Hoofddoel Voorbeeldclausules

Hoofddoel. 3: Het maatschappelijk optimaal benutten van de publieke investeringen in het spoorsysteem als geheel Toelichting op het overzicht van Informatie-indicatoren (INI’s)
Hoofddoel. 2: Faciliteren dat Xxxxxxxxx zo optimaal en drempelloos mogelijk van deur-tot- deur kunnen reizen Hoofddoel 2 is erop gericht dat Xxxxxxxxx optimaal en drempelloos van deur-tot-deur kunnen reizen. De bepalingen die in het PvE zijn opgenomen in relatie tot dit doel richten zich onder andere op het maken van goede afspraken met andere vervoerders en een proces dat moet leiden tot een goed afgestemde Dienstregeling. De INI klantoordeel overstaptijd van ander openbaar vervoer geeft inzicht in hoeverre de Reiziger tevreden is met de overstaptijd van en naar ander openbaar vervoer (niet van de Concessiehouder). Het is daarmee een belangrijke indicator om te meten in hoeverre met de in hoofddoel 2 opgenomen bepalingen ook leiden tot de gewenste doelen. De Concessiehouder draagt bij aan een optimale informatievoorziening over beschikbaar voor- en natransport, wat bijdraagt aan een drempelloze reis voor de reiziger. Bijvoorbeeld informatie over de actuele beschikbaarheid van OV-fietsen op stations, maar ook van andere (deel)modaliteiten aansluitend op de treinreis. De INI informatievoorziening ketendiensten geeft inzicht in de beoordeling van de reiziger op dit gebied.
Hoofddoel. Het voorliggende voorstel verankert het recht op lokaal zelfbestuur via gemeenten en provincies in de Grondwet. Nederland is van oudsher een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Gemeenten, provincies en waterschappen zijn decentrale rechtsgemeenschappen waarbinnen op democratische wijze wordt besloten over collectieve aangelegenheden. Maar wel binnen de kaders van de Grondwet en formele wetten. Dit voorstel legt een normatief fundament onder de ordening van het openbaar bestuur, waarmee ook een materiële basis voor constitutionele toetsing ontstaat. De toedeling van taken en bevoegdheden aan decentrale overheden hoort weloverwogen plaats te vinden, op basis van het subsidiariteitsprincipe, met respect voor lokale autonomie en met waarborgen voor de benodigde beleidsmatige en financiële ruimte. Het voorstel dwingt de wetgever tevens tot het terugdringen van niet democratisch gelegitimeerde regionale hulpstructuren. Al geruime tijd wordt geconstateerd dat de bestuurlijke en financiële verhoudingen tussen Rijk en decentrale overheden in de praktijk onvoldoende recht doen aan het uitgangspunt dat decentrale rechtsgemeenschappen als volwaardige bestuurslagen moeten kunnen functioneren (zie o.m. ROB 2021, VNG 2021, Raad van State 2021). Een keuze van de wetgever voor de uitoefening van taken en bevoegdheden door decentrale overheden gaat zelden gepaard met de beleids- en financiële ruimte die horen bij deze vorm van democratisch zelfbestuur. Gemeenten en provincies ervaren dat zij worden behandeld als uitvoeringskantoren van het Rijk. Decentralisaties gaan bovendien vaak gepaard met forse efficiencykortingen die de taakuitoefening onder financiële druk zetten. Deze spanning heeft mede geleid tot een sterke regionalisering van beleidsvorming en uitvoering. Deze ontwikkeling is deels door gemeenten zelf in de hand gewerkt, maar vaak ook op centraal niveau gestimuleerd door wetgeving of door departementen. Voor de lokale en provinciale democratie levert dit serieuze beperkingen op in sturing en controle. Het Nederlandse parlement ratificeerde in 1991 het Europees Handvest inzake lokale autonomie van de Raad van Europa. Het Handvest onderkent dat aan gemeenten en provincies autonomie toekomt: zij moeten op hun grondgebied zelfstandig kunnen besturen. Hun bevoegdheid moet substantieel zijn en ambten van andere bestuurslagen mogen pas optreden als zaken niet aan decentrale ambten kunnen worden overgelaten. De rapporteurs van de Raad constateren in hun visitatie (2021) da...
Hoofddoel. Bijdragen aan de regelgevingsactiviteiten van EBA die vallen onder CRR/CRD, zoals onder meer kredietrisico, marktrisico, operationeel risico, effectisering, gedekte obligaties, eigen vermogen, liquiditeit, grote posities, hefboomratio.
Hoofddoel. Het ontwikkelen van een adequate methode en tools over (positieve en negatieve) impact op en afhanke­ lijkheid van natuurlijk en sociaal kapitaal om de transitie naar een duurzame economie te versnellen.
Hoofddoel. Voor de langere termijn leidt het hoofddoel tot het volgende tijdspad: Tot 2050: • In de dynamische wereld van 2050 waarin disruptive technologies elkaar snel opvolgen, is de adaptieve kracht van NLR zo groot dat wij deze veranderingen omarmen en voorop lopen in specifieke onderwerpen binnen de lucht- en ruimtevaart. Tot 2035: • De way of working en het anticiperen op opkomende technologieën zoals in dit programma wordt gedaan, is doorgedrongen tot in de vezels van NLR’s innovatieve onderzoekscultuur. Voor de kortere termijn leiden de subdoelen tot het volgende tijdspad: Tot 2030: • De stakeholders van NLR vertrouwen op, en dragen bij aan, de methodische aanpak van opkomende technologieën en gebruiken de bevindingen en adviezen daaruit voor hun beslisprocessen en rationalisering van hun behoeftes. • De methodische aanpak is uitgebreid om ook disruptive technologies en de effecten daarvan op de maatschappij te omvatten en daarop te reageren en sturen. Tot 2025: • Is de methodische aanpak iteratief ontwikkeld op basis van externe bronnen en in samenwerking met partners en stakeholders. • NLR past de methodische aanpak omtrent opkomende technologieën intern toe om bewust te beslissen welke technologie (wanneer) wordt geëxploreerd, gecreëerd en geëxploiteerd. • De methode is onderdeel van de NLR processen, omdat deze richting en focus geeft aan het kennis en technologie ontwikkelingsbeleid. Hiermee is de methode geborgd en controleerbaar en ook ondersteund door het management. Tot 2030: • Is NLR onderdeel van een op partnership gebaseerd netwerk voor opkomende technologieën van universiteiten, spin-offs, field labs voor innovatie in de lucht- en ruimtevaart. • Zijn een aantal spin-offs succesvol gelanceerd. Tot 2025: • Kennen de stakeholders van NLR het Programma Opkomende Technologieën. • Zijn eerste netwerken voor een specifieke OT in de lucht- en ruimtevaart opgericht. Tot 2030: • De way of working is uitgebreid om ook disruptive technologies en de effecten daarvan op de maatschappij te omvatten en daarop te reageren en sturen. • Is een groot deel van de eerste technology tracks geland in de organisatie als gemeengoed: o AI en Big Data worden effectief ingezet binnen al het onderzoek en consultancy in NLR voor innovaties aan technische systemen, operaties en de rol van de mens. o Digital Twin en VR/AR: de symbiose tussen meten, simuleren en visualisatie is gerealiseerd voor multidisciplinaire toepassingen. Tot 2025: • Zijn een handvol opkomende technologieë...
Hoofddoel. Bijdragen aan de werkzaamheden van EBA op het gebied van toezichtconvergentie door te waarborgen dat regelgevings- en toezichtregels voor permanente punten van zorg en crisissituaties in de hele EU consistent worden toegepast, met name door middel van de ontwikkeling van technische normen, richtsnoeren, adviezen en rapporten, maar ook door toe te zien op de invoering van het Europees ‘rule book’ en de werking van colleges van toezichthouders.
Hoofddoel. De (register) casemanager van Be Suitable B.V. begeleidt de werkgever in het arbeidsongeschiktheidsproces, met de focus op een effectieve re-integratie en schadelastbeheersing.

Related to Hoofddoel

  • Rijbevoegdheid 5.12 Wij vergoeden geen schade en verlenen geen hulp of rechtsbijstand als de schade ontstaat als de bestuurder van uw oldtimer op het moment van de gebeurtenis: Oldtimer is in beslag genomen