Common use of Bodemverontreiniging Clause in Contracts

Bodemverontreiniging. 1. Met betrekking tot bodemverontreiniging in het verkochte zijn HS en de Gemeente een kosten- en risicoverdeling overeengekomen. Partijen verwijzen hier naar artikel 7 van de Overeenkomst op Hoofdlijnen. 2. In juridische zin is sprake van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel als zich op en/of in de bodem van het verkochte hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is gelet op de Achtergrondwaarden van het Besluit- en de Regeling bodemkwaliteit, voor zover het de vaste bodem betreft, en gelet op de streefwaarden grondwater van de Circulaire bodemsanering 2013, voor zover het grondwater betreft, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. 3. Er zijn onderzoeken uitgevoerd naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging in het Verkochte en beschikkingen genomen. Hieronder staan de relevante onderzoeken en beschikking genoemd. - Evaluatierapport deelsanering voormalig EBH-terrein te Haarlem, Witteveen & Bos Raadgevende ingenieurs, projectcode HLM269-5, 15 juli 2005; - Rapport actualisatie verontreiniging en herziening aanpak IBC, Bodemzorg, projectnummer 210006-017, 17 november 2017; - Risicoanalyse extensiveren nazorg GEB-terrein te Haarlem, Wareco ingenieurs, kenmerk CG76 RAP20190926, 9 oktober 2019; - Herzien nazorgplan GEB-terrein te Haarlem, Bodemzorg, projectnummer 210006-019, 30 januari 2020 met Notitie aanvulling nazorgplan, Bodemzorg, 12-03-2020; - Beschikking instemming Herzien Nazorgplan, gemeente Haarlem, kenmerk 2021/0082186, 11 februari 2021. 4. Partijen hebben kennisgenomen van de rapportage van Wareco CG76 RAP20190926 ‘Risicoanalyse extensiveren nazorg GEB-terrein Haarlem’. Uit deze rapportage volgt dat de Gemeente volgens het herziene nazorgplan tot een beëindiging van het huidige beheersysteem kan komen. De Gemeente blijft risicodrager voor het beëindigen van dit beheersysteem. 5. Uit de voornoemde bij Partijen bekende bodeminformatie blijkt dat er sprake is van bodemverontreiniging. Deze verontreiniging is geen belemmering voor het beoogde gebruik. Daarom concludeert de Gemeente op basis van de rapporten en beschikking dat het verkochte geschikt is voor de beoogde functie. 6. Als na levering van het Verkochte uit onderzoek blijkt dat het wegens humane risico’s niet mogelijk is te bouwen of te gebruiken voor de beoogde functie, dient de Gemeente te saneren. Het gebruik van het Verkochte is dan niet geschikt voor het beoogde gebruik en is de Gemeente aansprakelijk voor betaling van de kosten voor het wegnemen van die humane risico’s. 7. Met uitzondering van het hiervoor bepaalde in lid 6, zal HS de Gemeente niet wegens toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad aanspreken tot sanering of het anderszins nemen van maatregelen ten aanzien van bodemverontreiniging in het Verkochte, dan wel tot vergoeding van de kosten ten gevolge van bodemverontreiniging anders dan bedoeld in lid 6, voor zover deze uit de onderzoeken blijkt. Partijen sluiten iedere aansprakelijkheid, ook jegens derden, ten aanzien hiervan uit. Deze verplichting van HS geldt als kwalitatieve verplichting in de zin van artikel 252 boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en zal overgaan op degenen die het Verkochte zullen verkrijgen onder bijzondere titel. Degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het verkochte zullen verkrijgen zijn eveneens aan deze verplichting gebonden. 8. Met inachtneming van het hiervoor bepaalde, draagt HS vanaf het tijdstip van de feitelijke levering het risico van het verkochte.

Appears in 2 contracts

Samples: Koop en Ontwikkelovereenkomst, Koop en Ontwikkelovereenkomst

Bodemverontreiniging. 18.1. Met betrekking tot bodemverontreiniging het risico van (water)bodemverontreiniging in het verkochte zijn HS Verkochte komen de Koper en de Gemeente een kosten- en risicoverdeling overeengekomen. Partijen verwijzen hier naar Verkoper, ten dele in afwijking van het hiervoor in artikel 7 4 bepaalde omtrent het risico van de Overeenkomst op Hoofdlijnen. 2. In juridische zin het Verkochte, het navolgende overeen: van bodemverontreiniging is sprake van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel als indien zich op en/of in de bodem van het verkochte Verkochte hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen is te verwachten is gelet op de Achtergrondwaarden van het Besluit- en de Regeling bodemkwaliteit, voor zover het de vaste bodem betreft, en gelet op de streefwaarden grondwater vastgelegd in de circulaire van 1 juli 2013 behorende bij de Wet bodembescherming, de stand van de Circulaire bodemsanering 2013, voor zover het grondwater betreftwetenschap, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen.. Paraaf Provincie Noord-Holland Paraaf Hilversum Paraaf Laren Paraaf Gooise Meren 38.2. Er zijn onderzoeken uitgevoerd naar is door specifiek gekwalificeerde en van beide Partijen onafhankelijke instellingen onderzoek verricht omtrent de aanwezigheid van bodemverontreiniging van het Verkochte. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in de rapporten van: − ingenieursbureau BCC B.V. de dato dertig oktober tweeduizend zes, kenmerk NC604.0230/283E, voor wat betreft het manegeterrein; − Tauw B.V. de dato acht april negentienhonderd negenennegentig, kenmerk 26C03.1, voor wat betreft het terrein van de voormalige Kolonel Palmkazerne; − Acorius Advies B.V., de dato twintig december tweeduizend vier, rapportnummer 0448011/hb, voor wat betreft de schietbaan; − Acorius Advies B.V., de dato negenentwintig januari tweeduizend drie, rapportnummer 0252225/hb, voor wat betreft het Oefenrampenterrein; − ingenieursbureau BCC B.V. de dato een december tweeduizend zes, rapportnummer - NC604.0230/319E, voor wat betreft het Natuuroefenterrein; − ingenieursbureau BCC B.V. de dato een november tweeduizend zes, kenmerk NC604.0230/285E, inhoudende een indicatief asfalt- en funderingsonderzoek voor wat betreft het terrein van de voormalige Kolonel Palmkazerne, de schietbaan en het Oefenrampenterrein; − ingenieursbureau BCC B.V. de dato een mei tweeduizend zeven, rapportnummer NC704.0806/149F, voor wat betreft de oppervlakten Rijkswaterstaatsterrein; − Acorius Advies B.V., de dato veertien februari tweeduizend zeven, rapportnummer - 0702005/rl, voor wat betreft het terrein van het voormalig dienstkringkantoor van de DVD; − Acorius Advies B.V., de dato veertien februari tweeduizend zeven, rapportnummer 0702014/rl, voor wat betreft het terrein van de voormalige KMAR-kazerne; − Oranjewoud B.V., de dato negenentwintig maart tweeduizend zes, projectnummer 157418, het briefrapport van Oranjewoud B.V. de dato negenentwintig maart tweeduizend zes, kenmerk 162101/157418; − de rapporten van ingenieursbureau BCC B.V., respectievelijk de dato eenendertig oktober tweeduizend zes, kenmerk NC604.0230/284E, en de dato een november tweeduizend zes, kenmerk NC604.0230/286E; de twee rapporten van Xxxx Xxxxxx van 26 mei 2014 met kenmerken R001- 1222500PSN-ijd-V02-NL en R001-1222617PSN-hve-V03-NL en het rapport van 5 september 2016, met kenmerk R001-1234730BSA-hgm-V02. 8.3. Beide Partijen verklaren in het Verkochte bezit te zijn van deze rapporten. Xxxxx heeft aangegeven niet zelfstandig te zijn over gegaan tot nader onderzoek. De Verkoper Paraaf Provincie Noord-Holland Paraaf Hilversum Paraaf Laren Paraaf Gooise Meren verwijst naar deze onderzoeksrapporten voor de hem bekende feiten en beschikkingen genomen. Hieronder staan omstandigheden die van belang zijn of kunnen zijn voor de relevante onderzoeken en beschikking genoemd. - Evaluatierapport deelsanering voormalig EBH-terrein te Haarlem, Witteveen & Bos Raadgevende ingenieurs, projectcode HLM269-5, 15 juli 2005; - Rapport actualisatie verontreiniging en herziening aanpak IBC, Bodemzorg, projectnummer 210006-017, 17 november 2017; - Risicoanalyse extensiveren nazorg GEB-terrein te Haarlem, Wareco ingenieurs, kenmerk CG76 RAP20190926, 9 oktober 2019; - Herzien nazorgplan GEB-terrein te Haarlem, Bodemzorg, projectnummer 210006-019, 30 januari 2020 met Notitie aanvulling nazorgplan, Bodemzorg, 12-03-2020; - Beschikking instemming Herzien Nazorgplan, gemeente Haarlem, kenmerk 2021/0082186, 11 februari 2021vraag of er sprake kan zijn van bodemverontreiniging in het Verkochte. 48.4. Partijen hebben kennisgenomen Het is de Koper bekend dat de in de hierboven bedoelde rapporten geconstateerde verontreinigingen gebruiksbeperkingen met zich kunnen brengen. Bij het vaststellen van de rapportage van Wareco CG76 RAP20190926 ‘Risicoanalyse extensiveren nazorg GEB-terrein Haarlem’. Uit koopprijs is rekening gehouden met deze rapportage volgt dat de Gemeente volgens het herziene nazorgplan tot een beëindiging van het huidige beheersysteem kan komengebruiksbeperkingen. 8.5. De Gemeente blijft risicodrager voor het beëindigen van dit beheersysteem. 5. Uit Koper zal de voornoemde bij Partijen bekende bodeminformatie blijkt dat er sprake is van bodemverontreiniging. Deze verontreiniging is geen belemmering voor het beoogde gebruik. Daarom concludeert de Gemeente op basis van de rapporten en beschikking dat het verkochte geschikt is voor de beoogde functie. 6. Als na levering van het Verkochte uit onderzoek blijkt dat het wegens humane risico’s niet mogelijk is te bouwen of te gebruiken voor de beoogde functie, dient de Gemeente te saneren. Het gebruik van het Verkochte is dan niet geschikt voor het beoogde gebruik en is de Gemeente aansprakelijk voor betaling van de kosten voor het wegnemen van die humane risico’s. 7. Met uitzondering van het hiervoor bepaalde in lid 6, zal HS de Gemeente Xxxxxxxx niet wegens toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad aanspreken tot sanering of het anderszins nemen van maatregelen ten aanzien van bodemverontreiniging in het Verkochte, dan wel tot vergoeding van de kosten en/of schade ten gevolge van bodemverontreiniging anders dan bedoeld in lid 6bodemverontreiniging, voor zover deze uit de onderzoeken voormelde rapporten blijkt. Partijen sluiten iedere aansprakelijkheid, ook jegens derden, ten aanzien hiervan uit. Deze verplichting De Koper vrijwaart Xxxxxxxx voor aanspraken van HS geldt als kwalitatieve verplichting in de zin van artikel 252 boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en zal overgaan op degenen die het Verkochte zullen verkrijgen onder bijzondere titel. Degenen die van de rechthebbende een recht tot het gebruik van het verkochte zullen verkrijgen zijn eveneens aan deze verplichting gebondenVerkochte hebben verkregen. 88.6. Met inachtneming De kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, sanering en waardedrukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging komen voor rekening van de Verkoper indien blijkt dat ten tijde van de levering van het hiervoor bepaaldeVerkochte behalve de bij de Partijen bekende verontreiniging, draagt HS vanaf ook andere verontreiniging in het tijdstip Verkochte aanwezig is, waarover de Verkoper de Koper onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd. 8.7. Wanneer binnen een periode van tien (10) jaren, ingaande op de Leveringsdatum, indien alsdan de rechtsvordering van de feitelijke levering Koper niet reeds op grond van de wet is vervallen of verjaard, door het risico bevoegd gezag krachtens de Wet bodembescherming wordt vastgesteld dat er in het Verkochte sprake is van een Partijen ten tijde van de Leveringsdatum niet bekend geval van ernstige bodemverontreiniging en door de Koper aannemelijk wordt gemaakt dat deze verontreiniging ook ten tijde van de Leveringsdatum in het Verkochte aanwezig was en ook onder de op de Leveringsdatum geldende normen moest worden aangemerkt als een geval van ernstige bodemverontreiniging, worden de kosten die het gevolg zijn van het verkochtewaardedrukkend effect van deze verontreiniging door de Verkoper vergoed. Indien de Xxxxx bovendien aannemelijk maakt dat in het kader van de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op de Leveringsdatum ten aanzien van dit geval van ernstige bodemverontreiniging sprake is van urgentie om het betreffende geval te saneren, komen de kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, sanering en waardedrukkend effect van eventuele restverontreiniging voor rekening van de Verkoper. 8.8. Behoudens omstandigheden genoemd in lid 6 en 7 komen de kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, sanering en waardedrukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging voortvloeiende uit de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen vanaf de Leveringsdatum voor rekening van de Koper indien na tien jaar of langer zal blijken van een Partijen ten tijde van de overdracht in het Verkochte onbekende verontreiniging. Paraaf Provincie Noord-Holland Paraaf Hilversum Paraaf Laren Paraaf Gooise Meren

Appears in 1 contract

Samples: Koopovereenkomst

Bodemverontreiniging. 1. 5.1.1 Met betrekking tot bodemverontreiniging het risico van (water)bodemverontreiniging in het verkochte zijn HS Verkochte komen Koper en de Gemeente een kosten- en risicoverdeling overeengekomen. Partijen verwijzen hier naar Verkoper, ten dele in afwijking van het hiervoor in artikel 7 4.3 omtrent het risico van de Overeenkomst op Hoofdlijnen. 2. In juridische zin het Verkochte, het navolgende overeen: van bodemverontreiniging is sprake van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel als indien zich op en/of in de bodem van het verkochte Verkochte hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen is te verwachten is gelet op de Achtergrondwaarden van het Besluit- en de Regeling bodemkwaliteit, voor zover het de vaste bodem betreft, en gelet op de streefwaarden grondwater vastgelegd in de Circulaire Bodemsanering van 1 juli 2013 behorende bij de Wet bodembescherming, de stand van de Circulaire bodemsanering 2013, voor zover het grondwater betreftwetenschap, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. 3. Er zijn onderzoeken uitgevoerd 5.1.2 De resultaten van het verrichte onderzoek naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging van het verkochte zijn vastgelegd in de rapporten van: - ingenieursbureau BCC B.V. de dato dertig oktober tweeduizend zes, kenmerk NC604.0230/283E, voor wat betreft het manegeterrein; - Tauw B.V. de dato acht april negentienhonderd negenennegentig, kenmerk 26C03.1, voor wat betreft het terrein van de voormalige Kolonel Palmkazerne; - Acorius Advies B.V., de dato twintig december tweeduizend vier, rapportnummer 0448011/hb, voor wat betreft de schietbaan; - Acorius Advies B.V., de dato negenentwintig januari tweeduizend drie, rapportnummer 0252225/hb, voor wat betreft het Oefenrampenterrein; - ingenieursbureau BCC B.V. de dato een december tweeduizend zes, rapportnummer - NC604.0230/319E, voor wat betreft het Natuuroefenterrein; - ingenieursbureau BCC B.V. de dato een november tweeduizend zes, kenmerk NC604.0230/285E, inhoudende een indicatief asfalt- en funderingsonderzoek voor wat betreft het terrein van de voormalige Kolonel Palmkazerne, de schietbaan en het Oefenrampenterrein; - ingenieursbureau BCC B.V. de dato een mei tweeduizend zeven, rapportnummer NC704.0806/149F, voor wat betreft de oppervlakten Rijkswaterstaatsterrein; - Acorius Advies B.V., de dato veertien februari tweeduizend zeven, rapportnummer -0702005/rl, voor wat betreft het terrein van het voormalig dienstkringkantoor van de DVD; - Acorius Advies B.V., de dato veertien februari tweeduizend zeven, rapportnummer 0702014/rl, voor wat betreft het terrein van de voormalige KMAR-kazerne; - Oranjewoud B.V., de dato negenentwintig maart tweeduizend zes, projectnummer 157418, het briefrapport van Oranjewoud B.V. de dato negenentwintig maart tweeduizend zes, kenmerk 162101/157418; - de rapporten van ingenieursbureau BCC B.V., respectievelijk de dato eenendertig oktober tweeduizend zes, kenmerk NC604.0230/284E, en de dato een november tweeduizend zes, kenmerk NC604.0230/286E; - de twee rapporten van Xxxx Xxxxxx van 26 mei 2014 met kenmerken R001-1222500PSN-ijd-V02- NL en R001-1222617PSN-hve-V03-NL en het rapport van 5 september 2016, met kenmerk R001-1234730BSA-hgm-V02. 5.1.3 Partijen verklaren in het Verkochte bezit te zijn van de rapporten genoemd in artikel 5.1.2. Verkoper verwijst naar de onderzoeksrapporten voor de hem bekende feiten en beschikkingen genomen. Hieronder staan omstandigheden die van belang zijn of kunnen zijn voor de relevante onderzoeken en beschikking genoemd. - Evaluatierapport deelsanering voormalig EBH-terrein te Haarlem, Witteveen & Bos Raadgevende ingenieurs, projectcode HLM269-5, 15 juli 2005; - Rapport actualisatie verontreiniging en herziening aanpak IBC, Bodemzorg, projectnummer 210006-017, 17 november 2017; - Risicoanalyse extensiveren nazorg GEB-terrein te Haarlem, Wareco ingenieurs, kenmerk CG76 RAP20190926, 9 oktober 2019; - Herzien nazorgplan GEB-terrein te Haarlem, Bodemzorg, projectnummer 210006-019, 30 januari 2020 met Notitie aanvulling nazorgplan, Bodemzorg, 12-03-2020; - Beschikking instemming Herzien Nazorgplan, gemeente Haarlem, kenmerk 2021/0082186, 11 februari 2021vraag of sprake kan zijn van bodemverontreiniging in het Verkochte. 4. Partijen hebben kennisgenomen van de rapportage van Wareco CG76 RAP20190926 ‘Risicoanalyse extensiveren nazorg GEB-terrein Haarlem’. Uit deze rapportage volgt 5.1.4 Het is Xxxxx bekend dat de Gemeente volgens het herziene nazorgplan tot een beëindiging van het huidige beheersysteem kan komen. De Gemeente blijft risicodrager voor het beëindigen van dit beheersysteem. 5. Uit de voornoemde bij Partijen bekende bodeminformatie blijkt dat er sprake is van bodemverontreiniging. Deze verontreiniging is geen belemmering voor het beoogde gebruik. Daarom concludeert de Gemeente geconstateerde verontreinigingen op basis van de in artikel 5.1.2 genoemde rapporten en beschikking dat gebruiksbeperkingen met zich kunnen brengen. Bij het verkochte geschikt vaststellen van de koopprijs is voor de beoogde functierekening gehouden met deze gebruiksbeperkingen. 6. Als na levering van het Verkochte uit onderzoek blijkt dat het wegens humane risico’s niet mogelijk is te bouwen of te gebruiken voor de beoogde functie, dient de Gemeente te saneren. Het gebruik van het Verkochte is dan niet geschikt voor het beoogde gebruik en is de Gemeente aansprakelijk voor betaling van de kosten voor het wegnemen van die humane risico’s. 7. Met uitzondering van het hiervoor bepaalde in lid 6, 5.1.5 Koper zal HS de Gemeente Xxxxxxxx niet wegens toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad aanspreken tot sanering of het anderszins nemen van maatregelen ten aanzien van bodemverontreiniging in het Verkochte, dan wel tot vergoeding van de kosten en/of schade ten gevolge van bodemverontreiniging anders dan bedoeld in lid 6bodemverontreiniging, voor zover deze uit de onderzoeken in artikel 5.1.2 genoemde rapporten blijkt. Partijen sluiten iedere aansprakelijkheid, ook jegens derden, ten aanzien hiervan uit. Deze verplichting Koper vrijwaart Xxxxxxxx voor aanspraken van HS geldt als kwalitatieve verplichting in de zin van artikel 252 boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en zal overgaan op degenen die het Verkochte zullen verkrijgen onder bijzondere titel. Degenen die van de rechthebbende een recht tot het gebruik van het verkochte zullen verkrijgen zijn eveneens aan deze verplichting gebondenVerkochte hebben verkregen. 8. Met inachtneming 5.1.6 De kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, sanering en waardedrukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging komen voor rekening van Xxxxxxxx indien blijkt dat ten tijde van de levering van het hiervoor bepaaldeVerkochte behalve de bij Partijen bekende verontreiniging, draagt HS ook andere verontreiniging in het Verkochte aanwezig is, waarover Verkoper Koper onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd. 5.1.7 Behoudens omstandigheid genoemd in artikel 5.1.6 komen de kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, sanering en waardedrukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging voortvloeiende uit de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen vanaf het tijdstip de Leveringsdatum voor rekening van Koper indien na tien jaar of langer zal blijken van een Partijen ten tijde van de feitelijke levering overdracht in het risico van het verkochteVerkochte onbekende verontreiniging.

Appears in 1 contract

Samples: Koopovereenkomst