Netcode Voorbeeldclausules

Netcode. De Netcode bevat de voorschriften met betrekking tot: • het beheer en de uitbating van de aardgasdistributienetten; • de aansluiting op het aardgasdistributienet; • de toegang tot het aardgasdistributienet; • de wederzijdse rechten en plichten van de aardgasdistributienetbeheerder en de aardgasdistributienetgebruiker.
Netcode. Voor transmissiegekoppelde verbruiksinstallaties en transmissiegekoppelde distributiesystemen geen informatie.
Netcode. Netcode, Art. 0.0.0.0: "De netbeheerder informeert de aangeslotene en overlegt met hem voor zover van toepassing bij eerste aansluiting en bij latere wijzigingen van het net omtrent: ... (b.) de minimum en maximum waarde van het kortsluitvermogen tijdens de normale bedrijfstoestand;" En: "Voor zover de bovengenoemde gegevens nodig zijn voor de bedrijfsvoering van de aangeslotene worden deze in het aansluitcontract vastgelegd. Zowel de aangeslotene als de netbeheerder kunnen het vastgelegde maximale kortsluitvermogen slechts in overleg met elkaar aanpassen." Netcode, Art. 2.1.5.4 (voorwaarden voor alle aangeslotenen): "De elektrische installatie is bestand tegen het door de netbeheerder ter plaatse verwachte kortsluitvermogen" Netcode, Art. 2.3.3.2 (Aanvullende voorwaarden voor op hoogspanningsnetten aangeslotenen): "De hoogspanningsinstallatie is bestand tegen het ter plaatse optredende kortsluitvermogen."
Netcode. Netcode, Art. 2.1.5.6 (voor alle aangeslotenen, uitgezonderd gesloten distributiesystemen en netbeheerders): "Indien de aangeslotene geen nadere contractuele afspraken heeft gemaakt met de netbeheerder daaromtrent, varieert de arbeidsfactor in het overdrachtspunt tussen 0,85 (inductief) en 1,0, tenzij sprake is van kortstondige afwijkingen en van perioden met zeer lage belasting." Met 2.1.5.6 samenhangend artikelen: • 2.1.5.6a "In afwijking van het bepaalde in 2.1.5.6 mag de arbeidsfactor van een productie- eenheid die is aangesloten op een net met een spanningsniveau van meer dan 1 kV, maar minder dan 110 kV, eventueel in combinatie met de vermogenselektronische netkoppeling, in het overdrachtspunt liggen tussen 0,98 (capacitief) of 0,98 (inductief)." • 2.4.1.2 (Aanvullende voorwaarden voor op laagspanningsnetten aangesloten productie- eenheden): "In afwijking van het bepaalde in 2.1.5.6 mag de arbeidsfactor van de productie- eenheid, eventueel in combinatie met de vermogenselektronische netkoppeling, liggen tussen 0,9 capacitief en 0,9 inductief." • Artikel 0.0.0.0: "Productie-eenheden aangesloten op netten met een spanningsniveau van 50 kV en hoger kunnen bedrijf voeren met een arbeidsfactor tussen 1,0 en 0,8 (inductief) geme- ten op de generatorklemmen." • Artikel 0.0.0.0: "Alle productie-eenheden aangesloten op netten met een spanningsniveau la- ger dan 50 kV kunnen bedrijf voeren met een arbeidsfactor tussen 1,0 en 0,85 (inductief) ge- meten op de generatorklemmen." • 2.8.1.1 (Aanvullende voorwaarden voor netbeheerders onderling): "De paragrafen 2.1.4 en
Netcode. In de huidige Netcode zijn de volgende voorwaarden gedefinieerd. Netcode, paragraaf 2.1.4, Voorwaarden voor alle aangeslotenen:
Netcode artikel 0.0.0.0: De aangeslotene dient bij de netbeheerder in drievoud een staffelplan met betrekking tot de beveiligingsmiddelen in. De netbeheerder stelt na het bereiken van overeenstemming over dit staffelplan één gewaarmerkt exemplaar aan de aangeslotene of diens installateur ter beschikking. Netcode artikel 2.8.4.1 Bij onderlinge aansluiting van netten bereiken netbeheerders overeenstemming over de toe te passen beveiligingsconcepten. N.v.t. Dit document doet een voorstel voor de invulling van de niet-limitatieve eisen zoals bepaald in Artikel 17, lid 1 van de Verordening van de Europese Commissie tot vaststelling van een Netcode voor aansluiting van verbruikers (NC DCC).
Netcode. In de huidige Netcode zijn de volgende voorwaarden gedefinieerd. Netcode, artikel 0.0.0.0: Indien in de operationele planning (dagelijkse voorbereiding) een transportprobleem wordt geconstateerd treft de netbeheerder maatregelen om het transportprobleem op te lossen. De netbeheerder hanteert daarbij de volgende procedure:
Netcode. Netcode, paragraaf 5.5.5: "Bij gekoppelde netten uit te wisselen gegevens":
Netcode. Ten aanzien van Artikel 19(1): Ten aanzien van Artikel 19(2): Ten aanzien van Artikel 19(3): Ten aanzien van Artikel 19(4):
Netcode. Bij de voorwaarden voor spanningskwaliteit moeten we onderscheid maken tussen enerzijds de voorwaarden die gesteld worden aan aangeslotenen jegens de netbeheerder ten aanzien van hun aangesloten installaties en de door die installaties veroorzaakte hinder en anderzijds voorwaarden aan netbeheerders jegens hun aangeslotenen ten aanzien van de spanningskwaliteit op het overdrachtspunt van de aansluiting. Eerstgenoemde voorwaarden staan in paragraaf 2.1.5 van de Netcode elektriciteit. Laatstgenoemde voorwaarden staan in paragraaf 3.2.1 van de Netcode elektriciteit. Het gaat in artikel 20 van de NC DCC alleen over de eerstgenoemde categorie. Netcode, paragraaf 2.1.5: Voorwaarden voor alle aangeslotenen – De elektrische installatie. Netcode, artikel 0.0.0.0: Onverminderd het in of krachtens deze code bepaalde voldoen alle bedrijfsmiddelen en toestellen in of aangesloten op de elektrische installaties aan de op deze bedrijfsmiddelen en toestellen van toepassing zijnde normen. 2.2.4.16 en 2.2.4.17 bepaalde kan de netbeheerder de aangeslotene aanschrijven tot het treffen van zodanige voorzieningen dat de ontoelaatbare hinder ophoudt, dan wel voor een door hem te bepalen aantal uren de aangeslotene verbieden om door hem aan te wijzen toestellen en motoren te gebruiken.