Bewijslast. 1. De uitzendonderneming is verplicht in redelijkheid de inlichtingen te verschaffen die de SNCU voor een goede uitvoering van de werkzaamheden nodig heeft. Indien de uitzendonderneming ook na aanmaning en ingebrekestelling niet aan deze verplichting voldoet, is de SNCU bevoegd bedoelde gegevens naar beste weten vast te stellen.
2. Het getrouwelijk naleven van de CAO’s moet onder meer blijken uit de door of namens de uitzendonderneming gevoerde inzichtelijke en deugdelijke loon- en arbeidstijdenadministratie, waarin mede opgenomen en verwerkt is:
x. geschreven arbeidsovereenkomsten inclusief de uitzendbevestiging, waarin zijn opgenomen functie, arbeidstijd en salariëring;
b. aan uitzendkrachten geleverde en ingevuld en ondertekend terugontvangen tijdverantwoordings- formulieren (werkbriefjes);
c. functie-indeling en brutobeloning met inachtneming van de beschreven procedure, beslisregels en functieprofielen zoals opgenomen in Bijlage I Beloningsregeling uitzendkrachten van de CAO voor Uitzendkrachten en waarbij de toegekende toeslagen en vermenigingsfactoren worden betaald over het feitelijk loon;
d. afschriften van de schriftelijke opgave van het loonbedrag, inclusief de bedragen waaruit dit is samengesteld, inclusief de inhoudingen, alsmede inclusief het brutouurloon, het aantal gewerkte uren en de over het uurloon verstrekte toeslagen gespecificeerd per toeslagsoort en uren, inclusief een overzicht van de per gewerkte periode opgebouwde reserveringen, alsmede het totaal van de opgebouwde reserveringen, en het tijdstip waarop deze bedragen automatisch aan de uitzendkracht zijn voldaan: daarnaast bevat de opgave de inschalingen in de CAO’s en het betaalde loon en het voor de werknemer in dat tijdvak geldende minimumloon en minimumvakantietoeslag, gebruikte afkortingen en andere inhoudingen dan vanwege belastingen en premies;
e. afschriften van betaalbaarstelling van de doorbetaling van het loon bij arbeidsongeschiktheid voor die uitzendkrachten waarvan de uitzendovereenkomst niet het beding bevat zoals bedoeld in artikel 7:691 lid 2 BW, zolang het dienstverband voortduurt, evenals afschriften van de betaalbaarstelling van de aanvulling op de ZW-uitkering in die gevallen dat de uitzendovereenkomst wel het beding bevat zoals bedoeld in artikel 7:691 lid 2 BW; voorts moet uit afschriften blijken de betaalbaarstelling van de vergoeding terzake van één wachtdag, uitgedrukt in een opslagpercentage van het feitelijk loon;
f. afschriften van de betaalbaarstelling...
Bewijslast. De bewijslast van diefstal, verlies of beschadiging van de in- stallatie, alsmede van de omvang van de schade rust op de verzekerde.
Bewijslast. 33.1. Op de Dopingautoriteit, de Xxxx (als de Dopingautoriteit de tuchtrechtelijke behandeling van dopingzaken heeft gedelegeerd aan de Xxxx als ‘Delegated Third Party’) of op een ADO (in gevallen waarin een ADO tegen een besluit als bedoeld in artikel 59 beroep heeft ingesteld) rust de bewijslast dat een dopingovertreding heeft plaatsgevonden. Het bewijs van de dopingovertreding zal zijn geleverd, indien de Xxxx deze overtreding genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt aan het bevoegde tuchtcollege, waarbij rekening gehouden wordt met de ernst van de geuite beschuldiging. Deze bewijslast houdt in alle zaken meer in dan alleen een afweging van waarschijnlijkheid, maar minder dan een onomstotelijk vaststaand bewijs.
33.2. Uitgezonderd de toepassing van artikel 34 wordt door een lid dat wordt beschuldigd een dopingovertreding te hebben begaan, aangedragen bewijs gewogen op basis van een afweging van waarschijnlijkheid.
33.3. Indien dit reglement de bewijslast neerlegt bij de Bond, is het expliciet toegestaan dat de Dopingautoriteit naast of in plaats van de Bond het benodigde bewijs levert. Dit geldt zowel voor dopingzaken waarin de Dopingautoriteit aangifte heeft gedaan, dan wel beroep heeft ingesteld, als voor dopingzaken waarin de Xxxx aangifte heeft gedaan dan wel beroep heeft ingesteld.
33.4. Voor de vaststelling dat sprake is van een dopingovertreding kan één bewijsmiddel volstaan, mits dit bewijsmiddel voldoet aan de in dit reglement aan een bewijsmiddel gestelde voorwaarden.
Bewijslast. De bewijslast van verlies of beschadiging van de verzekerde objecten, alsmede van de omvang van de schade rust op de verzekerde.
Bewijslast. In ieder geval ligt de bewijslast van de omvang van de schade bij de Klant.
Bewijslast. In alle bovengenoemde scenario's geldt de volgende bewijslast om de beweging van werk-naar-werk aan te tonen; U dient bij BBD een door bestuur/directie geaccordeerd plan aan te leveren waaruit blijkt dat op bedrijfseconomische gronden de noodzaak bestaat de personeelsformatie te herschikken / te reduceren met een benoemd aantal fte, met daarbij een specificatie van de ingezette beweging van werk-naar- werk. De exacte eisen aan dit plan volgen in een later stadium op aangeven van BBD.
Bewijslast. Indien de verzekeraars in de mening zijn dat een schadegeval niet onder toepassing van de polis valt, dienen zij hiervan het bewijs te leveren. Het is dus niet aan de verzekerden om te bewijzen dat een schadegeval onder de poliswaarborgen valt, maar, in alle gevallen, aan de verzekeraars om, op een gefundeerde manier, te bewijzen dat een schadegeval niet voor vergoeding in aanmerking komt.
Bewijslast. Wanneer de schade door een plotse, accidentele gebeurtenis wordt veroorzaakt, wordt deze verondersteld gedekt te zijn conform de bovenstaande voorwaarden. De bewijslast om aan te tonen dat er geen dekking is conform deze voorwaarden, ligt bij de verzekeraar.
Bewijslast. 12.1 Op straffe van verval van recht moet elk bezwaar tegenover de Verhuizer het voorwerp uitgemaakt hebben van door de Klant tijdig geformuleerde opmerkingen:
Bewijslast. De bewijslast voor de naleving van de in dit hoofdstuk neergelegde informatievoorschriften ligt bij de professioneel.