KOSTENMAXIMERING. 2.1 Verzekeraar verklaart zich bereid om alle bij Beleggingsverzekeringen in rekening gebrachte kosten, waaronder niet worden verstaan de risicopremies, maar wel de TER (zijnde de kostenratio, als gede- finieerd in artikel 1:1 onder k Nadere Regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft) en andere beleggingsfondskosten zoals gedefinieerd in Fout! Verwijzingsbron niet gevonden., berekend over de gehele looptijd, overeenkomstig de Excel-worksheets als bedoeld in Fout! Verwijzingsbron niet gevonden., te maximeren tot:
(a) Categorie 1: 2,85 % voor Beleggingsverzekeringen, met een bruto premie-inleg lager dan € 1.200,- per jaar of tegen een koopsom lager dan € 12.000,-;
(b) Categorie 2: 2,45 % voor Beleggingsverzekeringen met een bruto premie-inleg hoger dan of gelijk aan € 1.200,- per jaar of tegen een koopsom hoger dan of gelijk aan € 12.000,-, met uitzondering van Beleggingsverzekeringen die voldoen aan categorie 3;
(c) Categorie 3: 2,35 % voor Beleggingsverzekeringen met een looptijd van 30 (voluit: dertig) of meer jaar en met een bruto premie-inleg hoger dan of gelijk aan € 2.000,- per jaar of tegen een koopsom hoger dan of gelijk aan € 20.000,-; en
(d) Categorie 4: 0,20 % additionele kostenopslag voor de hiervoor genoemde categorieën 1 en 2 van Beleg- gingsverzekeringen met een garantie van 3% of meer op het netto fondsrendement (fonds- rendement na aftrek TER); of 0,30% additionele kostenopslag voor de hiervoor genoemde categorie 3 van Beleggingsver- zekeringen met een garantie van 3% of meer op het netto fondsrendement (fondsrendement na aftrek TER). Verzekeraar heeft zich verplicht om op de einddatum van de Beleggingsverzekering en derhalve achteraf te bezien welke rendementsafslag voor de Polishouder het meest gunstig is en die te hante- ren: deze is ofwel de rendementsafslag op basis van de bovenbeschreven categorieën bij het afslui- ten van de Beleggingsverzekering op basis van de bruto inleg in het eerste jaar, ofwel, indien dit leidt tot een lagere rendementsafslag, de rendementsafslag op basis van de bovenbeschreven catego- rieën op basis van de over de gehele looptijd gemiddelde bruto inleg. In dit artikellid wordt met de over de gehele looptijd gemiddelde bruto premie-inleg bedoeld:
a. bij premie posten: het gemiddelde van de werkelijke jaarlijkse inleg van de Beleggingsverzeke- ring.
b. bij koopsomposten: de koopsomstorting bij aanvang vermeerderd met 10% van de som van alle extra koopsomstortingen gedurende de looptijd
c. bij combinat...