INZET PBDI VOOR TIJD (VITALITEITSUREN). 1. De werknemer kan het PBDI inzetten voor vitaliteitsuren.
a. De werknemer kan het PBDI-budget maximaal drie jaar reserveren en in het kader van vitaliteitsuren maximaal twee maanden, bij een voltijds werkweek, al dan niet aaneengesloten, inzetten conform het plan.
b. De werknemer onderbouwt in het plan het gewenste duurzame inzetbaarheidsdoel dat de werknemer verwacht te bereiken met de inzet van de vitaliteitsuren en de tijd die de werknemer daarvoor wenst in te zetten.
2. In aanvulling op lid 1 kan de werknemer van 60 jaar of ouder in elk geval eenmaal een aanvraag indienen om maximaal de helft van het PBDI in te zetten voor vitaliteitsuren en geeft in het plan aan hoe de uren worden opgenomen.
3. In aanvulling op de vorige leden kan de werknemer die binnen 5 jaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt het volledige budget inzetten voor vitaliteitsuren en geeft in het plan aan hoe de uren worden opgenomen.
4. De waarde van een vitaliteitsuur is gelijk aan de waarde van een uur IKB-verlof zoals bedoeld in artikel 4.5.6. op het moment van aanvragen. Het aantal te financieren uren wordt afgerond op hele uren, waarbij een half uur of langer naar boven wordt afgerond en minder dan een half uur naar beneden.
5. Bij het opnemen van de vitaliteitsuren wordt de werknemer vrijgesteld van werk met behoud van loon.
6. De vitaliteitsuren zoals bedoeld in lid 1 t/m 3 worden niet toegevoegd aan het vakantie- en/of verlofsaldo van de werknemer en komen te vervallen als ze niet zijn ingezet voorafgaand aan het einde van het dienstverband.
7. De werkgever en de werknemer bespreken vooraf wanneer en op welke wijze de vitaliteitsuren worden opgenomen.
8. Dit artikel is niet van toepassing op het extra premobiliteitsbudget waarover de werknemer in fase II de beschikking krijgt. Dit extra premobiliteitsbudget kan de werknemer dus niet omzetten in een aanspraak op vitaliteitsuren.
INZET PBDI VOOR TIJD (VITALITEITSUREN). 1. De werknemer kan het PBDI inzetten voor vitaliteitsuren.
a. De werknemer kan het PBDI-budget maximaal drie jaar reserveren en in het kader van vitaliteitsuren maximaal twee maanden, bij een voltijds werkweek, al dan niet aaneengesloten, inzetten conform het plan.
b. De werknemer onderbouwt in het plan het gewenste duurzame inzetbaarheidsdoel dat de werknemer verwacht te bereiken met de inzet van de vitaliteitsuren en de tijd die de werknemer daarvoor wenst in te zetten.
2. In aanvulling op lid 1 kan de werknemer van 60 jaar of ouder in elk geval eenmaal een aanvraag indienen om maximaal de helft van het PBDI in te zetten voor vitaliteitsuren en geeft in het plan aan hoe de uren worden opgenomen.
3. In aanvulling op de vorige leden kan de werknemer die binnen 5 jaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt het volledige budget inzetten voor vitaliteitsuren en geeft in het plan aan hoe de uren worden opgenomen.
4. De waarde van een vitaliteitsuur is gelijk aan de waarde van een uur IKB-verlof zoals bedoeld in artikel 4.5.6. op het moment van aanvragen. Het aantal te financieren uren wordt afgerond op hele uren, waarbij een half uur of langer naar boven wordt afgerond en minder dan een half uur naar beneden.