Common use of Arbeidsduur en Clause in Contracts

Arbeidsduur en. arbeidstijden‌ 1. De normale arbeidsduur bedraagt 40 uur per week. De werkweek loopt van maandag tot en met vrijdag. a. De normale arbeidstijden liggen van maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 en 18.30 uur. De dagelijkse arbeids- en rusttijden worden door de werkgever, na redelijk overleg met en met instemming van een representatief deel van de werknemers in zijn onderneming respectievelijk op het werkobject, vastgesteld. b. Bij een verwachte buitentemperatuur van 25 graden Celsius of hoger kan de werkgever een tropenrooster instellen. De normale arbeidstijd begint dan om 05.30 uur. 3. Indien een werknemer buiten de normale arbeidstijden wordt opgeroepen zal (met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 van deze CAO) ten minste 2 uur loon worden uitbetaald. 4. De werkgever die een regeling inzake de arbeidsduur en arbeidstijden wenst te treffen dient daartoe een aanvraag in te dienen bij CAO-partijen (zie artikel 42 van deze CAO), met vermelding van de gewenste arbeidsduur en begin en einde van de arbeidstijden. Hij dient daarbij aan te tonen dat de aanvraag tot stand is gekomen in overleg met en met instemming van een representatief deel van de werknemers in zijn onderneming, respectievelijk op het object, waarop de aanvraag betrekking heeft. 5. Indien en voor zover in deze CAO niets is bepaald inzake een onderdeel van de arbeidstijden zijn de normen van de standaardregeling uit de Arbeidstijdenwet (ATW) van toepassing. 6. Werken in deeltijd zal worden toegestaan, tenzij de werkgever gemotiveerd aangeeft dat bedrijfsorganisatorische redenen zich hiertegen verzetten. De werkgever reageert binnen één maand op een verzoek van de werknemer om in deeltijd te mogen werken. Een werkgever met minder dan 10 werknemers reageert binnen drie maanden. Een werknemer kan een verzoek indienen indien hij minimaal 26 weken bij de werkgever in dienst is. Voor de berekening van de termijn van 26 weken worden perioden waarin arbeid wordt verricht, die elkaar opvolgen met een onderbreking van niet meer dan zes maanden, samengeteld. Een volgend verzoek kan de werknemer niet eerder doen dan één jaar na een vorig verzoek. ARTIKEL 8A1Roostervrije dagen voor werknemers‌ 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen. a. In de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 heeft de werknemer recht op 20 roostervrije dagen. b. De 20 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 zijn als volgt ingeroosterd: ▪ 1 dag op Goede Vrijdag (29 maart 2024) ▪ 1 dag na Hemelvaartsdag (9 mei 2024) ▪ 3 dagen ter beschikking van de werknemer ▪ 3 dagen ter vaststelling door de werkgever ▪ 5 collectief vastgestelde roostervrije dagen in de kerstvakantie 2024, te weten: maandag 23 december 2024, dinsdag 24 december 2024 en vrijdag 27 december 2024 (week 52) en maandag 30 december 2024 en dinsdag 31 december 2024 (week 52 2024 en week 1 2025) ▪ De 2 roostervrije dagen in week 1 van 2025 (donderdag 2 en vrijdag 3 januari 2025) komen ten laste van het tegoed aan roostervrije dagen van 2024. ▪ 5 dagen kunnen worden gebruikt om in de periode van 1 januari tot 1 maart en de periode van 29 november tot en met 20 december 2024 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met maximaal 1,5 uur. c. 5 mei zal eenmaal in de vijf jaar worden vastgesteld als roostervrije dag, voor het eerst in 2020. d. De werkgever kan voor omscholing tijdens werktijd, als bedoeld artikel 8 E lid 1 eerste volzin, maximaal vier roostervrije dagen inzetten, behoudens omscholing in verband met arbeidsongeschiktheid of dreigende werkloosheid. e. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is. 3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde niet collectief vastgestelde dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het opnemen van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen te veel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon. 4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de genoemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedingen. 5. CAO-partijen (zie artikel 42 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roostervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 2 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijen. 6. Bereiken werkgever en werknemer geen overeenstemming over het vaststellen van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO-partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegein. a. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer kunnen 5 roostervrije dagen per jaar door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije dagen in aanmerking. Deze regeling is structureel. b. Indien de werkgever een Ondernemingsraad (OR) of een personeelsvertegenwoordiging (PVT) kent, bestaat de mogelijkheid om de verkoop van (maximaal) vijf roostervrije dagen per jaar zoals bedoeld in lid 7a. op dàt niveau overeen te komen, waarbij de noodzaak tot overeenstemming tussen de werkgever en de individuele werknemer dus komt te vervallen. Indien de werkgever te kennen geeft te willen overgaan tot collectieve verkoop, dient de OR of PVT een verplichte schriftelijke achterbanraadpleging te houden, waarbij een twee derde meerderheid behaald dient te worden. Daarnaast dienen de werknemers die meedoen aan de vierdaagse werkweek, of te kennen hebben gegeven daar gebruik van te willen maken, buiten de verkoop gehouden te worden indien zij dat wensen.

Appears in 4 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collective Labor Agreement

Arbeidsduur en. arbeidstijden‌werktijden‌ 1. De normale arbeidsduur bedraagt 40 gemiddeld op jaarbasis 38 uur per week. De werkweek loopt van maandag tot en met vrijdag. a. De normale arbeidstijden liggen van maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 en 18.30 uur2. De dagelijkse arbeids- en rusttijden worden door de werkgever, na redelijk overleg met en met instemming van een representatief deel van de werknemers in zijn onderneming respectievelijk op het werkobject, vastgesteld. b. Bij een verwachte buitentemperatuur van 25 graden Celsius of hoger kan de werkgever een tropenrooster instellen. De normale arbeidstijd begint dan om 05.30 uur. 3. Indien een werknemer buiten de normale arbeidstijden wordt opgeroepen zal (met Met inachtneming van het overige in dit artikel bepaalde in artikel 10 van deze CAO) gelden ten minste 2 uur loon worden uitbetaald. 4. De werkgever die een regeling inzake de arbeidsduur en arbeidstijden wenst te treffen dient daartoe een aanvraag in te dienen bij CAO-partijen (zie artikel 42 van deze CAO), met vermelding aanzien van de gewenste arbeidsduur en begin en einde van de arbeidstijden. Hij dient daarbij aan te tonen dat de aanvraag tot stand is gekomen in overleg met en met instemming van een representatief deel van de werknemers in zijn onderneming, respectievelijk op het object, waarop de aanvraag betrekking heeft. 5. Indien en voor zover in deze CAO niets is bepaald inzake een onderdeel van de arbeidstijden zijn werktijden de normen van de standaardregeling uit van de Arbeidstijdenwet (ATW) zoals deze per 1 januari 2007 gold. Met de ondernemingsraad kunnen afspraken gemaakt worden over de toepassing van toepassing. 6de overlegregeling volgens deze Arbeidstijdenwet. Werken in deeltijd Indien geen ondernemingsraad is ingesteld zal worden toegestaan, tenzij de werkgever gemotiveerd aangeeft dat bedrijfsorganisatorische redenen zich hiertegen verzettenover de toepassing van de overlegregeling volgens deze Arbeidstijdenwet met de vakorganisatie overleg voeren. (zie Bijlage VII) 3. De werkgever reageert binnen één maand zal in beginsel jaarroosters vaststellen. Wijzigingen in het dienstrooster worden ten minste 2 volle weken voor inwerkingtreding aan de werknemers bekend gemaakt. 4. Per jaar kunnen maximaal 60 flexuren worden ingeroosterd met een maximum van tien flexuren per week. Maximaal 3 achtereenvolgende weken mag het maximum van 10 flexuren worden ingeroosterd. Gewerkte flexuren worden op een verzoek rustiger moment gecompenseerd door het inroosteren van minderuren. Voor deeltijders zal het aantal flexuren naar rato worden toegepast. Onder flexuren worden verstaan uren, niet zijnde overuren of meeruren als in artikel 7 lid 2 sub d, die een werknemer langer of korter werkt dan de overeengekomen arbeidstijd per dag. 5. De regeling voor Flexuren is van toepassing als de werkgever daarover overeenstemming heeft bereikt met zijn medezeggenschapsorgaan. Wanneer er geen medezeggenschapsorgaan is moet de werkgever overeenstemming bereiken met twee- derde van de werknemers met een vast dienstverband of een dienstverband van tenminste één jaar. De regeling kan met de individuele werknemer om worden overeengekomen in deeltijd te mogen werken. Een werkgever ondernemingen met minder dan 10 werknemers reageert binnen drie maanden. Een werknemer kan een verzoek indienen indien hij minimaal 26 weken bij de werkgever in dienst waar geen medezeggenschapsorgaan is. Voor de berekening van de termijn van 26 weken worden perioden waarin arbeid wordt verricht, die elkaar opvolgen met een onderbreking van niet meer dan zes maanden, samengeteld. Een volgend verzoek kan de werknemer niet eerder doen dan één jaar na een vorig verzoek. ARTIKEL 8A1Roostervrije dagen voor werknemers‌ 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen. a. In de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 heeft de werknemer recht op 20 roostervrije dagen. b. De 20 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 zijn als volgt ingeroosterd: ▪ 1 dag op Goede Vrijdag (29 maart 2024) ▪ 1 dag na Hemelvaartsdag (9 mei 2024) ▪ 3 dagen ter beschikking van de werknemer ▪ 3 dagen ter vaststelling door de werkgever ▪ 5 collectief vastgestelde roostervrije dagen in de kerstvakantie 2024, te weten: maandag 23 december 2024, dinsdag 24 december 2024 en vrijdag 27 december 2024 (week 52) en maandag 30 december 2024 en dinsdag 31 december 2024 (week 52 2024 en week 1 2025) ▪ De 2 roostervrije dagen in week 1 van 2025 (donderdag 2 en vrijdag 3 januari 2025) komen ten laste van het tegoed aan roostervrije dagen van 2024. ▪ 5 dagen kunnen worden gebruikt om in de periode van 1 januari tot 1 maart en de periode van 29 november tot en met 20 december 2024 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met maximaal 1,5 uur. c. 5 mei zal eenmaal in de vijf jaar worden vastgesteld als roostervrije dag, voor het eerst in 2020. d. De werkgever kan voor omscholing tijdens werktijd, als bedoeld artikel 8 E lid 1 eerste volzin, maximaal vier roostervrije dagen inzetten, behoudens omscholing in verband met arbeidsongeschiktheid of dreigende werkloosheid. e. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is. 3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde niet collectief vastgestelde dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het opnemen van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen te veel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon. 4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de genoemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedingen. 5. CAO-partijen (zie artikel 42 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roostervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 2 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijen. 6. Bereiken werkgever en De werknemer geen overeenstemming over met zorgtaken voor een of meer kinderen jonger dan 13 jaar, kan niet worden verplicht om voor 8.00 uur ‘s ochtends met werken te beginnen. Dit met behoud van de met werknemer overeengekomen aantal arbeidsuren voor zover die overeenkomstig lid 2 kunnen vallen binnen de arbeidsdag binnen het vaststellen van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO-partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegeindienstrooster op dat bedrijf. a. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer kunnen 5 roostervrije dagen per jaar door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije dagen in aanmerking. Deze regeling is structureel. b. Indien de werkgever een Ondernemingsraad (OR) of een personeelsvertegenwoordiging (PVT) kent, bestaat de mogelijkheid om de verkoop van (maximaal) vijf roostervrije dagen per jaar zoals bedoeld in lid 7a. op dàt niveau overeen te komen, waarbij de noodzaak tot overeenstemming tussen de werkgever en de individuele werknemer dus komt te vervallen. Indien de werkgever te kennen geeft te willen overgaan tot collectieve verkoop, dient de OR of PVT een verplichte schriftelijke achterbanraadpleging te houden, waarbij een twee derde meerderheid behaald dient te worden. Daarnaast dienen de werknemers die meedoen aan de vierdaagse werkweek, of te kennen hebben gegeven daar gebruik van te willen maken, buiten de verkoop gehouden te worden indien zij dat wensen.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Arbeidsduur en. arbeidstijden‌ 1. De normale arbeidsduur bedraagt 40 uur per week. De werkweek loopt van maandag tot en met vrijdag. a. De normale arbeidstijden liggen van maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 en 18.30 uur. De dagelijkse arbeids- en rusttijden worden door de werkgever, na redelijk overleg met en met instemming van een representatief deel van de werknemers in zijn onderneming respectievelijk op het werkobject, vastgesteld. b. Bij een verwachte buitentemperatuur van 25 graden Celsius of hoger kan de werkgever een tropenrooster instellen. De normale arbeidstijd begint dan om 05.30 uur. 3. Indien een werknemer buiten de normale arbeidstijden wordt opgeroepen zal (met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 van deze CAO) ten minste 2 uur loon worden uitbetaald. 4. De werkgever die een regeling inzake de arbeidsduur en arbeidstijden wenst te treffen dient daartoe een aanvraag in te dienen bij CAO-partijen (zie artikel 42 van deze CAO), met vermelding van de gewenste arbeidsduur en begin en einde van de arbeidstijden. Hij dient daarbij aan te tonen dat de aanvraag tot stand is gekomen in overleg met en met instemming van een representatief deel van de werknemers in zijn onderneming, respectievelijk op het object, waarop de aanvraag betrekking heeft. 5. Indien en voor zover in deze CAO niets is bepaald inzake een onderdeel van de arbeidstijden zijn de normen van de standaardregeling uit de Arbeidstijdenwet (ATW) van toepassing. 6. Werken in deeltijd zal worden toegestaan, tenzij de werkgever gemotiveerd aangeeft dat bedrijfsorganisatorische redenen zich hiertegen verzetten. De werkgever reageert binnen één maand op een verzoek van de werknemer om in deeltijd te mogen werken. Een werkgever met minder dan 10 werknemers reageert binnen drie maanden. Een werknemer kan een verzoek indienen indien hij minimaal 26 weken bij de werkgever in dienst is. Voor de berekening van de termijn van 26 weken worden perioden waarin arbeid wordt verricht, die elkaar opvolgen met een onderbreking van niet meer dan zes maanden, samengeteld. Een volgend verzoek kan de werknemer niet eerder doen dan één jaar na een vorig verzoek. ARTIKEL 8A1Roostervrije dagen voor werknemers‌ 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen. a. In de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 heeft de werknemer recht op 20 roostervrije dagen. b. De 20 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 zijn als volgt ingeroosterd: ▪ 1 dag op Goede Vrijdag (29 maart 2024) ▪ 1 dag na Hemelvaartsdag (9 mei 2024) ▪ 3 dagen ter beschikking van de werknemer ▪ 3 dagen ter vaststelling door de werkgever ▪ 5 collectief vastgestelde roostervrije dagen in de kerstvakantie 2024, te weten: maandag 23 december 2024, dinsdag 24 december 2024 en vrijdag 27 december 2024 (week 52) en maandag 30 december 2024 en dinsdag 31 december 2024 (week 52 2024 en week 1 2025) ▪ De 2 roostervrije dagen in week 1 van 2025 (donderdag 2 en vrijdag 3 januari 2025) komen ten laste van het tegoed aan roostervrije dagen van 2024. ▪ 5 dagen kunnen worden gebruikt om in de periode van 1 januari tot 1 maart en de periode van 29 november tot en met 20 december 2024 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met maximaal 1,5 uur. c. 5 mei zal eenmaal in de vijf jaar worden vastgesteld als roostervrije dag, voor het eerst in 2020. d. De werkgever kan voor omscholing tijdens werktijd, als bedoeld artikel 8 E lid 1 eerste volzin, maximaal vier roostervrije dagen inzetten, behoudens omscholing in verband met arbeidsongeschiktheid of dreigende werkloosheid. e. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is. 3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde niet collectief vastgestelde dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het opnemen van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen te veel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon. 4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de genoemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedingen. 5. CAO-partijen (zie artikel 42 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roostervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 2 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijen. 6. Bereiken werkgever en werknemer geen overeenstemming over het vaststellen van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO-partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegein. a. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer kunnen 5 roostervrije dagen per jaar door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije dagen in aanmerking. Deze regeling is structureel. b. Indien de werkgever een Ondernemingsraad (OR) of een personeelsvertegenwoordiging (PVT) kent, bestaat de mogelijkheid om de verkoop van (maximaal) vijf roostervrije dagen per jaar zoals bedoeld in lid 7a. op dàt niveau overeen te komen, waarbij de noodzaak tot overeenstemming tussen de werkgever en de individuele werknemer dus komt te vervallen. Indien de werkgever te kennen geeft te willen overgaan tot collectieve verkoop, dient de OR of PVT een verplichte schriftelijke achterbanraadpleging te houden, waarbij een twee derde meerderheid behaald dient te worden. Daarnaast dienen de werknemers die meedoen aan de vierdaagse werkweek, of te kennen hebben gegeven daar gebruik van te willen maken, buiten de verkoop gehouden te worden indien zij dat wensen.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Arbeidsduur en. arbeidstijden‌werktijden‌ 1. De normale arbeidsduur bedraagt 40 38 uur per week, gemiddeld op jaarbasis. De gemiddelde werkweek loopt van maandag 38 uur zal in beginsel worden vormgegeven door middel van 5 diensten à 8 uur per week met arbeidsduurverkorting. Ten aanzien van deze arbeidsduur- verkorting is artikel 14A van toepassing. Op vrijwillige basis kan de werknemer kiezen voor een kortere werkweek (deeltijd) of een langere werkweek (tot en met vrijdag.een maximum van 40 uur zonder arbeidsduurverkorting), voor zover dat niet op bezwaren stuit van bijvoorbeeld organisatorische aard. Zie hiervoor lid 7 van dit artikel. Verder geldt dat: a. De normale arbeidstijden liggen van maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 en 18.30 uur. De dagelijkse arbeids- en rusttijden worden door de werkgever, na redelijk overleg met en met instemming van Iedere medewerker werkt volgens een representatief deel van de werknemers in zijn onderneming respectievelijk op het werkobject, vastgesteldrooster. b. Bij Onder een verwachte buitentemperatuur rooster wordt verstaan de vooraf vastgelegde werktijden. c. Over een algemene wijziging van 25 graden Celsius of hoger kan werktijden pleegt de werkgever een tropenrooster instellenoverleg met de ondernemingsraad, onverminderd de bevoegdheid van vakbonden hierover overleg te plegen. 2. De normale arbeidstijd begint dan om 05.30 werktijden voor de medewerker in dagdienst liggen tussen 06.00 uur en 23.00 uur. 3. Indien Een medewerker werkzaam op de afdeling Transport (zoals omgeschreven in bijlage XI) verricht in een werknemer buiten de normale arbeidstijden wordt opgeroepen zal aaneengesloten periode van 2 weken ten hoogste 38 uren arbeid tussen 00.00 uur en 06.00 uur (met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 van deze CAO) ten minste 2 uur loon worden uitbetaaldnachtdienst). 4. De werkgever die een regeling inzake de arbeidsduur en arbeidstijden wenst te treffen dient daartoe een aanvraag Voor partieel leerplichtigen geldt het bepaalde in te dienen bij CAO-partijen (zie artikel 42 van deze CAO), met vermelding van de gewenste arbeidsduur en begin en einde van de arbeidstijden. Hij dient daarbij aan te tonen dat de aanvraag tot stand is gekomen in overleg met en met instemming van een representatief deel van de werknemers in zijn onderneming, respectievelijk op het object, waarop de aanvraag betrekking heeftbijlage III. 5. Indien en (vervallen) 6. De medewerker die daartoe de wens te kennen heeft gegeven, wordt in de gelegenheid gesteld parttime of deeltijdarbeid te verrichten, voor zover de bedrijfsomstandigheden dit toelaten. Een verzoek tot werken in deze CAO niets is bepaald inzake deeltijd wordt door de leidinggevende in overleg met de HR business partner beoordeeld. Een eventuele afwijzing van het verzoek zal schriftelijk gemotiveerd worden. Het salaris en de overige arbeidsvoorwaarden worden aan de deeltijdsituatie aangepast. 7. Voor medewerkers die vóór 25 augustus 2008 werkzaam waren op basis van een onderdeel van de arbeidstijden collectieve 36- urige werkweek, zijn de normen bepalingen van de standaardregeling uit de Arbeidstijdenwet (ATW) bijlage VIII van toepassing. 68. Werken in deeltijd zal worden toegestaan, tenzij de werkgever gemotiveerd aangeeft dat bedrijfsorganisatorische redenen zich hiertegen verzetten. De werkgever reageert binnen één maand op een verzoek van de werknemer om in deeltijd te mogen werken. Een werkgever met minder dan 10 werknemers reageert binnen drie maanden. Een werknemer kan een verzoek indienen indien hij minimaal 26 weken bij de werkgever in dienst is. Voor de berekening van de termijn van 26 weken worden perioden waarin arbeid wordt verricht, die elkaar opvolgen met een onderbreking van niet meer dan zes maanden, samengeteld. Een volgend verzoek kan de werknemer niet eerder doen dan één jaar na een vorig verzoek. ARTIKEL 8A1Roostervrije dagen voor werknemers‌ 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen. a. In de periode van Per 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 heeft 2010 zijn de werknemer recht op 20 roostervrije dagen. b. De 20 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 voorheen in dit artikel opgenomen seniorendagen vervallen. Als overgangsmaatregel zijn als volgt ingeroosterd: ▪ 1 dag op Goede Vrijdag (29 maart 2024) ▪ 1 dag na Hemelvaartsdag (9 mei 2024) ▪ 3 dagen ter beschikking van de werknemer ▪ 3 dagen ter vaststelling leeftijdsvakantierechten toegekend volgens onderstaande tabel, waarover het bruto inkomen door de werkgever ▪ 5 collectief vastgestelde roostervrije dagen volledig wordt doorbetaald. leeftijd per 31-12-2009 aantal uren per 1-1-2010 leeftijd per 31-12-2009 aantal uren per 1-1-2010 40 – 44 jaar 20 61 jaar 200 45 – 49 jaar 40 62 jaar 240 50 – 54 jaar 60 63 jaar 400 55 – 59 jaar 120 64 jaar 400 Deze uren gelden voor een fulltime werkweek (38/40 uur). De aanspraak voor de medewerker die parttime werkzaam is wordt hiervan naar evenredigheid afgeleid. Dit betekent dat de medewerker die per 31 december 2009 in dienst was en de in de kerstvakantie 2024tabel genoemde leeftijd had bereikt, te weten: maandag 23 december 2024, dinsdag 24 december 2024 het daarbij behorende aantal uren toegekend heeft gekregen. Dit aantal uren is vervolgens bevroren en vrijdag 27 december 2024 (week 52) en maandag 30 december 2024 en dinsdag 31 december 2024 (week 52 2024 en week 1 2025) ▪ De 2 roostervrije dagen in week 1 van 2025 (donderdag 2 en vrijdag 3 januari 2025) komen ten laste van het tegoed aan roostervrije dagen van 2024. ▪ 5 dagen kunnen worden gebruikt om wordt in de periode van 1 januari tot 1 maart en de periode van 29 november tot en met 20 december 2024 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met maximaal 1,5 uur. c. 5 mei zal eenmaal in de vijf jaar worden vastgesteld als roostervrije dag, voor het eerst in 2020. d. De werkgever kan voor omscholing tijdens werktijd, als bedoeld artikel 8 E lid 1 eerste volzin, maximaal vier roostervrije dagen inzetten, behoudens omscholing in verband met arbeidsongeschiktheid of dreigende werkloosheid. e. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is. 3toekomst niet meer uitgebreid. De werknemer bouwt medewerker met de in lid 2 sub b genoemde niet collectief vastgestelde dagen op, naar rato leeftijd van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband 63 en 64 jaar heeft de werknemer recht op het opnemen van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen te veel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon. 4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de genoemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedingen. 5. CAO-partijen (zie artikel 42 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roostervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 2 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijen. 6. Bereiken werkgever en werknemer geen overeenstemming over het vaststellen van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO-partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegein. a. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer kunnen 5 roostervrije dagen per jaar door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije dagen in aanmerking. Deze regeling is structureel. b. Indien de werkgever een Ondernemingsraad (OR) of een personeelsvertegenwoordiging (PVT) kent, bestaat de mogelijkheid jaarlijkse keuzemogelijkheid om de verkoop leeftijdsvakantierechten in te zetten ten behoeve van (maximaal) vijf roostervrije dagen per jaar zoals bedoeld in lid 7a. op dàt niveau overeen te komeneen vierdaagse werkweek, waarbij de noodzaak tot overeenstemming tussen de werkgever en de individuele werknemer dus komt te vervallenuren gelijk over het jaar worden ingeroosterd. Indien de werkgever te kennen geeft te willen overgaan tot collectieve verkoop, De keuze dient de OR of PVT een verplichte schriftelijke achterbanraadpleging te houden, waarbij een twee derde meerderheid behaald dient te worden. Daarnaast dienen de werknemers die meedoen tijdig aan de vierdaagse werkweek, of te kennen hebben gegeven daar gebruik leidinggevende van te willen maken, buiten de verkoop gehouden medewerker kenbaar te worden indien zij dat wensengemaakt.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Arbeidsduur en. arbeidstijden‌dienstrooster‌ 1. De normale arbeidsduur van de werknemers in dagdienst, 2- en 3-ploegendienst bedraagt 36 uur per week op jaarbasis, waarbij de bedrijfstijd op 40 uur gehandhaafd blijft. De vrije tijd zal in blokken van 4 uur of 8 uur kunnen worden opgenomen volgens rooster. Bij het opnemen van de vrije tijd zal rekening worden gehouden met seizoensinvloeden en pieken binnen het bedrijf. Deeltijdarbeid is alleen op vrijwillige basis mogelijk. Indien door de betrokken werknemer 32 uur per week of minder wordt gewerkt, is verdere verkorting van de arbeidsduur op grond van de overeengekomen arbeidsduurverkorting alleen mogelijk op vrijwillige basis. Indien dit wordt overeengekomen, zal de arbeidsduur van de deeltijdwerkers pro rato worden verkort, dan wel zal het salaris pro rato worden verhoogd. 2. De normale arbeidsduur van de werknemers in 5-ploegendienst bedraagt gemiddeld 33,6 uur per week. De werkweek loopt van maandag tot en met vrijdag. a. De normale arbeidstijden voor de werknemers in de dagdienst zullen als regel liggen van maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 uur en 18.30 18.00 uur op de eerste vijf werkdagen van de kalenderweek. b. Voor werknemers in de dagdienst loopt de dag van 00.00 uur tot 24.00 uur. c. Voor een werknemer in de ploegendienst loopt de dag van de eerste dienstwisseling tot de eerstvolgende dienstwisseling, 24 uur later. d. Tot inkrimping van de normale werkweek of de invoering van een 0-urenweek zal niet zonder overleg met de vakorganisaties worden overgegaan. Bovendien moet goedkeuring zijn verleend door de bevoegde overheidsinstanties op grond van artikel 8 van het Bijzonder Besluit Arbeidsverhoudingen. e. Indien een werknemer die in de dagdienst werkzaam is buiten zijn dienstrooster tot na 23.00 uur heeft gewerkt, moeten hem een aantal doorbetaalde verzuimuren worden gegeven om een voldoende nachtrust te verzekeren. Dit aantal verzuimuren moet gelijk zijn aan het aantal uren dat hij na 23.00 uur gewerkt heeft en zij gaan in op hetzelfde moment dat zijn eerstvolgende dienst binnen hetzelfde etmaal aan zou vangen. Hij heeft geen recht op verzuimuren, wanneer de arbeid op of na 05.00 uur is aangevangen of zijn eerstvolgende dienst later dan 12 uren na het beëindigen van deze arbeid aanvangt. Het minimum aantal verzuimuren bedraagt 2 uur. Indien na gebruikmaking van deze regeling terug gekomen moet worden voor minder dan 4 uur, zal zoveel mogelijk compensatie met vrije tijd gegeven worden. f. De dagelijkse arbeids- werknemer in ploegendienst, die in aansluiting op zijn roosterdienst meer dan 4 uren overwerk moet verrichten heeft recht op doorbetaald verzuim voor de uren, welke de 4 uren overwerk te boven gaan. Geen recht op doorbetaald verzuim ontstaat, indien het overwerk 4 uur of korter duurt, of wanneer de eerstvolgende dienst 12 uur of later aanvangt na beëindiging van het overwerk. g. Indien van de regelingen genoemd onder lid e en rusttijden worden door de werkgeverf van dit art. gebruik gemaakt wordt, na redelijk is vooraf overleg met de directe chef noodzakelijk. h. Indien een werknemer tussentijds (dus in afwijking van het dienstrooster) van toer moet veranderen, moet de rusttijd tussen einde en aanvang van de werkzaamheden tenminste 12 uren zijn. Bij toerwisselen zal ervoor worden zorggedragen, dat eventuele uren die men tekort komt, niet behoeven te worden ingehaald, noch op het salaris worden ingehouden. a. Iedere werknemer werkt volgens één van de onderstaande dienstroosters tenzij hij overwerk verricht of op verschoven uren werkt. - Voor de werknemer in de dagdienst: een dienstrooster dat een periode van 5 werkdagen omvat. - Voor de werknemer in de tweeploegendienst: een dienstrooster dat een periode van twee aaneengesloten weken omvat, waarbij de werknemer beurtelings in een ochtend- en een middagdienst of in een dag- en een nachtdienst is ingedeeld. - Voor de werknemer in de drieploegendienst: een dienstrooster dat een periode van drie aaneengesloten weken omvat, waarbij de werknemer beurtelings in een ochtend- en een middag- en een nachtdienst is ingedeeld. - Voor de werknemer in de 5 ploegendienst: een dienstrooster dat een periode van tien aaneengesloten weken omvat inclusief de zaterdag en de zondag, waarbij de werknemer beurtelings in een ochtend- en een middag- en een nachtdienst is ingedeeld. Deze diensten worden afgewisseld door roostervrije dagen. b. Indien een werknemer werkt volgens een arbeidstijdregeling die afwijkt van de hierboven genoemde roosters, wordt na overleg met instemming de ondernemingsraad vastgesteld tot welke van de roosters deze arbeidstijdregeling dan wordt geacht te behoren. a. Over algemene dienstroosterwijzigingen, waarbij een belangrijk aantal werknemers is betrokken, moet in ieder geval overleg worden gepleegd met de ondernemingsraad. Afgezien hiervan blijven de vakorganisaties bevoegd om hierover overleg te plegen indien invoering of wijziging van een representatief dienstrooster verband houdt met mogelijke arbeid op zondag moeten de ondernemingsraad en de vakorganisaties daarvan zo tijdig mogelijk in kennis worden gesteld. a. Werknemers van 62 jaar en ouder kunnen op vrijwillige basis extra vrije tijd opnemen. Deze vrije tijd kan per jaar maximaal bedragen: vanaf 64 jaar:192 uur, of een zodanig aantal uren dat zij een 4-daagse werkweek genieten. Dat betekent voor medewerkers vanaf 64-jarige in volcontinudienst, 4 roostervrije dagen per periode. Deze worden op jaarbasis als volgt verdeeld: b. Over de opgenomen uren zal 85% van het maandinkomen worden betaald. De verrekening zal plaatsvinden met de betaling van de vakantietoeslag en de gratificatie. c. Het opnemen van deze extra vrije tijd zal geen gevolgen hebben voor de pensioenrechten, het ziekengeld, de vakantietoeslag en de gratificatie. d. Indien een werknemer een volle maand of langer arbeidsongeschikt is, vervalt een evenredig deel van de werknemers in zijn onderneming respectievelijk op het werkobject, vastgesteldextra vrije tijd. b. Bij e. Medewerkers die met pensioen gaan, worden in het jaar voorafgaande aan hun pensionering, éénmalig en op eigen verzoek, gedurende maximaal 5 dagen (met behoud van inkomen) in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan een verwachte buitentemperatuur van 25 graden Celsius of hoger kan de werkgever een tropenrooster instellen. De normale arbeidstijd begint dan om 05.30 uurcursus ter voorbereiding op hun pensionering. 37. Indien een werknemer buiten de normale arbeidstijden wordt opgeroepen zal (met inachtneming van het bepaalde Werknemers hebben in artikel 10 van deze CAO) ten minste 2 uur loon worden uitbetaald. 4principe recht op deeltijdarbeid. De werkgever die een regeling inzake de arbeidsduur en arbeidstijden wenst te treffen dient daartoe een aanvraag in te dienen bij CAO-partijen (zie artikel 42 van deze CAO), met vermelding van de gewenste arbeidsduur en begin en einde van de arbeidstijden. Hij dient daarbij aan te tonen dat de aanvraag tot stand is gekomen in overleg met en met instemming van een representatief deel van de werknemers in zijn onderneming, respectievelijk op het object, waarop de aanvraag betrekking heeft. 5. Indien en voor zover in deze CAO niets is bepaald inzake een onderdeel van de arbeidstijden zijn de normen van de standaardregeling uit de Arbeidstijdenwet (ATW) van toepassing. 6. Werken in deeltijd zal worden toegestaan, tenzij de werkgever gemotiveerd aangeeft dat bedrijfsorganisatorische redenen zich hiertegen verzetten. De werkgever reageert binnen één maand op een verzoek Schriftelijke verzoeken van de werknemer om in deeltijd te mogen werken. Een werkgever met minder dan 10 werknemers reageert binnen drie maanden. Een werknemer kan een verzoek indienen indien hij minimaal 26 weken bij de werkgever , worden in dienst is. Voor de berekening van de termijn van 26 weken worden perioden waarin arbeid wordt verricht, die elkaar opvolgen met een onderbreking van niet meer dan zes maanden, samengeteld. Een volgend verzoek kan de werknemer niet eerder doen dan één jaar na een vorig verzoek. ARTIKEL 8A1Roostervrije dagen voor werknemers‌ 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen. a. In de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 heeft de werknemer recht op 20 roostervrije dagen. b. De 20 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 zijn als volgt ingeroosterd: ▪ 1 dag op Goede Vrijdag (29 maart 2024) ▪ 1 dag na Hemelvaartsdag (9 mei 2024) ▪ 3 dagen ter beschikking van de werknemer ▪ 3 dagen ter vaststelling alle gevallen door de werkgever ▪ 5 collectief vastgestelde roostervrije dagen op haalbaarheid onderzocht. Wanneer het verzoek om bedrijfsmatige redenen niet kan worden ingewilligd, zal de werkgever dit met de OR bespreken en vervolgens de werknemer van dit besluit schriftelijk en gemotiveerd in de kerstvakantie 2024, te weten: maandag 23 december 2024, dinsdag 24 december 2024 en vrijdag 27 december 2024 (week 52) en maandag 30 december 2024 en dinsdag 31 december 2024 (week 52 2024 en week 1 2025) ▪ De 2 roostervrije dagen in week 1 van 2025 (donderdag 2 en vrijdag 3 januari 2025) komen ten laste van het tegoed aan roostervrije dagen van 2024. ▪ 5 dagen kunnen worden gebruikt om in de periode van 1 januari tot 1 maart en de periode van 29 november tot en met 20 december 2024 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met maximaal 1,5 uurkennis stellen. c. 5 mei zal eenmaal in de vijf jaar worden vastgesteld als roostervrije dag, voor het eerst in 2020. d. De werkgever kan voor omscholing tijdens werktijd, als bedoeld artikel 8 E lid 1 eerste volzin, maximaal vier roostervrije dagen inzetten, behoudens omscholing in verband met arbeidsongeschiktheid of dreigende werkloosheid. e. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is. 3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde niet collectief vastgestelde dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het opnemen van de nog openstaande dagen8. Indien de werknemer arbeidsongeschikt is tijdens een op verzoek van de ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen te veel heeft opgenomenwerkgever verschoven Adv-dag, kunnen zal deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon. 4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de genoemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedingen. 5. CAO-partijen (zie artikel 42 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roostervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgenomen. Verzoeken dienen uiterlijk 5 werkdagen voor de in lid 2 genoemde data in bezit te zijn van CAO-partijenlater moment alsnog worden toegekend. 6. Bereiken werkgever en werknemer geen overeenstemming over het vaststellen van roostervrije dagen, dan kunnen zij zich gezamenlijk wenden tot CAO-partijen. Het gegeven oordeel is bindend. CAO-partijen zijn bereikbaar via het partijensecretariaat te Nieuwegein. a. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer kunnen 5 roostervrije dagen per jaar door de werknemer aan de werkgever worden verkocht tegen 0,4% van het jaarsalaris per roostervrije dag. Voor deze verkoop komen alle soorten roostervrije dagen in aanmerking. Deze regeling is structureel. b. Indien de werkgever een Ondernemingsraad (OR) of een personeelsvertegenwoordiging (PVT) kent, bestaat de mogelijkheid om de verkoop van (maximaal) vijf roostervrije dagen per jaar zoals bedoeld in lid 7a. op dàt niveau overeen te komen, waarbij de noodzaak tot overeenstemming tussen de werkgever en de individuele werknemer dus komt te vervallen. Indien de werkgever te kennen geeft te willen overgaan tot collectieve verkoop, dient de OR of PVT een verplichte schriftelijke achterbanraadpleging te houden, waarbij een twee derde meerderheid behaald dient te worden. Daarnaast dienen de werknemers die meedoen aan de vierdaagse werkweek, of te kennen hebben gegeven daar gebruik van te willen maken, buiten de verkoop gehouden te worden indien zij dat wensen.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement