Erkende opleiding Voorbeeldclausules

Erkende opleiding opleiding waarvan het bestuur overeenkomstig artikel 2 van het huishoudelijk reglement heeft vastgesteld dat deze voor een vergoeding voor werknemer en/of werkgever in aanmerking komen;
Erkende opleiding. 1. Een scholingsinstelling of werkgever die opleidingen verzorgt voor werknemers kan het bestuur verzoeken een of meerdere opleidingen aan te merken als erkende opleiding(en); 2. Een verzoek als bedoeld in lid 1 dient te worden aangevraagd door inzending van formulieren waarvan de modellen door het bestuur zijn vastgesteld, onder bijvoeging van de naar het oordeel van het bestuur benodigde stukken. 3. Op basis van een aanvraag als bedoeld in lid 2 neemt het bestuur uiterlijk binnen twee maanden een beslissing. Deze termijn kan eenmaal met twee maanden worden verlengd. 4. Heeft het bestuur binnen deze termijn geen beslissing genomen, respectievelijk niet op andere wijze deze aanvraag behandeld, dan kan deze worden beschouwd als te zijn afgewezen. 5. Bij de beslissing zal het bestuur o.m. de aard, duur, kwaliteit en kosten van de opleiding en de doelgroep waarop de opleiding zich richt in beschouwing nemen. 6. Van de beslissing zal de aanvrager schriftelijk in kennis worden gesteld. 7. Indien het bestuur het verzoek geheel of gedeeltelijk honoreert, zijn lid 3 en lid 4 van artikel 2 van toepassing.
Erkende opleiding. Als erkende opleidingen zijn aangemerkt: De Basisopleiding Wasserijen en de cursussen ‘Procestechniek’, ‘Detacheren’, ‘Textielwarenkennis’, ‘Persen en strijken’, ‘PER en KWL’, 'Natreiniging', ‘Code van de Textielreiniger’, 'Nederlands op de werkvloer, 'Vakbekwaamheid chauffeur', 'Casemanagement bij verzuim en re-integratie' en Verzuimgesprekken voeren' verzorgd door de Stichting Trainingscentrum Textielverzorging gevestigd te ‘s-Gravenzande (verder te noemen: TCT).

Related to Erkende opleiding

  • Belangrijke opmerking Het volgende model werd opgesteld door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in uitvoering van artikel 218, § 4 van de Brusselse Huisvestingscode. Het is een indicatief model en het is dus niet verplicht voor de partijen, die voor een ander model kunnen kiezen. Om de partijen bij te staan en voor de volledigheid omvat het niet alleen de clausules uit de huisvestingscode, maar ook andere bepalingen die in de praktijk welbekend zijn en betrekking hebben op onderwerpen die niet gereglementeerd zijn. Om een duidelijk onderscheid te maken tussen de clausules die door een wettekst worden geregeld en de clausules die louter indicatief zijn en de partijen naar eigen goeddunken kunnen wijzigen, zijn die laatste in de tekst in grijstinten aangegeven. Wanneer het model voor de partijen verschillende opties voorziet over hetzelfde onderwerp, wordt de keuze aangegeven met selectievakjes (□) om aan te kruisen. De partijen kunnen voor aanvullende informatie in verband met de huurovereenkomst de verklarende bijlage raadplegen, die is bijgevoegd.

  • Inleidende bepalingen a. De geldende bepalingen van de Voorwaarden maken deel uit van deze mantelovereenkomst en vormen daarmee één geheel. De Voorwaarden gelden voor zover hier in de mantelovereenkomst daarvan niet wordt afgeweken; b. De bepalingen in onderhavige mantelovereenkomst prevaleren boven de Voorwaarden WGA-gat Uitgebreid; de polisvoorwaarden zijn op aanvraag beschikbaar bij Schouten Zekerheid en het secretariaat van CAO-partijen; aan een eventuele toelichting bij de polis kunnen geen rechten worden ontleend; de tekst van deze mantelovereenkomst wordt opgenomen in de CAO. c. In de polis voor de Werkgever is een bepaling opgenomen, waardoor de condities van deze mantelovereenkomst ook op die overeenkomst van toepassing is, inclusief het recht op beëindiging bij wijziging van deze mantelovereenkomst.

  • Opleiding A. Voor optimale vakbekwaamheid en optimale ontwikkeling van de werknemer is een vakopleiding van groot belang. Daarom zijn verschillende vakopleidingen verplicht alvorens geplaatst te kunnen worden in een bepaalde functiegroep. De kosten voor verplichte vakopleidingen worden gedragen door de werkgever. B. Wanneer bij een nieuwe arbeidsovereenkomst met een werknemer is overeengekomen dat deze het diploma ‘Verkoop in de drogisterij’ dient te halen, is de werkgever verplicht deze cursus, op zijn kosten, uiterlijk direct aansluitend aan de proeftijd aan te bieden. C. Werkgever is verplicht een werknemer vanaf functiegroep 2 bij gebleken ambitie en geschiktheid en op haar verzoek, de opleiding Assistent-Drogist alsmede de opleiding voor het Vakdiploma Drogist op zijn kosten te laten volgen.. D. De werknemer die bij indiensttreding wordt ingedeeld in functiegroep 1, wordt na twaalf maanden, of direct nadat zij het diploma ‘Verkoop in de Drogisterij’ heeft behaald, ingedeeld in functiegroep 2. De werkgever kan hier slechts in twee gevallen van afwijken: - als de werknemer onvoldoende functioneert. In dit geval zal de werkgever dit grondig gemotiveerd schriftelijk aan de werknemer mededelen. - als de werknemer niet als (aankomend) verkoopmedewerkster binnen het bedrijf actief is en andere werkzaamheden dan verkoop verricht. Tabel: diplomavereisten Verkoop in de Drogisterij 2 Assistent-Drogist 3, 4 Vakdiploma Drogist 5, 6

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. 2. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in de nacht (meer dan 1 uur tussen 00.00 en 06.00 uur). Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. Bestaande afspraken gemaakt met werknemers die voorheen onder de CAO Goederenvervoer Nederland vielen, worden gerespecteerd. 3. Teneinde bij te dragen aan de duurzame inzetbaarheid van werknemers en die werknemers meer inzicht te geven daarin zal het Sectorinstituut Transport en Logistiek het gebruik van employability- en loopbaanscans en een vitaliteitsprogramma nader promoten. Werknemers kunnen 1x per 3 jaar gebruik maken van deze instrumenten.

  • Bedrijfshulpverlening Medewerkers die op verzoek van de werkgever naast hun werkzaamheden tevens bedrijfshulpverlener (BHV-er) zijn, krijgen hiervoor een vergoeding van maximaal € 75,- bruto/jaar bij het behalen of het verlengen van het certificaat.

  • Opleidingen 1 KPN onderscheidt drie aanleidingen voor het volgen van een opleiding: a. de opleiding is nodig voor de uitoefening van je functie; b. de opleiding is nodig om je om te scholen naar een andere functie in een groeidomein binnen KPN; c. de opleiding vergroot je inzetbaarheid en heeft niet direct een bedrijfsbelang; deze opleiding kies je zelf. 2 Een functieopleiding, zoals genoemd in lid 1 sub a, is een opleiding die nodig is voor de uitoefening van je functie. Opleidingsresultaten moeten direct in praktijk kunnen worden gebracht. Bij de keuze van je opleiding wordt rekening gehouden met - de functiebeschrijving, en; - je aanwezige kennis en vaardigheden. KPN betaalt de functieopleiding, je volgt deze in werktijd. 3 Een omscholingsopleiding, zoals genoemd in lid 1 sub b, is een opleiding om je in staat te stellen een andere functie in een groeidomein binnen KPN te gaan vervullen. Deze opleiding wordt in overleg met je manager vastgesteld. Van een omscholingsopleiding kan pas sprake zijn als jij en KPN samen de intentie hebben dat je gaat werken in dit groeidomein binnen KPN na afronding van de opleiding. In dat geval worden de kosten van deze omscholing door KPN vergoed en volg je deze opleiding in werktijd. 4 Een opleiding ten behoeve van je inzetbaarheid, zoals genoemd in lid 1 sub c, kun je onder andere kiezen uit de opleidingen die in KPN Academy staan vermeld. Als de opleiding niet in KPN Academy staat, kun je daar een ‘Aanvraag Buiten Catalogus’ voor doen. KPN Academy toetst je aanvraag aan een aantal voorwaarden. Meer informatie hierover vind je op TeamKPN. 5 Als een opleiding ten behoeve van je inzetbaarheid meer kost dan je Inzetbaarheidbudget toelaat, kan je manager beslissen het deel boven het beschikbare Inzetbaarheidbudget door KPN te laten betalen. 6 Ongeacht de hoogte van het bedrag dat jouw manager boven het Inzetbaarheidbudget voor jouw opleiding betaalt, geldt dat wanneer je stopt je met de betreffende opleiding voordat je die hebt afgerond en dit aan jou te wijten is, je het door KPN betaalde aanvullende deel terugbetaalt.

  • VERKLARENDE WOORDENLIJST Begrippen en afkortingen in dit Informatiememorandum die beginnen met een hoofdletter hebben de betekenis die daaraan is gegeven in Artikel 1: Definities van de Obligatievoorwaarden zoals opgenomen in Bijlage 1.

  • Aanvullende begripsomschrijvingen In deze Bijzondere Voorwaarden verstaan wij onder:

  • Onmiddellijke opeisbaarheid U moet aan uw verplichtingen voldoen. Als u dit niet doet, kunnen wij al onze vorderingen op u meteen opeisbaar maken. a. Wij mogen dan al onze vorderingen op u meteen opeisbaar maken, dus ook de vorderingen uit een overeenkomst die u wel correct nakomt. Wij maken van dit recht geen gebruik als uw verzuim van weinig betekenis is en houden ons aan onze zorgplicht zoals genoemd in artikel 2 lid 1 ABV. Wij geven een voorbeeld: Stel u heeft bij ons een betaalrekening waarop u volgens de afspraken met ons maximaal € 500,- rood mag staan terwijl u een keer € 900,- rood staat. U heeft dan een niet toegestaan tekort van € 400,- op uw betaalrekening. Als u daarnaast een woningfinanciering bij ons heeft, is dit tekort geen voldoende reden om uw woningfinanciering op te eisen. U moet dan natuurlijk wel aan al uw verplichtingen uit de woningfinanciering voldoen en het tekort snel aanzuiveren. b. Als wij onze vorderingen opeisbaar maken, doen wij dat door een verklaring. Wij vertellen u daarin waarom wij dat doen.

  • Thuisblijven De werknemer dient thuis te blijven tot het moment dat door of namens de werkgever contact is opgenomen (telefonisch, dan wel d.m.v. een bezoek), echter maximaal gedurende vijf dagen. De werknemer mag alleen van huis gaan voor een bezoek aan een arts of om zijn werkzaamheden te hervatten. Na het eerste controlebezoek, of na vijf dagen, dient de werknemer gedurende drie weken ’s morgens tot 10.00 uur en ’s middags tussen 12.00 en 14.30 uur thuis te zijn, tenzij de bedrijfsarts toestemming geeft om van huis te gaan. De werknemer dient er rekening mee te houden dat namens de werkgever contact kan worden opgenomen door een door hem ingeschakelde Arbodienstverlener. Dit contact kan bestaan uit een uitnodiging op het spreekuur te verschijnen, dan wel uit een bezoek van of telefonisch gesprek met de bedrijfsarts/ bedrijfsverpleegkundige.