Huwelijksvermogensrecht Voorbeeldclausules

Huwelijksvermogensrecht in geschillen over het huwelijksvermogensrecht, echtscheiding, beëindiging van samenleving buiten huwelijk en verplichtingen tot levensonderhoud of daarvoor in de plaats komende vorderingen met uitzondering van een eenmalig juridisch advies;
Huwelijksvermogensrecht. Voor het toepasselijke recht zijn de bronnen: Haags Huwelijksgevolgenverdrag 1905, Haags Huwelijksvermogensverdrag 197, art. 10:42-53 BW en Huwelijksvermogensrechtverordening. Uit het arrest ‘Chelouch/Xxx Xxxx’ volgt een regel voor welk recht van toepassing is op het huwelijksvermogensrecht. Aan de hand van het overgangsrecht moet worden gekeken welke verordening of welk verdrag van toepassing is. Het Verdrag van 1905 (23 augustus 1912 tot 23 augustus 1977) ziet op het huwelijksvermogensrecht en was formeel alleen van toepassing als de man de nationaliteit van een verdragsland had. In ‘Chelouch/Xxx Xxxx’ van 10 december 1976 formuleert de Hoge Raad een nieuwe regel en gold tot 1 september 1992. Vanaf dat moment geldt Verdrag 1978. Sinds 29 januari 2019 geldt de Huwelijksvermogensrechtverordening.
Huwelijksvermogensrecht. Het huwelijksvermogensrecht of huwelijksgoederenrecht kan een belangrijke impact hebben op het ondernemen, en dat is zeker het geval als er geen sprake is van een afgescheiden vermogen (scheiding tussen privébezit en bezit van de onderneming). De wet van 14 juli 1976 voerde twee huwelijksstelsels in : het wettelijk stelsel en het stelsel van scheiding van goederen. Wanneer geen huwelijkscontract wordt opgemaakt, geldt het wettelijk stelsel. Wil men van dit wettelijk stelsel afwijken dan kan dit enkel via een huwelijkscontract, i.e. een authentieke akte opgesteld door de notaris, waarin de beide echtgenoten de regels vastleggen volgens dewelke zij hun geld en goederen willen beheren. Afwijken van het wettelijk stelsel kan zowel door het aangaan van een andere stelsel, als door het bijsturen van het wettelijk stelsel door hieraan - binnen bepaalde grenzen – clausules toe te voegen. In het wettelijk stelsel wordt onderscheid gemaakt tussen drie vermogens, met name het eigen vermogen van de respectievelijke echtgenoten en het gemeenschappelijk vermogen. Tot het eigen vermogen behoren : - alle goederen die men bezat voor het huwelijk; - goederen welke tijdens het huwelijk verkregen worden door schenking, erfenis of testament; - goederen die bij de eigen onroerende goederen worden gevoegd, en niet zonder schade weer kunnen worden weggenomen; - goederen verkregen door beleggingen met eigen geld of door ruil met eigen goederen, en goederen verworven met eigen geld; - strikt persoonlijke goederen (gebruiksvoorwerpen) en rechten (uitkeringen zoals pensioen, schadevergoeding na ongeval, lijfrente, levensverzekering); - werktuigen en gereedschappen voor de uitoefening van het beroep. Tot het gemeenschappelijk vermogen behoren : - de inkomsten uit eigen goederen (interesten, huurgelden, … ); - de inkomsten uit beroepsactiviteiten en eventueel de daarbij behorende vervangingsinkomens (ziekte, invaliditeit, … ); - alle goederen waarvan niet bewezen is dat ze eigen zijn. Het eigen vermogen mag elke echtgenoot zelf beheren, maar dit beheer mag niet ingaan tegen de verplichtingen van het zgn. “primair stelsel”. Dit primair stelsel omvat de algemene verplichtingen die voor alle gehuwden gelden. Omwille van dit primair stelsel kan het beheer van de eigen goederen dus nooit zover gaan dat het gezin daardoor niet meer over een woning of huisraad beschikt. Ook schenking van eigen goederen kan maar in zoverre het gezin niet wordt benadeeld. Het gemeenschappelijk vermogen moet beh...
Huwelijksvermogensrecht. Zie de bijzondere bepalingen art. 3:233-234 BW en - ook meer in het algemeen over pandverlening door derden - bijv. P.A. Xxxxx, Vermogensrecht, Deventer: Kluwer (losbl.) aant. 7 e.v. op art. 233-234 (Derdenbezit bij pandrecht), 233 en 234, Asser/Xxxxxxxx, Xxx Xxxxxx en Xxx Xxxxxx, Goederenrecht III, Deventer: Kluwer 2003, nr. 24 en X.X. Xxxxxxxx en E.B. Xxxx-Xxxxxxxxxx, Goederenrecht, Deventer: Kluwer 2007, nr. 513. Met name is het niet ongebruikelijk de derde in de pandakte reeds afstand te laten doen van zijn bevoegdheid van art. 3:234 lid 1 BW. Ook wordt dikwijls een achterstelling van de eventuele vorderingen van pandgever op de schuldenaar gestipuleerd (art. 3:277 lid 2 BW). Is de derde gehuwd of geregistreerd partner en de pandverlening door de derde geschiedt buiten de normale uitoefening van zijn beroep of bedrijf - de Hoge Raad neemt niet gauw uitoefening binnen beroep of bedrijf aan; vgl. bijv. HR 14 april 2000, NJ 2000, 689 m.nt. X.X. Xxxxxx - xxx dient de echtgenoot resp. andere partner schriftelijk toestemming te verlenen voor de verpanding op de voet van art. 1:88 lid 1 onderdeel c jo. lid 3 BW (jo. 1:80b BW), uitzonderingen daargelaten (art. 1:88 lid 2 en lid 6 BW jo. 1:80b BW); zie ook art. 1:88 lid 5 BW (jo. 1:80b BW). Men kan hiervoor volstaan met de zin "Voor zover nodig voor toestemming getekend door de echtgenoot/geregistreerd partner van pandgever." gevolgd door de naam en de handtekening van betrokkene. Overigens valt te bedenken dat verpanding een vorm van beschikking is die valt onder het bestuur in de zin van art. 1:90 BW, dat bepaalt dat elke echtgenoot bevoegd is tot het bestuur van zijn eigen goederen en volgens de regels van art. 1:97 BW tot het bestuur van goederen van de gemeenschap. Aangezien die regels niet bepaald steeds duidelijk aanwijzen welke echtgenoot bestuursbevoegd is (al zijn er wel regels van derdenbescherming), verdient het aanbeveling om beide echtgenoten als partij op te laten treden. Een en ander geldt ex art. 1:80b BW ook voor de geregistreerde partner.
Huwelijksvermogensrecht. Wanneer partners besluiten hun levens met elkaar te delen, kan onder andere worden gekozen om ongehuwd samen te gaan wonen, een geregistreerd partnerschap te sluiten of te trouwen. Als wordt gekozen voor laatstgenoemde optie, kan worden gekozen te trouwen in gemeenschap van goederen of op huwelijksvoorwaarden.

Related to Huwelijksvermogensrecht

  • Vertrouwelijkheid van gegevens 1. Elk der partijen garandeert dat alle van de andere partij ontvan- gen gegevens waarvan men weet of dient te weten dat deze van vertrouwelij- ke aard zijn, geheim blijven. De partij die vertrouwelijke gegevens ontvangt, zal deze slechts gebruiken voor het doel waarvoor deze verstrekt zijn. Ge- gevens worden in ieder geval als vertrouwelijk beschouwd indien deze door een der partijen als zodanig zijn aangeduid. TPM kan hieraan niet worden gehouden indien de verstrekking van gegevens aan een derde noodzakelijk is ingevolge een rechterlijke uitspraak, een wettelijk voorschrift of voor correcte uitvoering van de overeenkomst.

  • Vermogensbeheer Dit is het eigendom, het bezit, de aan- en verkoop van effecten (zoals aandelen, obligaties, opties, spaardeposito’s en andere waardepapieren) en de advisering en het beheer of de bemiddeling daarin of daarover. Hieronder vallen ook hypotheken, spaar- en levensverzekeringen met een beleggingscomponent.

  • Toepasselijk recht en geschilbeslechting 1. Op Overeenkomsten welke Main sluit met Opdrachtnemer is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. 2. Alle geschillen voortvloeiende uit Overeenkomsten, welke Main sluit met Opdrachtnemer of uit andere overeenkomsten ter uitvoering hiervan, zullen met uitsluiting van iedere andere rechter, door de bevoegde rechter van de Rechtbank Amsterdam worden beslecht. 3. Afgezien van hetgeen onder artikel 15 lid 2 van deze algemene voorwaarden is bepaald, behoudt Main zich het recht voor om Opdrachtnemer te dagen voor de bevoegde rechterlijke instantie van de woon- of vestigingsplaats van Opdrachtnemer.

  • Toepasselijk recht en geschillenbeslechting 13.1. De Verwerkersovereenkomst en de uitvoering daarvan worden beheerst door Nederlands recht. 13.2. Alle geschillen, welke tussen Partijen mochten ontstaan in verband met de Verwerkersovereenkomst, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter voor het arrondissement waarin Verwerker gevestigd is.

  • Buitengerechtelijke kosten Wanneer de betaling niet heeft plaatsgevonden binnen de in het eerste lid van dit artikel genoemde termijn, is Opdrachtgever gehouden tot vergoeding van de kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte en de kosten in een daartoe noodzakelijke gerechtelijke procedure. Indien en voor zover Opdrachtgever niet handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf worden daarbij de toepasselijke wettelijke regelingen worden gevolgd. Handelt Opdrachtgever in de uitoefening van beroep of bedrijf dan zal Opdrachtgever de werkelijk gemaakte kosten aan OnderwijsMens vergoeden. Opdrachtgever is over de verschuldigde incassokosten eveneens wettelijke rente verschuldigd.

  • Toepasselijk recht Op deze verzekering is Nederlands recht van toepassing.

  • Geschillen, toepasselijk recht 1. De rechter in de vestigingsplaats van gebruiker is bij uitsluiting bevoegd van geschillen kennis te nemen, tenzij de kantonrechter bevoegd is. Niettemin heeft gebruiker het recht het geschil voor te leggen aan de volgens de wet bevoegde rechter. 2. Partijen zullen eerst een beroep op de rechter doen nadat zij zich tot het uiterste hebben ingespannen een geschil in onderling overleg te beslechten. 3. Op elke overeenkomst tussen de pedagoog en de cliënt als opdrachtgever is Nederlands recht van toepassing.

  • Werkelijke waarde De nieuwwaarde, onder aftrek van de slijtage.

  • Vertrouwelijkheid 1. Verwerker garandeert dat hij alle Persoonsgegevens strikt vertrouwelijk zal behandelen ten opzichte van derden, waaronder overheidsinstanties. Verwerker zorgt er voor dat een ieder die hij betrekt bij de Verwerking van Persoonsgegevens, waaronder zijn werknemers, vertegenwoordigers en/of Subverwerkers, deze gegevens als vertrouwelijk behandelt. Verwerker waarborgt dat met de tot het Verwerken van de Persoonsgegevens geautoriseerde personen een geheimhoudingsovereenkomst of –beding is gesloten, of dat deze door een wettelijke verplichting tot geheimhouding zijn gebonden. 2. De in lid 1 bedoelde geheimhoudingsplicht geldt niet in de hierna genoemde gevallen: a. voor zover Onderwijsinstelling uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven om de Persoonsgegevens aan een Derde te verstrekken; b. indien het verstrekken van de Persoonsgegevens aan een Derde noodzakelijk is gezien de aard van de door Verwerker aan Onderwijsinstelling te verlenen diensten; of c. indien Verwerker op grond van een Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke bepaling dan wel een gerechtelijke uitspraak, voor zover daartegen geen beroep meer openstaat, tot verstrekking verplicht is. 3. Verwerker onthoudt zich van verstrekking of bekendmaking van Persoonsgegeven aan een Derde, tenzij deze verstrekking of bekendmaking plaatsvindt in opdracht van Onderwijsinstelling respectievelijk wanneer dit noodzakelijk is om te voldoen aan een gerechtelijke uitspraak, voor zover daartegen geen beroep meer openstaat, of een op de Verwerker rustende wettelijke verplichting. Onder wettelijke verplichtingen zijn begrepen Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke bepalingen op grond waarvan Verwerker tot verstrekken verplicht is. In geval van een wettelijke verplichting, verifieert Verwerker voorafgaand aan de verstrekking de wettelijke grondslag en de identiteit van de partij die zich daarop beroept. Daarnaast stelt Xxxxxxxxx - tenzij die wetgeving deze kennisgeving om gewichtige redenen van algemeen belang verbiedt - Onderwijsinstelling onmiddellijk, zo mogelijk voorafgaand aan de verstrekking, in kennis van de voor Onderwijsinstelling relevante informatie inzake deze verstrekking. 4. Verwerker zorgt er voor dat de onder diens gezag werkende medewerkers uitsluitend toegang hebben tot Persoonsgegevens voor zover noodzakelijk voor de vervulling van hun werkzaamheden.

  • Schuldvergelijking De koper kan geen enkele schuldvergelijking inroepen tussen zijn koopprijs en één of meer schuldvorderingen, van welke aard dan ook, die hij tegen de verkoper zou kunnen hebben.