Woonplaats - Woning. De domicilie.
Woonplaats - Woning. Het domicilie, dat zich in een lidstaat van de Europese Unie of in Zwitserland dient te bevinden, met uitsluiting van de gebieden die geen deel uitmaken van geografisch Europa.
Woonplaats - Woning. Uw domicilie, die zich in België of in Luxemburg dient te bevinden.
Examples of Woonplaats - Woning in a sentence
Woonplaats - Woning: Uw domicilie, • Familieleden: De volgende personen: - Uw samenwonende echtgeno(o)t(e) in rechte of in feite; - Elke persoon die gewoonlijk met u in gezinsverband samenleeft; - Elke bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad.
More Definitions of Woonplaats - Woning
Woonplaats - Woning. Hetdomicilie, datzichin eenlidstaatvan deEuropese Unieofin Zwitserland dienttebevinden, met uitsluiting van de gebieden die geen deel uitmaken van geografisch Europa.