Waterveiligheid Voorbeeldclausules

Waterveiligheid. Wij zorgen goed voor onze 251 kilometer aan dijken: we inspecteren ze regelmatig en herstellen eventuele schade. En we onderzoeken of de waterkeringen voldoen aan de veiligheidsnormen, en versterken ze als dat nodig is.
Waterveiligheid. De constructie in de waterkering aan de Veerweg in Vortum-Mullem wordt inclusief aansluiting intact gelaten, behalve de aanpassing aan de houten schotbalk. Er worden aanpassingen aan het beekprofiel uitgevoerd buiten de beschermingszone, waardoor geen effecten voor de waterkering en daarmee de waterveiligheid te verwachten zijn. De beschermingszone staat weergegeven op het ontwerp in bijlage 1b. • De maatregelen die worden uitgevoerd bij de Sint Jansbeek in Vortum-Mullem en bovenstrooms daarvan hebben geen effect op de afvoer van en scheepvaart op de Maas.
Waterveiligheid. De ontwikkellocatie Xxxxxxxxxxxx 00-00 ligt in de zeewering. De diepere ontgraving ten behoeve van de parkeerkelder kan worden toegestaan mits dit verenigbaar is met de veiligheid van de zeewering. De berekeningen van Arcadis laten zien dat met de extra ontgraving de zeewering voldoende veilig blijft. Echter, het afvoeren van het overtollige zand leidt tot een achteruitgang van de veiligheid en is daarmee een afwijking van het staande beleid dat gebaseerd is op stand-still (ontwikkelingen dienen zo te worden aangelegd dat de waterhuishouding minimaal even goed blijft functioneren). Afwijken van het beleid voor dit project is mogelijk mits in het kader van de watertoets en de waterwatervergunning goedkeuring wordt verleend door het bestuur van HH Delfland.
Waterveiligheid. Vanaf Wamel, ter hoogte van de uitmonding van het Amsterdam Rijnkanaal, buigt de Waal in een wijde bocht af naar het zuidwesten met een licht slingerend verloop tot voorbij Fort Sint Andries, waarna de Waal weer afbuigt naar het noorden. Deze loop ligt min of meer vast sinds de grote normalisatie van de Waal, o.a. door de aanleg van kribben. Kenmerkend zijn vrij hoge zomerkades in de uiterwaarden bij Wamel en de Kop van Heerewaarden, die bij de Kop voorheen de functie van oude winterdijken hadden. De zomerkadehoogten bovenstrooms, bij Wamel is ca. 8 m+ NAP, bij Bato’s erf 9,5 m+NAP en benedenstrooms in de Heerewaarden ca. 7 m+NAP. Maatgevend hoog water is tussen 9,5 m en 12 m+NAP, zie ook de reliëfkaart in kaartenbijlage. De Hul en Bato’s erf zijn hoogwatervrije terreinen. In de volgende figuur 2 zijn de overstromingsfrequenties bij verschillende waterstanden aan de boven en benedenrand van het gebied weergegeven. Hoogten tot 7 à 8 meter NAP worden jaarlijks overstroomd delen die hoger liggen minder vaak.

Related to Waterveiligheid

  • Veiligheid De Therapeut gebruikt standaardtechnologieën om de veiligheid zoveel mogelijk te garanderen en toegang van onbevoegden zoveel mogelijk te verhinderen. Toch kan e.e.a. niet met volledige zekerheid worden gegarandeerd. De Therapeut is niet aansprakelijk voor onbevoegd gebruik van in artikel 3 genoemde informatie of toegang tot de website. De Therapeut adviseert wachtwoorden regelmatig te veranderen en te werken met een betrouwbare en veilige browser.

  • Brandveiligheid De brandblusapparaten en brandalarmen zijn er voor de veiligheid. Het is geen speelgoed. We vragen dan ook aan alle ouders om erop te letten dat hun kinderen er niet mee spelen. Stellen we misbruik vast, dan betaalt u zelf de kosten. Vluchtwegen moeten altijd vrij zijn. Dat zijn de trapzalen, maar ook terrassen die doorgang geven naar een brandladder. Nooit mag hier iets in de weg staan zoals fietsen, kasten of kinderwagens. Dit is van levensbelang in geval van brand. Het is verboden om het dak via een rechtstreekse toegangsdeur te betreden, behalve in noodgevallen. Om evacuatie bij brand mogelijk te maken zijn de toegangsdeuren nooit op slot. Sluit deze deuren nooit af. Is dit toch zo, meld dit dan aan onze technische dienst. We vragen ouders er ook op te letten dat hun kinderen niet op het dak komen. Ook bezoekers mogen niet op het dak komen, behalve in noodgevallen. De gemeenschappelijke delen (inkomhal, trapzalen, gangen) moeten altijd vrij zijn. Daarom vragen we u er geen voorwerpen te plaatsen. Als we dit toch vaststellen, vragen we u deze te verwijderen. Doet u dit niet, dan halen we de voorwerpen weg. U betaalt dan wel de rekening. Het is verboden om brandvertragende deuren te beschadigen. Wilt u extra sloten of bijvoorbeeld een kijkgaatje aanbrengen, contacteer dan onze technische dienst. Zij beslissen of dit kan. Het is verboden om gelijkvloerse inkom-, garage- of sasdeuren op nachtslot te doen. De hulpdiensten moeten altijd in het gebouw binnen kunnen. U mag niet • verwarmen met petroleumkachels of butaangasflessen; • barbecueën met open vuur, ook niet op de terrassen en binnenpleinen. U mag geen • verplaatsbare verwarmingstoestellen gebruiken - alleen goedgekeurde elektrische verwarmingstoestellen zijn toegestaan, op voorwaarde dat de elektrische installatie in het huis hiervoor geschikt is; • gasflessen of petroleum opslaan of brommers of andere motoren in de woning plaatsen; • gemotoriseerde voertuigen plaatsen binnen de gebouwen (m.u.v. elektrische mindervalidescooter; • brandbare producten in de kelder plaatsen; • makkelijk brandbare materialen zoals bamboematten op het terras gebruiken. Gas, kolen, hout, stookolie en petroleum hebben zuurstof nodig om goed te branden. Is er te weinig zuurstof aanwezig in de kamer dan kan er CO ontstaan. Koolstofmonoxide is een geur- en kleurloos gas. Klachten als hoofdpijn, duizeligheid, bewusteloosheid, maar ook de dood zijn mogelijk het gevolg. CO ontstaat bij verwarmingstoestellen die slecht zijn afgesteld. Dat kan door een slecht werkende waakvlam of het ontbreken van een afvoer naar buiten. Het gaat om geisers (“Bulex”) zoals de toestellen voor de productie van warm water in keuken en badkamer, en ook de gaskachels. Een ander probleem zijn de verplaatsbare toestellen op petroleum, kerosine of gas die geen schoorsteen hebben. Deze toestellen verbruiken de zuurstof uit de kamer en de gassen komen daarna in dezelfde kamer terecht. Deze toestellen zijn strikt verboden! Enkele maatregelen tegen CO-vergiftiging:

  • Afwezigheid 6.1 Extra dagen voor ouderen 6.1.1

  • Veiligheid en gezondheid a. De werkgever draagt er zorg voor dat de omstandigheden waaronder wordt gewerkt optimaal veilig en gezond zijn. De werkgever voert een arbobeleid op basis van een op schrift gestelde risico-inventarisatie en evaluatie.

  • Beveiligingsmaatregelen 6.1 Rekening houdend met de stand van de techniek, de uitvoeringskosten, alsook met de aard, de omvang, de context en de verwerkingsdoeleinden en de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden van personen, treft Verwerker passende technische en organisatorische maatregelen om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen. De beveiligingsmaatregelen die thans zijn genomen, zijn in Annex 2 bepaald.

  • Leefbaarheid Een leefbare wijk is een randvoorwaarde voor iedereen om Rotterdam als aantrekkelijke woonstad te kunnen ervaren. Dit vraagt een inzet van alle betrokkenen in de wijk: bewoners, verhuurders, gemeente en ondernemers. Samen werken deze partners volgens een integrale aanpak, bestaande uit een combinatie van instrumenten, waarvan het werken aan wijken in balans een belangrijke is.

  • Beveiliging 6.1. Verwerker zal zich inspannen voldoende technische en organisatorische maatregelen te nemen met betrekking tot de te verrichten verwerkingen van persoonsgegevens, tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking (zoals onbevoegde kennisname, aantasting, wijziging of verstrekking van de persoonsgegevens).

  • Belangrijke opmerking Het volgende model werd opgesteld door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overeenkomstig artikel 218, § 4 van de Brusselse Huisvestingscode. Het is een indicatief model en dus niet verplicht voor partijen die voor een ander model kunnen kiezen. Om de partijen bij te staan en om allesomvattend te zijn, omvat het de clausules van de Brusselse huisvestingscode en andere bepalingen die in de praktijk welbekend zijn en betrekking hebben op onderwerpen die niet gereglementeerd zijn. Om een duidelijk onderscheid te maken tussen de clausules die door een wettekst worden geregeld en de clausules die louter indicatief zijn en die de partijen naar eigen goeddunken kunnen wijzigen, zijn die laatste in de tekst in grijstinten. Wanneer het model voorziet in verschillende opties voor de partijen over hetzelfde onderwerp, wordt de keuze aangegeven met een selectievakje (□) voor elke optie. De partijen kunnen verwijzen naar de bij de huidige woonhuurovereenkomst bijgevoegde toelichtende nota voor iedere erbij horende aanvullende informatie. □ Als het om een natuurlijke persoon gaat (naam, voornaam en tweede voornaam van de verhuurder(s), rijksregisternummer):……………………………………………………………………………………………... .………………………………...…………………………………………………………………………………... Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Adres: …………………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………… □ Als het om een rechtspersoon gaat (maatschappelijke benaming van de rechtspersoon): …………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Met maatschappelijke zetel gevestigd te (postcode, gemeente) …………………………………………….. (adres, nr.)…………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………. En met ondernemingsnummer………………………………………………………………………………….. Handelend in de hoedanigheid van........................................................................................................., Hier vertegenwoordigd door .................................................................................................................. (naam, voornaam en tweede voornaam van de eerste medehuurder, rijksregisternummer): …………… .………………………………...…………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Adres: ……………………………………………………………………………………………………………… (naam, voornaam en tweede voornaam van de tweede medehuurder, rijksregisternummer): …………. .………………………………...…………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….... Adres: ……………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. (naam, voornaam en tweede voornaam van de derde medehuurder, rijksregisternummer): …………… .………………………………...…………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… Adres: ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………….

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling.

  • Roekeloosheid U bent bewust of onbewust roekeloos geweest. U bent ‘bewust roekeloos’, als u weet dat er een grote kans is op schade, maar u denkt dat die schade niet zal ontstaan. U bent ‘onbewust roekeloos’, als u er in het geheel niet bij stilstaat dat er een grote kans is op schade.