Common use of Jaarlijkse vakantie Clause in Contracts

Jaarlijkse vakantie. Art. 19. Het aantal vakantiedagen waarop het personeelslid aanspraak kan maken wordt berekend op basis van : De leeftijd is deze die bereikt wordt op 1 juli van het kalenderjaar. Onderstaande tabel is van toepassing als het betrokken personeelslid een volledig kalenderjaar in dienstactiviteit is en met een volledige wekelijkse opdracht is belast. Minder dan 45 jaar 30 werkdagen Van 45 jaar tot minder dan 50 jaar 31 werkdagen Vanaf 50 jaar 32 werkdagen Voor de bijkomende verlofdagen van personeelsleden die de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt, wordt de leeftijd vastgesteld op deze die hij heeft bereikt tijdens het kalenderjaar: Vanaf 60 jaar + 1 werkdag Vanaf 61 jaar + 2 werkdagen Vanaf 62 jaar + 3 werkdagen Vanaf 63 jaar + 4 werkdagen Vanaf 64 jaar + 5 werkdagen Het aantal vakantiedagen waarop het personeelslid aanspraak kan maken, hangt niet af van zijn prestaties tijdens het voorafgaande jaar, maar wordt berekend op basis van zijn verrichte diensten tijdens het betrokken vakantiejaar. Het recht op vakantiedagen dat een contractueel personeelslid tijdens het voorafgaande jaar heeft opgebouwd uit hoofde van zijn tewerkstelling bij een werkgever uit de particuliere sector is niet overdraagbaar in de publieke sector.

Appears in 2 contracts

Samples: pro.g-o.be, pro.g-o.be

Jaarlijkse vakantie. Art. 19. Het aantal vakantiedagen waarop het personeelslid aanspraak kan maken wordt berekend op basis van : De leeftijd is deze die bereikt wordt op 1 juli van het kalenderjaar. Onderstaande tabel is van toepassing als het betrokken personeelslid een volledig kalenderjaar in dienstactiviteit is en met een volledige wekelijkse opdracht is belast. Minder dan 45 jaar 30 werkdagen Van 45 jaar tot minder dan 50 jaar 31 werkdagen Vanaf 50 jaar 32 werkdagen Voor de bijkomende verlofdagen van personeelsleden die de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt, wordt de leeftijd vastgesteld op deze die hij heeft bereikt tijdens het kalenderjaar: Vanaf 60 jaar + 1 werkdag Vanaf 61 jaar + 2 werkdagen Vanaf 62 jaar + 3 werkdagen Vanaf 63 jaar + 4 werkdagen Vanaf 64 jaar + 5 werkdagen Het aantal vakantiedagen waarop het personeelslid aanspraak kan maken, hangt niet af van zijn prestaties tijdens het voorafgaande jaar, maar wordt berekend op basis van zijn verrichte diensten tijdens het betrokken vakantiejaar. Dit vormt een belangrijk verschilpunt in vergelijking met de regeling voor de werknemers uit de particuliere sector, voor wie het aantal vakantiedagen wordt bepaald door hun prestaties tijdens het vakantiedienstjaar, zijnde het kalenderjaar dat het jaar voorafgaat waarin de vakantie dient te worden toegekend. Het recht op vakantiedagen dat een contractueel personeelslid tijdens het voorafgaande jaar heeft opgebouwd uit hoofde van zijn tewerkstelling bij een werkgever uit de particuliere sector is niet overdraagbaar in de publieke sector.

Appears in 1 contract

Samples: pro.g-o.be

Jaarlijkse vakantie. Art. 19. Het aantal vakantiedagen waarop het personeelslid aanspraak kan maken wordt berekend op basis van van: De leeftijd is deze die bereikt wordt op 1 juli van het kalenderjaar. Onderstaande tabel is van toepassing als het betrokken personeelslid een volledig kalenderjaar in dienstactiviteit is en met een volledige wekelijkse opdracht is belast. Minder dan 45 jaar 30 werkdagen Van 45 jaar tot minder dan 50 jaar 31 werkdagen Vanaf 50 jaar 32 werkdagen Voor de bijkomende verlofdagen van personeelsleden die de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt, wordt de leeftijd vastgesteld op deze die hij heeft bereikt tijdens het kalenderjaar: Vanaf 60 jaar + 1 werkdag Vanaf 61 jaar + 2 werkdagen Vanaf 62 jaar + 3 werkdagen Vanaf 63 jaar + 4 werkdagen Vanaf 64 jaar + 5 werkdagen Het aantal vakantiedagen waarop het personeelslid de werknemer aanspraak kan maken, hangt niet af van zijn prestaties tijdens het voorafgaande jaar, maar wordt berekend op basis van zijn verrichte diensten tijdens het betrokken vakantiejaar. Het Dit vormt een belangrijk verschilpunt in vergelijking met de regeling voor de werknemers uit de particuliere sector, voor wie het aantal vakantiedagen wordt bepaald door hun prestaties tijdens het vakantiedienstjaar, zijnde het kalenderjaar dat het jaar voorafgaat waarin de vakantie dient te worden toegekend. Een logisch gevolg daarvan is ook dat het recht op vakantiedagen dat een contractueel personeelslid tijdens het voorafgaande jaar heeft opgebouwd uit hoofde van zijn tewerkstelling bij een werkgever uit de particuliere sector is sector, niet overdraagbaar is in de publieke sector.

Appears in 1 contract

Samples: pro.g-o.be