Fusiegedragsregels. 1. Dit artikel is van toepassing op werkgevers die betrokken zijn bij een fusie die personele gevolgen met zich meebrengt. Met fusie wordt gelijkgesteld elke vorm van overdracht van zeggenschap over een (deel van een) onderneming aan een andere rechtspersoon. 2. De werkgever die het voornemen heeft tot fusie over te gaan en hiertoe concrete plannen ontwikkelt moet dit melden aan de werknemersorganisaties, partij bij deze CAO. De werkgever maakt daarbij melding van de rechtsvorm van de betrokken ondernemingen, de vestigingsplaats, de omvang en samenstelling van de personeelsbestanden en de motieven voor het streven naar een fusie. Met betrekking tot deze melding geldt voor de werknemersorganisaties een geheimhoudingsplicht zolang de OR of PVT van de fusieplannen nog niet op de hoogte is gesteld. Deze geheimhoudingsplicht geldt niet meer zodra de OR of PVT zonder geheimhoudingsplicht is geïnformeerd door de werkgever, of indien blijkt dat de werknemers op andere wijze bekend zijn geworden met de fusieplannen. De werkgever verstrekt desgevraagd nadere informatie aan de werknemersorganisaties en houdt deze op de hoogte van de contacten die hij over de voorgenomen fusie met andere werkgevers heeft gelegd. 3. Zodra duidelijk is welke werkgevers de potentiële fusiepartners zijn wordt een fusie-overlegorgaan (FOO) ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van de werkgevers en van de werknemersorganisaties. 4. In het FOO worden afspraken gemaakt over het tijdstip waarop met de betrokken ondernemingsraden het overleg zal worden gevoerd en over het tijdstip en de wijze waarop de werknemers zullen worden ingelicht. In het FOO wordt overleg gevoerd over de arbeidsrechtelijke positie van de werknemers, de rechtspositieregeling van de nieuwe rechtspersoon en de rechtspositie gedurende de overgangssituatie, over de werkgelegenheid, de arbeidsomstandigheden en de personeelsopbouw, over de wijze waarop het bestuur wordt samengesteld en de wijze waarop de medezeggenschap is geregeld in de periode dat een nieuwe OR of PVT nog niet is gekozen. Uitgangspunt bij het overleg is dat er geen achteruitgang in de rechtspositie van de werknemers en geen gedwongen ontslagen plaatsvinden, tenzij zodanige ontslagen onontkoombaar zijn. Voordat een definitief besluit over het aangaan van een fusie wordt genomen moet in het FOO het overleg afgerond zijn over de hiervoor genoemde onderwerpen. 5. Als de besprekingen in het FOO leiden tot afspraken over de rechten van de werknemers van de bij de fusie betrokken ondernemingen worden deze afspraken in een sociaal plan vastgelegd. 6. Zodra de nieuwe rechtspersoon bestaat wordt op de kortst mogelijke termijn een OR of PVT ingesteld. Zolang dat niet gebeurd is voeren de gezamenlijke bestaande ondernemingsraden of personeelsvertegenwoordigingen het overleg met de vertegenwoordiger van de nieuwe rechtspersoon. 7. Het FOO ziet toe op het naleven van de gemaakte afspraken en wordt daartoe voortdurend op de hoogte gehouden van de voortgang van het in het kader van de WOR plaatsvindende overleg. Als de gang van zaken bij de totstandkoming van de feitelijke fusie daar aanleiding toe geeft kan het FOO zijn besprekingen op verzoek van elk der leden hervatten om tot wijziging of aanvulling te komen van de gemaakte afspraken. Het FOO kan slechts worden opgeheven nadat daarover tussen de in dit orgaan vertegenwoordigde werkgevers en werknemersorganisaties overeenstemming is bereikt.
Appears in 2 contracts
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst
Fusiegedragsregels. (Tot het tijdstip waarop het ,,SER-besluit Fusiegedragsregels 2000 ter bescherming van de belangen van de werknemers’’ (de SER-fusiecode) in werking zal treden)
1. Dit artikel is van toepassing op werkgevers die betrokken zijn bij een fusie die personele gevolgen met zich meebrengt. Met fusie wordt gelijkgesteld elke vorm van overdracht van zeggenschap zeggen- schap over een (deel van een) onderneming instelling aan een andere rechtspersoonrechtsper- soon.
2. De Indien een werkgever die het voornemen heeft tot fusie over te gaan en hiertoe concrete plannen ontwikkelt moet ontwikkelt, dient hij dit te melden aan de werknemersorganisaties, partij bij deze CAO. De werkgever maakt daarbij Daarbij wordt melding gemaakt van de rechtsvorm fuserende instellingen (oude werkgevers) en de naam van de betrokken ondernemingen, de vestigingsplaats, de omvang en samenstelling van de personeelsbestanden en de motieven voor het streven naar een fusie. Met betrekking tot deze melding geldt voor de werknemersorganisaties een geheimhoudingsplicht zolang de OR of PVT van de fusieplannen nog niet op de hoogte is gesteld. Deze geheimhoudingsplicht geldt niet meer zodra de OR of PVT zonder geheimhoudingsplicht is geïnformeerd door de nieuwe werkgever, of indien blijkt dat de werknemers op andere wijze bekend zijn geworden met de fusieplannen. De werkgever verstrekt desgevraagd nadere informatie aan de werknemersorganisaties en houdt deze op de hoogte van de contacten die hij over de voorgenomen fusie met andere werkgevers heeft gelegd.
3. Zodra duidelijk is welke werkgevers Het bestuur van een betrokken instelling voert overleg met de potentiële fusiepartners werk- nemersorganisaties over zijn fusieplannen en verstrekt daaromtrent desgevraagd nadere informatie. Met name wordt een fusie-overlegorgaan (FOO) ingesteldoverleg gevoerd met betrekking tot de rechtsposi- tie, bestaande uit vertegenwoordigers arbeidsomstandigheden en medezeggenschap van de werkgevers en van de werknemersorganisatiesbetrokken werknemers.
4. In het FOO worden afspraken gemaakt over het tijdstip waarop met de betrokken ondernemingsraden het overleg zal worden gevoerd en over het tijdstip en de wijze waarop de werknemers zullen worden ingelicht. In het FOO wordt overleg gevoerd over de arbeidsrechtelijke positie van de werknemers, de rechtspositieregeling van de nieuwe rechtspersoon en de rechtspositie gedurende de overgangssituatie, over de werkgelegenheid, de arbeidsomstandigheden en de personeelsopbouw, over de wijze waarop het bestuur wordt samengesteld en de wijze waarop de medezeggenschap is geregeld in de periode dat een nieuwe OR of PVT nog niet is gekozen. Uitgangspunt bij het dit overleg is is, dat er geen achteruitgang in de rechtspositie van de werknemers het zittend personeel mag plaatsvinden, dat geen arbeidsplaatsen verloren mogen gaan en dat geen gedwongen ontslagen ontsla- gen mogen plaatsvinden, tenzij zodanige ontslagen onontkoombaar zijn. Voordat een definitief besluit over het aangaan van een fusie wordt genomen moet in het FOO het overleg afgerond zijn over de hiervoor genoemde onderwerpen.
5. Als Indien de besprekingen in het FOO fusie-overlegorgaan leiden tot afspraken over afspra- ken inzake de rechten van de werknemers van de bij de fusie betrokken ondernemingen worden deze afspraken in een overeenkomst, in de vorm van een sociaal plan plan, vastgelegd.
6. Zodra de nieuwe rechtspersoon bestaat wordt op de kortst mogelijke termijn een OR of PVT ingesteld. Zolang dat niet gebeurd is voeren de gezamenlijke bestaande ondernemingsraden of personeelsvertegenwoordigingen het overleg met de vertegenwoordiger van de nieuwe rechtspersoon.
7. Het FOO ziet toe op het naleven van de gemaakte afspraken en wordt daartoe voortdurend op de hoogte gehouden van de voortgang van het in het kader van de WOR plaatsvindende overleg. Als de gang van zaken bij de totstandkoming van de feitelijke fusie daar aanleiding toe geeft kan het FOO zijn besprekingen op verzoek van elk der leden hervatten om tot wijziging of aanvulling te komen van de gemaakte afspraken. Het FOO kan slechts worden opgeheven nadat daarover tussen de in dit orgaan vertegenwoordigde werkgevers en werknemersorganisaties overeenstemming is bereikt.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)
Fusiegedragsregels. 1. Dit artikel is van toepassing op werkgevers die betrokken zijn bij een fusie die personele gevolgen met zich meebrengt. Met fusie wordt gelijkgesteld elke vorm van overdracht van zeggenschap over een (deel van een) onderneming aan een andere rechtspersoon.
2. De werkgever die het voornemen heeft tot fusie over te gaan en hiertoe hier- toe concrete plannen ontwikkelt moet ontwikkelt, dient dit te melden aan de werknemersorganisatieswerk- nemersorganisaties, partij bij deze CAO. De werkgever Hij maakt daarbij tevens melding van de rechtsvorm van de betrokken ondernemingen, de vestigingsplaats, de omvang en samenstelling van de personeelsbestanden personeelsbe- standen en de motieven voor het streven naar een fusie. Met betrekking betrek- king tot deze melding geldt voor de werknemersorganisaties een geheimhoudingsplicht zolang de OR of PVT van de fusieplannen nog niet op de hoogte is gesteld. Deze geheimhoudingsplicht geldt niet meer zodra de OR of PVT zonder geheimhoudingsplicht is geïnformeerd geïn- formeerd door de werkgever, of indien blijkt dat de werknemers op andere wijze bekend zijn geworden met de fusieplannen. De werkgever verstrekt desgevraagd nadere informatie aan de werknemersorganisaties werk- nemersorganisaties en houdt deze op de hoogte van de contacten die hij over de voorgenomen fusie met andere werkgevers heeft gelegd.
3. Zodra duidelijk is welke werkgevers de potentiële fusiepartners zijn zijn, wordt een fusie-overlegorgaan (FOO) ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van vertegenwoor- digers van de werkgevers en van de werknemersorganisaties.
4. In het FOO worden afspraken gemaakt over het tijdstip waarop met de betrokken ondernemingsraden het overleg zal worden gevoerd en over het tijdstip en de wijze waarop de werknemers zullen worden ingelicht. In het FOO wordt overleg gevoerd over de arbeidsrechtelijke positie van de werknemers, de rechtspositieregeling van de nieuwe rechtspersoon rechts- perso(o)n(en) en de rechtspositie gedurende de overgangssituatie, over de werkgelegenheid, de arbeidsomstandigheden en de personeelsopbouwpersoneel- sopbouw, over de wijze waarop het bestuur wordt samengesteld en de wijze waarop de medezeggenschap is geregeld in de periode dat een nieuwe OR of PVT nog niet is gekozen. Uitgangspunt bij het overleg is dat er geen achteruitgang in de rechtspositie van de werknemers en geen gedwongen ontslagen plaatsvinden, tenzij zodanige ontslagen onontkoombaar zijn. Voordat een definitief besluit over het aangaan van een fusie wordt genomen genomen, moet in het FOO het overleg afgerond zijn over de hiervoor hier- voor genoemde onderwerpen.
5. Als de besprekingen in het FOO leiden tot afspraken over de rechten van de werknemers van de bij de fusie betrokken ondernemingen worden deze afspraken in een sociaal plan vastgelegd.
6. Zodra de nieuwe rechtspersoon bestaat wordt op de kortst mogelijke termijn een OR of PVT ingesteld. Zolang dat niet gebeurd is voeren de gezamenlijke bestaande ondernemingsraden of personeelsvertegenwoordigingen het overleg met de vertegenwoordiger van de nieuwe rechtspersoon.
7. Het FOO ziet toe op het naleven van de gemaakte afspraken en wordt daartoe voortdurend op de hoogte gehouden van de voortgang van het in het kader van de WOR plaatsvindende overleg. Als de gang van zaken bij de totstandkoming van de feitelijke fusie daar aanleiding toe geeft kan het FOO zijn besprekingen op verzoek van elk der leden hervatten om tot wijziging of aanvulling te komen van de gemaakte afspraken. Het FOO kan slechts worden opgeheven nadat daarover tussen de in dit orgaan vertegenwoordigde werkgevers en werknemersorganisaties overeenstemming is bereikt.
Appears in 1 contract
Fusiegedragsregels. 1. Dit Het bepaalde in dit artikel is van toepassing op werkgevers instellingen die betrokken zijn bij een voorgenomen fusie die personele gevolgen met zich meebrengtmeebrengt en waarbij in de regel:
a. 35 of meer werknemers op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam zijn; dan wel
b. minder dan 35 werknemers op basis van een arbeidsovereen- komst werkzaam zijn van wie één of meer lid is (zijn) van een werknemersorganisatie, partij bij deze CAO.
2. Met In het kader van dit artikel wordt met fusie wordt gelijkgesteld elke vorm van overdracht van zeggenschap over een (deel van een) onderneming instelling aan een andere rechtspersoon.
2. De a. Indien een werkgever die het voornemen heeft tot fusie over te gaan en hiertoe concrete plannen ontwikkelt moet ontwikkelt, dient hij dit te melden aan de werknemersorganisaties, partij bij deze CAO. De werkgever maakt .
b. Hij dient daarbij melding van te maken van: – de rechtsvorm van de betrokken ondernemingen, instellingen; – de vestigingsplaats, aard en de vestigingsplaats van de betrokken instellingen; – de omvang en samenstelling van de personeelsbestanden en personeelsbestanden; – de motieven voor het streven naar een fusie. Met betrekking tot deze melding geldt voor .
c. Deze informatie aan de werknemersorganisaties een wordt verstrekt onder geheimhoudingsplicht zolang de OR of PVT ondernemingsraad van de fusieplannen plannen tot fusie nog niet op de hoogte is gesteld. Deze geheimhoudingsplicht geldt niet meer zodra wordt opgeheven op het moment dat de OR of PVT zonder geheimhoudingsplicht ondernemingsraad geïnformeerd is geïnformeerd door de werkgever, of indien dan wel dat blijkt dat de betrokken werknemers op andere wijze bekend zijn geworden met het voornemen van (het bestuur van) de fusieplannen. instelling om tot fusie over te gaan.
d. Het bestuur van een betrokken instelling voert desgevraagd be- sprekingen met de werknemersorganisaties over zijn fusieplannen en verstrekt daaromtrent desgevraagd nadere informatie.
e. De werkgever verstrekt desgevraagd nadere informatie aan houdt de werknemersorganisaties en houdt deze voortdurend op de hoogte van de ontwikkeling van de contacten die welke hij over ter zake van de voorgenomen fusie met andere werkgevers heeft gelegd.
3. a. Zodra duidelijk is welke werkgevers de potentiële fusiepartners zijn zijn, wordt een fusie-overlegorgaan (FOO) ingesteld, bestaande uit door deze werkgevers aangewezen vertegenwoordigers enerzijds en vertegenwoordigers van de werkgevers werknemersorganisaties anderzijds. In dit fusie-overlegorgaan wordt overleg gevoerd met betrekking tot de rechtspositie, arbeidsomstandigheden en medezeggenschap van de werknemersorganisatiesbetrokken werknemers. Zodra de zeggenschap over de fuserende instellingen dan wel een gedeelte daarvan geheel of gedeeltelijk is overgedragen aan een nieuwe rechtspersoon dient deze rechtspersoon in het fusie- overlegorgaan vertegenwoordigd te zijn.
4. b. Werknemers welke in dienst zijn van een bij de fusie betrokken instelling kunnen door de werknemersorganisaties niet als verte- genwoordiger in het fusie-overlegorgaan worden aangewezen.
c. Alvorens een definitief besluit over het aangaan van een fusie wordt genomen, moet in dit orgaan het overleg afgerond zijn over: – de arbeidsrechtelijke positie van de werknemers, met name indien een B 3-instelling of een overheidsinstelling bij de fusie betrokken is; – de rechtspositieregeling van de nieuwe rechtspersoon en re- gels met betrekking tot de rechtspositie gedurende de overgangssituatie; – de werkgelegenheid, de arbeidsomstandigheden en de personeelsopbouw; – de wijze waarop het bestuur wordt samengesteld; – de wijze waarop de medezeggenschap is geregeld in de pe- riode dat een nieuwe ondernemingsraad nog niet is gekozen.
d. Uitgangspunt bij het sub c bedoelde overleg is dat er geen ach- teruitgang in de rechtspositie van de zittende werknemers van de bij de fusie betrokken instellingen alsmede geen gedwongen ont- slagen plaatsvinden.
e. In het FOO overlegorgaan worden afspraken gemaakt over het tijdstip waarop met de betrokken ondernemingsraden het krachtens de WOR vereiste overleg zal worden gevoerd en alsmede over het tijdstip tijd- stip en de wijze waarop de werknemers zullen worden ingelicht. In het FOO wordt overleg gevoerd over de arbeidsrechtelijke positie van de werknemers, de rechtspositieregeling van de nieuwe rechtspersoon en de rechtspositie gedurende de overgangssituatie, over de werkgelegenheid, de arbeidsomstandigheden en de personeelsopbouw, over de wijze waarop het bestuur wordt samengesteld en de wijze waarop de medezeggenschap is geregeld in de periode dat een nieuwe OR of PVT nog niet is gekozen. Uitgangspunt bij het overleg is dat er geen achteruitgang in de rechtspositie van de werknemers en geen gedwongen ontslagen plaatsvinden, tenzij zodanige ontslagen onontkoombaar zijn. Voordat een definitief besluit over het aangaan van een fusie wordt genomen moet in het FOO het overleg afgerond zijn over de hiervoor genoemde onderwerpen.
5. Als a. Wanneer de besprekingen in het FOO in lid 4 sub a bedoelde fusie- 26 overlegorgaan over de in lid 4 sub c genoemde onderwerpen zijn afgerond wordt/worden het gezamenlijke standpunt dan wel de verschillende standpunten over de in lid 4 sub c genoemde onder- werpen schriftelijk vastgelegd en meegezonden naar het in de WOR voorgeschreven overleg, waar de verdere totstandkoming van de feitelijke fusie geregeld wordt.
b. Indien de besprekingen in het fusie-overlegorgaan leiden tot afspraken over de rechten van de werknemers van de bij de fusie betrokken ondernemingen instellingen worden deze afspraken in een overeen- komst, in de vorm van een sociaal plan plan, vastgelegd.
6. c. Zodra de nieuwe rechtspersoon bestaat wordt bestaat, dient op de kortst mogelijke moge- lijke termijn op grond van de WOR een OR of PVT vertegenwoordiging van alle in de door de nieuwe rechtspersoon in stand gehouden instel- ling(en) werkzame personen te worden ingesteld. Zolang dat niet gebeurd is voeren de gezamenlijke bestaande ondernemingsraden of personeelsvertegenwoordigingen als zodanig het overleg met de vertegenwoordiger van de nieuwe rechtspersoon.
7. a. Het FOO fusie-overlegorgaan genoemd in lid 4 sub a ziet toe op het naleven nale- ving van de in dat orgaan gemaakte afspraken en wordt daartoe voortdurend op de hoogte gehouden van de voortgang van het in het kader van de WOR plaatsvindende lid 5 sub a bedoelde WOR-overleg. .
b. Als de gang van zaken bij de totstandkoming van de feitelijke fusie daar aanleiding toe geeft geeft, kan het FOO fusie-overlegorgaan zijn besprekingen op verzoek van elk der leden hervatten om tot wijziging of dan wel aanvulling te komen van de gemaakte afsprakenafspraken over de in lid 4 sub c genoemde onder- werpen. Het FOO hervatten van de besprekingen vindt plaats op verzoek van de werknemersorganisaties of op verzoek van het bestuur van (één van) de betrokken instellingen.
c. Het fusie-overlegorgaan kan slechts worden opgeheven nadat daarover tussen de in dit orgaan vertegenwoordigde werkgevers en werknemersorganisaties instellingen/ organisaties overeenstemming is bereikt.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)