Werkdag kalenderdagen behoudens weekenden, algemeen erkende feestdagen in de zin van artikel 3 lid 1 Algemene termijnenwet, plaatselijke feestdagen en door de Gemeente aangewezen brugdagen
Werkdag. Kalenderdagen behoudens weekenden, algemeen erkende feestdagen in de zin artikel 3 lid 1 Algemene termijnenwet, plaatselijke feestdagen.
Werkdag kalenderdag, behoudens weekenden en algemeen erkende feestdagen in de zin van artikel 3, eerste lid, van de Algemene Termijnenwet.
Examples of Werkdag in a sentence
Incidenten die buiten Kantooruren of Werkdagen gerapporteerd worden, of minder dan 4 uur voor einde van de Werkdag zullen een responsetijd hebben op de eerstvolgende Werkdag.
Binnen 4 uur na het melden van het Incident, indien het incident tijdens Kantooruren op Werkdagen tenminste 4 uur voor het einde van de Werkdag wordt gerapporteerd.
More Definitions of Werkdag
Werkdag. Een dag, niet zijnde een zaterdag of zondag, waarop de banken in Amsterdam geopend zijn.
Werkdag. Dag, niet zijnde een zaterdag, een zondag of een in de Algemene Termijnenwet genoemde erkende feestdag of een daarmee bij of krachtens wet gelijkgestelde dag.
Werkdag iedere dag van de kalenderweek waarop volgens dienstrooster/werktijdregeling arbeid wordt verricht.
Werkdag een dag waarop de ambtenaar arbeid moet verrichten;
Werkdag een kalenderdag tenzij deze valt op een algemene of ter plaatse van het werk erkende of door de overheid dan wel bij of krachtens de voor de opdrachtnemer geldende CAO voorgeschreven rust- of feestdag, vakantiedag of andere niet individuele vrije dag;
Werkdag. Alle kalenderdagen behalve zaterdag, zondag en Belgische officiële feestdagen.
Werkdag een dag niet zijnde een zaterdag, zondag of wettelijk erkende feestdag.