Duur en hoogte van de aanvulling Voorbeeldclausules

Duur en hoogte van de aanvulling. 1. Na ontslag t.g.v. structuurwijziging wordt de WW-uitkering de eerste zes maanden aangevuld tot 95% en daarna tot 80% van het laatstverdiende bruto salaris met als maximum eenmaal SV-loon gedurende een periode die gelijk staat aan: • 60% van de periode waarop recht bestaat op een WW-uitkering voor journalisten, die op de datum van het ontslag nog geen 40 jaar zijn en nog geen 10 jaar in dienst zijn; • 80% van de WW-periode voor journalisten, die 40 jaar of ouder zijn maar nog geen 50 jaar en nog geen 10 jaar in dienst • de gehele WW-periode voor journalisten, die op de datum van ontslag tenminste 10 jaar in dienst zijn of 50 jaar zijn of ouder; Toepassing van deze regeling mag niet leiden tot onderscheid van werknemers gebaseerd op nationaliteit of woonplaats. Ongeacht de hoogte van de basisuitkering van het betreffende land waar de werknemer zijn recht geniet, zal deze uitkering tot bovengenoemde percentages van zijn laatstverdiende brutosalaris, worden aangevuld. Voorts geldt een minimum aanvullingstermijn van 6 maanden. De aanvulling wordt verrekend met de wettelijke transitievergoeding, met in achtneming van het bepaalde in het besluit van 23 april 2015 , Stb. 2015, 171 (Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding).
Duur en hoogte van de aanvulling. 1. Na ontslag t.g.v. structuurwijziging wordt de WW-uitkering de eerste zes maanden aangevuld tot 95% en daarna tot 80% van het laatstverdiende bruto salaris met als maximum eenmaal SV-loon gedurende een periode die gelijk staat aan:
Duur en hoogte van de aanvulling. 1. Na ontslag t.g.v. structuurwijziging wordt de WW-uitkering gedurende de eerste 4 maanden aangevuld tot 95% bruto en daarna tot een navolgend gedifferentieerd aanvullingsniveau:
Duur en hoogte van de aanvulling. 1. Na ontslag t.g.v. structuurwijziging wordt de WW-uitkering gedurende de eerste 4 maanden aangevuld tot 95% bruto en daarna tot een navolgend gedifferentieerd aanvullingsniveau: – bij een fulltime salaris tot € 3.000,–: aanvulling tot 89% bruto – bij een fulltime salaris van € 3.000,– tot € 4.000,– : aanvulling tot 87% bruto – bij een fulltime salaris van € 4.000,– en hoger: aanvulling tot 85% bruto van het laatst verdiende brutoloon gedurende een periode die gelijk staat aan: • 60% van de periode waarop recht bestaat op een WW-uitkering voor tijdschriftjournalisten die op de datum van het ontslag nog geen 40 jaar zijn en nog geen 10 jaar in dienst zijn; • 80% van de WW-periode voor tijdschriftjournalisten die 40 jaar of ouder zijn maar nog geen 50 jaar en nog geen 10 jaar in dienst; • de gehele WW-periode voor journalisten die op de datum van ontslag tenminste 10 jaar in dienst zijn of 50 jaar zijn of ouder. Toepassing van deze regeling mag niet leiden tot onderscheid van werknemers gebaseerd op nationaliteit of woonplaats. Ongeacht de hoogte van de basisuitkering van het betreffende land waar de werknemer zijn recht geniet, zal deze uitkering tot bovengenoemde percentages van zijn laatstverdiende brutosalaris, worden aangevuld. Er geldt een minimum aanvullingstermijn van 6 maanden. De aanvullingen worden geïndexeerd met de structurele loonstijgingen ingevolge de cao. De aanvulling wordt verrekend met de wettelijke transitievergoeding, met in achtneming van het bepaalde in het besluit van 23 april 2015, Stb. 2015, 171 (Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding).

Related to Duur en hoogte van de aanvulling

  • Duur en einde van de overeenkomst 1. De overeenkomst treedt in werking en eindigt op de in het Individueel Deel (Deel I) onder rubriek D van deze overeenkomst genoemde data.

  • Aanvang Duur en Einde Van De Verzekering 4.1 De verzekerde risico’s zijn gedekt vanaf de ingangsdatum van de verzekering die op het polisblad staat vermeld, doch nooit eerder dan de datum waarop de eerste premie is voldaan.

  • Duur en afloop van de overeenkomst De overeenkomst eindigt van rechtswege na het verstrijken van de overeengekomen periode, zonder dat daartoe een opzegging is vereist.

  • Duur en einde van de verzekering 8.1 Duur en einde‌ De verzekering begint op de ingangsdatum en eindigt op de contract vervaldatum om 00.00 uur. De verzekering wordt echter stilzwijgend verlengd met de in de polis aangegeven termijn, tenzij één van de partijen tenminste twee (2) maanden voor de aanvang van die termijn de verzekering schriftelijk aan de andere partij heeft opgezegd. Een gedane opzegging is slechts van kracht, indien zij tot de contract vervaldatum van de verzekering wordt gehandhaafd en zal, indien zij voor die datum wordt herroepen, geacht worden nimmer te hebben plaatsgehad.

  • OMVANG VAN DE AANBESTEDING II.1.1) Benaming

  • Einde van de uitkering De uitkering eindigt:

  • Duur en afsluiting van de opdracht 11.1 De duur van de opdracht hangt af van de soort dienstverlening en wordt zoveel mogelijk tevoren overeengekomen in de opdrachtbevestiging. In de opdrachtbevestiging wordt indien mogelijk een inschatting van de duur van de opdracht en van het aantal te houden sessies gegeven.

  • Kunt u de overeenkomst opzeggen als wij de prijzen van de aanvullende zorgverlening wijzigen? Als wij de prijzen aanpassen van de aanvullende zorgverlening die u zelf betaalt, mag u dat deel van de overeenkomst, die de aanvullende zorgverlening regelt en waarvan de prijzen verhoogd zijn, opzeggen met ingang van de datum waarop de hogere prijzen gelden.

  • Kunnen wij de prijzen van de zorgverlening aanpassen? Wij kunnen elk jaar de prijzen van de zorgverlening aanpassen aan in ieder geval de loon- en prijsontwikkelingen ("indexeren") en wettelijke tarieven.

  • Looptijd van de gift Hier vult u het totaal aantal jaren in dat u de uitkeringen doet. U moet minimaal vijf jaar lang een gift doen. Wilt u langer dan vijf jaar een gift doen? Dan vult u het afgesproken aantal jaren in. Spreekt u af dat u een gift doet, totdat u zelf aangeeft dit niet meer te willen? Kruis dan het vakje ‘onbepaalde tijd’ aan. Let op - de schenkingen moeten wel tenminste vijf jaar gedaan worden! Hier vult u het jaar in waarin u de eerste keer het bedrag van de periodieke gift aan uw kerkelijke gemeente betaalt. Dat hoeft niet hetzelfde jaar te zijn als het jaar waarin u deze overeenkomst aangaat, maar kan in elk geval niet een eerder jaar zijn.