Bodemverontreiniging. 1. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel is sprake indien zich op en/of in de bodem van de erfpachtzaak hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is gelet op de wettelijke normen die gelden in relatie tot de bestemming of het (voorgenomen) gebruik van de erfpachtzaak, de stand van de wetenschap, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen.
2. De feitelijke levering van de erfpachtzaak vindt plaats direct na ondertekening van deze akte. Vanaf dat tijdstip draagt de erfpachter het risico van de erfpachtzaak voor zover uit het navolgende niet anders voortvloeit.
3. Een specifiek gekwalificeerde en onafhankelijke instelling heeft bodemonderzoek uitgevoerd conform NEN 5725 / NEN 5740 / 5707 (bij niet onverdachte grond resp. bij risicovol gebruik). De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het rapport van 6 januari 2021, dat aan deze akte is gehecht. Beide partijen verklaren in het bezit te zijn van dit rapport. Staatsbosbeheer is niet bekend met feiten of omstandigheden die erop (kunnen) wijzen dat de erfpachtzaak bodemverontreiniging bevat, anders dan eventueel vermeld in dit rapport. Partijen gaan ervan uit dat de in het rapport omschreven verontreinigingssituatie met de daarbij behorende eventuele gebruiksbeperkingen geen belemmering vormen voor het tussen partijen overeen gekomen gebruik en dat geen verder onderzoek of sanering noodzakelijk is.
4. Bij beëindiging van het gebruik zal in opdracht en op kosten van de erfpachter onderzoek conform NEN 5740 worden verricht naar bodemverontreiniging op en/of in de erfpachtzaak. Wanneer bodemverontreiniging wordt geconstateerd dient de erfpachter deze binnen zes maanden na het eindigen van het gebruik voor eigen rekening ten genoegen van Staatsbosbeheer te saneren. Wanneer de erfpachter deze verplichting niet nakomt, zal Staatsbosbeheer de door hem noodzakelijk geachte werkzaamheden voor rekening van de erfpachter doen verrichten. Dit geldt niet wanneer het gaat om een geconstateerde verontreiniging waarvan de erfpachter aannemelijk maakt dat deze niet in redelijkheid kan worden toegerekend aan hem, zijn rechtsvoorganger(s), dan wel degene(n) die zich door toedoen en/of door (na)laten van hem of zijn rechtsvoorganger(s) op de erfpachtzaak hebben bevonden.
6. Totdat de werkzaamheden als bedoeld in lid 5 van dit artikel zijn verricht, is de erfpachter de canon verschuldigd.
Bodemverontreiniging. Op het verkochte heeft in januari 2005 een verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden (Grondslag nummer 8341 dd 11 januari 2005), in november 2008 een nader bodemonderzoek (Grondslag nummer 8341 dd 4 november 2008) en laatstelijk een asbestonderzoek in 2009 (Landview nummer 20088736 dd maart 2009).
Bodemverontreiniging. 1. Met betrekking tot bodemverontreiniging in het verkochte zijn HS en de Gemeente een kosten- en risicoverdeling overeengekomen. Partijen verwijzen hier naar artikel 7 van de Overeenkomst op Hoofdlijnen.
2. In juridische zin is sprake van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel als zich op en/of in de bodem van het verkochte hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is gelet op de Achtergrondwaarden van het Besluit- en de Regeling bodemkwaliteit, voor zover het de vaste bodem betreft, en gelet op de streefwaarden grondwater van de Circulaire bodemsanering 2013, voor zover het grondwater betreft, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen.
3. Er zijn onderzoeken uitgevoerd naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging in het Verkochte en beschikkingen genomen. Hieronder staan de relevante onderzoeken en beschikking genoemd. - Evaluatierapport deelsanering voormalig EBH-terrein te Haarlem, Witteveen & Bos Raadgevende ingenieurs, projectcode HLM269-5, 15 juli 2005; - Rapport actualisatie verontreiniging en herziening aanpak IBC, Bodemzorg, projectnummer 210006-017, 17 november 2017; - Risicoanalyse extensiveren nazorg GEB-terrein te Haarlem, Wareco ingenieurs, kenmerk CG76 RAP20190926, 9 oktober 2019; - Herzien nazorgplan GEB-terrein te Haarlem, Bodemzorg, projectnummer 210006-019, 30 januari 2020 met Notitie aanvulling nazorgplan, Bodemzorg, 12-03-2020; - Beschikking instemming Herzien Nazorgplan, gemeente Haarlem, kenmerk 2021/0082186, 11 februari 2021.
4. Partijen hebben kennisgenomen van de rapportage van Wareco CG76 RAP20190926 ‘Risicoanalyse extensiveren nazorg GEB-terrein Haarlem’. Uit deze rapportage volgt dat de Gemeente volgens het herziene nazorgplan tot een beëindiging van het huidige beheersysteem kan komen. De Gemeente blijft risicodrager voor het beëindigen van dit beheersysteem.
5. Uit de voornoemde bij Partijen bekende bodeminformatie blijkt dat er sprake is van bodemverontreiniging. Deze verontreiniging is geen belemmering voor het beoogde gebruik. Daarom concludeert de Gemeente op basis van de rapporten en beschikking dat het verkochte geschikt is voor de beoogde functie.
6. Als na levering van het Verkochte uit onderzoek blijkt dat het wegens humane risico’s niet mogelijk is te bouwen of te gebruiken voor de beoogde functie, dient de Gemeente te saneren. Het gebruik van het Verkochte is dan niet geschikt voor het beoogde geb...
Bodemverontreiniging. Geschillen betreffende bodemverontreiniging; deze uitsluiting geldt niet als sprake is van dekking ExcellentPlus.
Bodemverontreiniging. 2.4.1. Op verzoek van het nutsbedrijf en indien aanwezig, verstrekt de gemeente kosteloos en digitaal de bodeminformatie bestaande uit een bodemkwaliteits- rapportage en vigerende beleidsnotities aan het nutsbedrijf.
2.4.2. Partijen treden onmiddellijk in overleg wanneer vóór de aanvang van de werkzaamheden wordt vastgesteld of vermoed dat in het tracé sprake is van bodemverontreiniging. Dat gebeurt ook wanneer dit pas tijdens de uitvoering van de werkzaamheden blijkt. Bij dit voortgangsoverleg staan binnen de wettelijke kaders met betrekking tot bodemverontreiniging, de voortgang van het werk en het zo laag mogelijk houden van de maatschappelijke kosten voorop. Inspanningen reiken daarom niet verder dan dat wat wettelijk is vereist.
2.4.3. Als het vermoeden bestaat dat het tracé, waar de werkzaamheden zijn voorzien, sterk verontreinigd is, voert het nutsbedrijf een bodemonderzoek uit en voegt de rapportage bij de instemmingsaanvraag.
2.4.4. Wanneer is vastgesteld dat het tracé, waar de werkzaamheden zijn voorzien, sterk is verontreinigd, volgt het nutsbedrijf de procedures en voert de werkzaam- heden uit conform de vigerende wet- en regelgeving.
2.4.5. Is verhaal op de veroorzaker van de bodemverontreiniging mogelijk, dan onderneemt de meest gerede Partij actie. Eventuele procedurekosten en
Bodemverontreiniging. Omtrent de bodemverontreiniging in het Verkochte komen Partijen het navolgende overeen:
Bodemverontreiniging. 1. Er is sprake van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel als er op en/of in de bodem van het gepachte hogere concentraties van schadelijke stoffen aanwezig zijn dan op grond van natuurlijk voorkomen is te verwachten gezien:
a. de wettelijke normen die gelden in relatie tot de bestemming of het (voorgenomen) gebruik van het gepachte en/of;
b. de stand van de wetenschap en/of;
c. dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen.
2. Verpachter is niet bekend met feiten of omstandigheden die erop (kunnen) wijzen dat het gepachte enige bodemverontreiniging bevat. Aangezien partijen geen reden hebben om aan te nemen dat de bodem van het gepachte verontreinigd is, is afgezien van het verrichten van bodemonderzoek.
Bodemverontreiniging. De verkoper verklaart dat, naar zijn weten, op het perceel grond - voorwerp van deze akte- geen inrichtingen gevestigd zijn of waren, noch activiteiten worden of werden uitgevoerd zoals bedoeld in artikel 2 van het Bodemdecreet, die bodemverontreiniging zouden kunnen veroorzaken. Bovendien verklaart de verkoper dat het verkochte goed, naar zijn weten, niet verontreinigd is in de zin van het decreet.
Bodemverontreiniging. Om inzicht te krijgen in de eventuele risico’s met betrekking tot bodemverontreiniging is voor de A27/A1 een historisch bodemonderzoek uitgevoerd door middel van archiefonderzoek en luchtfoto’s. Doel van het historisch onderzoek is het in kaart brengen van de locaties binnen het tracé tot 50 meter buiten de huidige wegkant die mogelijk verontreinigd zijn geraakt. Op basis van de resultaten wordt bepaald welke strategie bij het verkennend bodemonderzoek daarbij gehanteerd dient te worden. Langs het gehele traject is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd om bodemverontreinigingen in kaart te brengen. Daarna zal een nader bodemonderzoek de omvang van deze verontreinigingen in kaart brengen.
Bodemverontreiniging. Met betrekking tot het risico van bodemverontreiniging in de onroerende zaak komen de koper en de verkoper het navolgende overeen.