Inhoudelijk kader Voorbeeldclausules

Inhoudelijk kader. Deze overeenkomst kadert binnen het groter geheel van het project “CinéBib”. Dit project loopt reeds 7 jaar als samenwerking tussen de Provincie West-Vlaanderen en de vzw MOOOV (voorheen vzw Cinema Novo) en reeds 5 jaar als samenwerking tussen de Provincie Oost-Vlaanderen en de vzw MOOOV (voorheen vzw Cinema Novo). Doel van dit project is de beeldcultuur te promoten in de openbare bibliotheken en aandacht te hebben voor de globalisering van de samenleving. De openbare bibliotheken kunnen immers een corrigerende en verrijkende rol spelen op het vlak van de “andere film” door wereldcinema, kwalitatieve auteursfilms en documentaires aan te bieden aan een breed publiek. Een openbare bibliotheek is een bibliotheek in de zin van artikel 2, 4° van het Decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid. Voor de openbare bibliotheken is het niet evident om het aanbod van deze “andere films” te volgen en daaruit een kwaliteitsvolle selectie te maken. De expertise en specialisatie in deze materie moet dus worden gezocht bij derden. De vzw Cinema Novo bezat de nodige expertise en specialisatie ter zake en werkte mee aan het CinéBib-project ter ondersteuning van de uitbouw van de filmcollecties van de openbare bibliotheken. De vzw Cinema Novo was de enige organisatie in Vlaanderen die een dergelijk uitgebreid dienstenpakket en specifiek product aanbood. In 2011 werd het CinéBib-project door de vzw Cinema Novo, in opdracht van de Provincie Oost-Vlaanderen en in overleg met de Provincie West-Vlaanderen, uitgebreid naar de openbare bibliotheken in de provincie Oost-Vlaanderen. Bij Provincieraadsbesluit van 28 januari 2015 werd dit project verlengd tot en met 31 december 2015, waardoor het CinéBib- project reeds toe is aan zijn vijfde projectjaar in de provincie Oost-Vlaanderen. Met deze overeenkomst wil de Provincie Oost-Vlaanderen het CinéBib-project verlengen vanaf 1 januari 2016. Aangezien de vzw MOOOV de enige organisatie in Vlaanderen is die een dergelijk uitgebreid dienstenpakket en specifiek product aanbiedt, wordt de uitvoering van dit project in 0000 xx xx xxxxxxxxx Xxxx-Xxxxxxxxxx dan ook toevertrouwd aan deze vzw, en dit door middel van deze overeenkomst.
Inhoudelijk kader. 1. Een project waarvoor subsidie wordt aangevraagd dient aan te sluiten op het door SoFoKleS gevoerde arbeidsmarktbeleid. Dat wil zeggen dat de subsidieaanvrager met het te subsidiëren project beoogt een directe of indirecte bijdrage te leveren aan de oplossing van de arbeidsmarktknelpunten waarop SoFoKleS haar beleid op richt. 2. De projecten waarvoor subsidie wordt aangevraagd dienen voor de sector waarop ze gericht zijn innovatief van aard te zijn, dan wel bij te dragen aan het voorkomen of oplossen van arbeidsmarktknelpunten. 3. Om van de middelen waarover SoFoKleS beschikt een zo groot mogelijke stimulans te laten uitgaan, geeft SoFoKleS de voorkeur aan projecten waarin meer dan één instelling participeren. Subsidieaanvragen voor instellingsgebonden pilots kunnen worden gehonoreerd indien zij vooral een exploratief of verdiepend karakter hebben en de resultaten instellingsoverstijgend kunnen worden gebruikt. 4. De subsidieaanvrager geeft in het projectplan waarvoor subsidie wordt aangevraagd inzicht in: • het arbeidsmarktknelpunt waarop het project zich richt; • de doelstelling van het project; • de begindatum van het project; • de beoogde projectactiviteiten; • de planning en de verwachte looptijd van deze activiteiten; • eventuele risicofactoren die het verloop van het project kunnen belemmeren; • de kwalitatieve en kwantitatieve resultaten die men verwacht te behalen met het project; • de evaluatie en de momenten waarop over de voortgang en de tot dan behaalde resultaten zal worden gerapporteerd; • de begroting van het project.
Inhoudelijk kader. Deze overeenkomst kadert binnen het groter geheel van het project "Cinébib". Dit project loopt reeds 2 jaar als samenwerking tussen de provincie West-Vlaanderen en de vzw Cinema Novo. Doel van dit project is de beeldcultuur te promoten in de openbare bibliotheken en aandacht te hebben voor de globalisering van de samenleving. De openbare bibliotheken kunnen immers een corrigerende en verrijkende rol spelen op het vlak van "de andere film" door wereldcinema, kwalitatieve auteursfilms en documentaires aan te bieden aan een breed publiek. Een openbare bibliotheek is een bibliotheek in de zin van artikel 2, 5° van het Decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid. Voor de openbare bibliotheken is het echter niet evident om het aanbod aan deze "andere films" te volgen en daaruit een kwaliteitsvolle selectie te maken. De expertise en specialisatie in deze materie zal dus moeten worden gezocht bij derden. De vzw Cinema Novo, die door de provincie West-Vlaanderen is erkend als kunstenambassadeur van de provincie in de audiovisuele sector, bezit de nodige expertise en specialisatie ter zake en is bereid verder mee te werken aan het Cinébib-project ter ondersteuning van de uitbouw van de filmcollecties van de openbare bibliotheken. De vzw Cinema Novo is de enige organisatie in Vlaanderen die een dergelijk uitgebreid dienstenpakket en specifiek product aanbiedt. Vanaf 1 april 2011 zal de vzw Cinema Novo in opdracht van de provincie Oost-Vlaanderen en in overleg met de provincie West-Vlaanderen het Cinébib-project uitbreiden naar de openbare bibliotheken in de provincie Oost-Vlaanderen. De samenwerking tussen beide provincies zal het voorwerp uitmaken van een later af te sluiten overeenkomst. Deze overeenkomst regelt specifiek de relatie tussen de provincie Oost-Vlaanderen en de vzw Cinema Novo inzake het Cinébib-project. De uitvoering van dit project in de provincie Oost-Vlaanderen wordt toevertrouwd aan deze vzw.

Related to Inhoudelijk kader

  • Verantwoordelijkheden 1. De klachtenfunctionaris is verantwoordelijk voor de tijdige afhandeling van de klacht. 2. Degene over wie is geklaagd houdt de klachtenfunctionaris op de hoogte over eventueel contact en een mogelijke oplossing. 3. De klachtenfunctionaris houdt de klager op de hoogte over de afhandeling van de klacht. 4. De klachtenfunctionaris houdt het klachtdossier bij.

  • Huishoudelijk reglement 1. De vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen ter regeling van de volgende onderwerpen: a. het gebruik, het beheer en het onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken; b. het gebruik, het beheer en het onderhoud van privé gedeelten; c. de orde van de vergadering; d. de instructie aan het bestuur; e. de werkwijze, de taak en de bevoegdheid van de raad van commissarissen en commissies; f. het behandelen van klachten; g. regels ter voorkoming van onredelijke hinder; h. een afwijkende kostenverdeling als bedoeld in artikel 52 negende lid; i. al hetgeen overigens naar het oordeel van de vergadering regeling behoeft, alles voor zover dit niet reeds in het reglement is geregeld. 2. De regels als bedoeld in artikel 5:128 van het Burgerlijk Wetboek moeten in het huishoudelijk reglement worden opgenomen en daarvan deel uitmaken. 3. Bepalingen in het huishoudelijk reglement die in strijd zijn met de wet of het reglement worden voor niet geschreven gehouden. 4. Het huishoudelijk reglement kan door de vergadering slechts worden vastgesteld, gewijzigd en aangevuld bij een besluit genomen met een meerderheid als bedoeld in artikel 52 vijfde lid. Kan op grond van het in de vorige zin bepaalde geen geldig besluit worden genomen, dan zal een nieuwe vergadering worden uitgeschreven. Artikel 52 zesde lid is van overeenkomstige toepassing. 5. Het in het vorige lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot verlening van ontheffing van het in het huishoudelijk reglement bepaalde. 6. Het bestuur is verplicht het huishoudelijk reglement en de wijzigingen daarvan te publiceren in de openbare registers.

  • Deeltijdwerk 1. Ter verhoging van de arbeidsparticipatie zal ernaar worden gestreefd om het aantal werknemers in de onderneming uit deeltijdwerkers te bevorderen. Van deeltijdwerk is sprake als in de arbeidsovereenkomst minder dan de normale wekelijkse arbeidsduur is overeengekomen. Het streven is erop gericht een arbeidscontract aan te gaan voor minimaal acht uur per week, doch in ieder geval minimaal 28 uur per maand. 2. Deeltijdverzoeken worden positief benaderd en waar mogelijk gehonoreerd. Op voorhand worden geen functies uitgesloten van deeltijdarbeid. Bij vacant komende functies, dan wel nieuwe functies, wordt stelselmatig beoordeeld of vervulling in deeltijd mogelijk is. Invoering van deeltijd mag in beginsel op zichzelf niet leiden tot vermindering van de formatie. 3. Er is gelijke behandeling tussen deeltijdwerkers en voltijdwerkers. De bepalingen betreffende toekenning van overwerkvergoeding zijn op werknemers met een deeltijddienstverband slechts van toepassing, voor zover het overwerk wordt verricht buiten de normaal voor het bedrijf geldende arbeidsduur. Indien binnen de normale dagelijkse arbeidsduur door een deeltijdwerknemer langer wordt gewerkt dan de overeengekomen arbeidsduur dan dient het uursalaris te worden verhoogd met de andere vaste inkomenselementen zoals de vakantietoeslag en de opbouw van vakantierechten. 4. In beginsel wordt een verzoek van een werknemer om zijn of haar arbeidsduur aan te passen gehonoreerd, tenzij dit op grond van bedrijfsbelang niet van de werkgever kan worden gevergd. De besluitvorming vindt als regel binnen een maand plaats. Indien werknemers met een arbeidsovereenkomst minder dan de normale arbeidsduur regelmatig de voor hen geldende arbeidsduur overschrijden, kan, in onderling overleg, het arbeidscontract worden aangepast. Werknemers met een deeltijdovereenkomst kunnen desgewenst en met instemming van hun werkgever bij vacatures met voorrang hun arbeidsuren uitbreiden. 5. Onder arbeid in deeltijd wordt niet verstaan arbeid verricht door op- en afroepkrachten.

  • Toepasselijke wetgeving De overeenkomst is onderworpen aan de Belgische wetgeving betreffende individuele levens- en aan- vullende verzekeringen in het algemeen en betreffende Riziv-overeenkomsten die beantwoorden aan de wettelijke voorwaarden van een sociale overeenkomst ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen’ in het bijzonder. Mocht de aangeslotene buiten België gevestigd zijn, dan wordt, indien de wet het zo toe- laat, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht betreffende indivi- duele levens- en aanvullende verzekeringen.

  • Werkloosheid 1 Bij gehele of gedeeltelijke werkloosheid kan de (gewezen) werknemer aanspraak maken op een uitkering ingevolge de WW alsmede aanspraak maken op een bovenwettelijke uitkering ingevolge de BWRHBO indien hij voldoet aan de bepalingen van deze regelingen. 2 In afwijking van lid 1 kan bij gehele of gedeeltelijke werkloosheid ontstaan voor 1 januari 2001 de (gewezen) werknemer als bedoeld in artikel T-1, aanspraak hebben op een uitkering ingevolge de BWRHBO, indien hij voldoet aan de bepalingen van de BWRHBO. 3 Ter voorkoming en beperking van werkloosheid heeft de werknemer recht op een persoonsgebonden re-integratietraject indien hij voldoet aan de in deze cao vastgestelde voorwaarden. Deze voorwaarden en de uitwerking van het persoonsgebonden re-integratietraject zijn opgenomen in bijlage XI van deze cao.

  • Werkelijke waarde De nieuwwaarde, onder aftrek van de slijtage.

  • Toepasselijke bepalingen Op de verhouding tussen de werkgever en de werknemer is van toepassing de geldende Xxx Xxxxxxxxxx- zorg, verder te noemen ‘cao’, en de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen, voor zover daarvan niet in de arbeidsovereenkomst of de van toepassing zijnde cao rechtsgeldig is afgeweken.

  • Vertrouwelijkheid van gegevens 1. Elk der partijen garandeert dat alle van de andere partij ontvan- gen gegevens waarvan men weet of dient te weten dat deze van vertrouwelij- ke aard zijn, geheim blijven. De partij die vertrouwelijke gegevens ontvangt, zal deze slechts gebruiken voor het doel waarvoor deze verstrekt zijn. Ge- gevens worden in ieder geval als vertrouwelijk beschouwd indien deze door een der partijen als zodanig zijn aangeduid. TPM kan hieraan niet worden gehouden indien de verstrekking van gegevens aan een derde noodzakelijk is ingevolge een rechterlijke uitspraak, een wettelijk voorschrift of voor correcte uitvoering van de overeenkomst.

  • Verantwoordelijkheid Partijen zijn zich ervan bewust dat informatie waarover een Partij beschikt, voor de andere Partij essentieel kan zijn. Partijen zullen steeds zodanig tijdig die informatie aan elkaar ter beschikking stellen, dat de nodige acties kunnen worden ondernomen.

  • Medewerker Een werknemer met wie u een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, die op de (verzamel)loonstaat staat en voor wie u premies werknemersverzekeringen afdraagt. Onder medewerker wordt ook een oproepkracht verstaan. Voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst is o.a. vereist dat de werknemer in de praktijk in een gezagsverhouding bij u werkzaam is. De directeur-grootaandeelhouder van verzekeringnemer zoals bedoeld in de “regeling aanwijzing directeur- grootaandeelhouder 2016” is geen medewerker in de zin van deze verzekering. Xxxxxxx wordt als medewerker in de zin van deze verzekering beschouwt de werknemer die directeur en grootaandeelhouder is van verzekeringnemer, maar als gevolg van statutair bepaalde stemverhoudingen tegen zijn wil ontslagen kan worden en om die reden geen DGA in de zin van de regeling is.