Common use of Aanwezigheid van een toegangshouder Clause in Contracts

Aanwezigheid van een toegangshouder. Naast de verplichtingen met betrekking tot de fysische Aansluiting is er conform het TRDE ook een administratieve verplichting die moet worden ingevuld alvorens tot de effectieve indienstname overgegaan kan worden of om de toegang tot het net te behouden. Wat de administratieve verplichting betreft moet de DNG, voor elk Toegangspunt horende bij de Aansluiting, beschikken over de nodige contracten met de Toegangshouders. Deze Toegangshouders staan op hun beurt in voor het verkrijgen van toegang tot het Distributienet via het toegangscontract met de DNB. Voor elke contractuele relatie (afname, injectie) tussen DNG en Toegangshouder, moet de Toegangshouder beschikken over de nodige contracten met de DNB enerzijds en de evenwichtsverantwoordelijke anderzijds, om de toegang tot, en het evenwicht op het net te vrijwaren. De Toegangshouder meldt zich hiervoor aan bij de DNB voor het Toegangspunt in kwestie. Indien op een Toegangspunt op het Distributienet geen Toegangshouder geregistreerd is in het Toegangsregister heeft de DNB het recht de Aansluiting buiten dienst te stellen, na voorafgaande schriftelijke verwittiging en motivatie van de DNG en rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, en ongeacht het feit of er nog andere Toegangspunten horen bij de Aansluiting. De DNB is gerechtigd het verbruik en alle kosten en schade die verband houden met het gebruik van het Toegangspunt zonder te beschikken over de benodigde geldige contracten, aan te rekenen aan de DNG. Wegname van een ongebruikte aansluiting Conform het TRDE heeft de DNB het recht om een Aansluiting weg te nemen of af te koppelen indien hij vaststelt dat deze meer dan een jaar ongebruikt is, en na overleg met de DNG. De DNB kan ook vroeger tot deze wegname overgaan indien hij motiveert dat de ongebruikte Aansluiting een risico vormt voor de veiligheid of voor de goede werking van het Distributienet. Indien de DNG deze wegname wil vermijden, moet hij in het voorafgaand overleg met de DNB motiveren dat hij in de toekomst de Aansluiting opnieuw zal gebruiken, en inmiddels zijn verplichtingen tegenover de DNB zal blijven naleven. Dit betreft zowel de financiële verplichtingen als de andere verplichtingen met betrekking tot het beheer van de Aansluiting zoals hierboven beschreven. De kosten voor de wegname van de Aansluiting worden aangerekend aan de DNG. De DNG doet een aanvraag bij de DNB indien hij wijzigingen wenst uit te voeren aan de Aansluiting of aan zijn installaties, die een niet-verwaarloosbare invloed kunnen hebben op de Aansluiting of het distributienet, namelijk: een wijziging van het Aansluitingsvermogen voor afname of injectie; het plaatsen of aanpassen van lokale productie-installaties of systemen voor energieopslag (conform het Synergrid Voorschrift C10/11 volstaat het dat een productie-installatie < 10kVA gemeld wordt in plaats van aangevraagd); het plaatsen of aanpassen van transformatoren en speciale toepassingen (aanloop zware motoren, gelijkrichters, frequentiesturingen, lastoepassingen); het plaatsen of aanpassen van noodgroepen, onafhankelijk of deze kortstondig netgekoppeld of in eilandbedrijf werken; de aanleg van leidingen of kabels die de eigen site overschrijden of de openbare weg betreden, zoals bijvoorbeeld directe lijnen. De DNG kan deze aanvraag aan de DNB uitbesteden aan een andere partij, indien deze door de DNG gemandateerd is. De DNB zal de ontvangst van deze aanvraag bevestigen aan de DNG of zijn gemandateerde, en meedelen of de aangevraagde wijziging al dan niet aanleiding geeft tot: een bijkomende netstudie om de impact op het distributienet te kunnen bepalen, waarbij de DNB de modaliteiten meedeelt voor de uitvoering van de studie, gevolgd door de eventuele modaliteiten voor de uitvoering van wijzigingen aan het Distributienet en/of de Aansluiting indien hij uit de studie kan motiveren dat deze nodig zijn voor de handhaving van de operationele veiligheid; of het opleggen, conform het TRDE, van een wijziging van het Aansluitingscontract. Conform het TRDE is dit in elk geval van toepassing bij de plaatsing van lokale productie-installaties of wijziging van het Aansluitingsvermogen. In elk geval kan de DNG pas overgaan tot de uitvoering van de aangevraagde wijzigingen na toelating van de DNB. De DNB kan deze toelating weigeren: indien de aangevraagde wijziging de algemene veiligheid, de operationele veiligheid of het efficiënt gebruik van de beschikbare infrastructuur in het gedrang zou brengen; of indien de DNG in gebreke blijft bij de naleving van de wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen ten aanzien van de Aansluiting; of indien de aangevraagde wijziging een uitbouw van het Elektriciteitsdistributienet vereist die technisch - economisch niet verantwoord is. Indien de aangevraagde wijziging bovendien ook de toelating door derden vereist, staat de DNG zelf in voor het bekomen van de nodige toelatingen, tenzij de DNB en de DNG specifieke andersluidende afspraken hebben gemaakt.

Appears in 3 contracts

Samples: Aansluitingscontract, Aansluitingscontract, Aansluitingscontract

Aanwezigheid van een toegangshouder. Naast de verplichtingen met betrekking tot de fysische Aansluiting is er conform het TRDE ook een administratieve verplichting die moet worden ingevuld alvorens tot de effectieve indienstname overgegaan kan worden of om de toegang tot het net te behouden. Wat de administratieve verplichting betreft moet de DNG, voor elk Toegangspunt horende bij de Aansluiting, beschikken over de nodige contracten met de Toegangshouders. Deze Toegangshouders staan op hun beurt in voor het verkrijgen van toegang tot het Distributienet via het toegangscontract met de DNB. Voor elke contractuele relatie (afname, injectie) tussen DNG en Toegangshouder, moet de Toegangshouder beschikken over de nodige contracten met de DNB enerzijds en de evenwichtsverantwoordelijke anderzijds, om de toegang tot, en het evenwicht op het net te vrijwaren. De Toegangshouder meldt zich hiervoor aan bij de DNB voor het Toegangspunt in kwestie. Indien op een Toegangspunt op het Distributienet geen Toegangshouder geregistreerd is in het Toegangsregister heeft de DNB het recht de Aansluiting buiten dienst te stellen, na voorafgaande schriftelijke verwittiging en motivatie van de DNG en rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, en ongeacht het feit of er nog andere Toegangspunten horen bij de Aansluiting. De DNB is gerechtigd het verbruik en alle kosten en schade die verband houden met het gebruik van het Toegangspunt zonder te beschikken over de benodigde geldige contracten, aan te rekenen aan de DNG. Wegname van een ongebruikte aansluiting Conform het TRDE heeft de DNB het recht om een Aansluiting weg te nemen of af te koppelen indien hij vaststelt dat deze meer dan een jaar ongebruikt is, en na overleg met de DNG. De DNB kan ook vroeger tot deze wegname overgaan indien hij motiveert dat de ongebruikte Aansluiting een risico vormt voor de veiligheid of voor de goede werking van het Distributienet. Indien de DNG deze wegname wil vermijden, moet hij in het voorafgaand overleg met de DNB motiveren dat hij in de toekomst de Aansluiting opnieuw zal gebruiken, en inmiddels zijn verplichtingen tegenover de DNB zal blijven naleven. Dit betreft zowel de financiële verplichtingen als de andere verplichtingen met betrekking tot het beheer van de Aansluiting zoals hierboven beschreven. De kosten voor de wegname van de Aansluiting worden aangerekend aan de DNG. De DNG doet een aanvraag bij de DNB indien hij wijzigingen wenst uit te voeren aan de Aansluiting of aan zijn installaties, die een niet-niet- verwaarloosbare invloed kunnen hebben op de Aansluiting of het distributienet, namelijk: een wijziging van het Aansluitingsvermogen voor afname of injectie; het plaatsen of aanpassen van lokale productie-installaties of systemen voor energieopslag (conform het Synergrid Voorschrift C10/11 volstaat het dat een productie-installatie < 10kVA gemeld wordt in plaats van aangevraagd); het plaatsen of aanpassen van transformatoren en speciale toepassingen (aanloop zware motoren, gelijkrichters, frequentiesturingen, lastoepassingen); het plaatsen of aanpassen van noodgroepen, onafhankelijk of deze kortstondig netgekoppeld of in eilandbedrijf werken; de aanleg van leidingen of kabels die de eigen site overschrijden of de openbare weg betreden, zoals bijvoorbeeld directe lijnen. De DNG kan deze aanvraag aan de DNB uitbesteden aan een andere partij, indien deze door de DNG gemandateerd is. De DNB zal de ontvangst van deze aanvraag bevestigen aan de DNG of zijn gemandateerde, en meedelen of de aangevraagde wijziging al dan niet aanleiding geeft tot: een bijkomende netstudie om de impact op het distributienet te kunnen bepalen, waarbij de DNB de modaliteiten meedeelt voor de uitvoering van de studie, gevolgd door de eventuele modaliteiten voor de uitvoering van wijzigingen aan het Distributienet en/of de Aansluiting indien hij uit de studie kan motiveren dat deze nodig zijn voor de handhaving van de operationele veiligheid; of het opleggen, conform het TRDE, van een wijziging van het Aansluitingscontract. Conform het TRDE is dit in elk geval van toepassing bij de plaatsing van lokale productie-productie- installaties of wijziging van het Aansluitingsvermogen. In elk geval kan de DNG pas overgaan tot de uitvoering van de aangevraagde wijzigingen na toelating van de DNB. De DNB kan deze toelating weigeren: indien de aangevraagde wijziging de algemene veiligheid, de operationele veiligheid of het efficiënt gebruik van de beschikbare infrastructuur in het gedrang zou brengen; of indien de DNG in gebreke blijft bij de naleving van de wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen ten aanzien van de Aansluiting; of indien de aangevraagde wijziging een uitbouw van het Elektriciteitsdistributienet vereist die technisch - economisch niet verantwoord is. Indien de aangevraagde wijziging bovendien ook de toelating door derden vereist, staat de DNG zelf in voor het bekomen van de nodige toelatingen, tenzij de DNB en de DNG specifieke andersluidende afspraken hebben gemaakt.

Appears in 1 contract

Samples: Aansluitingscontract

Aanwezigheid van een toegangshouder. Naast de verplichtingen met betrekking tot de fysische Aansluiting is er conform het TRDE ook een administratieve verplichting die moet worden ingevuld alvorens tot de effectieve indienstname overgegaan kan worden of om de toegang tot het net te behouden. Wat de administratieve verplichting betreft moet de DNG, voor elk Toegangspunt horende bij de Aansluiting, beschikken over de nodige contracten met de Toegangshouders. Deze Toegangshouders staan op hun beurt in voor het verkrijgen van toegang tot het Distributienet via het toegangscontract met de DNB. Voor elke contractuele relatie (afname, injectie) tussen DNG en Toegangshouder, moet de Toegangshouder beschikken over de nodige contracten met de DNB enerzijds en de evenwichtsverantwoordelijke anderzijds, om de toegang tot, en het evenwicht op het net te vrijwaren. De Toegangshouder meldt zich hiervoor aan bij de DNB voor het Toegangspunt in kwestie. Indien op een Toegangspunt op het Distributienet geen Toegangshouder geregistreerd is in het Toegangsregister heeft de DNB het recht de Aansluiting buiten dienst te stellen, na voorafgaande schriftelijke verwittiging en motivatie van de DNG en rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, en ongeacht het feit of er nog andere Toegangspunten horen bij de Aansluiting. De DNB is gerechtigd het verbruik en alle kosten en schade die verband houden met het gebruik van het Toegangspunt zonder te beschikken over de benodigde geldige contracten, aan te rekenen aan de DNG. Wegname van een ongebruikte aansluiting Conform het TRDE heeft de DNB het recht om een Aansluiting weg te nemen of af te koppelen indien hij vaststelt dat deze meer dan een jaar ongebruikt is, en na overleg met de DNG. De DNB kan ook vroeger tot deze wegname overgaan indien hij motiveert dat de ongebruikte Aansluiting een risico vormt voor de veiligheid of voor de goede werking van het Distributienet. Indien de DNG deze wegname wil vermijden, moet hij in het voorafgaand overleg met de DNB motiveren dat hij in de toekomst de Aansluiting opnieuw zal gebruiken, en inmiddels zijn verplichtingen tegenover de DNB zal blijven naleven. Dit betreft zowel de financiële verplichtingen als de andere verplichtingen met betrekking tot het beheer van de Aansluiting zoals hierboven beschreven. De kosten voor de wegname van de Aansluiting worden aangerekend aan de DNG. De DNG doet een aanvraag bij de DNB indien hij wijzigingen wenst uit te voeren aan de Aansluiting of aan zijn installaties, die een niet-niet- verwaarloosbare invloed kunnen hebben op de Aansluiting of het distributienet, namelijk: een wijziging van het Aansluitingsvermogen voor afname of injectie; het plaatsen of aanpassen van lokale productie-installaties of systemen voor energieopslag (conform het Synergrid Voorschrift C10/11 volstaat het dat een productie-installatie < 10kVA gemeld wordt in plaats van aangevraagd); het plaatsen of aanpassen van transformatoren en speciale toepassingen (aanloop zware motoren, gelijkrichters, frequentiesturingen, lastoepassingen); het plaatsen of aanpassen van noodgroepen, onafhankelijk of deze kortstondig netgekoppeld of in eilandbedrijf werken; de aanleg van leidingen of kabels die de eigen site overschrijden of de openbare weg betreden, zoals bijvoorbeeld directe lijnen. De DNG kan deze aanvraag aan de DNB uitbesteden aan een andere partij, indien deze door de DNG gemandateerd is. De DNB zal de ontvangst van deze aanvraag bevestigen aan de DNG of zijn gemandateerde, en meedelen of de aangevraagde wijziging al dan niet aanleiding geeft tot: een bijkomende netstudie om de impact op het distributienet te kunnen bepalen, waarbij de DNB de modaliteiten meedeelt voor de uitvoering van de studie, gevolgd door de eventuele modaliteiten voor de uitvoering van wijzigingen aan het Distributienet en/of de Aansluiting indien hij uit de studie kan motiveren dat deze nodig zijn voor de handhaving van de operationele veiligheid; of het opleggen, conform het TRDE, van een wijziging van het Aansluitingscontract. Conform het TRDE is dit in elk geval van toepassing bij de plaatsing van lokale productie-productie- installaties of wijziging van het Aansluitingsvermogen. In elk geval kan de DNG pas overgaan tot de uitvoering van de aangevraagde wijzigingen na toelating van de DNB. De DNB kan deze toelating weigeren: indien de aangevraagde wijziging de algemene veiligheid, de operationele veiligheid of het efficiënt gebruik van de beschikbare infrastructuur in het gedrang zou brengen; of indien de DNG in gebreke blijft bij de naleving van de wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen ten aanzien van de Aansluiting; of indien de aangevraagde wijziging een uitbouw van het Elektriciteitsdistributienet vereist die technisch - economisch niet verantwoord is. Indien de aangevraagde wijziging bovendien ook de toelating door derden vereist, staat de DNG zelf in voor het bekomen van de nodige toelatingen, tenzij de DNB en de DNG specifieke andersluidende afspraken hebben gemaakt.

Appears in 1 contract

Samples: Aansluitingscontract

Aanwezigheid van een toegangshouder. Naast de verplichtingen met betrekking tot de fysische Aansluiting is er conform het TRDE ook een administratieve verplichting die moet worden ingevuld alvorens tot de effectieve indienstname overgegaan kan worden of om de toegang tot het net te behouden. Wat de administratieve verplichting betreft moet de DNG, voor elk Toegangspunt horende bij de Aansluiting, beschikken over de nodige contracten met de Toegangshouders. Deze Toegangshouders staan op hun beurt in voor het verkrijgen van toegang tot het Distributienet via het toegangscontract met de DNB. Voor elke contractuele relatie (afname, injectie) tussen DNG en Toegangshouder, moet de Toegangshouder beschikken over de nodige contracten met de DNB enerzijds en de evenwichtsverantwoordelijke anderzijds, om de toegang tot, en het evenwicht op het net te vrijwaren. De Toegangshouder meldt zich hiervoor aan bij de DNB voor het Toegangspunt in kwestie. Indien op een Toegangspunt op het Distributienet geen Toegangshouder geregistreerd is in het Toegangsregister heeft de DNB het recht de Aansluiting buiten dienst te stellen, na voorafgaande schriftelijke verwittiging en motivatie van de DNG en rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, en ongeacht het feit of er nog andere Toegangspunten horen bij de Aansluiting. De DNB is gerechtigd het verbruik en alle kosten en schade die verband houden met het gebruik van het Toegangspunt zonder te beschikken over de benodigde geldige contracten, aan te rekenen aan de DNG. Wegname van een ongebruikte aansluiting Conform het TRDE heeft de DNB het recht om een Aansluiting weg te nemen of af te koppelen indien hij vaststelt dat deze meer dan een jaar ongebruikt is, en na overleg met de DNG. De DNB kan ook vroeger tot deze wegname overgaan indien hij motiveert dat de ongebruikte Aansluiting een risico vormt voor de veiligheid of voor de goede werking van het Distributienet. Indien de DNG deze wegname wil vermijden, moet hij in het voorafgaand overleg met de DNB motiveren dat hij in de toekomst de Aansluiting opnieuw zal gebruiken, en inmiddels zijn verplichtingen tegenover de DNB zal blijven naleven. Dit betreft zowel de financiële verplichtingen als de andere verplichtingen met betrekking tot het beheer van de Aansluiting zoals hierboven beschreven. De kosten voor de wegname van de Aansluiting worden aangerekend aan de DNG. De DNG doet een aanvraag bij de DNB indien hij wijzigingen wenst uit te voeren aan de Aansluiting of aan zijn installaties, die een niet-verwaarloosbare invloed kunnen hebben op de Aansluiting of het distributienet, namelijk: een wijziging van het Aansluitingsvermogen voor afname of injectie; het plaatsen of aanpassen van lokale productie-installaties of systemen voor energieopslag (conform het Synergrid Voorschrift C10/11 volstaat het dat een productie-installatie < 10kVA gemeld wordt in plaats van aangevraagd); het plaatsen of aanpassen van transformatoren en speciale toepassingen (aanloop zware motoren, gelijkrichters, frequentiesturingen, lastoepassingen); het plaatsen of aanpassen van noodgroepen, onafhankelijk of deze kortstondig netgekoppeld of in eilandbedrijf werken; de aanleg van leidingen of kabels die de eigen site overschrijden of de openbare weg betreden, zoals bijvoorbeeld directe lijnen. De DNG kan deze aanvraag aan de DNB uitbesteden aan een andere partij, indien deze door de DNG gemandateerd is. De DNB zal de ontvangst van deze aanvraag bevestigen aan de DNG of zijn gemandateerde, en meedelen of de aangevraagde wijziging al dan niet aanleiding geeft tot: een bijkomende netstudie om de impact op het distributienet te kunnen bepalen, waarbij de DNB de modaliteiten meedeelt voor de uitvoering van de studie, gevolgd door de eventuele modaliteiten voor de uitvoering van wijzigingen aan het Distributienet en/of de Aansluiting indien hij uit de studie kan motiveren dat deze nodig zijn voor de handhaving van de operationele veiligheid; of het opleggen, conform het TRDE, van een wijziging van het Aansluitingscontract. Conform het TRDE is dit in elk geval van toepassing bij de plaatsing van lokale productie-installaties of wijziging van het Aansluitingsvermogen. In elk geval kan de DNG pas overgaan tot de uitvoering van de aangevraagde wijzigingen na toelating van de DNB. De DNB kan deze toelating weigeren: indien de aangevraagde wijziging de algemene veiligheid, de operationele veiligheid of het efficiënt gebruik van de beschikbare infrastructuur in het gedrang zou brengen; of indien de DNG in gebreke blijft bij de naleving van de wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen ten aanzien van de Aansluiting; of indien de aangevraagde wijziging een uitbouw van het Elektriciteitsdistributienet vereist die technisch - economisch niet verantwoord is. Indien de aangevraagde wijziging bovendien ook de toelating door derden vereist, staat de DNG zelf in voor het bekomen van de nodige toelatingen, tenzij de DNB en de DNG specifieke andersluidende afspraken hebben gemaakt.

Appears in 1 contract

Samples: www.fluvius.be

Aanwezigheid van een toegangshouder. Naast de verplichtingen met betrekking tot de fysische Aansluiting is er conform het TRDE ook een administratieve verplichting die moet worden ingevuld alvorens tot de effectieve indienstname overgegaan kan worden of om de toegang tot het net te behouden. Wat de administratieve verplichting betreft moet de DNG, voor elk Toegangspunt horende bij de Aansluiting, beschikken over de nodige contracten met de Toegangshouders. Deze Toegangshouders staan op hun beurt in voor het verkrijgen van toegang tot het Distributienet via het toegangscontract met de DNB. Voor elke contractuele relatie (afname, injectie) tussen DNG en Toegangshouder, moet de Toegangshouder beschikken over de nodige contracten met de DNB enerzijds en de evenwichtsverantwoordelijke anderzijds, om de toegang tot, en het evenwicht op het net te vrijwaren. De Toegangshouder meldt zich hiervoor aan bij de DNB voor het Toegangspunt in kwestie. Indien op een Toegangspunt op het Distributienet geen Toegangshouder geregistreerd is in het Toegangsregister heeft de DNB het recht de Aansluiting buiten dienst te stellen, na voorafgaande schriftelijke verwittiging en motivatie van de DNG en rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, en ongeacht het feit of er nog andere Toegangspunten horen bij de Aansluiting. De DNB is gerechtigd het verbruik en alle kosten en schade die verband houden met het gebruik van het Toegangspunt zonder te beschikken over de benodigde geldige contracten, aan te rekenen aan de DNG. Wegname van een ongebruikte aansluiting Conform het TRDE heeft de DNB het recht om een Aansluiting weg te nemen of af te koppelen indien hij vaststelt dat deze meer dan een jaar ongebruikt is, en na overleg met de DNG. De DNB kan ook vroeger tot deze wegname overgaan indien hij motiveert dat de ongebruikte Aansluiting een risico vormt voor de veiligheid of voor de goede werking van het Distributienet. Indien de DNG deze wegname wil vermijden, moet hij in het voorafgaand overleg met de DNB motiveren dat hij in de toekomst de Aansluiting opnieuw zal gebruiken, en inmiddels zijn verplichtingen tegenover de DNB zal blijven naleven. Dit betreft zowel de financiële verplichtingen als de andere verplichtingen met betrekking tot het beheer van de Aansluiting zoals hierboven beschreven. De kosten voor de wegname van de Aansluiting worden aangerekend aan de DNG. De DNG doet een aanvraag bij de DNB indien hij wijzigingen wenst uit te voeren aan de Aansluiting of aan zijn installaties, die een niet-verwaarloosbare invloed kunnen hebben op de Aansluiting of het distributienet, namelijk: een wijziging van het Aansluitingsvermogen voor afname of injectie; het plaatsen of aanpassen van lokale productie-installaties of systemen voor energieopslag (conform het Synergrid Voorschrift C10/11 volstaat het dat een productie-installatie < 10kVA gemeld wordt in plaats van aangevraagd); het plaatsen of aanpassen van transformatoren en speciale toepassingen (aanloop zware motoren, gelijkrichters, frequentiesturingen, lastoepassingen); het plaatsen of aanpassen van noodgroepen, onafhankelijk of deze kortstondig netgekoppeld of in eilandbedrijf werken; de aanleg van leidingen of kabels die de eigen site overschrijden of de openbare weg betreden, zoals bijvoorbeeld directe lijnen. De DNG kan deze aanvraag aan de DNB uitbesteden aan een andere partij, indien deze door de DNG gemandateerd is. De DNB zal de ontvangst van deze aanvraag bevestigen aan de DNG of zijn gemandateerde, en meedelen of de aangevraagde wijziging al dan niet aanleiding geeft tot: een bijkomende netstudie om de impact op het distributienet te kunnen bepalen, waarbij de DNB de modaliteiten meedeelt voor de uitvoering van de studie, gevolgd door de eventuele modaliteiten voor de uitvoering van wijzigingen aan het Distributienet en/of de Aansluiting indien hij uit de studie kan motiveren dat deze nodig zijn voor de handhaving van de operationele veiligheid; of het opleggen, conform het TRDE, van een wijziging van het Aansluitingscontract. Conform het TRDE is dit in elk geval van toepassing bij de plaatsing van lokale productie-installaties of wijziging van het Aansluitingsvermogen. In elk geval kan de DNG pas overgaan tot de uitvoering van de aangevraagde wijzigingen na toelating van de DNB. De DNB kan deze toelating weigeren: indien de aangevraagde wijziging de algemene veiligheid, de operationele veiligheid of het efficiënt gebruik van de beschikbare infrastructuur in het gedrang zou brengen; of indien de DNG in gebreke blijft bij de naleving van de wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen ten aanzien van de Aansluiting; of indien de aangevraagde wijziging een uitbouw van het Elektriciteitsdistributienet vereist die technisch - economisch niet verantwoord is. Indien de aangevraagde wijziging bovendien ook de toelating door derden vereist, staat de DNG zelf in voor het bekomen van de nodige toelatingen, tenzij de DNB en de DNG specifieke andersluidende afspraken hebben gemaakt.

Appears in 1 contract

Samples: Aansluitingscontract