ELECTRIC BICYCLES Voorbeeldclausules

ELECTRIC BICYCLES. The batteries of electric bicycles are subject to wear. The battery capacity will decline in the course of time. Our website xxx.xxxxxxxxxxxx.xxx provides an overview of the guarantee conditions for the capacity of the battery for each period following its purchase. • Use this battery only for the e-bike for which it was purchased. Never use the battery for other e-bikes or devices. • Charge this battery only with the charger supplied with the battery. • This battery should only be charged at an ambient temperature above 0° C. • Do not expose the battery to high temperatures (caused by heating, direct sunlight or open fire). Do not submerge the battery in a liquid. • If the battery has not been used for a longer period of time, charge the battery to the half-way mark roughly once every 3 months. Keep the battery in a dry place at a temperature between 5 and 25° C. • Follow the charging instructions. This will extend the life of the battery. Read the user manual for the Cortina e-bike for detailed instructions. • Do not drop the battery. This could damage it and or cause it to malfunction during use. • Always read the Cortina e-bike user manual before using the bicycle. This manual contains important safety instructions concerning your bicycle's specific system. • A QuickGuide will be supplied as standard with your electric bike. You will also find a detailed manual in digital form on our website.

Related to ELECTRIC BICYCLES

  • Omvang van het werk 9.1. Opdrachtgever moet ervoor zorgen dat alle vergunningen, ontheffingen en andere beschikkingen die noodzakelijk zijn om het werk uit te voeren tijdig zijn verkregen. Opdrachtgever is verplicht op eerste verzoek van opdrachtnemer een afschrift van de hiervoor genoemde bescheiden aan hem toe te zenden. 9.2. Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, omvat het werk niet: a. grond-, hei-, hak-, breek-, funderings-, metsel-, timmer-, stukadoors-, schilder-, behangers-, herstelwerk of ander bouwkundig werk; b. het realiseren van aansluitingen van gas, water, elektriciteit, internet of andere infrastructurele voorzieningen; c. maatregelen ter voorkoming of beperking van schade aan of diefstal of verlies van op of bij de werkplek aanwezige zaken; d. afvoer van materialen, bouwstoffen of afval; e. verticaal en horizontaal transport;

  • Rolverdeling 1. Onderwijsinstelling is ten aanzien van de in diens opdracht uit te voeren Verwerkingen van Persoonsgegevens de Verwerkingsverantwoordelijke. De Onderwijsinstelling heeft en houdt zelfstandige zeggenschap over (het bepalen van) het doel en de middelen van de Verwerking van de Persoonsgegevens. 2. Verwerker draagt er zorg voor dat de Onderwijsinstelling bij het sluiten van deze Verwerkersovereenkomst toereikend wordt geïnformeerd over de dienst(en) die de Verwerker verleent, en de uit te voeren Verwerkingen. De gegeven informatie stelt de Onderwijsinstelling in staat om te doorgronden welke Verwerkingen onlosmakelijk zijn verbonden met een aangeboden dienst en voor welke Verwerkingen Onderwijsinstelling gebruik kan maken van eventueel aangeboden optionele diensten. 3. In aanvulling op lid 2 en onverminderd hetgeen elders in deze Verwerkersovereenkomst is bepaald, informeert Xxxxxxxxx bij het sluiten van deze Verwerkersovereenkomst de Onderwijsinstelling in Bijlage 1 over de in lid 2 bedoelde diensten, waaronder eventuele optionele diensten, en de Verwerkingen die in dat kader plaatsvinden. De in Bijlage 1 opgenomen informatie moet in begrijpelijke taal zijn beschreven, waardoor Onderwijsinstelling geïnformeerd akkoord kan gaan met de afname van deze dienst(en) en de uitvoering van de bijbehorende Verwerkingen. 4. Voor zover artikel 30 lid 5 AVG daartoe verplicht, houdt Verwerker conform artikel 30, lid 2 AVG een register bij van alle categorieën van verwerkingsactiviteiten die Verwerker ten behoeve van een Onderwijsinstelling verricht. 5. Onderwijsinstelling en Verwerker verstrekken elkaar over en weer alle benodigde informatie teneinde een goede naleving van de Toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de Verwerking van Persoonsgegevens mogelijk te maken.

  • VGZ Rotterdampakket Compact VGZ Rotterdampakket maximaal € 100 per kalenderjaar maximaal € 300 per kalenderjaar

  • Verwarmingsinstallatie Voor de berekening van de capaciteit van de centrale verwarmingsinstallatie gelden de berekeningsgrondslagen conform het normblad, dat op dit werk van toepassing is. De woning is voorzien van een warmtepomp installatie, deze is geplaatst in de installatiezone van uw woning. Nabij de warmtepomp installatie wordt een expansievat gemonteerd. Ten behoeve van de warmtepomp worden er op het perceel leidingen in de grond geboord. Deze leidingen zijn in staat om de ‘warmte’ uit de grond op te nemen en te transporteren naar de warmtepomp. Via een ingenieus systeem zorgt de warmtepomp ervoor dat de centrale verwarming de woning kan verwarmen, en dat er warm tapwater ter beschikking is. De centrale verwarmingsinstallatie wordt in de gehele woning uitgevoerd als lage temperatuur vloerverwarming. In de badkamer wordt een elektrische handdoekradiator geplaatst. De temperatuurregeling vindt plaats door middel van een kamerthermostaat in de woonkamer. De slaapkamers worden eveneens voorzien van een thermostaat. De elektrische radiator in de badkamer kan bedient worden via een opgebouwde temperatuur regeling. De centrale verwarmingsleidingen worden uitgevoerd in kunststof buis weggewerkt in de afwerkvloer, met uitzonderingen ter plaatse van de verdelers. De verdelers worden voorzien van een prefab omkasting, met uitzondering van de verdeler(s) in de trapkast/technische ruimte op de begane grond en de verdeler op zolder. Bij gelijktijdig functioneren van alle verwarmingsgroepen en bij gesloten ramen en deuren worden de volgende temperaturen gegarandeerd: • Woonkamer / eetkamer en keuken: 20 oC • Slaapkamer: 20 oC • Badkamer: 22 oC • Entree / hal / toilet: 15 oC • Zolder 15 oC Bij toepassing van vloerverwarming is de vloerafwerking een aandachtspunt. Veelal wordt gedacht dat bij gebruik van vloerverwarming uitsluitend gebruik gemaakt kan worden van een steenachtige vloerafwerking. Alhoewel een steenachtige vloerafwerking de meest optimale warmteafgifte garandeert, zijn houten en textiele vloerafwerkingen (zoals parket, kurk, bamboe, linoleum en tapijt) uitstekend mogelijk indien de Rc waarde van de afwerking (inclusief onderlaag) kleiner of gelijk is aan 0,05 m2K/W. Vraag hiervoor advies bij uw vloerenleverancier. Ten aanzien van de laag temperatuur vloerverwarming heeft Woningborg ermee ingestemd dat bij de berekeningen van de capaciteit van de verwarmingsinstallatie geen rekening is gehouden met een opwarmtijd bij een nacht verlaging. Laag temperatuur vloerverwarming is een continue verwarming en hoeft (’s nachts) niet lager te worden ingesteld. Bij oplevering van de woning ontvangt u een gebruikers instructie.

  • Bijdrage 1. De werkgever is verplicht – afhankelijk van het loonbetalingstijdsvak – maandelijks dan wel vierwekelijks een door de Stichting PAWW vastgestelde bijdrage in te houden op het loon van de werknemers en af te dragen aan de Stichting PAWW. Ten aanzien van de afdracht aan de Stichting PAWW kan de Stichting PAWW afwijken van de termijn van een maand of vier weken, indien zij dit gezien de specifieke omstandigheden aan de orde acht. 2. De bijdrage bedraagt maximaal 0,75% van het loon. Het percentage van de bijdrage wordt jaarlijks vóór 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin deze bijdrage zal gelden vastgesteld door de Stichting PAWW. De Stichting PAWW informeert de betreffende werkgevers schriftelijk of elektronisch vóór 1 november van het lopende kalenderjaar over het besluit ten aanzien van het in het daaropvolgende jaar vastgestelde percentage. De werkgever meldt dit percentage vóór 1 december van het lopende kalenderjaar schriftelijk of elektronisch aan zijn werknemers. Bij die mededeling wordt het besluit van de Stichting PAWW gevoegd. Nieuwe werknemers ontvangen deze informatie – schriftelijk of elektronisch – uiterlijk op de dag van indiensttreding. De Stichting PAWW vermeldt het percentage van de bijdrage tevens op de website van de Stichting PAWW, uiterlijk op 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor dit percentage zal gelden. 3. De bijdrage komt volledig voor rekening van de werknemer. De verplichting van de werknemer om bij te dragen geldt alleen wanneer daaraan een algemeen verbindend verklaarde cao Private Aanvulling WW en WGA ten grondslag ligt. 4. Er wordt geen bijdrage ingehouden op het loon van de werknemer met ingang van de eerste dag van de maand waarin de werknemer de voor hem geldende AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, zijnde de pensioengerechtigde leeftijd als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.

  • Slijtage Wij vergoeden geen schade die is ontstaan door normaal gebruik van de oldtimer. Zoals roest, slijtage, verkleuring, veroudering, vervorming, verrotting en chemische aantasting. Sleutels en of kentekenbewijs in oldtimer achtergelaten

  • Dekkingsperiode De dekking van het contract heeft uitwerking voor schade overkomen tijdens de periode waarin zij van kracht is.

  • Loondoorbetaling bij ziekte 5.1.1 Voor werknemers die ziek zijn geworden geldt in beginsel een loondoorbetalingsplicht van twee jaar. Tijdens het eerste jaar van ziekte betaalt de werkgever aan de zieke werknemer 100 procent van het laatstverdiende brutoloon dat aan de werknemer zou zijn uitbetaald, indien de werknemer niet ziek zou zijn. Tijdens het tweede ziektejaar betaalt de werkgever aan de zieke werknemer 70 procent van het totale laatstverdiende brutoloon. 5.1.2 Bij succesvolle re-integratie in het tweede ziektejaar ontvangt de werknemer met terugwerkende kracht over de periode dat de werknemer inspanning heeft verricht voor de re-integratie een aanvulling in het tweede ziektejaar van 20 procent van het laatstverdiende brutoloon. Er is sprake van een succesvolle re-integratie als de werknemer twee maanden gere-integreerd is tegen minimaal 50 procent van het brutoloon. De peildatum voor de bepaling van de hoogte van het brutoloon is de laatste dag van het eerste ziektejaar. 5.1.3 Als het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) oordeelt dat de werkgever zich onvoldoende heeft ingespannen om de werknemer te re-integreren of het re-integratieverslag niet tijdig heeft ingediend, kan de loondoorbetalingsverplichting worden verlengd met maximaal een jaar. Gedurende deze verlengde periode vult de werkgever het wettelijk verplichte brutoloon van 70 procent uit artikel 7:629 BW aan tot 100 procent van het brutoloon. 5.1.4 De werkgever kan het doorbetalen van brutoloon bij ziekte opschorten, zolang de werknemer de controlevoorschriften van de werkgever en/of arbodienst niet of onvoldoende naleeft of onvoldoende meewerkt aan zijn re-integratie of weigert passende arbeid te verrichten. 5.1.5 Als het UWV instemt met een gezamenlijk verzoek van de werkgever en werknemer om de wachttijd voor de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) te verlengen, zal de werkgever 100 procent van het brutoloon van de werknemer doorbetalen voor een periode van maximaal vier maanden.

  • Uitkering bij overlijden 1. De werkgever dient na het overlijden van een werknemer aan de nabestaanden een uitkering te verstrekken. 2. De uitkering wordt verstrekt over de periode vanaf de dag van overlijden tot en met de laatste dag van de 2e maand na die, waarin het overlijden plaatsvond. 3. De uitkering moet worden berekend naar het laatst verdiende brutoloon dat de werknemer toekwam. 4. De nabestaanden zijn: a. De langstlevende van de echtgenoten van wie de werknemer niet duurzaam gescheiden leefde danwel degene met wie de werknemer ongehuwd samenleefde.3 b. Bij ontbreken van de onder a. bedoelde persoon, de minderjarige wettige of erkende natuurlijke kinderen. c. Bij ontbreken van de onder a en b bedoelde personen degenen ten aanzien van wie de overledene grotendeels in de kosten van het bestaan voorzag en met wie hij in gezinsverband leefde. 4 5. De uitkering mag alleen worden verminderd met de overlijdensuitkering welke de nabestaanden van de WAO/WIA ontvangen.

  • Normale arbeidsduur De normale arbeidsduur is voor een werknemer: a. als hij 18 jaar of ouder is, 40 uur per week of 9 uur per dag; b. als hij jonger is dan 18 jaar, 40 uur per week of 8 uur per dag; Bovengenoemde arbeidsduur geldt ook voor leerlingen. Hierin zijn dan begrepen de uren, waarop geen arbeid wordt verricht maar in plaats daarvan schoolbezoek in het kader van het leerlingstelsel (volledige schooldag is 8 uur) plaatsvindt.