Glasbreuk Het glas zelf, met uitzondering van spiegels en wandversieringen, is uitgesloten.
Teruggave 1. De bewaarde verhuisgoederen worden teruggegeven op het adres van de bewaarplaats, tenzij anders wordt overeengekomen. 2. De bewaarde verhuisgoederen worden teruggegeven aan de klant met inachtneming van artikel 14 lid 2. Als dit niet mogelijk is worden zij overhandigd aan degene die daartoe door de klant schriftelijk of elektronisch is gemachtigd. Als er geen gemachtigde is worden zij overhandigd aan degene die uit anderen hoofde dan de bewaarnemingsovereenkomst recht heeft op teruggave daarvan, tenzij daarop beslag is gelegd en uit de vervolging van dit beslag een verplichting tot afgifte aan de beslaglegger voortvloeit. 3. Bij tussentijdse teruggave van een deel van de in bewaring genomen verhuisgoederen, dient een door de bewaarnemer en de klant te ondertekenen lijst te worden opgesteld, waarop de teruggegeven goederen vermeld staan. De bewaarnemer kan van de klant een zekerheidsstelling verlangen voor de voldoening van het bewaarloon, wanneer de waarde van de nog niet teruggegeven goederen daartoe aanleiding geeft of overigens, wanneer hij gegronde redenen heeft te twijfelen aan tijdige betaling van het bewaarloon in de toekomst. 4. De bewaarnemingsovereenkomst eindigt door het overlijden van de klant, wanneer de klant onder curatele wordt gesteld, aan hem/haar surseance van betaling is verleend dan wel hij/zij in staat van faillissement komt te verkeren. Het bewaarloon is alsdan verschuldigd tot en met de maand volgende op de maand waarin betreffende gebeurtenis plaatsvond. De erfgenamen c.q. de curator of de bewindvoerder is/zijn verplicht de verhuisgoederen terug te nemen voor het einde van de periode waarover bewaarloon moet worden betaald. De artikelen 9 en 14 zijn van overeenkomstige toepassing.
Fysiotherapie en oefentherapie Cesar/Mensendieck U heeft recht op fysiotherapie en oefentherapie Cesar/Mensendieck. Hieronder leest u om welke zorg het gaat en welke voorwaarden er voor het recht op deze zorg gelden.
Levensloopregeling De werknemer overlegt met zijn leidinggevende voordat hij het gespaarde verlof uit de levensloopregeling opneemt. De werkgever kan zich verzetten tegen het moment van het opnemen op grond van zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. Uitzondering hierop vormt ouderschapsverlof, zoals opgenomen in de Wet Arbeid en Zorg. De werkgever geeft de werknemer schriftelijk uitsluitsel binnen één maand, nadat hij het verzoek van de werknemer heeft ontvangen.
Onderaannemers 9.1. De waarborg is verworven indien de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer in het gedrang komt ingevolge schade veroorzaakt aan derden door onderaannemers, ten gevolge van werken uitgevoerd in het kader van de verzekerde activiteit. 9.2. Blijven uitgesloten: - de persoonlijke aansprakelijkheid van de onderaannemers, - de schade die niet zou gedekt zijn als de onderaannemer de hoedanigheid van verzekerde had. 9.3. De maatschappij behoudt zijn verhaalsrecht tegen de onderaannemer.
Deeltijdarbeid 1 Elke werknemer heeft het recht zijn betrekkingsomvang te verminderen, tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten. 2 Werknemers met een deeltijdbetrekking krijgen in geval van een vacature bij voldoende geschiktheid bij voorrang het recht hun betrekkingsomvang uit te breiden.4
Verkeersongeval Onder een verkeersongeval wordt verstaan een botsing, aan- of overrijding waarbij het motorrijtuig is betrokken.
Uitzendarbeid 1. Uitzendarbeid is mogelijk in geval van: a. vervanging wegens ziekte of buitengewoon verlof; b. activiteiten van kennelijk tijdelijke aard; x. xxxxxxxxx onvoorziene omstandigheden. 2. Uitzendkrachten worden door de werkgever voor wat betreft de toepassing van het taak- beleid en arbeids- en rusttijdenregeling op dezelfde wijze behandeld als de werknemers die onder deze cao vallen. 3. Voor uitzendkrachten die werkzaamheden voor de werkgever verrichten, geldt dat het desbetreffende uitzendbureau voor wat betreft het salaris, inclusief toelagen en onkostenvergoedingen overeenkomstige arbeidsvoorwaarden toekent als die welke worden toegekend aan de werknemers in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de inlenende instelling. 4. De werkgever is op grond van deze cao verplicht het gestelde in het voorgaande lid te bedingen in de uitzendovereenkomst die met het uitzendbureau wordt gesloten. a. Het eerste tot en met het vierde lid zijn mede ook van toepassing op vakkrachten conform artikel 20 Abu cao (cao voor uitzendkrachten) dan wel op werknemers op grond van artikel 7:690 BW. b. Vakkrachten in de zin van de Abu cao en werknemers op grond van artikel 7:690 BW zijn degenen op wie de artikelen 3 (Bevoegdheid schoolonderwijs), 3a (Bevoegdheid onderwijsondersteunende werkzaamheden), 32 (Vereisten benoeming of tewerkstelling personeel) en 32a (Bekwaamheidseisen) van de Wet op het primair onderwijs dan wel de overeenkomstige artikelen 3, 3a respectievelijk 32 en 32a van de Wet op de expertisecentra van toepassing zijn.