Niet subsidiabele kosten Voorbeeldclausules

Niet subsidiabele kosten. In aanvulling op artikel 16 van de Asv komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking: a. kosten die redelijkerwijs ten laste van andere kostendragers gebracht kunnen worden; b. kosten die redelijkerwijs zijn toe te rekenen aan achterstallig onderhoud; c. stelposten; d. kosten van onroerende zaken die reeds in eigendom zijn van de opdrachtgever, tenzij de onroerende zaak minder dan 10 jaren voorafgaand aan de aanleg van het project en speciaal voor de aanleg van het betreffende project is aangekocht; e. overheadkosten.
Niet subsidiabele kosten. Er wordt geen subsidie verstrekt voor: a. kosten die uit andere hoofde zijn of worden gesubsidieerd; b. kosten die zijn gemaakt voorafgaand aan de ontvangstbevestiging van de aanvraag, tenzij het betreft kosten van voorbereiding, planvorming, onderzoek of voorlichting; c. verrekenbare of compensabele belastingen, heffingen of lasten; d. kosten van bodemsanering voor zover verhaal op de vervuiler of een beroep op fondsen mogelijk is; e. kosten van rente, bankdiensten, financieringen, gerechtelijke procedures, boetes of sancties; f. kosten van activiteiten die redelijkerwijs kunnen worden gedekt uit de inkomsten die met deze activiteiten verband houden; g. kosten om te voldoen aan wettelijke verplichtingen of aan gangbare minimumkwaliteitseisen; x. xxxxxx van reguliere werkzaamheden van de aanvrager, onderhoud of herstelwerkzaamheden; i. exploitatiekosten die niet verband houden met de aanloopfase van een activiteit.
Niet subsidiabele kosten. Onverminderd artikel 1.10 komen investeringen in het watersysteem waar uitsluitend landbouwers van profiteren niet voor subsidie in aanmerking.
Niet subsidiabele kosten. De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking: a. aankoopkosten van grond; b. kosten voor beheer en onderhoud; c. reguliere marketing en promotie kosten.
Niet subsidiabele kosten. De volgende kosten komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking: a. kosten van gebouwen en de inrichting ervan voor zover niet strikt noodzakelijk voor de uitvoering van de in het project opgenomen activiteiten; b. exploitatiekosten; c. onderhoudskosten van roerende of onroerende goederen.
Niet subsidiabele kosten. De volgende kosten komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking: kosten die niet aantoonbaar rechtstreeks aan de activiteiten waarop de subsidie betrekking heeft zijn toe te rekenen; kosten van rente, debetrente, bankdiensten, financieringen, gerechtelijke procedures, juridische advisering of bijstand ten behoeve van gerechtelijke procedures, boetes en sancties, fooien en geschenken. Personeelsactiviteiten, overboekingen en annuleringen, gratificaties en bonussen, outplacementtrajecten en representatiekosten en -vergoedingen; kosten van handelingen ter voorbereiding van de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd; vervangingsinvesteringen; legeskosten, tenzij deze kosten expliciet subsidiabel gesteld worden; verrekenbare of compensabele BTW; kosten die naar het oordeel van Gedeputeerde Staten niet voldoen aan de vereisten van goed financieel beheer als bedoeld in artikel 33 van Verordening (EU) 2018/1046; winstopslagen binnen een groep; kosten die een deelnemer van het samenwerkingsverband in rekening brengt bij een andere deelnemer van het samenwerkingsverband; de aankoop van landbouwproductierechten; de aankoop van betalingsrechten; investeringen die leiden tot een verslechtering van het dierenwelzijn; de aankoop van dieren; de aankoop van zaai- en pootgoed van eenjarige gewassen alsmede het planten daarvan voor een ander doel dan: herstel van het landbouw- of bospotentieel na natuurrampen, ongunstige weersomstandigheden of rampzalige gebeurtenissen, de bescherming van vee tegen grote roofdieren of van vee dat in de bosbouw in plaats van machines wordt gebruikt, het in het kader van de in artikel 70 van verordening 2021/2115 bedoelde verbintenissen fokken van met uitsterven bedreigde rassen als omschreven in artikel 2, punt 24, van verordening 2016/1012, of het in het kader van de in artikel 70 van verordening 2021/2115 bedoelde verbintenissen in stand houden van plantenrassen die worden bedreigd door genetische erosie; de aankoop van niet-bebouwde en bebouwde grond voor een bedrag van meer dan 10% van de totale subsidiabele uitgaven van de betrokken verrichting, met uitzondering van aankoop van land ten behoeve van milieubehoud en het behoud van koolstofrijke bodems tot een maximum van 30% van de totale subsidiabele uitgaven van de betrokken verrichting; investeringen in grootschalige infrastructuur die geen deel uitmaken van de strategieën voor vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling beschreven in artikel 32 van verordening 2021...
Niet subsidiabele kosten. Kosten die in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking komen zijn: a. de bijkomende kosten voor afwerking, onderhoud en reparatie van zaken die nodig zijn om de energiebesparende maatregel uit te kunnen voeren; b. kosten van zelf geïnvesteerde uren; c. de kosten van huishoudelijke apparaten alsmede de kosten van materialen en overige apparatuur die geen onderdeel van de woning gaan uitmaken.
Niet subsidiabele kosten. In aanvulling op artikel 16 van de Asv komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking: a. algemene bestuurslasten, zoals ambtenarensalarissen en kantoorinventaris; b. kosten die redelijkerwijs ten laste van andere kostendragers kunnen worden gebracht.
Niet subsidiabele kosten. In aanvulling op artikel 16 van de Asv komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking: a. de kosten van regulier onderhoud aan een bushalte; b. het plaatsen en vervangen van een abri; c. interne kosten voor voorbereiding, administratie en toezicht, waaronder begrepen kosten voor bestuurlijke afhandeling.
Niet subsidiabele kosten. Ook de niet subsidiabele kosten zijn in lijn met SSK. Bij kosten die ten laste van andere kostendragers kunnen worden gebracht, kan worden gedacht aan bijdragen van derden of projectkosten die, op grond van sober- en doelmatigheid, niet in aanmerking komen voor subsidie. Dit betreft bijvoorbeeld kosten die een direct gevolg zijn van een ander project of van bovenmatige eisen die niet direct gerelateerd zijn aan de functionaliteit van de betrokken infrastructuur, zoals architectuur of ruimtelijke uitstraling. Bij kosten die zijn toe te rekenen aan achterstallig onderhoud, kan worden gedacht aan kosten die moeten worden gemaakt om wegdek of riolering te herstellen doordat er onvoldoende onderhoud in het verleden heeft plaatsgevonden. Ook de kosten van algemeen bestuurlijke aard komen niet voor subsidie in aanmerking aangezien zij buiten de definitie vallen van het verkeer- en vervoerbeleid. Deze worden vanuit andere middelen gedekt.