Dividendbeleid. De Uitgevende Instelling kan gedurende de Looptijd geen bedragen uitkeren aan haar aandeelhouder als dividend.
Dividendbeleid. Gedurende de Looptijd van de Obligatielening zullen er alleen uitkeringen aan aandeelhouders van de Uitge- vende Instelling gedaan worden, in welke vorm dan ook, indien het gerealiseerde resultaat alsook de prognose voor de resterende jaren dit toelaat, rekening houdende met de verplichtingen onder de Projectfinanciering en de Obligatielening en voor zover toegestaan onder de Akte van Achterstelling.
Dividendbeleid. De gerealiseerde winst wordt als volgt bestemd: Van de nettowinst van de Vennootschap wordt elk jaar minstens 5% afgenomen voor de vorming van de wettelijke reserve. Deze afneming is niet langer verplicht van zodra de wettelijke reserve één tiende van het vast gedeelte van het maatschappelijk kapitaal bedraagt. Op voorstel van de Raad van Bestuur beslist de Algemene Vergadering over de toekenning van een dividend, met dien verstande dat de Aandelen B van elke (eventuele) subcategorie uitsluitend recht geven op een dividend dat uitgekeerd wordt uit de opbrengsten uit de lening(en) die werden toegewezen aan zulke subcategorie. De kosten die specifiek eigen zijn aan een bepaalde subcategorie Aandelen B of een bepaalde lening toegewezen aan deze subcategorie komen enkel in mindering op de opbrengsten bestemd voor de Aandelen van deze subcategorie Aandelen B; de algemene kosten van North Sea Wind worden gelijk verdeeld overeenkomstig de verdeelsleutel opgelegd door de Raad van Bestuur in functie van de relatieve belangrijkheid van de inkomsten van xxxx xxxxxx. Het dividend per aandeel mag in geen geval hoger zijn dan het bedrag dat is vastgesteld conform het KB van 8 januari 1962. Dit maximale dividendrendement bedraagt op Datum van het Prospectus 6% van de nominale waarde van de Aandelen, na aftrek van de roerende voorheffing. Dit dividend is geen gegarandeerde opbrengst. De hoogte van het uit te keren jaarlijkse dividend wordt berekend aan de hand van de interestvergoeding onder de Leningsovereenkomst, en na aftrek van de algemene en specifieke werkingskosten van North Sea Wind. Vanaf boekjaar 2020 t.e.m. boekjaar 2024 zal North Sea Wind de door Parkwind gedragen opstart- en oprichtingskosten ten laste moeten nemen als onderdeel van de jaarlijks gefactureerde werkingskosten. Die zullen wegen op de desbetreffende dividenduitkeringen. Bij vervroegde terugbetaling van de Leningsovereenkomst zullen de opstartkosten vervroegd terugbetaald moeten worden met een negatief effect op het dividendbeleid tot gevolg. De hoogte van het jaarlijks dividend kan ook negatief beïnvloed worden door de hoogte van het initieel opgehaalde bedrag, alsook door de middelen die eventueel besteed moeten worden aan de terugkoop van Xxxxxxxx van uittredende Vennoten en, in geval van gedeeltelijke vervroegde terugbetaling van de Leningsovereenkomst (al dan niet ter terugkoop van die Aandelen), verminderde inkomsten. Voor een uitgebreide bespreking van de raming van het bruto dividendre...
Dividendbeleid. De Uitgevende Instelling kan, met inachtneming van wettelijke beperkingen en de beginselen van goed bestuur, zolang zij heeft voldaan aan haar verplichtingen – waaronder het betalen van de operationele kosten en de verplichtingen onder de verschillende financieringen – bedragen uitkeren aan haar aandeelhouder als dividend.
Dividendbeleid. Gedurende de Looptijd van de Obligatielening zullen er geen dividend- of kapitaaluitkeringen (in welke vorm dan ook) aan aandeelhouders van de Uitgevende Instelling worden gedaan.
Dividendbeleid. Met uitzondering van de vastgelegde vergoedingen zoals omschreven in paragraaf 5.3 (Overzicht van het lease proces), kan de Uitgevende Instelling gedurende de Looptijd geen bedragen uitkeren aan haar aandeelhouder als dividend of anderszins, inclusief rente op en aflossing van de door de aandeelhouder ingebrachte achtergestelde aandeelhouderslening met uitzondering van de aflossingsbetalingen zoals opgenomen in de prognose in paragraaf 6.2.1 (Prognose van de kasstromen van de Uitgevende Instelling).
Dividendbeleid. De Uitgevende Instelling kan gedurende de Looptijd wel bedragen uitkeren aan hun aandeelhouder als dividend, mits de Uitgevende Instelling aan de volgende vereiste voldoet: ▪ De Uitgevende Instelling komt haar verplichtingen na aan de Obligatiehouders; ▪ Het de bedrijfsvoering niet negatief beïnvloed; ▪ De DSCR over een volledig boekjaar van de afgelopen 12 maanden minimaal 1,3 bedraagt.
Dividendbeleid. De Uitgevende Instelling zal gedurende de Looptijd totdat de Obligatielening geheel afgelost is enkel bedragen uitkeren aan haar aandeelhouder wanneer de DSCR van de geprojecteerde kasstroom minimaal 1,20 is..
Dividendbeleid. Overeenkomstig artikel 13 van het GVV KB diende, bij winst van het boekjaar, ten minstens het positieve verschil te worden uitgekeerd tussen de volgende bedragen:
Dividendbeleid. Ter voldoening aan de fiscale uitdelingsplicht, voortvloeiende uit haar status van fiscale beleggingsinstelling, zal de Vennootschap binnen acht maanden na afloop van het boekjaar haar fiscale winst aan de Aandeelhouders uitkeren. Voor specifieke aspecten met betrekking tot de dividendpolitiek per Fonds wordt verwezen naar de nadere informatie per Fonds verder in het Prospectus. De betaalbaarstelling van dividenden, de samenstelling van de uitkering, alsmede wijze van betaalbaarstelling, zullen worden bekendgemaakt op de Website.