Benoeming Dienstverband van de werknemer en van de werknemer van een samenwerkingsbestuur.
Arbeidsduurverkorting In het kader van de overeengekomen arbeidsduur voor de voltijdwerknemer in dagdienst, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen van 24 adv-dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling worden de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen van de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door de werknemer daadwerkelijk worden genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijn. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboekt.
Beoordeling 1. Over de wijze waarop de werknemer zijn functie heeft uitgeoefend en over zijn gedragingen tijdens de uitoefening van die functie wordt periodiek een beoordeling opgemaakt. 2. De werkgever stelt regels vast voor beoordelingen. 3. De werknemer is verplicht de beoordeling voor gezien te ondertekenen.
Uitkering De maatschappij betaalt de schade-uitkering aan de verzekeringnemer, tenzij deze een ander aanwijst of de polisvoorwaarden anders bepalen.
Eindejaarsuitkering 1. De werkgever kent de werknemer, met wie een onafgebroken dienstverband van tenminste twee maanden bestaat in de loop van december een uitkering toe van 2% van het in de voorafgaande 12 maanden bij de werkgever verdiende inkomen zoals bedoeld in artikel 1b lid 17 van de CAO. Niet meegenomen bij het inkomen is de vakantietoeslag en de toeslag zelve, alsmede de ontvangen wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid. 2. Wordt het dienstverband anders dan op grond van een dringende reden ex art. 7:678 Burgerlijk Wetboek beëindigd, dan wordt voor iedere maand van het dienstverband waarvoor deze uitkering nog niet is verstrekt 1/12 van deze uitkering gegeven. 3. Indien in een onderneming enigerlei regeling bestaat, niet zijnde een belastingvrije uitkering of een vleespakket, dan wordt de uitkering als bedoeld in lid 1 en 2 met deze uitkering verrekend.
WIA-uitkering Een uitkering die een werknemer krijgt toegekend van UWV volgens de WIA.
Verhuizing 18.1 Tenzij de leveringsovereenkomst rechtsgeldig is opgezegd, blijft de leveringsovereenkomst bij verhuizing in stand. 18.2 Bij verhuizing is de contractant verplicht om de leverancier: a. ten minste 10 werkdagen voordat hij de beschikking krijgt over het nieuwe perceel, in te lichten omtrent de aanstaande verhuizing en zijn nieuwe adres; b. uiterlijk 5 werkdagen nadat hij de beschikking over het oude perceel heeft verloren door middel van een door hem (en bij voorkeur ook door de nieuwe eigenaar/bewoner) ondertekende verklaring in te lichten over de standen van de meetinrichting bij vertrek; c. uiterlijk 5 werkdagen nadat hij het nieuwe perceel ter beschikking heeft gekregen door middel van een door hem (en bij voorkeur ook door de oude eigenaar/bewoner) ondertekende verklaring in te lichten over de standen van de meetinrichting bij intrek. 18.3 Bij verhuizing informeert de leverancier de contractant met name over de opzegging van de aansluit- en transportovereenkomst voor het oude perceel en het aangaan van een aansluit- en transportovereenkomst voor het nieuwe perceel. 18.4 Indien het elektriciteits- en/of gasverbruik naar verwachting van de leverancier in het nieuwe perceel sterk zal afwijken van het elektriciteits- en/of gasverbruik in het oude perceel, is de leverancier gerechtigd de leveringsovereenkomst te wijzigen. Indien de contractant de wijziging(en) niet wenst te accepteren, kan hij de overeenkomst met inachtneming van de daartoe gestelde vereisten opzeggen. 18.5 Indien de contractant bij een verhuizing tijdelijk niet over een aansluiting beschikt, worden in overleg tussen de leverancier en de contractant de verplichtingen tot levering van de leverancier opgeschort tot het moment dat de contractant op het nieuwe perceel over een aansluiting beschikt. Indien de contractant bij een verhuizing tijdelijk over twee aansluitingen beschikt, zal de leverancier zowel ten behoeve van het oude als ten behoeve van het nieuwe perceel tegen de overeengekomen voorwaarden elektriciteit en/of gas leveren, tenzij redelijkerwijs niet van de leverancier verlangd kan worden dat zij ook nog ten behoeve van het oude perceel elektriciteit en/of gas tegen de overeengekomen voorwaarden blijft leveren.