Datum aanvraag uitwisselen arbeidsvoorwaarden Voorbeeldclausules

Datum aanvraag uitwisselen arbeidsvoorwaarden. De aanvraagdatum 1 november uit artikel 4a:1 en 4a:2 wordt niet gehanteerd. De uitwisseling moet tenminste plaatsvinden voor 1 december in het kalenderjaar waarin de uitwisseling plaats heeft.
Datum aanvraag uitwisselen arbeidsvoorwaarden. Van de aanvraagdatum 1 november kan worden afgeweken voor nieuwe medewerkers en bij wijziging van de omstandigheden van betrokkene. Deze afwijking dient door burgemeester en wethouders goedgekeurd te worden. Deze afwijkingsmogelijkheid is ook van toepassing bij het inzetten van tijd in ruil voor middelen. 1. De ambtenaar kan bij het college voor 1 november (tenzij lokaal anders is geregeld) een verzoek in- dienen om gedurende het daaropvolgende kalenderjaar de duur van de vakantie - als bedoeld in artikel 6:2, eerste lid - te vermeerderen tegen inlevering van een vergoeding als bedoeld in het vierde lid. 2. Voor de ambtenaar met een volledige betrekking bedraagt het aantal op grond van het eerste lid te vermeerderen vakantie-uren maximaal 72 uren. Voor de ambtenaar die is aangesteld voor een formele arbeidsduur van minder dan 36 uur per week en voor de ambtenaar die gebruikmaakt van de senioren- regeling bedoeld in artikel 5:1 of 5:3, geldt een naar evenredigheid lager aantal uren als maximum. 3. Het college wijst een verzoek als bedoeld in het eerste lid toe, tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten. 4. Tenzij op lokaal niveau anders is overeengekomen, wordt op het salaris van de ambtenaar voor elk op grond van het eerste lid meer verkregen vakantie-uur een vergoeding ingehouden overeenkomende met de hoogte van het salaris per uur dat hij geniet bij aanvang van het kalenderjaar waarop het verzoek betrekking heeft. 1. Het college kan op verzoek van de ambtenaar zijn bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, zijn einde- jaarsuitkering als bedoeld in artikel 3:6, zijn vakantietoelage als bedoeld in artikel 6:3 of zijn vergoeding als bedoeld in artikel 4a:1, vijfde lid, verlagen voor door burgemeester en wethouders vastgestelde bestedingsmogelijkheden. 2. Bij regeling van het college kunnen voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid nadere voorschriften worden gesteld.