Leningsvormen. 5.1.1 Bij de aankoop van de woning mag de lening niet meer bedragen dan de kosten voor het verkrijgen in eigendom. Indien tevens sprake is van een restschuldfinanciering mag de lening voor de kosten voor het verkrijgen in eigendom worden verhoogd met het bedrag van de restschuldfinanciering conform Norm 4.2. 5.1.2 De lening exclusief restschuldfinanciering mag niet meer bedragen dan 100% van de waarde van de woning. Voor zover sprake is van a. energiebesparende voorzieningen, geldt dat de lening exclusief restschuldfinanciering niet meer mag bedragen dan 106% van de waarde van de woning ná verbouwing. b. een energiebespaarbudget, geldt dat de lening exclusief restschuldfinanciering niet meer mag bedragen dan 106% van de waarde van de woning vóór uitvoering van de energiebesparende voorzieningen. De met energiebesparende voorzieningen of energiebespaarbudget gepaard gaande extra leenruimte mag uitsluitend worden besteed aan energiebesparende voorzieningen. 5.1.3 Een lening (exclusief de restschuldfinanciering) dient volledig te worden afgelost middels een annuïtair of lineair aflossingsschema met een maximale looptijd van 30 jaar. 5.1.4 Indien sprake is van een bestaande eigenwoningschuld (zie definities Algemene Voorwaarden), is het toegestaan: 1. de lening (exclusief de restschuldfinanciering): a. aflossingsvrij te verstrekken, met dien verstande dat het aflossingsvrije gedeelte niet meer bedraagt dan 50% van de waarde van de woning; b. aan het einde van de looptijd af te lossen met het opgebouwde kapitaal uit het opbouwproduct. Het bruto rendement (het rendement voor aftrek van alle kosten) dat bij de prognose van het eindkapitaal mag worden gehanteerd bedraagt maximaal 8%. De som van a. en b. mag niet meer bedragen dan de bestaande eigenwoningschuld. 2. Het gedeelte van de lening dat de bestaande eigenwoningschuld overstijgt dient volgens Norm 5.1.3 te worden afgelost. Een niet-fiscaal aflossingsvrij leningdeel is niet toegestaan. 5.1.5 Wanneer op de datum bindend aanbod sprake is van een bestaande eigenwoningschuld (zie definities Algemene Voorwaarden) volgens Norm 5.1.4 en waarbij gedurende de looptijd van de lening de maximale termijn van de hypotheekaftrek wordt bereikt, dan is het toegestaan om vanaf het vervallen van de maximale termijn van de hypotheekaftrek het leningdeel ongewijzigd voort te zetten voor de resterende looptijd van de lening. 5.1.6 Indien door toepassing van Norm 5.1.2 de lening (exclusief de restschuldfinanciering) lager is dan de kosten voor het verkrijgen in eigendom (zie Norm 2) of lager is dan de kosten waarop de lening betrekking heeft (zie Norm 3), dient de geldverstrekker zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de geldnemer het verschil kan betalen uit eigen middelen.
Appears in 4 contracts
Samples: Voorwaarden & Normen, Voorwaarden & Normen, Voorwaarden & Normen
Leningsvormen. 5.1.1 Bij de aankoop van de woning mag de lening niet meer bedragen dan de kosten voor het verkrijgen in eigendom. Indien tevens sprake is van een restschuldfinanciering mag de lening voor de kosten voor het verkrijgen in eigendom worden verhoogd met het bedrag van de restschuldfinanciering conform Norm 4.24.
5.1.2 De lening exclusief restschuldfinanciering mag niet meer bedragen dan 100104% van de waarde van de woningmarktwaarde. Voor zover Indien sprake is van
a. energiebesparende voorzieningen, van kwaliteitsverbetering geldt dat de lening exclusief restschuldfinanciering niet meer mag bedragen dan 104% van de marktwaarde van de woning na verbouwing. Indien sprake is van het treffen van energiebesparende voorzieningen, dan geldt als percentage 106% van de waarde marktwaarde van de woning ná na verbouwing.
b. een energiebespaarbudget, geldt dat de lening exclusief restschuldfinanciering niet meer mag bedragen dan 106% van de waarde van de woning vóór uitvoering van de energiebesparende voorzieningen. De met energiebesparende voorzieningen of energiebespaarbudget gepaard gaande extra leenruimte mag uitsluitend worden besteed aan energiebesparende voorzieningen.
5.1.3 Een lening (exclusief de restschuldfinanciering) dient volledig te worden afgelost middels een annuïtair of lineair aflossingsschema met een maximale looptijd van 30 jaar. Uitzondering hierop vormt de Starterslening die verstrekt wordt door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVN). De SVN zal conform de in de leningovereenkomst vastgelegde toetsmomenten vaststellen of en in hoeverre sprake dient te zijn van aflossingen.
5.1.4 Indien sprake is van een op 31 december 2012 bestaande eigenwoningschuld (zie definities Algemene Voorwaarden)eigenwoningschuld, is het toegestaan:
1. de lening (exclusief de restschuldfinanciering):
a. aflossingsvrij te verstrekken, met dien verstande dat het aflossingsvrije gedeelte niet meer bedraagt dan 50% van de waarde marktwaarde van de woning;.
b. aan het einde van de looptijd af te lossen met het opgebouwde kapitaal uit het opbouwproductde levensverzekering, beleggingsovereenkomst en/of Spaarrekening Eigen Woning. Het bruto rendement (het rendement voor aftrek van alle kosten) dat bij de prognose van het eindkapitaal mag worden gehanteerd bedraagt maximaal 8%. De som van a. en b. mag niet meer bedragen dan de bestaande eigenwoningschuld.
2. Het gedeelte van de lening dat de bestaande eigenwoningschuld overstijgt dient volgens Norm conform artikel 5.1.3 te worden afgelost. Een niet-fiscaal aflossingsvrij leningdeel is niet toegestaan.
5.1.5 Wanneer op de datum bindend aanbod sprake is van een bestaande eigenwoningschuld (zie definities Algemene Voorwaarden) volgens Norm 5.1.4 en waarbij gedurende de looptijd van de lening de maximale termijn van de hypotheekaftrek wordt bereikt, dan is het toegestaan om vanaf het vervallen van de maximale termijn van de hypotheekaftrek het leningdeel ongewijzigd voort te zetten voor de resterende looptijd van de lening.
5.1.6 Indien door toepassing van Norm 5.1.2 de lening (exclusief de restschuldfinanciering) lager is dan de kosten voor het verkrijgen in eigendom (zie Norm 2) of lager is dan de kosten waarop de lening betrekking heeft (zie Norm 3), dient de geldverstrekker geldgever zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de geldnemer het verschil kan betalen uit eigen middelen.
Appears in 2 contracts
Samples: Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht, Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht
Leningsvormen. 5.1.1 Bij de aankoop van de woning mag de lening niet meer bedragen dan de kosten voor het verkrijgen in eigendom. Indien tevens sprake is van een restschuldfinanciering mag de lening voor de kosten voor het verkrijgen in eigendom worden verhoogd met het bedrag van de restschuldfinanciering conform Norm 4.2.
5.1.2 De lening exclusief restschuldfinanciering mag niet meer bedragen dan 100% van de waarde van de woning. Voor zover sprake is van
a. energiebesparende voorzieningen, geldt dat de lening exclusief restschuldfinanciering niet meer mag bedragen dan 106% van de waarde van de woning ná verbouwing.
b. een energiebespaarbudget, geldt dat de lening exclusief restschuldfinanciering niet meer mag bedragen dan 106% van de waarde van de woning vóór uitvoering van de energiebesparende voorzieningen. De met energiebesparende voorzieningen of energiebespaarbudget gepaard gaande extra leenruimte mag uitsluitend worden besteed aan energiebesparende voorzieningen.
5.1.3 Een lening (exclusief de restschuldfinanciering) dient volledig te worden afgelost middels een annuïtair of lineair aflossingsschema met een maximale looptijd van 30 jaar.
5.1.4 Indien sprake is van een bestaande eigenwoningschuld (zie deel 1: definities van de Algemene VoorwaardenVoorwaarden voor Borgtocht 2021-1), is het toegestaan:
1. de lening (exclusief de restschuldfinanciering):
a. aflossingsvrij te verstrekken, met dien verstande dat het aflossingsvrije gedeelte niet meer bedraagt dan 50% van de waarde van de woning;
b. aan het einde van de looptijd af te lossen met het opgebouwde kapitaal uit het opbouwproduct. Het bruto rendement (het rendement voor aftrek van alle kosten) dat bij de prognose van het eindkapitaal mag worden gehanteerd bedraagt maximaal 8%. De som van a. en b. mag niet meer bedragen dan de bestaande eigenwoningschuld.
2. Het gedeelte van de lening dat de bestaande eigenwoningschuld overstijgt dient volgens conform Norm 5.1.3 te worden afgelost. Een niet-fiscaal aflossingsvrij leningdeel is niet toegestaan.
5.1.5 Wanneer op de datum bindend aanbod sprake is van een bestaande eigenwoningschuld (zie definities Algemene Voorwaarden) volgens Norm 5.1.4 en waarbij gedurende de looptijd van de lening de maximale termijn van de hypotheekaftrek wordt bereikt, dan is het toegestaan om vanaf het vervallen van de maximale termijn van de hypotheekaftrek het leningdeel ongewijzigd voort te zetten voor de resterende looptijd van de lening.
5.1.6 Indien door toepassing van Norm 5.1.2 de lening (exclusief de restschuldfinanciering) lager is dan de kosten voor het verkrijgen in eigendom (zie Norm 2) of lager is dan de kosten waarop de lening betrekking heeft (zie Norm 3), dient de geldverstrekker zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de geldnemer het verschil kan betalen uit eigen middelen.
Appears in 1 contract
Samples: Voorwaarden & Normen
Leningsvormen. 5.1.1 Bij de aankoop van de woning mag de lening niet meer bedragen dan de kosten voor het verkrijgen in eigendom. Indien tevens sprake is van een restschuldfinanciering mag de lening voor de kosten voor het verkrijgen in eigendom worden verhoogd met het bedrag van de restschuldfinanciering conform Norm 4.24.
5.1.2 De lening exclusief restschuldfinanciering mag niet meer bedragen dan 100103% van de waarde van de woningmarktwaarde. Voor zover Indien sprake is van
a. energiebesparende voorzieningen, van kwaliteitsverbetering geldt dat de lening exclusief restschuldfinanciering niet meer mag bedragen dan 103% van de marktwaarde van de woning na verbouwing. Indien sprake is van het treffen van energiebesparende voorzieningen, dan geldt als percentage 106% van de waarde marktwaarde van de woning ná na verbouwing.
b. een energiebespaarbudget, geldt dat de lening exclusief restschuldfinanciering niet meer mag bedragen dan 106% van de waarde van de woning vóór uitvoering van de energiebesparende voorzieningen. De met energiebesparende voorzieningen of energiebespaarbudget gepaard gaande extra leenruimte mag uitsluitend worden besteed aan energiebesparende voorzieningen.
5.1.3 Een lening (exclusief de restschuldfinanciering) dient volledig te worden afgelost middels een annuïtair of lineair aflossingsschema met een maximale looptijd van 30 jaar. Uitzondering hierop vormt de Starterslening die verstrekt wordt door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVN). De SVN zal conform de in de leningovereenkomst vastgelegde toetsmomenten vaststellen of en in hoeverre sprake dient te zijn van aflossingen.
5.1.4 Indien sprake is van een op 31 december 2012 bestaande eigenwoningschuld (zie deel 1: definities van de Algemene VoorwaardenVoorwaarden voor Borgtocht 2015-2), is het toegestaan:
1. de lening (exclusief de restschuldfinanciering):
a. aflossingsvrij te verstrekken, met dien verstande dat het aflossingsvrije gedeelte niet meer bedraagt dan 50% van de waarde marktwaarde van de woning;
b. aan het einde van de looptijd af te lossen met het opgebouwde kapitaal uit het opbouwproductde levensverzekering, beleggingsovereenkomst en/of Spaarrekening Eigen Woning. Het bruto rendement (het rendement voor aftrek van alle kosten) dat bij de prognose van het eindkapitaal mag worden gehanteerd bedraagt maximaal 8%. De som van a. en b. mag niet meer bedragen dan de bestaande eigenwoningschuld.
2. Het gedeelte van de lening dat de bestaande eigenwoningschuld overstijgt dient volgens Norm conform artikel 5.1.3 te worden afgelost. Een niet-fiscaal aflossingsvrij leningdeel is niet toegestaan.
5.1.5 Wanneer op de datum bindend aanbod sprake is van een bestaande eigenwoningschuld (zie definities Algemene Voorwaarden) volgens Norm 5.1.4 en waarbij gedurende de looptijd van de lening de maximale termijn van de hypotheekaftrek wordt bereikt, dan is het toegestaan om vanaf het vervallen van de maximale termijn van de hypotheekaftrek het leningdeel ongewijzigd voort te zetten voor de resterende looptijd van de lening.
5.1.6 Indien door toepassing van Norm 5.1.2 de lening (exclusief de restschuldfinanciering) lager is dan de kosten voor het verkrijgen in eigendom (zie Norm 2) of lager is dan de kosten waarop de lening betrekking heeft (zie Norm 3), dient de geldverstrekker geldgever zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de geldnemer het verschil kan betalen uit eigen middelen.
Appears in 1 contract
Samples: Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht
Leningsvormen. 5.1.1 Bij de aankoop van de woning mag de lening niet meer bedragen dan de kosten voor het verkrijgen in eigendom. Indien tevens sprake is van een restschuldfinanciering mag de lening voor de kosten voor het verkrijgen in eigendom worden verhoogd met het bedrag van de restschuldfinanciering conform Norm 4.24.
5.1.2 De lening exclusief restschuldfinanciering mag niet meer bedragen dan 100103% van de waarde van de woningmarktwaarde. Voor zover Indien sprake is van
a. energiebesparende voorzieningen, van kwaliteitsverbetering geldt dat de lening exclusief restschuldfinanciering niet meer mag bedragen dan 103% van de marktwaarde van de woning na verbouwing. Indien sprake is van het treffen van energiebesparende voorzieningen, dan geldt als percentage 106% van de waarde marktwaarde van de woning ná na verbouwing.
b. een energiebespaarbudget, geldt dat de lening exclusief restschuldfinanciering niet meer mag bedragen dan 106% van de waarde van de woning vóór uitvoering van de energiebesparende voorzieningen. De met energiebesparende voorzieningen of energiebespaarbudget gepaard gaande extra leenruimte mag uitsluitend worden besteed aan energiebesparende voorzieningen.
5.1.3 Een lening (exclusief de restschuldfinanciering) dient volledig te worden afgelost middels een annuïtair of lineair aflossingsschema met een maximale looptijd van 30 jaar. Uitzondering hierop vormt de Starterslening die verstrekt wordt door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVN). De SVN zal conform de in de leningovereenkomst vastgelegde toetsmomenten vaststellen of en in hoeverre sprake dient te zijn van aflossingen.
5.1.4 Indien sprake is van een op 31 december 2012 bestaande eigenwoningschuld (zie deel 1: definities van de Algemene VoorwaardenVoorwaarden voor Borgtocht 2015-1), is het toegestaan:
1. de lening (exclusief de restschuldfinanciering):
a. aflossingsvrij te verstrekken, met dien verstande dat het aflossingsvrije gedeelte niet meer bedraagt dan 50% van de waarde marktwaarde van de woning;
b. aan het einde van de looptijd af te lossen met het opgebouwde kapitaal uit het opbouwproductde levensverzekering, beleggingsovereenkomst en/of Spaarrekening Eigen Woning. Het bruto rendement (het rendement voor aftrek van alle kosten) dat bij de prognose van het eindkapitaal mag worden gehanteerd bedraagt maximaal 8%. De som van a. en b. mag niet meer bedragen dan de bestaande eigenwoningschuld.
2. Het gedeelte van de lening dat de bestaande eigenwoningschuld overstijgt dient volgens Norm conform artikel 5.1.3 te worden afgelost. Een niet-fiscaal aflossingsvrij leningdeel is niet toegestaan.
5.1.5 Wanneer op de datum bindend aanbod sprake is van een bestaande eigenwoningschuld (zie definities Algemene Voorwaarden) volgens Norm 5.1.4 en waarbij gedurende de looptijd van de lening de maximale termijn van de hypotheekaftrek wordt bereikt, dan is het toegestaan om vanaf het vervallen van de maximale termijn van de hypotheekaftrek het leningdeel ongewijzigd voort te zetten voor de resterende looptijd van de lening.
5.1.6 Indien door toepassing van Norm 5.1.2 de lening (exclusief de restschuldfinanciering) lager is dan de kosten voor het verkrijgen in eigendom (zie Norm 2) of lager is dan de kosten waarop de lening betrekking heeft (zie Norm 3), dient de geldverstrekker geldgever zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de geldnemer het verschil kan betalen uit eigen middelen.
Appears in 1 contract
Samples: Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht
Leningsvormen. 5.1.1 Bij de aankoop van de woning mag de lening niet meer bedragen dan de kosten voor het verkrijgen in eigendom. Indien tevens sprake is van een restschuldfinanciering mag de lening voor de kosten voor het verkrijgen in eigendom worden verhoogd met het bedrag van de restschuldfinanciering conform Norm 4.2.
5.1.2 De lening exclusief restschuldfinanciering mag niet meer bedragen dan 100% van de waarde van de woning. Voor zover sprake is van
a. energiebesparende voorzieningen, geldt dat de lening exclusief restschuldfinanciering niet meer mag bedragen dan 106% van de waarde van de woning ná verbouwing.
b. een energiebespaarbudget, geldt dat de lening exclusief restschuldfinanciering niet meer mag bedragen dan 106% van de waarde van de woning vóór uitvoering van de energiebesparende voorzieningen. De met energiebesparende voorzieningen of energiebespaarbudget gepaard gaande extra leenruimte mag uitsluitend worden besteed aan energiebesparende voorzieningen.
5.1.3 Een lening (exclusief de restschuldfinanciering) dient volledig te worden afgelost middels een annuïtair of lineair aflossingsschema met een maximale looptijd van 30 jaar.
5.1.4 Indien sprake is van een bestaande eigenwoningschuld (zie deel 1: definities van de Algemene VoorwaardenVoorwaarden voor Borgtocht 2020-1), is het toegestaan:
1. de lening (exclusief de restschuldfinanciering):
a. aflossingsvrij te verstrekken, met dien verstande dat het aflossingsvrije gedeelte niet meer bedraagt dan 50% van de waarde van de woning;
b. aan het einde van de looptijd af te lossen met het opgebouwde kapitaal uit het opbouwproduct. Het bruto rendement (het rendement voor aftrek van alle kosten) dat bij de prognose van het eindkapitaal mag worden gehanteerd bedraagt maximaal 8%. De som van a. en b. mag niet meer bedragen dan de bestaande eigenwoningschuld.
2. Het gedeelte van de lening dat de bestaande eigenwoningschuld overstijgt dient volgens conform Norm 5.1.3 te worden afgelost. Een niet-fiscaal aflossingsvrij leningdeel is niet toegestaan.
5.1.5 Wanneer op de datum bindend aanbod sprake is van een bestaande eigenwoningschuld (zie definities Algemene Voorwaarden) volgens Norm 5.1.4 en waarbij gedurende de looptijd van de lening de maximale termijn van de hypotheekaftrek wordt bereikt, dan is het toegestaan om vanaf het vervallen van de maximale termijn van de hypotheekaftrek het leningdeel ongewijzigd voort te zetten voor de resterende looptijd van de lening.
5.1.6 Indien door toepassing van Norm 5.1.2 de lening (exclusief de restschuldfinanciering) lager is dan de kosten voor het verkrijgen in eigendom (zie Norm 2) of lager is dan de kosten waarop de lening betrekking heeft (zie Norm 3), dient de geldverstrekker zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de geldnemer het verschil kan betalen uit eigen middelen.
Appears in 1 contract
Samples: Voorwaarden & Normen 2020 1
Leningsvormen. 5.1.1 Bij de aankoop van de woning mag de lening niet meer bedragen dan de kosten voor het verkrijgen in eigendom. Indien tevens sprake is van een restschuldfinanciering mag de lening voor de kosten voor het verkrijgen in eigendom worden verhoogd met het bedrag van de restschuldfinanciering conform Norm 4.2.
5.1.2 De lening exclusief restschuldfinanciering mag niet meer bedragen dan 100% van de waarde van de woning. Voor zover sprake is van
a. energiebesparende voorzieningen, geldt dat de lening exclusief restschuldfinanciering niet meer mag bedragen dan 106% van de waarde van de woning ná verbouwing.
b. een energiebespaarbudget, geldt dat de lening exclusief restschuldfinanciering niet meer mag bedragen dan 106% van de waarde van de woning vóór uitvoering van de energiebesparende voorzieningen. De met energiebesparende voorzieningen of energiebespaarbudget gepaard gaande extra leenruimte mag uitsluitend worden besteed aan energiebesparende voorzieningen.
5.1.3 Een lening (exclusief de restschuldfinanciering) dient volledig te worden afgelost middels een annuïtair of lineair aflossingsschema met een maximale looptijd van 30 jaar.
5.1.4 Indien sprake is van een bestaande eigenwoningschuld (zie deel 1: definities van de Algemene VoorwaardenVoorwaarden voor Borgtocht 2020-2), is het toegestaan:
1. de lening (exclusief de restschuldfinanciering):
a. aflossingsvrij te verstrekken, met dien verstande dat het aflossingsvrije gedeelte niet meer bedraagt dan 50% van de waarde van de woning;
b. aan het einde van de looptijd af te lossen met het opgebouwde kapitaal uit het opbouwproduct. Het bruto rendement (het rendement voor aftrek van alle kosten) dat bij de prognose van het eindkapitaal mag worden gehanteerd bedraagt maximaal 8%. De som van a. en b. mag niet meer bedragen dan de bestaande eigenwoningschuld.
2. Het gedeelte van de lening dat de bestaande eigenwoningschuld overstijgt dient volgens conform Norm 5.1.3 te worden afgelost. Een niet-fiscaal aflossingsvrij leningdeel is niet toegestaan.
5.1.5 Wanneer op de datum bindend aanbod sprake is van een bestaande eigenwoningschuld (zie definities Algemene Voorwaarden) volgens Norm 5.1.4 en waarbij gedurende de looptijd van de lening de maximale termijn van de hypotheekaftrek wordt bereikt, dan is het toegestaan om vanaf het vervallen van de maximale termijn van de hypotheekaftrek het leningdeel ongewijzigd voort te zetten voor de resterende looptijd van de lening.
5.1.6 Indien door toepassing van Norm 5.1.2 de lening (exclusief de restschuldfinanciering) lager is dan de kosten voor het verkrijgen in eigendom (zie Norm 2) of lager is dan de kosten waarop de lening betrekking heeft (zie Norm 3), dient de geldverstrekker zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de geldnemer het verschil kan betalen uit eigen middelen.
Appears in 1 contract
Samples: Voorwaarden & Normen 2020 2
Leningsvormen. 5.1.1 Bij de aankoop van de woning mag de lening niet meer bedragen zijn dan de kosten voor het verkrijgen in eigendom. Indien tevens sprake is van een restschuldfinanciering mag de lening voor de kosten voor het verkrijgen in eigendom worden verhoogd met het bedrag van de restschuldfinanciering conform volgens Norm 4.2.
5.1.2 De lening exclusief restschuldfinanciering mag niet meer bedragen zijn dan 100% van de waarde van de woning. Voor zover woning In de volgende drie gevallen wordt hiervan afgeweken:
a. Als sprake is van
a. van energiebesparende voorzieningen, geldt dat de lening exclusief restschuldfinanciering niet meer mag bedragen dan 106% van de waarde van de woning ná verbouwing.
b. Als sprake is van een energiebespaarbudgetEnergiebespaarbudget (zie Definities), geldt dat de lening exclusief restschuldfinanciering niet meer mag bedragen dan 106% van de waarde van de woning vóór uitvoering van de energiebesparende voorzieningen.
c. Als sprake is van een desktoptaxatie, geldt dat de lening niet meer mag bedragen dan 90% van de waarde van de woning. De met energiebesparende voorzieningen of energiebespaarbudget Energiebespaarbudget (zie Definities) gepaard gaande extra leenruimte mag uitsluitend worden besteed aan energiebesparende voorzieningen.
5.1.3 Een lening (exclusief de restschuldfinanciering) dient volledig te worden afgelost middels een annuïtair of lineair aflossingsschema met een maximale looptijd van 30 jaar.
5.1.4 Indien sprake is van een bestaande eigenwoningschuld (zie definities Algemene VoorwaardenDefinities), is het toegestaan:
1. de lening (exclusief de restschuldfinanciering):
a. aflossingsvrij te verstrekken, met dien verstande dat het aflossingsvrije gedeelte niet meer bedraagt is dan 50% van de waarde van de woning;
b. aan het einde van de looptijd af te lossen met het opgebouwde kapitaal uit het opbouwproduct. Het bruto rendement (het rendement voor aftrek van alle kosten) dat bij de prognose van het eindkapitaal mag worden gehanteerd bedraagt is maximaal 8%. De som van a. en b. mag niet meer bedragen zijn dan de bestaande eigenwoningschuld.
2. Het gedeelte van de lening dat de bestaande eigenwoningschuld overstijgt dient volgens Norm 5.1.3 te worden afgelost. Een niet-fiscaal aflossingsvrij leningdeel is niet toegestaan. Indien er sprake is van een woning met een erfpacht- of kortingsconstructie en de geldnemer hierbij een vermogensrisico loopt, dan is een aflossingsvrij leningdeel niet toegestaan, tenzij er sprake is van een traditionele erfpachtconstructie.
5.1.5 Wanneer op de datum bindend aanbod sprake is van een bestaande eigenwoningschuld (zie definities Algemene VoorwaardenDefinities) volgens Norm 5.1.4 en waarbij gedurende de looptijd van de lening de maximale termijn van de hypotheekaftrek wordt bereikt, dan is het toegestaan om vanaf het vervallen van de maximale termijn van de hypotheekaftrek het leningdeel ongewijzigd voort te zetten voor de resterende looptijd van de lening.
5.1.6 Indien door toepassing van Norm 5.1.2 de lening (exclusief de restschuldfinanciering) lager is dan de kosten voor het verkrijgen in eigendom (zie Norm 2) of lager is dan de kosten waarop de lening betrekking heeft (zie Norm 3), dient de geldverstrekker zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekeningbeleggingsrekening of via brondata) dat de geldnemer het verschil kan betalen uit eigen middelen.
Appears in 1 contract
Samples: Voorwaarden en Normen