Nevenbetrekkingen en –werkzaamheden Voorbeeldclausules

Nevenbetrekkingen en –werkzaamheden a. De werknemer zal, alvorens nevenbetrekkingen en/of betaalde nevenwerkzaamheden te aanvaarden, zich ervan vergewissen of deze voorgenomen activiteiten de belangen van de werkgever zouden kunnen schaden, ▪ doordat deze activiteiten de werknemer zouden kunnen beletten de uit zijn arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen tegenover de werkgever na te komen; ▪ doordat medewerking zou worden verleend aan bedrijven of instellingen waarvan de aard zozeer afwijkt van de aard van het bedrijf van de eigen werkgever, dat bedoelde medewerking, gezien de functie van de betrokken werknemer, de identiteit c.q. de geloofwaardigheid van de werkgever in gedrang zou brengen; ▪ doordat de medewerking slechts mogelijk zou worden gemaakt door, of in verband zou staan met de vervulling van opdrachten voor de eigen werkgever, of waaraan bijzondere kosten zijn verbonden, zonder dat het betrokken bedrijf c.q. orgaan of de betrokken instelling bereid is een redelijk deel van de kosten te vergoeden; ▪ doordat direct of indirect medewerking zou worden verleend aan die bedrijven of instellingen die op hetzelfde terrein als de eigen werkgever werkzaam zijn en waarbij ten opzichte van de eigen werkgever sprake is van een concurrentiepositie, of doordat direct of indirect voor eigen rekening werkzaamheden worden verricht die op hetzelfde terrein liggen als de werkzaamheden van de werkgever en waarbij ten opzicht van de werkgever sprake is van concurrerende werkzaamheden. b. De werknemer maakt tijdig voor de definitieve aanvaarding van de in lid a bedoelde nevenwerkzaamheden en of nevenbetrekkingen zijn desbetreffende voornemen kenbaar. c. De werkgever kan ten aanzien van het uitvoering geven aan een desbetreffend voornemen slechts op grond van overwegingen genoemd in sub a een afwijzende beslissing nemen. Indien de betrokken werknemer dit wenst, zal de beslissing schriftelijk en gemotiveerd worden gegeven. d. De werkgever kan ten aanzien van het uitvoering geven aan een desbetreffend voornemen eveneens een afwijzende beslissing nemen, indien de betrokken werknemer het voornemen heeft om, direct hetzij indirect, nevenactiviteiten te verrichten indien of ten behoeve van een andere werkgever, ondertekenaar van de CAO. Dit is uitsluitend van toepassing indien en voor zover de totale activiteiten van de werknemer kennelijk uitgaan boven de grens van de krachtens de Arbeidstijdenwet geldende maximale wekelijkse arbeidsduur.
Nevenbetrekkingen en –werkzaamheden a. De werknemer zal, alvorens nevenbetrekkingen en/of betaalde nevenwerkzaamheden te aanvaarden, zich ervan vergewissen of deze voorgenomen activiteiten de belangen van de werkgever zouden kunnen schaden, b. De werknemer maakt tijdig voor de definitieve aanvaarding van de in lid a bedoelde nevenwerkzaamheden en of nevenbetrekkingen zijn desbetreffende voornemen kenbaar. c. De werkgever kan ten aanzien van het uitvoering geven aan een desbetreffend voornemen slechts op grond van overwegingen genoemd in sub a een afwijzende beslissing nemen. Indien de betrokken werknemer dit wenst, zal de beslissing schriftelijk en gemotiveerd worden gegeven. d. De werkgever kan ten aanzien van het uitvoering geven aan een desbetreffend voornemen eveneens een afwijzende beslissing nemen, indien de betrokken werknemer het voornemen heeft om, direct hetzij indirect, nevenactiviteiten te verrichten indien of ten behoeve van een andere werkgever, ondertekenaar van de CAO.

Related to Nevenbetrekkingen en –werkzaamheden

  • Nevenwerkzaamheden De werknemer zal omvang en inhoud van aan zijn werk en professionaliteit gerelateerde nevenwerkzaamheden melden. Hij zal geen werkzaamheden verrichten die het vervullen van zijn functie en het belang van de werkgever aantoonbaar schaden. De werknemer is verplicht vergoedingen van derden voor werkzaamheden verricht door de werknemer gedurende werktijd dan wel vergoedingen voor het gunnen van werkzaamheden aan die derden, dan wel enige andere vergoeding die door derden wordt betaald in verband met enige relatie met de arbeidsovereenkomst met de werkgever, af te dragen aan de werkgever voor zover de werkgever hem niet schriftelijk van deze verplichting ontheffing heeft verleend.

  • Arbeidsduur en werktijden 1. De arbeidsduur volgens dienstrooster bedraagt op jaarbasis gemiddeld 37,5 uur per week. Voor werknemers werkzaam in roosters, zoals bedoeld in protocol 1, bedraagt de gemiddelde jaarlijkse arbeidsduur 36 uur per week. Voor werknemers werkzaam in roosters zoals bedoeld in protocol 2 bedraagt de gemiddelde arbeidsduur 33,6 uur per week, verdeeld over 7 dagen per week, op jaarbasis. a) De werktijden volgens dienstrooster liggen voor de werknemers in dagdienst tussen 07.00 uur en 18.00 uur op de eerste 5 werkdagen van de week. b) De werktijden volgens dienstrooster liggen voor de werknemers in 2-ploegendienst als regel tussen 04.00 uur en 24.00 uur, behoudens in geval met een dag- respectievelijk ochtend- en nachtdienst wordt gewerkt. c) De werktijden volgens dienstrooster voor de werknemers in 3-ploegendienst worden zodanig vastgesteld, dat tussen het einde en het begin van de dienstroosters een ononderbroken rustperiode van tenminste 36 uur bestaat, waarvan 24 uur op zondag, die geacht wordt te lopen van 00.00 uur - 24.00 uur. d) Werknemers kunnen in geval van gewetensbezwaren de werkgever verzoeken om vrijgesteld te worden van de verplichting om roostermatig zondagsarbeid te verrichten. Werkgever zal in dat geval de werknemer niet verplichten tot het verrichten van genoemde zondagsarbeid, doch een ander tijdstip bepalen waarop deze arbeid wordt verricht. a) Een dienstrooster mag niet in strijd zijn met de bestaande wetgeving en het in dit artikel bepaalde. b) De werkgever zal, indien daarbij meer dan negen werknemers zijn betrokken, niet tot invoering van een andere werktijdenregeling overgaan dan in overleg met de vakbonden, onverminderd de bevoegdheid van de OR hierover overleg te plegen met de werkgever. c) Indien de nieuwe werktijdenregeling echter tot gevolg heeft dat arbeid op een zondag moet worden verricht, zal de werkgever overleg plegen met de vakbonden. 4. De werkgever kan voor chauffeurs, portiers, bewakingspersoneel en voor werknemers werkzaam in de energiediensten een regeling vaststellen die afwijkt van hetgeen in dit artikel en in artikel 10 is bepaald. In dat geval zal zij dit doen in overleg met de vakbonden. 5. De in lid 1 bedoelde gemiddelde arbeidstijd wordt geëffectueerd overeenkomstig de in bijlage 4 nader vastgestelde bepalingen.

  • Arbeidstijdenwet Voor deze cao gelden, tenzij anders bepaald, de normen van de Arbeidstijdenwet en de daarop berustende bepalingen, met dien verstande dat in werkroosters maximaal 5 nachtdiensten achter elkaar mogen worden ingeroosterd.