DIVIDEND Voorbeeldclausules

DIVIDEND. 8.1 Het is de Uitgevende Instelling toegestaan om gedurende de Looptijd uitkeringen, waaronder mede wordt verstaan uitkering van winst, terugbetaling van kapitaal of achtergestelde leningen, aan haar aandeelhouder(s) te doen. Echter, de Uitgevende Instelling zal enkel hiertoe besluiten na een gedegen analyse van haar financiële positie en vooruitzichten, rekening houdend met toekomstige verplichtingen onder de Obligatielening. 8.2 De Uitgevende Instelling zal in elk geval geen uitkeringen of terugbetalingen doen aan haar aandeelhouder(s) zolang er achterstallige betalingsverplichtingen aan Obligatiehouders bestaan of al dan niet door de beoogde betaling aan aandeelhouders dreigen te ontstaan.
DIVIDEND. Bij de meeste beleggingsfondsen krijgt u een of meerdere keren per jaar dividend uitgekeerd. Dividend is de winst die wordt uitgekeerd aan beleggers. Afhankelijk van uw keuze zal het dividend ofwel contant worden uitgekeerd of worden herbelegd. De hoogte van het dividend varieert. Over het dividend moet u dividendbelasting betalen (meestal 15%). De dividendbelasting wordt automatisch ingehouden als het dividend wordt uitgekeerd. Afhankelijk van uw situatie kan INGehouden dividendbelasting mogelijk (deels) verrekend worden via de belastingaangifte.
DIVIDEND. 8.1 Het is de Uitgevende Instelling niet toegestaan om gedurende de Looptijd uitkeringen, waaronder mede wordt verstaan uitkering van winst, terugbetaling van kapitaal of achtergestelde leningen, aan haar aandeelhouder(s) te doen.
DIVIDEND. 1. In het geval een Beleggingsfonds waarin de Rekeninghouder belegt dividend uitkeert wordt het dividend, zonder aftrek van dividendbelasting, automatisch herbelegd in het betreffende Beleggingsfonds.
DIVIDEND. 8.1 Het is de Uitgevende Instelling toegestaan om gedurende de Looptijd uitkeringen, waaronder mede wordt verstaan uitkering van winst, terugbetaling van kapitaal of achtergestelde leningen, aan haar aandeelhouder(s) te doen. i. Indien zich geen Verzuim als bedoeld in Artikel 10 heeft voorgedaan welke voortduurt; en ii. Indien en voor zover uit een cashflow overzicht en tussentijdse balans blijkt dat de voorgaande twee halve jaren de inkomende kasstromen voldoende waren om aan al haar rente en aflossingen over die twee halve jaren te voldoen met een marge van tenminste 10% en na de betaling van de betreffende uitkering of betaling, de Uitgevende Instelling over voldoende liquide middelen beschikt om met inachtneming van de verwachte inkomende kasstromen, met eveneens een marge van 10%, in de komende twee halve jaren al haar rente en aflossingen onder enige financiering over die periode te kunnen voldoen. 8.2 De Uitgevende Instelling zal in elk geval geen uitkeringen of terugbetalingen doen aan haar aandeelhouder(s) zolang er achterstallige betalingsverplichtingen aan Obligatiehouders bestaan of al dan niet door de beoogde betaling aan aandeelhouders dreigen te ontstaan.
DIVIDEND. 8.1 Het is de Uitgevende Instelling niet toegestaan om gedurende de Looptijd uitkeringen, waaronder mede wordt verstaan uitkering van winst, terugbetaling van kapitaal of achtergestelde leningen of anderszins, aan haar aandeelhouder(s) te doen. 8.2 De Uitgevende Instelling zal in elk geval geen uitkeringen of terugbetalingen doen aan haar aandeelhouder(s) zolang er achterstallige betalingsverplichtingen aan Obligatiehouders bestaan of al dan niet door de beoogde betaling aan aandeelhouders dreigen te ontstaan.
DIVIDEND. 8.1 Het is de Uitgevende Instelling toegestaan om gedurende de Looptijd uitkeringen, waaronder mede wordt verstaan uitkering van winst, terugbetaling van kapitaal of achtergestelde leningen, aan haar aandeelhouder(s) te doen. Echter, de Uitgevende Instelling zal enkel hiertoe besluiten na een gedegen analyse van haar financiële positie en vooruitzichten, rekening houdend met toekomstige verplichtingen onder de Obligatielening. Daarbij komt kijken dat de Uitgevende Instelling een Debt Service Coverage Ratio (DSCR) dient aan te tonen van minimaal 1,30 over een volledig boekjaar van de afgelopen 12 maanden. 8.2 De Uitgevende Instelling zal in elk geval geen uitkeringen of terugbetalingen doen aan haar aandeelhouder(s) zolang er achterstallige betalingsverplichtingen aan Obligatiehouders bestaan of al dan niet door de beoogde betaling aan aandeelhouders dreigen te ontstaan.
DIVIDEND. 1. Dividenden worden veertien dagen na vaststelling ter beschikking gesteld, tenzij de algemene vergadering op voorstel van de directie anders besluit. 2. Dividenden welke vijf jaren na ter beschikkingstelling niet zijn opgeëist, vervallen aan de vennootschap.
DIVIDEND. De houders van (certificaten van) gewone aandelen zijn gerechtigd tot het dividend. Het dividendbeleid is gericht op uitbetaling van circa 40% van de winst na belastingen uit gewone bedrijfsuitoefening. Gegeven de ontwikkeling van zowel de operationele resultaten als het netto resultaat over 2014, zal tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders worden voorgesteld om geen dividend uit te keren op de (certificaten van) gewone aandelen. Op 28 juni 2002 zijn 6.610.000 preferente financieringsaandelen B uitgegeven tegen een uitgiftekoers van € 10 per aandeel. Deze aandelen zijn niet genoteerd ter beurze en zijn niet gecertificeerd. Het dividend is per 1 januari 2014 opnieuw vastgesteld op 7,9% op de uitgiftekoers van € 10 per aandeel en is vast gedurende een periode van 5 jaar. Aan de aandelen waarin het maatschappelijk kapitaal is verdeeld, zijn geen andere rechten verbonden dan uit de wet voortvloeien, behoudens hetgeen is bepaald in artikel 31 van de statuten van de Vennootschap over de bestemming van de winst ten aanzien van de preferente financieringsaandelen B: ’Op preferente financieringsaandelen B wordt uitgekeerd 7,9% van het op die preferente financieringsaandelen gestorte bedrag. Van de overblijvende winst zal de raad van bestuur onder goedkeuring van de raad van commissarissen zoveel reserveren als hij nodig oordeelt. Voor zover de winst niet met toepassing van de vorige zin wordt gereserveerd, staat zij ter beschikking van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders hetzij geheel of gedeeltelijk ter reservering hetzij geheel of gedeeltelijk ter uitkering aan houders van gewone aandelen in verhouding tot hun bezit aan gewone aandelen.’ Er bestaat geen statutaire of contractuele beperking van overdracht van aandelen of van certificaten die met medewerking van de Vennootschap zijn uitgegeven, behoudens de statutaire blokkering van overdracht en levering van preferente financieringsaandelen B. Artikel 11 van de statuten van de Vennootschap bepaalt dat voor overdracht van preferente financieringsaandelen B goedkeuring is vereist van de raad van bestuur van de Vennootschap.
DIVIDEND. Er zijn beleggingsfondsen die als rechtsvorm een Naamloze Vennootschap (NV) of Besloten Vennootschap (BV) hebben. Dit type beleggingsfonds kan u de mogelijkheid bieden om uw ontvangen dividend weer om te zetten in nieuwe aandelen. U krijgt dan eerst het dividend en daarna belasten wij uw rekening voor de verkregen aandelen. Dat noemen we herbelegging. Voor keuzedividend geeft u ons de standaardinstructie of u dividend in contanten wilt ontvangen of in aandelen (stockdividend). Voor herbelegging geeft u ons de standaardinstructie dat u het ontvangen dividend wilt herbeleggen in nieuwe aandelen van het beleggingsfonds. – Open-end en closed-end beleggingsfondsen. Bij closed-end beleggingsfondsen is (in tegenstelling tot open-end beleggingsfondsen) wettelijk vastgelegd dat zij na introductie géén extra participaties mogen uitgeven. De participaties van closed-end beleggingsfondsen worden verhandeld op de secundaire markt en de koers wordt mede door vraag en aanbod bepaald. Open-end beleggingsfondsen zijn echter wettelijk verplicht om participaties te verkopen en in te kopen tegen hun intrinsieke waarde per aandeel. De meeste open-end beleggingsfondsen worden via een veilingsysteem verhandeld. Dat wil zeggen dat er slechts één keer per dag handel plaatsvindt. De tijd waarop deze handel plaatsvindt, verschilt per fonds. – Fund of funds. Een fund of funds is een beleggingsfonds dat belegt in beleggingsfondsen. Koopt u een fund of funds? Dan houden zowel de beheerder van het fund of funds als de beheerders van de onderliggende fondsen een managementfee in. Door deze structuur is er een stapeling van fondskosten waardoor de totale kosten hoger uit kunnen komen dan bij een regulier beleggingsfonds. – Actieve en passieve beleggingsfondsen. Beleggingsfondsen kunnen ook worden onderverdeeld naar passieve en actieve beleggingsfondsen. Een actief beleggingsfonds wijkt bewust af van de voor het fonds relevante marktindex. Op die manier probeert het fonds een beter rendement te realiseren dan de index. Deze afwijking is doorgaans gebaseerd op een visie of strategie. Om deze visie te ontwikkelen, is analyse nodig. Dit zorgt voor hogere beheerkosten. Een passief beleggingsfonds heeft als doel om zoveel mogelijk het rendement na te bootsen van de marktindex die voor het fonds relevant is. De term passief heeft betrekking op het zoveel mogelijk volgen van de samenstelling van de index. – Indexfondsen en exchange traded funds (ETF’s) zijn voorbeelden van passieve beleggingsfond...