Aanvullende uitkering bij werkloosheid. 1. De journalist wiens arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd en uit dien hoofde een uitkering geniet krachtens de Werkloosheidswet, heeft voor zover deze uitkering minder bedraagt, tegenover zijn laatste werkgever aanspraak op een aanvulling op deze uitkering tot 80 procent van zijn laatstgenoten xxxxxxx en wel als volgt: 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt het laatstgenoten salaris telkens verhoogd met bij de CAO voor Dagbladjournalisten overeen te komen collectieve verhogingen in de functiegroep, waarin de betrokken journalist was ingedeeld. 3. Het recht op een aanvullende uitkering, als bedoeld in lid 1, vervalt zodra de uitkering krachtens de Werkloosheidswet wordt beëindigd. Eveneens vervalt het recht op deze aanvullende uitkering over dagen waarover door het bevoegde orgaan de uitkering krachtens de Werkloosheidswet wordt geweigerd. 4. Indien de journalist naast zijn uitkering krachtens de Werkloosheidswet inkomsten uit arbeid verkrijgt, welke voordien niet door hem werden genoten en/of uitkeringen ontvangt ingevolge enige andere sociale verzekering dan de werkloosheidsverzekering, zal de op grond van lid 1 vastgestelde aanvullende uitkering worden verminderd, indien en voor zover deze inkomsten en/of uitkeringen, tezamen met de uitkering krachtens de Werkloosheidswet en de aanvulling daarop, uitgaan boven het in lid 1 bedoelde salaris. 5. De journalist is, ten einde voor de aanvullende uitkering in aanmerking te komen, verplicht aan zijn werkgever over te leggen de bewijsstukken, waaruit blijkt over welke dagen en tot welk bedrag hij uitkering krachtens de Werkloosheidswet heeft ontvangen, alsmede - indien lid 4 van toepassing is - de stukken met betrekking tot de in dat lid bedoelde inkomsten uit arbeid en/of uitkeringen. 6. De journalist die op de datum van het ontslag 57 ½ jaar of ouder is, heeft gedurende de periode waarin hij uit hoofde van het aan hem gegeven ontslag een aanvulling ontvangt op de uitkering die hij geniet krachtens de Werkloosheidswet aanspraak op doorbetaling van het werkgeversaandeel in de premie voor de pensioenregeling, die de dagbladonderneming bij welke hij laatstelijk in dienst was te zijnen behoeve had getroffen, mits de journalist ook zelf zijn aandeel in de premie blijft bijdragen. Bij doorbetaling van de pensioenpremie zullen het werkgevers- en het werknemersaandeel zijn gebaseerd op het laatst genoten salaris, telkens te verhogen met de bij de CAO voor Dagbladjournalisten overeen te komen verhogingen in de afdeling waarin de betrokken journalist was ingedeeld. 7. De bepalingen van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op buitenlandse correspondenten, die geen recht hebben op uitkering krachtens de Werkloosheidswet uitsluitend op grond van het feit, dat zij niet ingevolge die wet verzekerd waren, doch die wel uitkering zouden hebben ontvangen, waren zij verzekerd geweest. 8. In geval van ontslag wegens dringende reden zal artikel 4.10 lid 1 t/m lid 7 niet van toepassing zijn.
Appears in 2 contracts
Samples: Cao Voor Dagbladjournalisten, Cao Voor Dagbladjournalisten
Aanvullende uitkering bij werkloosheid. 1. De journalist wiens arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd en uit dien hoofde een uitkering geniet krachtens de Werkloosheidswet, heeft voor zover deze uitkering minder bedraagt, tegenover zijn laatste werkgever aanspraak op een aanvulling op deze uitkering tot 80 procent van zijn laatstgenoten xxxxxxx en wel als volgt:
2. Voor de toepassing van dit artikel wordt het laatstgenoten salaris telkens verhoogd met bij de CAO voor Dagbladjournalisten overeen te komen collectieve verhogingen in de functiegroep, waarin de betrokken journalist was ingedeeld.
3. Het recht op een aanvullende uitkering, als bedoeld in lid 1, vervalt zodra de uitkering krachtens de Werkloosheidswet wordt beëindigd. Eveneens vervalt het recht op deze aanvullende uitkering over dagen waarover door het bevoegde orgaan de uitkering krachtens de Werkloosheidswet wordt geweigerd.
4. Indien de journalist naast zijn uitkering krachtens de Werkloosheidswet inkomsten uit arbeid verkrijgt, welke voordien niet door hem werden genoten en/of uitkeringen ontvangt ingevolge enige andere sociale verzekering dan de werkloosheidsverzekering, zal de op grond van lid 1 vastgestelde aanvullende uitkering worden verminderd, indien en voor zover deze inkomsten en/of uitkeringen, tezamen met de uitkering krachtens de Werkloosheidswet en de aanvulling daarop, uitgaan boven het in lid 1 bedoelde salaris.inkomsten
5. De journalist is, ten einde voor de aanvullende uitkering in aanmerking te komen, verplicht aan zijn werkgever over te leggen de bewijsstukken, waaruit blijkt over welke dagen en tot welk bedrag hij uitkering krachtens de Werkloosheidswet heeft ontvangen, alsmede - indien lid 4 van toepassing is - de stukken met betrekking tot de in dat lid bedoelde inkomsten uit arbeid en/of uitkeringen.
6. De journalist die op de datum van het ontslag 57 ½ jaar of ouder is, heeft gedurende de periode waarin hij uit hoofde van het aan hem gegeven ontslag een aanvulling ontvangt op de uitkering die hij geniet krachtens de Werkloosheidswet aanspraak op doorbetaling van het werkgeversaandeel in de premie voor de pensioenregeling, die de dagbladonderneming bij welke hij laatstelijk in dienst was te zijnen behoeve had getroffen, mits de journalist ook zelf zijn aandeel in de premie blijft bijdragen. Bij doorbetaling van de pensioenpremie zullen het werkgevers- en het werknemersaandeel zijn gebaseerd op het laatst genoten salaris, telkens te verhogen met de bij de CAO voor Dagbladjournalisten overeen te komen verhogingen in de afdeling waarin de betrokken journalist was ingedeeld.
7. De bepalingen van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op buitenlandse correspondenten, die geen recht hebben op uitkering krachtens de Werkloosheidswet uitsluitend op grond van het feit, dat zij niet ingevolge die wet verzekerd waren, doch die wel uitkering zouden hebben ontvangen, waren zij verzekerd geweest.
8. In geval van ontslag wegens dringende reden zal artikel 4.10 lid 1 t/m lid 7 niet van toepassing zijn.
Appears in 2 contracts
Samples: Cao Voor Dagbladjournalisten, Cao Voor Dagbladjournalisten
Aanvullende uitkering bij werkloosheid. 1. De journalist wiens arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd en uit dien hoofde een uitkering geniet krachtens de Werkloosheidswet, heeft voor zover deze uitkering minder bedraagt, tegenover zijn laatste werkgever aanspraak op een aanvulling op deze uitkering tot 80 procent van zijn laatstgenoten xxxxxxx en wel als volgt:: – bij een diensttijd bij deze werkgever van tenminste zes jaar: gedurende drie maanden – bij een diensttijd bij deze werkgever van tenminste negen jaar: gedurende zes maanden
2. Voor de toepassing van dit artikel wordt het laatstgenoten salaris telkens verhoogd met bij de CAO voor Dagbladjournalisten overeen te komen collectieve verhogingen in de functiegroep, waarin de betrokken journalist was ingedeeld.
3. Het recht op een aanvullende uitkering, als bedoeld in lid 1, vervalt zodra de uitkering krachtens de Werkloosheidswet wordt beëindigd. Eveneens vervalt het recht op deze aanvullende uitkering over dagen waarover door het bevoegde orgaan de uitkering krachtens de Werkloosheidswet wordt geweigerd.
4. Indien de journalist naast zijn uitkering krachtens de Werkloosheidswet inkomsten uit arbeid verkrijgt, welke voordien niet door hem werden genoten en/of uitkeringen ontvangt ingevolge enige andere sociale verzekering dan de werkloosheidsverzekering, zal de op grond van lid 1 vastgestelde aanvullende uitkering worden verminderd, indien en voor zover deze inkomsten en/of uitkeringen, tezamen met de uitkering krachtens de Werkloosheidswet en de aanvulling daarop, uitgaan boven het in lid 1 bedoelde salaris.
5. De journalist is, ten einde voor de aanvullende uitkering in aanmerking te komen, verplicht aan zijn werkgever over te leggen de bewijsstukken, waaruit blijkt over welke dagen en tot welk bedrag hij uitkering krachtens de Werkloosheidswet heeft ontvangen, alsmede - – indien lid 4 van toepassing is - – de stukken met betrekking tot de in dat lid bedoelde inkomsten uit arbeid en/of uitkeringen.
6. De journalist die op de datum van het ontslag 57 ½ jaar of ouder is, heeft gedurende de periode waarin hij uit hoofde van het aan hem gegeven ontslag een aanvulling ontvangt op de uitkering die hij geniet krachtens de Werkloosheidswet aanspraak op doorbetaling van het werkgeversaandeel werkgeversaan- deel in de premie voor de pensioenregeling, die de dagbladonderneming bij welke hij laatstelijk in dienst was te zijnen behoeve had getroffen, mits de journalist ook zelf zijn aandeel in de premie blijft bijdragen. Bij doorbetaling van de pensioenpremie zullen het werkgevers- en het werknemersaandeel werkne- mersaandeel zijn gebaseerd op het laatst genoten salaris, telkens te verhogen met de bij de CAO voor Dagbladjournalisten overeen te komen verhogingen in de afdeling waarin de betrokken journalist was ingedeeld.
7. De bepalingen van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op buitenlandse correspondentencorresponden- ten, die geen recht hebben op uitkering krachtens de Werkloosheidswet uitsluitend op grond van het feit, dat zij niet ingevolge die wet verzekerd waren, doch die wel uitkering zouden hebben ontvangen, waren zij verzekerd geweest.
8. In geval van ontslag wegens dringende reden zal artikel 4.10 lid 1 t/m lid 7 niet van toepassing zijn.
Appears in 2 contracts
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collective Labor Agreement (Cao)
Aanvullende uitkering bij werkloosheid. 1. De uitkering krachtens de Werkloosheidswet voor een journalist wiens van wie de arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd en uit dien hoofde een uitkering geniet krachtens de Werkloosheidswetbeëindigd, heeft voor zover deze uitkering minder bedraagt, tegenover zijn laatste werkgever aanspraak op een aanvulling op deze uitkering zal worden aangevuld tot 80 procent 80% van zijn laatstgenoten xxxxxxx laatstverdiende bruto salaris, als volgt: - bij een diensttijd bij deze werkgever van tenminste zes jaar: gedurende drie maanden - bij een diensttijd bij deze werkgever van tenminste negen jaar: gedurende zes maanden. Deze aanvulling wordt periodiek en wel als volgt:tenminste eenmaal per maand uitgekeerd.
2. Voor Indien de toepassing journalist bij beëindiging van dit artikel wordt het laatstgenoten salaris telkens verhoogd dienstverband een uitkering ineens ontvangt, mag deze worden verrekend met bij de CAO voor Dagbladjournalisten overeen te komen collectieve verhogingen aanvulling als bedoeld in de functiegroep, waarin de betrokken journalist was ingedeeldhet vorige lid.
3. Het recht op een aanvullende uitkering, als bedoeld in lid 1, vervalt zodra de uitkering krachtens de Werkloosheidswet wordt beëindigd. Eveneens vervalt het recht op deze aanvullende uitkering over dagen waarover door het bevoegde orgaan de uitkering krachtens de Werkloosheidswet wordt geweigerd.
4. Indien de journalist naast zijn uitkering krachtens de Werkloosheidswet inkomsten uit arbeid verkrijgt, welke voordien niet door hem werden genoten en/of uitkeringen ontvangt ingevolge enige andere sociale verzekering dan de werkloosheidsverzekering, zal de op grond van lid 1 vastgestelde aanvullende uitkering worden verminderd, verminderd indien en voor zover deze inkomsten en/of uitkeringen, tezamen met de uitkering krachtens de Werkloosheidswet en de aanvulling aanvullingen daarop, uitgaan boven het in lid 1 bedoelde salariszijn laatstgenoten xxxxxxx.
5. De journalist is, ten einde voor teneinde op de aanvullende uitkering in aanmerking recht te komendoen gelden, verplicht aan zijn werkgever over te leggen de bewijsstukken, waaruit blijkt over welke dagen en tot welk bedrag hij uitkering krachtens de Werkloosheidswet heeft ontvangen, alsmede - indien lid 4 van toepassing is - de stukken met betrekking tot de in dat lid bedoelde inkomsten uit arbeid en/of uitkeringen.
6. De journalist die op de datum van het ontslag 57 ½ 1/2 jaar of ouder is, heeft gedurende de periode waarin hij uit hoofde van het aan hem gegeven ontslag een aanvulling ontvangt op de uitkering die hij geniet krachtens de Werkloosheidswet aanspraak op doorbetaling van het werkgeversaandeel in de premie voor de pensioenregeling, die de dagbladonderneming huis-aan-huisbladonderneming bij welke hij laatstelijk in dienst was was, te zijnen behoeve had getroffen, mits de journalist ook zelf zijn aandeel in de premie blijft bijdragen.
6. Bij doorbetaling van de pensioenpremie zullen het werkgevers- en het werknemersaandeel zijn gebaseerd op het laatst genoten salaris, telkens te verhogen met de bij de CAO voor Dagbladjournalisten Huis-aan-Huisbladjournalisten overeen te komen verhogingen in de afdeling waarin de betrokken journalist was ingedeeld.
7. De Een en ander voor zover de bepalingen van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op buitenlandse correspondenten, die geen recht hebben op uitkering krachtens de Werkloosheidswet uitsluitend op grond van het feit, dat zij niet ingevolge die wet verzekerd waren, doch die wel uitkering zouden hebben ontvangen, waren zij verzekerd geweest.
8. In geval van ontslag wegens dringende reden zal artikel 4.10 lid 1 t/m lid 7 niet van toepassing zijnzijnde pensioen- reglementen zulks niet beletten.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Aanvullende uitkering bij werkloosheid. 1. De journalist wiens arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd en uit dien hoofde een uitkering geniet krachtens de Werkloosheidswet, heeft voor zover deze uitkering minder bedraagt, tegenover zijn laatste werkgever aanspraak op een aanvulling op deze uitkering tot 80 procent van zijn laatstgenoten xxxxxxx en wel als volgt:uitkering
2. Voor de toepassing van dit artikel wordt het laatstgenoten salaris telkens verhoogd met bij de CAO voor Dagbladjournalisten overeen te komen collectieve verhogingen in de functiegroep, waarin de betrokken journalist was ingedeeld.
3. Het recht op een aanvullende uitkering, als bedoeld in lid 1, vervalt zodra de uitkering krachtens de Werkloosheidswet wordt beëindigd. Eveneens vervalt het recht op deze aanvullende uitkering over dagen waarover door het bevoegde orgaan de uitkering krachtens de Werkloosheidswet wordt geweigerd.
4. Indien de journalist naast zijn uitkering krachtens de Werkloosheidswet inkomsten uit arbeid verkrijgt, welke voordien niet door hem werden genoten en/of uitkeringen ontvangt ingevolge enige andere sociale verzekering dan de werkloosheidsverzekering, zal de op grond van lid 1 vastgestelde aanvullende uitkering worden verminderd, indien en voor zover deze inkomsten en/of uitkeringen, tezamen met de uitkering krachtens de Werkloosheidswet en de aanvulling daarop, uitgaan boven het in lid 1 bedoelde salaris.
5. De journalist is, ten einde voor de aanvullende uitkering in aanmerking te komen, verplicht aan zijn werkgever over te leggen de bewijsstukken, waaruit blijkt over welke dagen en tot welk bedrag hij uitkering krachtens de Werkloosheidswet heeft ontvangen, alsmede - indien lid 4 van toepassing is - de stukken met betrekking tot de in dat lid bedoelde inkomsten uit arbeid en/of uitkeringen.
6. De journalist die op de datum van het ontslag 57 ½ jaar of ouder is, heeft gedurende de periode waarin hij uit hoofde van het aan hem gegeven ontslag een aanvulling ontvangt op de uitkering die hij geniet krachtens de Werkloosheidswet aanspraak op doorbetaling van het werkgeversaandeel in de premie voor de pensioenregeling, die de dagbladonderneming bij welke hij laatstelijk in dienst was te zijnen behoeve had getroffen, mits de journalist ook zelf zijn aandeel in de premie blijft bijdragen. Bij doorbetaling van de pensioenpremie zullen het werkgevers- en het werknemersaandeel zijn gebaseerd op het laatst genoten salaris, telkens te verhogen met de bij de CAO voor Dagbladjournalisten overeen te komen verhogingen in de afdeling waarin de betrokken journalist was ingedeeld.
7. De bepalingen van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op buitenlandse correspondenten, die geen recht hebben op uitkering krachtens de Werkloosheidswet uitsluitend op grond van het feit, dat zij niet ingevolge die wet verzekerd waren, doch die wel uitkering zouden hebben ontvangen, waren zij verzekerd geweest.
8. In geval van ontslag wegens dringende reden zal artikel 4.10 lid 1 t/m lid 7 niet van toepassing zijn.
Appears in 1 contract
Samples: Cao Voor Dagbladjournalisten