Betaling van de jaaruitkering. 1. De in artikel 22 bedoelde jaaruitkering wordt in twee gedeelten betaald: in mei een eerste deel, gelijk aan 1 maandinkomen en in november daaropvolgend het tweede deel, gelijk aan 1 maandinkomen, met inachtneming van het minimum zoals vermeld in bijlage 2.A. 2. De aanvullende uitkering als bedoeld in artikel 22 lid 5 wordt tegelijk met de afrekening van het salaris over de maand december van het desbetreffende kalenderjaar betaald. 3. Indien en voor zover de medewerker in mei van het betreffende kalenderjaar een va- kantie-uitkering krachtens de WAO en/of Wajong of de WIA ontvangt, wordt het eerste deel van de uitkering als bedoeld in lid 1 hiermee verminderd. De vermindering als hier- voor bedoeld vindt plaats naar evenredigheid van het aantal volle kalendermaanden waarover de medewerker in het betreffende kalenderjaar aanspraak heeft op loon en/of loondoorbetaling bij ziekte. 4. De betaling van de uitkering als bedoeld in artikel 22 lid 4 vindt plaats zoals aangege- ven in bijlage 2.C. 5. Bij uitdiensttreding vindt de verrekening van het in vergelijking met de verkregen aan- spraak te veel of te weinig betaalde deel van de jaaruitkering plaats tegelijk met de laat- ste afrekening van het salaris. Voor de hoogte van het te verrekenen deel van het maandinkomen is bepalend het loon over de laatste maand waarover aanspraak be- staat op loon en/of loondoorbetaling bij ziekte.
Appears in 4 contracts
Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement
Betaling van de jaaruitkering. 1. De in artikel 22 24 bedoelde jaaruitkering wordt in twee gedeelten betaald: in mei een eerste deel, gelijk aan 1 maandinkomen en in november daaropvolgend het tweede deel, gelijk aan 1 maandinkomen, met inachtneming van het minimum zoals vermeld in bijlage 2.A.
2. De aanvullende uitkering als bedoeld in artikel 22 24 lid 5 wordt tegelijk met de afrekening van het salaris over de maand december van het desbetreffende kalenderjaar betaald.
3. Indien en voor zover de medewerker in mei van het betreffende kalenderjaar een va- kantievakan- tie-uitkering krachtens de WAO en/of Wajong WAJONG of de WIA ontvangt, wordt het eerste deel van de uitkering als bedoeld in lid 1 hiermee verminderd. De vermindering als hier- voor hiervoor bedoeld vindt plaats naar evenredigheid van het aantal volle kalendermaanden waarover de medewerker in het betreffende kalenderjaar aanspraak heeft op loon en/of loondoorbetaling bij ziekte.
4. De betaling van de uitkering als bedoeld in artikel 22 24 lid 4 vindt plaats zoals aangege- ven aangegeven in bijlage 2.C.
5. Bij uitdiensttreding vindt de verrekening van het in vergelijking met de verkregen aan- spraak aanspraak te veel of te weinig betaalde deel van de jaaruitkering plaats tegelijk met de laat- ste laatste afrekening van het salaris. Voor de hoogte van het te verrekenen deel van het maandinkomen is bepalend het loon over de laatste maand waarover aanspraak be- staat bestaat op loon en/of loondoorbetaling bij ziekte.
Appears in 2 contracts
Samples: Collective Labor Agreement, Collectieve Arbeidsovereenkomst
Betaling van de jaaruitkering. 1. De in artikel 22 24 bedoelde jaaruitkering wordt in twee gedeelten betaald: in mei een eerste deel, gelijk aan 1 maandinkomen en in november daaropvolgend het tweede deel, gelijk aan 1 maandinkomen, met inachtneming van het minimum zoals vermeld in bijlage 2.A.
2. De aanvullende uitkering als bedoeld in artikel 22 24 lid 5 wordt tegelijk met de afrekening van het salaris over de maand december van het desbetreffende kalenderjaar betaald.
3. Indien en voor zover de medewerker in mei van het betreffende kalenderjaar een va- kantievakantie-uitkering krachtens de WAO en/of Wajong WAJONG of de WIA ontvangt, wordt het eerste deel van de uitkering als bedoeld in lid 1 hiermee verminderd. De vermindering als hier- voor hiervoor bedoeld vindt plaats naar evenredigheid van het aantal volle kalendermaanden waarover de medewerker in het betreffende kalenderjaar aanspraak heeft op loon en/of loondoorbetaling bij ziekte.
4. De betaling van de uitkering als bedoeld in artikel 22 24 lid 4 vindt plaats zoals aangege- ven aangegeven in bijlage 2.C.
5. Bij uitdiensttreding vindt de verrekening van het in vergelijking met de verkregen aan- spraak aanspraak te veel of te weinig betaalde deel van de jaaruitkering plaats tegelijk met de laat- ste laatste afrekening van het salaris. Voor de hoogte van het te verrekenen deel van het maandinkomen is bepalend het loon over de laatste maand waarover aanspraak be- staat bestaat op loon en/of loondoorbetaling bij ziekte.
Appears in 2 contracts
Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement
Betaling van de jaaruitkering. 1. De in artikel 22 24 bedoelde jaaruitkering wordt in twee gedeelten betaald: in mei een eerste deel, gelijk aan 1 maandinkomen en in november daaropvolgend het tweede deel, gelijk aan 1 maandinkomen, met inachtneming van het minimum zoals vermeld ver- meld in bijlage 2.A.
2. De aanvullende uitkering als bedoeld in artikel 22 24 lid 5 wordt tegelijk met de afrekening afreke- ning van het salaris over de maand december van het desbetreffende kalenderjaar betaaldbe- taald.
3. Indien en voor zover de medewerker in mei van het betreffende kalenderjaar een va- kantie-uitkering krachtens de WAO en/of Wajong WAJONG of de WIA ontvangt, wordt het eerste eer- ste deel van de uitkering als bedoeld in lid 1 hiermee verminderd. De vermindering als hier- voor hiervoor bedoeld vindt plaats naar evenredigheid van het aantal volle kalendermaanden kalendermaan- den waarover de medewerker in het betreffende kalenderjaar aanspraak heeft op loon en/of loondoorbetaling bij ziekte.
4. De betaling van de uitkering als bedoeld in artikel 22 24 lid 4 vindt plaats zoals aangege- ven in bijlage 2.C.
5. Bij uitdiensttreding vindt de verrekening van het in vergelijking met de verkregen aan- spraak aanspraak te veel of te weinig betaalde deel van de jaaruitkering plaats tegelijk met de laat- ste laatste afrekening van het salaris. Voor de hoogte van het te verrekenen deel van het maandinkomen is bepalend het loon over de laatste maand waarover aanspraak be- staat op loon en/of loondoorbetaling bij ziekte.
Appears in 2 contracts
Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement
Betaling van de jaaruitkering. 1. De in artikel 22 bedoelde jaaruitkering wordt in twee gedeelten betaald: in mei een eerste deel, gelijk aan 1 maandinkomen en in november daaropvolgend het tweede deel, gelijk aan 1 maandinkomen, met inachtneming van het minimum zoals vermeld in bijlage 2.A.
2. De aanvullende uitkering als bedoeld in artikel 22 lid 5 wordt tegelijk met de afrekening van het salaris over de maand december van het desbetreffende kalenderjaar betaald.
3. Indien en voor zover de medewerker in mei van het betreffende kalenderjaar een va- kantievakantie-uitkering krachtens de WAO en/of Wajong of de WIA ontvangt, wordt het eerste deel van de uitkering als bedoeld in lid 1 hiermee verminderd. De vermindering als hier- voor hiervoor bedoeld vindt plaats naar evenredigheid van het aantal volle kalendermaanden waarover de medewerker in het betreffende kalenderjaar aanspraak heeft op loon en/of loondoorbetaling bij ziekte.
4. De betaling van de uitkering als bedoeld in artikel 22 lid 4 vindt plaats zoals aangege- ven aangegeven in bijlage 2.C.
5. Bij uitdiensttreding vindt de verrekening van het in vergelijking met de verkregen aan- spraak aanspraak te veel of te weinig betaalde deel van de jaaruitkering plaats tegelijk met de laat- ste laatste afrekening van het salaris. Voor de hoogte van het te verrekenen deel van het maandinkomen is bepalend het loon over de laatste maand waarover aanspraak be- staat bestaat op loon en/of loondoorbetaling bij ziekte.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)
Betaling van de jaaruitkering. 1. De in artikel 22 24 bedoelde jaaruitkering wordt in twee gedeelten betaald: - in mei een eerste deel, gelijk aan 1 maandinkomen en in november daaropvolgend het tweede deel, gelijk aan 1 maandinkomen, met inachtneming van het minimum zoals vermeld in bijlage 2.A.
2. De aanvullende uitkering als bedoeld in artikel 22 24 lid 5 wordt tegelijk met de afrekening van het salaris sala- ris over de maand december van het desbetreffende kalenderjaar betaald.
3. Indien en voor zover de medewerker in mei van het betreffende kalenderjaar een va- kantie-uitkering vakantieuitkering krachtens de WAO en/of Wajong WAJONG of de WIA ontvangt, wordt het eerste deel van de uitkering als bedoeld in lid 1 hiermee verminderd. De vermindering als hier- voor hiervoor bedoeld vindt plaats naar evenredigheid evenre- digheid van het aantal volle kalendermaanden waarover de medewerker in het betreffende kalenderjaar kalender- jaar aanspraak heeft op loon en/of loondoorbetaling bij ziekte.
4. De betaling van de uitkering als bedoeld in artikel 22 24 lid 4 vindt plaats zoals aangege- ven aangegeven in bijlage 2.C.2.B.
5. Bij uitdiensttreding vindt de verrekening van het in vergelijking met de verkregen aan- spraak aanspraak te veel of te weinig betaalde deel van de jaaruitkering plaats tegelijk met de laat- ste laatste afrekening van het salaris. Voor de hoogte van het te verrekenen deel van het maandinkomen is bepalend het loon over de laatste laat- ste maand waarover aanspraak be- staat bestaat op loon en/of loondoorbetaling bij ziekte.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement