Aanvullende beheervoorschriften Voorbeeldclausules

Aanvullende beheervoorschriften. Deelnemer mag zelf bepalen wat er van de bovenstaande gewassen/ teelten gaat inzaaien. • Eenjarig of meerjarig • Langs watervoerende sloot, watervoerende sloten moeten minimaal 1 keer in de periode van 1 april tot 1 oktober water staan. Zie definitie waterschap Hunze en Aa’s. • Inzaai is mogelijk in najaar en in het voorjaar, waarbij de voorkeur uitgaat naar najaar (1 sept - 15 oktober en in voorjaar voor 15 mei) • Voor inzaai en ook bij het beheer moet mechanische onkruidbestrijding gebruikt worden (vals zaaibed, eggen, schoffelen, bloten, maaien, etc.) • Afvoeren slootmaaisel binnen 14 dagen evt. naar binnenkant rand (perceelskant) verslepen en later onderploegen op het perceel • Bemesting mag niet worden toegepast • De beheereenheid mag worden gemaaid en bereden • Tussen de maaibeurten zit minimaal 8 weken rust. Voorkeur tussen 15 mei en 15 juli niet maaien i.v.m. broedseizoen. • De akkerrand wordt niet bewerkt met gewasbeschermingsmiddelen (fungiciden, herbiciden en insecticiden). Onkruidhaarden van akkerdistel, ridderzuring, brandnetel, duist en Jacobs Kruiskruid mogen pleksgewijs, handmatig met herbiciden bestreden worden. (50 cm uit de slootkant blijven!) • De beheereenheid blijft minimaal tot 1 september staan. • De beheereenheid wordt geteeld in combinatie met het pakket duurzaam slootbeheer om het effect op de waterkwaliteit en biodiversiteit te vergroten. • Bij vernieuwing van een meerjarige rand in het najaar wordt bij voorkeur tussen 15 augustus en 15 oktober gezaaid • De beheereenheid wordt niet beweid van 15 mei tot 1 september Inrichting Duurzaam Slootbeheer is gekoppeld aan de lengte van de groene rand. De deelnemer geeft vooraf aan, welke sloten onder duurzaam slootbeheer gaan vallen, dit kan zowel langs fab- als groene rand. De aangewezen sloten staan in het contract.
Aanvullende beheervoorschriften. 1 Zie voor de instandhoudingstermijn ook de aanvullende beheervoorschriften Versie 150517 De beheervoorschriften zijn van toepassing gedurende een beheerperiode die loopt van 1 januari t/m 31 december van het beheerjaar. Voor wintervogelrand loopt de beheerperiode door tot 1 maart in het daaropvolgende beheerjaar.
Aanvullende beheervoorschriften. Volg de wettelijke uitrijperioden. • Dit pakket kan alleen worden afgesloten binnen de Categorieën Water en Klimaat. • Volg de lijsten* van toegestane meststoffen en bodemverbeteraars zoals opgenomen in bijlage 4 bij de SVNL • Vaste mest of bodemverbeteraars voor grasland worden in één keer opgebracht. • Beweiding is toegestaan. • Drijfmest en kunstmest zijn toegestaan. • Graslandvernieuwing is toegestaan. • Op de oppervlakte wordt ten minste 10 en maximaal 20 ton per hectare uitgereden.
Aanvullende beheervoorschriften. Volg de wettelijke uitrijperioden. • Dit pakket kan alleen worden afgesloten binnen de Categorieën Water en Klimaat. • Volg de lijsten* van toegestane meststoffen en bodemverbeteraars zoals opgenomen in bijlage 4 bij de SVNL • Bemesting is alleen toegestaan met vaste strorijke mest, compost of bokashi. • Drijfmest en kunstmest zijn niet toegestaan. • Beweiding is toegestaan, graslandvernieuwing is niet toegestaan. • De vaste mest, compost of bokashi wordt in één keer opgebracht. • Op de oppervlakte wordt ten minste 10 en maximaal 20 ton per hectare uitgereden.
Aanvullende beheervoorschriften. → In de rustperiode zijn bewerkingen en beweiding niet toegestaan. → De beheereenheid wordt tijdens het broedseizoen één of meerdere malen afgezocht op aanwezige legsels. Gevonden legsels worden gemarkeerd en geregistreerd. → Pakket a: een nestenclave heeft een straal van minimaal 3,5 meter. → Pakket b: er wordt een rustperiode in acht genomen van ten minste 15 april tot en met 15 mei. Als eerder dan 15 april legsels worden aangetroffen dan geldt de rustperiode vanaf het moment dat er legsels zijn geconstateerd en gemeld bij het Collectief. In de rustperiode worden geen werkzaamheden uitgevoerd zoals zaaien, frezen, schoffelen en eggen. → Pakket c: indien een perceel bouwland met nesten wordt bewerkt, dan wordt het nest gespaard door het tijdelijk te verplaatsen, of door middel van een nestbeschermer, of door om het nest heen te werken. → Pakket a7.001: Op het perceel waarop de beheereenheid Legselbeheer is gelegen, wordt het randenbeheer ingevuld met apart ingetekende beheereenheden A05h of A05i. → Pakket a7.002: Op het perceel waarop de beheereenheid Legselbeheer is gelegen, wordt het randenbeheer ingevuld met kuikenranden van 4 meter breed aan de beide lange zijden van het perceel. Deze rand blijft, nadat de rest van het perceel is gemaaid, ten minste 2 weken staan en wordt niet eerder dan 1 juni gemaaid. Als alternatief kan er voor worden gekozen om de kuikenrand in 1 strook van minimaal 8 meter breed elders op het perceel te situeren. Indien de beheereenheid wordt afgeweid, dienen de nesten te worden uitgerasterd of beschermd met een nestbeschermer, de kuikenrand mag worden beweid.
Aanvullende beheervoorschriften. Het snoeien vindt plaats in de periode vanaf 16 juli tot 15 maart - Na het snoeien heeft de haag een hoogte van tenminste 1 meter en een breedte van tenminste 80 cm. - Als snoeihout wordt versnipperd, mogen de snippers niet worden verwerkt in de nabijheid van de haag. - Snoeien vindt bij voorkeur plaats in fases. - Melden van onderhoud is verplicht binnen zeven dagen nadat het beheer is uitgevoerd. Dit is inclusief het verwijderen van snoeiafval. - Slootmaaisel, bagger, maaisel, tuinafval en ander afval mag niet verwerkt worden in de beheereenheid. - Chemische onkruidbestrijding is niet toegestaan, m.u.v. pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring en jacobskruiskruid. - Ongewenste houtsoorten, zoals Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik, robinia en ratelpopulier mogen via uitgraven, mechanische of stobbenbehandeling worden bestreden. - Bemesting is niet toegestaan. - Branden in de beheereenheid of in de directe omgeving daarvan is niet toegestaan. - Het gebruik van een klepelmaaier is niet toegestaan.
Aanvullende beheervoorschriften. Voor deze pakketten geldt dat er pas gemaaid of beweid mag worden na vrijgeven door de veldcoördinator of gebiedsregisseur. Hij of zij controleert of er daadwerkelijk geen kuikens meer zitten. Is dat wel het geval, dan dient de rustperiode te worden verlengd met één of enkele weken, afhankelijk van het belang voor de aanwezige kuikens. Dit betekent dat u altijd moet overleggen als u wilt gaan maaien. - De rustperiode kan ook worden vervroegd op verzoek van de deelnemer. In dit geval moet u kunnen aantonen dat er geen nesten of jongen aanwezig zijn in het perceel. Wijzigingen dienen ten minste één week van tevoren te worden doorgegeven i.v.m. mogelijke controle door RVO/NVWA. - Bij verlenging of vervroeging van de rustperiode wordt de vergoeding gecorrigeerd naar de uiteindelijk gerealiseerde rustperiode. - Wij hanteren in principe 1 april tot 8 juni als basispakket. We gaan ervan uit dat met dat pakket de meeste nesten ongestoord kunnen uitkomen. Met die datum als basis kunt u dus naar voren of naar achteren schuiven, afhankelijk van de aan- of afwezigheid van vogels. Een rustperiode met 15 juni als einddatum wordt gehanteerd als de snede zich zo ontwikkelt dat deze rond 15 juni niet te hoog of te dicht is voor weidevogels om doorheen te lopen en voedsel te vinden.
Aanvullende beheervoorschriften. De beheereenheid is jaarlijks geïnundeerd. - Pakket a t/m c: Op minimaal 60% van het oppervlak van het perceel is de laag water tussen de 5 en 20 cm diep. - Pakket e t/m g + o: Op minimaal 60% van het oppervlak van het perceel is de laag water ten minste 5 cm diep. - Pakket i t/m k: Bij het afsluiten van het pakket wordt de begindatum van de inundatie in de overeenkomst tussen deelnemer en collectief duidelijk vermeld. - Pakket e t/m g: Op minimaal 60% van het oppervlak van de beheereenheid is de laag water ten minste 5 cm diep. - Locatie ligt in directe omgeving van uitgesteld maaibeheer. Het collectief voorziet waar nodig in een pomp.
Aanvullende beheervoorschriften. Het grasland mag niet worden gescheurd, gefreesd of heringezaaid. - Uitsluitend bemesting met vaste mest toegestaan buiten de rustperiode.
Aanvullende beheervoorschriften. De beheereenheid wordt niet bemest en er wordt geen bagger opgebracht. - De rand mag niet worden gescheurd, gefreesd of heringezaaid. - Klepelen is niet toegestaan. - de rand wordt pas gemaaid bij de tweede snede en niet vòòr 15 juni, tenzij de gebiedsregisseur/ veldcoördinator – op aanvraag van de deelnemer – anders beslist en het perceel eerder vrijgeeft. Als de situatie dit qua aanwezigheid van (weide)vogels toelaat, graag de delen van de rand waar witbol in staat, met de eerste snede meemaaien.