelling is het bepaalde in de stichtingAlgemene wet bestuursrecht (Wet van 4 juni 1992,Stb.315) van toepassing.

Appears in 1 contract

Samples: Pensioenreglement

Voorschriften bij het verlenen van vrijstelling. 1. Aan de vrijstelling kunnen met inachtneming van het in dit artikel bepaalde door de stichting het fonds nadere voorschriften worden verbonden ter verzekering van een goede uitvoering van de Wet-bpfwet. 2. Aan de vrijstelling wordt het voorschrift verbonden dat de onderneming werkgever of, in het geval pensioenrechten worden ontleend aan een ondernemingspensioenfonds of een ander bedrijfstakpensioenfonds, het bestuur van het desbetreffende fonds, aan De Nederlandsche Bank de Pensioen- & Verzekeringskamer en aan het bestuur van het bedrijfstakpensioenfonds dat vrijstelling verleent inlichtingen zal verstrekken, die De Nederlandsche Bank de Pensioen- & Verzekeringskamer of het laatstgenoemd bestuur ter verzekering van een goede uitvoering van de Wet-bpf wet verlangt. De inlichtingen worden desgewenst desverlangd schriftelijk en door middel van ingevulde en ondertekende formulieren binnen een door De Nederlandsche Bank, de Pensioen- & Verzekeringskamer onderscheidenlijk door het bedoeld bestuur, schriftelijk te stellen termijn verstrekt. 3. Aan de vrijstelling wordt het voorschrift verbonden dat de onderneming werkgever ten behoeve van haar zijn werknemers een andere pensioenvoorziening heeft of deze zal treffen en deze heeft ondergebracht of zal onderbrengen bij een ander bedrijfstakpensioenfonds, een ondernemingspensioenfonds of een verzekeraarverzekeraar als bedoeld in artikel 2, dan wel dat vierde lid, van de onderneming binnen 12 maanden na het moment waarop de vrijstelling wordt verleend een andere pensioenvoorziening zal treffen Pensioen- en deze zal onderbrengen bij een ander bedrijfstakpensioenfonds, een ondernemingsfonds of een verzekeraarspaarfondsenwet. 4. Aan de vrijstelling vrijstelling, bedoeld in artikel 2de artikelen 22, eerste lid, 23, 24, eerste lid 1, artikel 3, artikel 4, lid 1 en artikel 5 25 kan de stichting het fonds het voorschrift verbinden dat de onderneming werkgever een financiële bijdrage betaalt ter vergoeding van het verzekeringstechnische verzekeringstechnisch nadeel dat de stichting het fonds bij de vrijstelling lijdt. De hoogte van deze bijdrage wordt berekend volgens bijlage 2 bij het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000Vrijstellingsbesluit, tenzij partijen anders overeenkomen. 5. Aan de vrijstelling vrijstelling, bedoeld in de artikelen 1 21 en 5 25 wordt het voorschrift verbonden dat de pensioenregeling van de onderneming werkgever volgens de berekening aan de hand van bijlage 3 bij het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000 te allen tijde ten minste actuarieel en financieel gelijkwaardig is aan die van de stichtinghet fonds. 6. Aan de vrijstelling, bedoeld in artikel 424, lid 1eerste lid, wordt het voorschrift verbonden dat aan de pensioenregeling van de onderneming werkgever ten minste dezelfde aanspraken worden ontleend als aan de pensioenregeling van het fonds. 7. Ten aanzien van een besluit tot verlening dan wel intrekking van een vrijstelling is het bepaalde in de stichtingAlgemene wet bestuursrecht (Wet van 4 juni 1992, Stb. 315) van toepassing.

Appears in 1 contract

Samples: Pensioenreglement

Voorschriften bij het verlenen van vrijstelling. 1. Aan de vrijstelling kunnen door de stichting het fonds nadere voorschriften worden verbonden ter verzekering van een goede uitvoering van de Wet-bpfwet. 2. Aan de vrijstelling wordt het voorschrift verbonden dat de onderneming of, in het geval pensioenrechten worden ontleend aan een ondernemingspensioenfonds of een ander bedrijfstakpensioenfonds, het bestuur van het desbetreffende fonds, aan De de Nederlandsche Bank en aan het bestuur van het fonds inlichtingen zal verstrekken, die De de Nederlandsche Bank of het laatstgenoemd bestuur ter verzekering van een goede uitvoering van de Wet-bpf wet verlangt. De inlichtingen worden desgewenst desverlangd schriftelijk en door middel van ingevulde en ondertekende formulieren binnen een door De de Nederlandsche Bank, Bank onderscheidenlijk door het bedoeld bestuur, schriftelijk te stellen termijn verstrekt. 3. Aan de vrijstelling wordt het voorschrift verbonden dat de onderneming ten behoeve van haar zijn werknemers een andere pensioenvoorziening heeft en deze heeft ondergebracht bij een ander bedrijfstakpensioenfonds, een ondernemingspensioenfonds of een verzekeraarandere pensioenuitvoerder als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet, dan wel dat de onderneming ten behoeve van zijn werknemers binnen 12 twaalf maanden na het moment waarop de vrijstelling wordt verleend een andere pensioenvoorziening zal treffen en deze zal onderbrengen bij een ander bedrijfstakpensioenfonds, een ondernemingsfonds of een verzekeraarandere pensioenuitvoerder als bedoeld in artikel 1 Pensioenwet. 4. Aan de vrijstelling vrijstelling, bedoeld in artikel de artikelen 2, lid 1eerste lid, artikel 3, artikel 4, lid 1 eerste lid, en artikel 5 van deze bijlage kan de stichting het fonds het voorschrift verbinden dat de onderneming een financiële bijdrage betaalt ter vergoeding van het verzekeringstechnische verzekeringstechnisch nadeel dat de stichting het fonds bij de vrijstelling lijdt. De hoogte van deze bijdrage wordt berekend volgens bijlage 2 bij het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000vrijstellingsbesluit, tenzij partijen anders overeenkomen. 5. Aan de vrijstelling vrijstelling, bedoeld in de artikelen 1 en 5 van deze bijlage wordt het voorschrift verbonden dat de pensioenregeling van de onderneming volgens de berekening aan de hand van bijlage 3 bij van het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000 vrijstellingsbesluit te allen tijde ten minste actuarieel actuari eel en financieel gelijkwaardig is aan die van de stichtinghet fonds. 6. Aan de vrijstelling, bedoeld in artikel 4, eerste lid 1van deze bijlage, wordt het voorschrift verbonden dat aan de pensioenregeling van de onderneming ten minste dezelfde aanspraken worden ontleend als aan de pensioenregeling van het fonds. 7. Ten aanzien van een besluit tot het verlenen of intrekken van een vrijstelling is het bepaalde in de stichtingAlgemene wet bestuursrecht (Wet van 4 juni 1992,Stb.315) van toepassing.

Appears in 1 contract

Samples: Pensioenreglement