Common use of INSTALLATIE-EISEN Clause in Contracts

INSTALLATIE-EISEN. In algemene zin zijn de installatie-eisen gelijkgesteld aan de geldende normen en standaarden door branche- organisaties en verzekeraars. Tevens vindt er tijdens en na afloop van de installatie en vervolgens periodiek na de ingebruikname een zogehete Scope 12 keuring plaats die borgt dat de systemen voldoen aan de normen rondom gedegenheid en veiligheid. Een uitgebreidere toelichting vindt u hieronder. In de installatieovereenkomst met de leverancier zijn de installatie-eisen waar de installaties aan moeten voldoen vastgelegd. Deze installatie-eisen zijn conform de bouwkundige en elektrotechnische normen zoals die zijn verzameld en vastgelegd in Scope 12 van het Verbond van Verzekeraars. Na ingebruikname van de systemen vindt een keuring plaats door een onafhankelijk technisch bureau, dat inspecteert of de installatie inderdaad conform de normen onder Scope 12 heeft plaatsgevonden. Hierdoor borgt de Uitgevende Instelling dat de systemen telkens voldoen aan de eisen van verzekeraars en de hierboven genoemde dekking zijn werking heeft. Als onderdeel van het Service en Onderhoudscontract wordt de installatie vervolgens jaarlijks door de leverancier geïnspecteerd. Eens in de vijf jaar zal daarnaast een herinspectie conform Scope 12 door een onafhankelijk technisch bureau worden uitgevoerd om te borgen dat de systemen goed zijn onderhouden en voldoen aan de eisen van verzekeraars. De belangrijkste normen en eisen die gelden onder de installatieovereenkomst zijn: • De zonnepanelen voldoen aan de IEC 61251 en IEC 61730; • De omvormers voldoen aan de IEC 62109-1 en/of DIN VDE 0126-1-1; • Realisatie van het PV-Systeem vindt plaats conform ISSO handboek zonne-energie (2012); • NEN 1010:2015 Laagspanningsnorm; • NPR 5310:2016 Praktijkrichtlijn NEN 1010:2015; • NEN 7250:2014 Zonne-energiesystemen – integratie in daken en gevels – bouwkundige aspecten; • NEN EN 1991-1-4 Eurocode windbelastingen; • NEN EN-IEC 62305-1 Bliksembeveiliging; • IEC 61439 ‘Laagspanningsschakel en verdeelinrichtingen’; • NEN 3140 ‘Bedrijfsvoering van elektrische installaties – laagspanning’.

INSTALLATIE-EISEN. In algemene zin zijn de installatie-eisen gelijkgesteld aan de geldende normen en standaarden door branche- organisaties en verzekeraars. Tevens vindt er tijdens en na afloop van de installatie en vervolgens periodiek na de ingebruikname een zogehete Scope 12 keuring plaats die borgt dat de systemen voldoen aan de normen rondom gedegenheid en veiligheid. Een uitgebreidere toelichting vindt u hieronder. In de installatieovereenkomst met de leverancier leverancier, die verantwoordelijk is voor de installatie van alle Zonnestroomsystemen in de Portefeuille Zonnestroomsystemen, zijn de installatie-eisen waar de installaties aan moeten voldoen vastgelegd. Deze installatie-eisen zijn conform de bouwkundige en elektrotechnische normen zoals die zijn verzameld en vastgelegd in ‘Scope 12 12’ van het Verbond van Verzekeraars. Na ingebruikname van de systemen Zonnestroomsystemen vindt een keuring plaats door een onafhankelijk technisch bureau, dat inspecteert of de installatie inderdaad conform de normen onder ‘Scope 12 12’ heeft plaatsgevonden. Hierdoor borgt de Uitgevende Instelling dat de systemen Zonnestroomsystemen telkens voldoen aan de eisen van verzekeraars en de hierboven genoemde dekking zijn werking heeft. Als onderdeel van het Service service en Onderhoudscontract wordt onderhoudscontract worden de installatie Zonnestroomsystemen vervolgens jaarlijks door de leverancier geïnspecteerd. Eens in de vijf jaar zal daarnaast een herinspectie conform ‘Scope 12 12’ door een onafhankelijk technisch bureau worden uitgevoerd om te borgen dat de systemen Zonnestroomsystemen goed zijn onderhouden en voldoen aan de eisen van verzekeraars. De belangrijkste normen en eisen die gelden onder de installatieovereenkomst zijn: • De zonnepanelen voldoen aan de IEC 61251 en IEC 61730; • De omvormers voldoen aan de IEC 62109-1 en/of DIN VDE 0126-1-1; • Realisatie van het PV-Systeem vindt plaats conform ISSO handboek zonne-energie (2012); • NEN 1010:2015 Laagspanningsnorm; • NPR 5310:2016 Praktijkrichtlijn NEN 1010:2015; • NEN 7250:2014 Zonne-energiesystemen – integratie in daken en gevels – bouwkundige aspecten; • NEN EN 1991-1-4 Eurocode windbelastingen; • NEN EN-IEC 62305-1 Bliksembeveiliging; • IEC 61439 ‘Laagspanningsschakel en verdeelinrichtingen’; • NEN 3140 ‘Bedrijfsvoering van elektrische installaties – laagspanning’.

INSTALLATIE-EISEN. In algemene zin zijn de installatie-eisen gelijkgesteld aan de geldende normen en standaarden door branche- organisaties en verzekeraars. Tevens vindt er tijdens en na afloop van de installatie en vervolgens periodiek na de ingebruikname een zogehete Scope 12 keuring plaats die borgt dat de systemen voldoen aan de normen rondom gedegenheid en veiligheid. Een uitgebreidere toelichting vindt u hieronder. In de installatieovereenkomst met de leverancier zijn de installatie-eisen waar de installaties aan moeten voldoen vastgelegd. Deze installatie-eisen zijn conform de bouwkundige en elektrotechnische normen zoals die zijn verzameld en vastgelegd in Scope 12 van het Verbond van Verzekeraars. Na ingebruikname van de systemen vindt een keuring plaats door een onafhankelijk technisch bureau, dat inspecteert of de installatie inderdaad conform de normen onder Scope 12 heeft plaatsgevonden. Hierdoor borgt de Uitgevende Instelling dat de systemen telkens voldoen aan de eisen van verzekeraars en de hierboven genoemde dekking zijn werking heeft. Als onderdeel van het Service en Onderhoudscontract wordt de installatie vervolgens jaarlijks door de leverancier geïnspecteerd. Eens in de vijf jaar zal daarnaast een herinspectie conform Scope 12 door een onafhankelijk technisch bureau worden uitgevoerd om te borgen dat de systemen goed zijn onderhouden en voldoen aan de eisen van verzekeraars. De belangrijkste normen en eisen die gelden onder de installatieovereenkomst zijn: • De zonnepanelen voldoen aan de IEC 61251 en IEC 61730; • De omvormers voldoen aan de IEC 62109-1 en/of DIN VDE 0126-1-1; • Realisatie van het PV-Systeem vindt plaats conform ISSO handboek zonne-energie (2012); • NEN 1010:2015 Laagspanningsnorm; • NPR 5310:2016 Praktijkrichtlijn NEN 1010:2015; • NEN 7250:2014 Zonne-energiesystemen – integratie in daken en gevels – bouwkundige aspecten; • NEN EN 1991-1-4 Eurocode windbelastingen; • NEN EN-IEC 62305-1 Bliksembeveiliging; • IEC 61439 ‘Laagspanningsschakel en verdeelinrichtingen’; • NEN 3140 ‘Bedrijfsvoering van elektrische installaties – laagspanning’.

INSTALLATIE-EISEN. In algemene zin zijn de installatie-eisen gelijkgesteld aan de geldende normen en standaarden door branche- organisaties brancheorganisaties en verzekeraars. Tevens vindt er tijdens en na afloop van de installatie en vervolgens periodiek na de ingebruikname een zogehete zogeheten Scope 12 keuring plaats die borgt dat de systemen voldoen aan de normen rondom gedegenheid en veiligheid. Een uitgebreidere toelichting vindt u hieronder. In de installatieovereenkomst met de leverancier zijn de installatie-eisen waar de installaties aan moeten voldoen vastgelegd. Deze installatie-eisen zijn conform de bouwkundige en elektrotechnische normen zoals die zijn verzameld en vastgelegd in Scope 12 van het Verbond van Verzekeraars. Na ingebruikname van de systemen vindt een keuring plaats door een onafhankelijk technisch bureau, dat inspecteert of de installatie inderdaad conform de normen onder Scope 12 heeft plaatsgevonden. Hierdoor borgt de Uitgevende Instelling dat de systemen telkens voldoen aan de eisen van verzekeraars en de hierboven genoemde dekking zijn werking heeft. Als onderdeel van het Service en Onderhoudscontract wordt de installatie vervolgens jaarlijks door de leverancier geïnspecteerd. Eens in de vijf jaar zal daarnaast een herinspectie conform Scope 12 door een onafhankelijk technisch bureau worden uitgevoerd om te borgen dat de systemen goed zijn onderhouden en voldoen aan de eisen van verzekeraars. De belangrijkste normen en eisen die gelden onder de installatieovereenkomst zijn: • De zonnepanelen voldoen aan de IEC 61251 en IEC 61730; • De omvormers voldoen aan de IEC 62109-1 en/of DIN VDE 0126-1-1; • Realisatie van het PV-Systeem vindt plaats conform ISSO ISSO-handboek zonne-energie (2012); • NEN 1010:2015 Laagspanningsnorm; • NPR 5310:2016 Praktijkrichtlijn NEN 1010:2015; • NEN 7250:2014 Zonne-energiesystemen – integratie in daken en gevels – bouwkundige aspecten; • NEN EN 1991-1-4 Eurocode windbelastingen; • NEN EN-IEC 62305-1 Bliksembeveiliging; • IEC 61439 ‘Laagspanningsschakel en verdeelinrichtingen’; • NEN 3140 ‘Bedrijfsvoering van elektrische installaties – laagspanning’.