Bouwtoezicht Voorbeeldclausules

Bouwtoezicht. De Uitgevende Instelling heeft ervoor gekozen om E.S.A. Group B.V., te Raamsdonkveer als directievoerder voor de bouw aan te stellen. De directievoerder geeft leiding aan en controleert de aannemers. De aannemers betreffen Agradu B.V. voor de vergistingsstraat, Waste4ME B.V. voor de vergassingsstraat en Aannemingsbedrijf X. xxx xxx Xxx B.V. voor de civiele werken. Onder supervisie van de directievoerder werkt een projectteam. E.S.A. Group B.V. is daarmee gedurende de bouw verantwoordelijk voor het algemene management, de directievoering en de technisch operationele projectleiding. De Uitgevende Instelling zal het concept bewaken en is verantwoordelijk voor de financiële controle. DNV-GL houdt technisch toezicht namens de Projectfinancier en tekent voor betaling van de bouwfacturen.
Bouwtoezicht. De Woningwet bepaalt in artikel 100, eerste lid, niet meer dan dat het gemeentebestuur voorziet in het bouw- en woningtoezicht. Dit betekent, dat elke gemeente vrij is naar eigen inzicht de gemeentelijke orga- nisatie in te richten en eventuele bestanddelen van het takenpakket van het bouwtoezicht uit te besteden.
Bouwtoezicht. Naast de bouwbegeleiding door xxx. Xxxx en dhr. van Deursen is Ingenia, de partij die ook het technische due diligence op de ONC-installatie heeft uitgevoerd in de hand genomen om de voortgang van de bouw ten behoeve van de Projectfinancier te monitoren. Onderdeel van haar werkzaamheden zijn: ▪ Trekkingsverzoeken in relatie tot de voortgang in de bouw te toetsen. Facturen kunnen in de loop van het bouwproces ter goedkeuring aan Ingenia worden voorgelegd. Ingenia toetst deze aan een eerder opgeleverd planning en facturatieschema en stelt vast of de opgevoerde kosten conform opdracht zijn en in redelijkheid een relatie tot de ONC-installatie bezitten; ▪ Het uitvoeren van een (beperkte) bouwinspectie, naar wens op de projectlocatie of bij een van de leveranciers. Doel van de inspectie is de controle of de bestelde en geleverde hoofdcomponenten van de installaties overeenkomen met de status in de bouwplanning, het facturatieschema en de betaalde facturen, en het verkrijgen van een indruk van de wijze waarop de bouw van de ONC-installatie vordert. Tijdens alle bovengenoemde fases zal Ingenia bij de inspecties in het bijzonder aandacht schenken aan de interfaces tussen de verschillende leverende partijen; ▪ Toetst zij de testprotocollen zoals meegenomen in de leveringscontracten en de verslagen van de overname tests. Ingenia zal haar bevindingen uit het bouwtoezicht maandelijks aan de Projectfinancier en Nationaal Groenfonds rapporteren. Eventuele trekkingen uit de door de Projectfinancier en Nationaal Groenfonds verstrekte lening faciliteiten zijn enkel mogelijk wanneer Ingenia concludeert dat de bij de trekkingen behorende mijlpalen daadwerkelijk behaald zijn.
Bouwtoezicht. Vanaf 1 april 2007 geeft de Woningwet in artikel 100 expliciet de opdracht aan burgemeester en wethouders om zorg te dragen voor de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk I tot en met IV van de Woningwet. Dit sluit aan bij de op grond van artikel 100 (oud) Woningwet bestaande centrale rol van de gemeente bij de vergunningverlening en handhaving ten aanzien van het bouwen en de staat van bestaande bouwwerken en brengt geen verandering in het uitgangspunt dat elke gemeente vrij is naar eigen inzicht de gemeentelijke organisatie in te richten en eventuele bestanddelen van het takenpakket van het bouwtoezicht uit te besteden. Op grond van het nieuwe artikel 100a Woningwet wijzen burgemeester en wethouders degenen aan die belast zijn met het bouw- en woningtoezicht.

Related to Bouwtoezicht

  • Toezicht 12.1 Opdrachtnemer is, op grond van artikel 4.1.8 Jeugdwet, gehouden om onmiddellijk melding te doen bij de Toezichthouder van iedere Calamiteit of geweldstoepassing bij de verlening van Jeugdhulp. 12.2 Indien Opdrachtnemer bij de toezichthouder een Calamiteit meldt, informeert hij daarna de Centrale gemeente en de Opdrachtgever die op basis van het woonplaatsbeginsel verantwoordelijk is, over de aard en omvang van de Calamiteit zonder tot individuele personen herleidbare gegevens te gebruiken. 12.3 Gedurende het onderzoek door de Toezichthouder houdt Opdrachtnemer de Centrale gemeente en de betreffende Opdrachtgever op de hoogte van de voortgang van het onderzoek. 12.4 Indien de toezichthouder besluit tot (tijdelijk) sluiting van een (locatie) van de Opdrachtnemer, verleent Opdrachtnemer volledige medewerking aan een goede en vlotte overgang van de Jeugdigen naar de door de betreffende Opdrachtgever daartoe aangewezen jeugdhulpaanbieder en bevordert ononderbroken voortzetting aldaar van de Jeugdhulp. 12.5 Betreffende Opdrachtgever en opdrachtnemer maken in geval van Calamiteiten en/of onverwachte gebeurtenissen afspraken over het informeren van direct betrokkenen, van andere overheidsdiensten en/of andere professionals, alsmede over informatieverstrekking aan media en aan politiek verantwoordelijken. 12.6 Opdrachtnemer informeert de Centrale gemeente en de betreffende Opdrachtgever zo spoedig mogelijk over de conclusies in de rapportage van de Toezichthouder.

  • Arbeidsongeschiktheid 1. De werknemer die door arbeidsongeschiktheid niet in staat is zijn arbeid te verrichten, is verplicht zich te onderwerpen aan de medische- en lekencontrole die krachtens de sociale verzekeringswetten, inclusief Arbodienst en Arbowet en enig bedrijfsreglement, worden bepaald en/of uitgeoefend. 2. De werknemer die door arbeidsongeschiktheid de bedongen arbeid niet verricht, dient zich voor wat betreft de melding aan de werkgever, controle- en re-integratievoorschriften, te houden aan de binnen de onderneming geldende regels van de Arbodienst. 3. In geval van arbeidsongeschiktheid heeft de werknemer in beginsel recht op een uitkering van 100 procent van het voor hem geldende brutoloon gedurende 52 weken, gevolgd door een nieuwe periode van 52 weken met een uitkering van 70 procent over het voor hem geldende brutoloon. Indien het bedrag dat op grond van dit lid wordt doorbetaald aan de werknemer lager zou zijn dan het bedrag waarop de werknemer recht heeft op grond van artikel 7:629 BW, dan moet voor de doorbetaling worden uitgegaan van het laatstgenoemde bedrag. 4. In enig kalenderjaar wordt op de uitkering bij arbeidsongeschiktheid, met inachtneming van het Wettelijk Minimumloon, per ziekmelding de aftrek van een aantal wachtdagen toegepast. Het aantal wachtdagen dat wordt afgetrokken bedraagt vanaf de eerste ziekmelding 1 wachtdag, met een maximum van 2 wachtdagen per kalenderjaar. 5. In het geval van opeenvolgende ziekmeldingen wordt de aftrek van een aantal wachtdagen, met inachtneming van een onderbreking van minder dan vier weken en voor zover er sprake is van hetzelfde ziektegeval, niet opnieuw toegepast. Indien de werknemer niet voldoet aan de voor hem geldende verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel, heeft de werkgever het recht de uitkering te verlagen tot 70 procent van het brutoloon.