INSTITUTIONELE, ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN. Artikel 17 Het Gemengd Comite´ dat is opgericht bij de op 18 december 1989 ondertekende Overeenkomst inzake han- del en commerciële en economische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de USSR, vervult de eraan bij deze Overeenkomst toegewezen taken, totdat de Samenwerkingsraad waarin artikel 81 van de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst voorziet is opgericht. Artikel 18 Het Gemengd Comite´ kan ter verwezenlijking van de doelstellingen van de Overeenkomst in de gevallen waarin de Overeenkomst daarin voorziet aanbevelingen doen. Het Gemengd Comite´ stelt zijn aanbevelingen op in onderlinge overeenstemming tussen de partijen. Artikel 19 Bij het onderzoek van kwesties die zich voordoen in het kader van de Overeenkomst met betrekking tot een bepaling betreffende een artikel van de GATT/WTO houdt het Gemengd Comite´ zoveel mogelijk rekening met de algemeen gebruikelijke interpretatie van het artikel van de GATT/WTO in kwestie door de leden van de WTO. 1. Binnen het toepassingsgebied van de Overeenkomst verbindt elk van de partijen zich ertoe te bewerkstelligen dat natuurlijke personen en rechtspersonen van de andere partij, zonder discriminatie ten opzichte van haar eigen onderdanen, toegang krijgen tot de terzake bevoegde rechtbanken en administratieve instanties van beide par- tijen, ter bescherming van hun individuele rechten en hun eigendomsrechten, waaronder ook die betreffende intel- lectuele, industriële en commerciële eigendom. 2. Binnen de grenzen van hun respectieve bevoegd- heden: — streven de partijen naar arbitrage bij geschillen die voortkomen uit handels- en samenwerkingstransacties tussen economische subjecten van de Gemeenschap en de Republiek Azerbeidzjan; — komen de partijen overeen, dat wanneer een geschil ter arbitrage wordt voorgelegd elke partij bij het geschil, behalve wanneer de regels van de arbitrage- instantie die door beide partijen is gekozen anders bepalen, haar eigen arbiter kiest, ongeacht diens nationaliteit en dat de als voorzitter optredende derde arbiter, of de enige arbiter, een ingezetene van een derde staat mag zijn; — bevelen de partijen hun economische subjecten aan in onderling overleg de wetgeving te kiezen die van toepassing is op hun contracten; — bevorderen de partijen dat een beroep wordt gedaan op de arbitragevoorschriften die zijn uitgewerkt door de Commissie van de Verenigde Naties inzake inter- nationaal handelsrecht (Uncitral) en op arbitrage door een andere instantie van een staat die het op 10 juni 1958 te New York gesloten verdrag over de erken- ning en tenuitvoerlegging van buitenlandse arbitrale uitspraken heeft ondertekend. Artikel 21 Niets in de Overeenkomst belet een overeenkomstslui- tende partij maatregelen te nemen: a) die zij nodig acht om openbaarmaking van informatie die onverenigbaar is met haar vitale veiligheidsbelan- gen te beletten; b) die verband houden met de productie van of de handel in wapens, munitie of oorlogsmaterieel, of met onderzoek, ontwikkeling of productie die absoluut vereist zijn voor verdedigingsdoeleinden, mits derge- lijke maatregelen geen afbreuk doen aan de concur- rentievoorwaarden voor producten die niet voor spe- cifiek militaire doeleinden bestemd zijn; c) die zij van vitaal belang acht voor haar eigen veilig- heid in geval van ernstige binnenlandse onlusten die de handhaving van recht en orde in gevaar brengen, in tijden van oorlog of ernstige internationale span- ningen die een oorlogsdreiging inhouden, of om ver- plichtingen na te komen die zij voor de instandhou- ding van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan; d) die zij nodig acht voor de naleving van haar inter- nationale verplichtingen en verbintenissen met betrek- king tot de controle op industriële goederen en tech- nologieën voor tweeërlei gebruik. 1. Op de door de Overeenkomst bestreken terreinen en onverminderd eventueel daarin neergelegde bijzondere bepalingen geldt het volgende: — de regelingen die de Republiek Azerbeidzjan ten opzichte van de Gemeenschap toepast mogen niet leiden tot discriminatie tussen de lidstaten, hun onder- danen of hun vennootschappen; — de regelingen die de Gemeenschap ten opzichte van de Republiek Azerbeidzjan toepast mogen niet leiden tot discriminatie tussen onderdanen van de Republiek Azerbeidzjan dan wel vennootschappen uit de Repu- bliek Azerbeidzjan. 2. Het bepaalde in lid 1 doet geen afbreuk aan het recht van de overeenkomstsluitende partijen om de terzake doende bepalingen van hun belastingwetgeving toe te passen op belastingplichtigen die niet in dezelfde situatie verkeren wat betreft hun vaste woonplaats. 1. Elk van beide partijen kan ieder geschil dat verband houdt met de toepassing of de interpretatie van de Overeenkomst aan het Gemengd Comite´ voorleggen. 2. Het Gemengd Comite´ kan het geschil door middel van een aanbeveling beslechten. 3. Indien het geschil niet overeenkomstig lid 2 van dit artikel kan worden beslecht, mag elk van beide partijen de andere van de benoeming van een bemiddelaar in kennis stellen; de andere partij moet dan binnen twee maanden een tweede bemiddelaar benoemen. Het Gemengd Comite´ benoemt een derde bemiddelaar. De aanbevelingen van de bemiddelaars worden met meer- derheid van stemmen genomen. Dergelijke aanbevelingen zijn niet bindend voor de overeenkomstsluitende par- tijen. 4. Het Gemengd Comite´ kan voor de beslechting van geschillen een reglement vaststellen. Artikel 24 De partijen komen overeen op verzoek van een van hen beiden onmiddellijk overleg te plegen via passende kana- len om kwesties met betrekking tot de interpretatie of tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst en andere rele- vante aspecten van de betrekkingen tussen de partijen te bespreken. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan en laten de artikelen 7, 23 en 28 onverlet. Artikel 25 grondig onderzoek van de situatie om een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden. Bij de keuze van deze maatregelen moet voorrang worden gegeven aan die welke de goede werking van de Overeen- komst het minst verstoren. Deze maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van het Gemengd Comite´ gebracht, indien de andere partij zulks verlangt.
Appears in 1 contract
Samples: Interim Agreement
INSTITUTIONELE, ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN. Artikel 17 Het 1. Hierbij wordt een Gemengd Comite´ dat is opgericht bij de op 18 december 1989 ondertekende Overeenkomst inzake han- del Comité voor handel en commerciële en economische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de USSRPalestijnse Autoriteit, vervult in deze overeenkomst „Gemengd Comité” genoemd, opgericht. Het Comité is bevoegd besluiten te nemen in gevallen waarin de eraan bij deze Overeenkomst toegewezen taken, totdat overeenkomst voor- ziet en in andere gevallen wanneer dit noodzakelijk is voor de Samenwerkingsraad waarin artikel 81 van de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst voorziet is opgericht.
Artikel 18 Het Gemengd Comite´ kan ter verwezenlijking ver- wezenlijking van de doelstellingen van de Overeenkomst in overeenkomst. De besluiten zijn bindend voor de gevallen waarin partijen, die de Overeenkomst daarin voorziet aanbevelingen doennodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan.
2. Het Gemengd Comite´ Comité kan ook resoluties en aanbevelingen opstel- len, of adviezen geven, die het wenselijk acht voor het bereiken van de gemeenschappelijke doelstellingen en een soepel functioneren van de overeenkomst.
3. Het Gemengd Comité stelt zijn eigen reglement van orde vast.
1. Het Gemengd Comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Ge- meenschap en van de Palestijnse Autoriteit.
2. De besluiten en aanbevelingen op van het Gemengd Comité worden vastgesteld in onderlinge overeenstemming tussen de partijen.
Artikel 19 Bij het onderzoek van kwesties die zich voordoen in het kader Gemeenschap en van de Overeenkomst met betrekking tot een bepaling betreffende een artikel van de GATT/WTO houdt het Gemengd Comite´ zoveel mogelijk rekening met de algemeen gebruikelijke interpretatie van het artikel van de GATT/WTO in kwestie door de leden van de WTOPalestijnse Autoriteit.
1. Binnen Het voorzitterschap van het toepassingsgebied van de Overeenkomst verbindt elk van de partijen zich ertoe te bewerkstelligen dat natuurlijke personen en rechtspersonen van de andere partij, zonder discriminatie ten opzichte van haar eigen onderdanen, toegang krijgen tot de terzake bevoegde rechtbanken en administratieve instanties van beide par- tijen, ter bescherming van hun individuele rechten en hun eigendomsrechten, waaronder ook die betreffende intel- lectuele, industriële en commerciële eigendom.
2. Binnen de grenzen van hun respectieve bevoegd- heden: — streven de partijen naar arbitrage bij geschillen die voortkomen uit handels- en samenwerkingstransacties tussen economische subjecten van Gemengd Comité wordt beurtelings vervuld door de Gemeenschap en de Republiek Azerbeidzjan; — komen de partijen overeen, dat wanneer een geschil ter arbitrage wordt voorgelegd elke partij bij het geschil, behalve wanneer de regels van de arbitrage- instantie die door beide partijen is gekozen anders bepalen, haar eigen arbiter kiest, ongeacht diens nationaliteit en dat de als voorzitter optredende derde arbiter, of de enige arbiter, een ingezetene van een derde staat mag zijn; — bevelen de partijen hun economische subjecten aan in onderling overleg de wetgeving te kiezen die van toepassing is op hun contracten; — bevorderen de partijen dat een beroep wordt gedaan op de arbitragevoorschriften die zijn uitgewerkt door de Commissie Palestijnse Autoriteit over- eenkomstig de bepalingen van de Verenigde Naties inzake inter- nationaal handelsrecht (Uncitral) en op arbitrage door een andere instantie zijn reglement van een staat die het op 10 juni 1958 te New York gesloten verdrag over de erken- ning en tenuitvoerlegging van buitenlandse arbitrale uitspraken heeft ondertekend.
Artikel 21 Niets in de Overeenkomst belet een overeenkomstslui- tende partij maatregelen te nemen:
a) die zij nodig acht om openbaarmaking van informatie die onverenigbaar is met haar vitale veiligheidsbelan- gen te beletten;
b) die verband houden met de productie van of de handel in wapens, munitie of oorlogsmaterieel, of met onderzoek, ontwikkeling of productie die absoluut vereist zijn voor verdedigingsdoeleinden, mits derge- lijke maatregelen geen afbreuk doen aan de concur- rentievoorwaarden voor producten die niet voor spe- cifiek militaire doeleinden bestemd zijn;
c) die zij van vitaal belang acht voor haar eigen veilig- heid in geval van ernstige binnenlandse onlusten die de handhaving van recht en orde in gevaar brengen, in tijden van oorlog of ernstige internationale span- ningen die een oorlogsdreiging inhouden, of om ver- plichtingen na te komen die zij voor de instandhou- ding van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan;
d) die zij nodig acht voor de naleving van haar inter- nationale verplichtingen en verbintenissen met betrek- king tot de controle op industriële goederen en tech- nologieën voor tweeërlei gebruik.
1. Op de door de Overeenkomst bestreken terreinen en onverminderd eventueel daarin neergelegde bijzondere bepalingen geldt het volgende: — de regelingen die de Republiek Azerbeidzjan ten opzichte van de Gemeenschap toepast mogen niet leiden tot discriminatie tussen de lidstaten, hun onder- danen of hun vennootschappen; — de regelingen die de Gemeenschap ten opzichte van de Republiek Azerbeidzjan toepast mogen niet leiden tot discriminatie tussen onderdanen van de Republiek Azerbeidzjan dan wel vennootschappen uit de Repu- bliek Azerbeidzjanorde.
2. Het bepaalde in lid 1 doet geen afbreuk aan het recht Gemengd Comité vergadert eens per jaar en telkens wanneer de omstandigheden zulks vereisen, op initiatief van de overeenkomstsluitende partijen om de terzake doende bepalingen van hun belastingwetgeving toe te passen op belastingplichtigen die niet in dezelfde situatie verkeren wat betreft hun vaste woonplaatszijn voorzitter.
1. Elk Het Gemengd Comité kan besluiten andere comités in te stellen om bijstand te verlenen bij de vervulling van beide partijen kan ieder geschil dat zijn taken.
2. Het Gemengd Comité bepaalt de samenstelling en taken van der- gelijke comités en de wijze van functioneren.
1. Iedere partij mag geschillen die verband houdt houden met de toepassing of de interpretatie van de Overeenkomst deze overeenkomst aan het Gemengd Comite´ Comité voorleggen.
2. Het Gemengd Comite´ Comité kan het geschil door middel van een aanbeveling bij besluit beslechten.
3. Iedere partij is verplicht de maatregelen te treffen die nodig zijn in verband met de uitvoering van het in lid 2 bedoelde besluit.
4. Indien het geschil niet overeenkomstig lid 2 van dit artikel kan worden beslecht, mag elk van beide partijen kan iedere partij de andere van de benoeming van een bemiddelaar ervan in kennis stellen; de stellen dat zij een scheidsrechter heeft aangewezen. De andere partij moet dan binnen twee maanden een tweede bemiddelaar benoemen. scheidsrechter aanwijzen. Het Gemengd Comite´ benoemt Comité wijst een derde bemiddelaarscheidsrechter aan. De aanbevelingen scheidsrechters beslissen bij meerderheid van stemmen. Iedere partij bij het geschil moet het nodige doen om de beslissing van de bemiddelaars worden met meer- derheid van stemmen genomen. Dergelijke aanbevelingen zijn niet bindend voor de overeenkomstsluitende par- tijenscheidsrechter ten uitvoer te leggen.
4. Het Gemengd Comite´ kan voor de beslechting van geschillen een reglement vaststellen.
Artikel 24 De partijen komen overeen op verzoek van een van hen beiden onmiddellijk overleg te plegen via passende kana- len om kwesties met betrekking tot de interpretatie of tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst en andere rele- vante aspecten van de betrekkingen tussen de partijen te bespreken. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan en laten de artikelen 7, 23 en 28 onverlet.
Artikel 25 grondig onderzoek van de situatie om een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden. Bij de keuze van deze maatregelen moet voorrang worden gegeven aan die welke de goede werking van de Overeen- komst het minst verstoren. Deze maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van het Gemengd Comite´ gebracht, indien de andere partij zulks verlangt.
Appears in 1 contract