Antiek Voorbeeldclausules

Antiek. Met antiek bedoelen wij kunst-, sier- en gebruiksvoorwerpen. De belangrijkste criteria die bepalen of een voorwerp antiek is, zijn: • Het voorwerp moet door mensenhand gemaakt zijn. • Het moet een zekere ouderdom bezitten. Meestal wordt daarbij uitgegaan van een leeftijd van 100 jaar; in bepaalde gevallen is een voorwerp echter al antiek als het 95 of zelfs 75 jaar oud is. • Boeken zijn antiek als ze ten minste 75 jaar oud zijn.
Antiek. Voor zaken met een antiquarische of zeldzaamheidswaarde wordt uitgegaan van deze waarde.
Antiek. Voorwerpen met een antiquarische waarde die niet meer nieuw verkrijgbaar zijn. Antiek meubilair en lijfsieraden vallen niet onder ‘antiek’.
Antiek. Voorwerpen met een antiquarische waarde die niet meer nieuw verkrijgbaar zijn. Antiek meubilair valt onder huisraad.
Antiek. Voorwerpen met een antiquarische waarde die niet meer nieuw verkrijgbaar zijn.
Antiek. Voorwerpen met een antiquarische waarde met uitzondering van antieke meubels, zoals kasten, stoelen, tafels en bureaus. Verzamelingen Zoals muntenverzamelingen, postzegelverzamelingen en speelgoedverzamelingen. Wij spreken van een verzameling als alle voorwerpen bij elkaar meer waard zijn dan alle voorwerpen apart. De vermindering van zicht als gevolg van condens tussen de ruiten van het isolerend glas. Regen, sneeuw, hagel en smeltwater. De werkelijk en noodzakelijk gemaakte kosten voor het wegruimen, afvoeren en storten van (delen van) het huis. Hieronder vallen ook de wettelijk voorgeschreven saneringskosten, zoals het saneren van asbest. Deze kosten zijn nodig vanwege een verzekerde schadegebeurtenis. Het onder water lopen van land als gevolg van het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, dammen, sluizen of andere waterkeringen. Het bedrag dat je voor je verzekering betaalt. Een voorval of een reeks van voorvallen die met elkaar verband houden, met één oorzaak en die schade tot gevolg heeft.
Antiek. Voorwerpen met een antiquarische waarde met uitzondering van antieke meubels, zoals kasten, stoelen, tafels en bureaus. Zoals muntenverzamelingen, postzegelverzamelingen en speelgoedverzamelingen. Wij spreken van een verzameling als alle voorwerpen bij elkaar meer waard zijn dan alle voorwerpen apart. Het bedrag dat je voor je verzekering betaalt. Een voorval of een reeks van voorvallen die met elkaar verband houden, met één oorzaak en die schade tot gevolg heeft. Een onvoorziene, plotselinge en onverwachte schadegebeurtenis waarvan de oorzaak buiten de spullen ligt. Bijvoorbeeld schades als gevolg van brand, water, inbraak of diefstal. Het bedrag dat wij betalen naar aanleiding van een schadegebeurtenis. Jij als verzekeringnemer en jouw gezin. De persoon die de verzekering heeft afgesloten. Wie zijn verzekerd? 2 Wat is verzekerd? 2 Wat is niet verzekerd? 2 Wat vergoeden wij? 2 Wat is jouw eigen risico per schadegebeurtenis? 3 Wat is indexering? 3 VVH STA (01-19) Begrippenlijst 4 Zoeken in het document: In deze voorwaarden lees jij meer over jouw verzekering‌‌‌‌ Je leest onder andere: • wat verzekerd is • voor welke schade jij bent verzekerd • voor welke schade jij niet bent verzekerd • hoeveel jij vergoed krijgt • wat wij van jou verwachten Bij deze verzekering horen ook algemene voorwaarden. Deze staan op xxxx.xx/xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxx/ veilig-van-huis/voorwaarden. • We beginnen met een vraag en daaronder lees je het antwoord. • Je kunt direct in de voorwaarden zoeken. Dat doe je via de zoekfunctie naast de inhoudsopgave. • De onderstreepte woorden zijn begrippen. Als je erop klikt, ga je naar de uitleg. Deze staat dan bovenaan op het scherm. • Je scrolt makkelijk door de voorwaarden met behulp van de knoppen <Vorige | Volgende>. Deze staan onderaan de pagina aan de linkerkant. • Xxx je snel terug naar de inhoudsopgave? Klik dan op Inhoudsopgave, rechts onderaan de pagina. Wie zijn verzekerd? Jij als verzekeringnemer en je gezin. Wat is verzekerd? Deze verzekering is een aanvulling op je inboedelverzekering. Smartphones en tablets zijn in en buiten je huis verzekerd voor schade door van buitenkomende schadeoorzaken die plotseling en onvoorzien zijn. Wat is niet verzekerd? Aanvullend op de inboedelverzekering zijn ook de volgende schades niet verzekerd: • Schade door te hoge spanning of kortsluiting of doordat de batterijen lekken. • Schade aan een geleende, gehuurde, uitgeleende of verhuurde smartphone en tablet. • Schade aan en diefstal van een s...
Antiek. Voorwerpen met een antiquarische waarde. Antiek meubilair hoort hier niet bij. Met antiek meubilair bedoelen wij kasten, stoelen, banken, tafels, bureaus en kisten.

Related to Antiek

  • Vakantie a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.