Verantwoording Voorbeeldclausules

Verantwoording. 25.1 Aanbieder informeert de Gemeente jaarlijks over het aantal klachten, met de daarbij behorende analyse over de aard van de klachten, de trends en de verbetermaatregelen voor de kwaliteit van de Ondersteuning. 25.2 Aanbieder informeert de Gemeente jaarlijks over zijn bijdrage aan de transformatie en innovatie. Aanbieder benoemt hierbij op welke wijze hij: - zijn aanbod heeft doorontwikkeld; en - samen met het voorliggend veld de duur van de Ondersteuning verkort en de kwaliteit geoptimaliseerd heeft. 25.3 Aanbieder voegt de informatie zoals bedoeld is in de leden 1 en 2 toe aan de jaarverantwoording.
Verantwoording. 1. De stichting dient jaarlijks verantwoording af te leggen op de in artikel 4.6 omschreven wijze. 2. De stichting draagt zorg voor een sluitende begroting en jaarrekening en voert een transparante administratie. 3. In geval van afwijkingen in de realisatie van overeengekomen contract- afspraken, neemt de stichting initiatief tot overleg met de gemeente. Bij negatieve afwijkingen heeft het college het recht de subsidie lager vast te stellen dan verleend, tenzij de stichting kan aantonen dat de oorzaken van de afwijking buiten haar invloedssfeer liggen. Bij gebruikmaking van dit artikel door de gemeente zal sprake moeten zijn van zwaarwegende redenen. Toetsing vindt plaats conform artikel 1 lid 2 van de wet. 1. Minimaal twee keer per jaar vindt een voortgangsgesprek plaats tussen de stichting en de gemeente. Doelen van dit overleg zijn: a) Algemene informatie-uitwisseling en het signaleren van nieuwe ontwikkelingen; b) Bespreken van de voortgang en het door de stichting tijdig signaleren van eventuele afwijkingen van de contractafspraken; c) Aan de hand van de voortgangsgegevens tussentijds gemaakte afspraken bijsturen; d) Het anticiperen op volgende jaren; e) Het toelichten van de begroting en het activiteitenprogramma voor het volgende subsidiejaar f) De verantwoording naar aanleiding van de samenstellingsverklaring over het voorafgaande subsidiejaar. 2. De gemeente neemt het initiatief voor deze gesprekken. 3. Partijen verplichten zich elkaar tijdig, volledig en juist te informeren omtrent ontwikkelingen die invloed hebben op hetgeen in deze overeenkomst is overeengekomen. 1. Ieder der partijen is gerechtigd deze subsidie uitvoeringsovereenkomst en daarmee de subsidierelatie te beëindigen, indien de andere partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld waarbij een redelijke termijn wordt gegeven, in ernstige mate tekort schiet in de nakoming van een of meer krachtens deze overeenkomst op die partijen rustende verplichtingen, tenzij er sprake is van overmacht. 2. De bepalingen uit de Wet op de bedrijveninvesteringszones en de Algemene Wet Bestuursrecht, zijn hierbij van toepassing en worden door ieder der partijen in acht genomen.
Verantwoording. Geldmiddelen De werkzaamheden van de coördinatiegroep worden gefinancierd vanuit SFZZ, met uitzondering van het cao-overleg en de redactiecommissie. De coördinatiegroep stelt de vacatiegelden van de coördinatiegroep en de door de coördinatiegroep benoemde commissies vast. De secretaris legt binnen drie maanden na het einde van het kalenderjaar aan de coördinatiegroep rekening en verantwoording af van door de coördinatiegroep uitgegeven en ontvangen gelden over dat kalenderjaar.
Verantwoording. 1. Het dagelijks bestuur van opdrachtgever kan aan RNH richtlijnen geven omtrent de verbetering van de informatievoorziening aan opdrachtgever alsmede ten aanzien van de uitvoering van besluiten van opdrachtgever. Dergelijke richtlijnen zullen in goed overleg tussen partijen worden opgesteld en in de organisatie van RNH worden geïmplementeerd.
Verantwoording. De werkgever zal er naar streven elk jaar verslag uit te brengen omtrent het gevoerde sociaal beleid. Aan de hand van dit verslag zal het gevoerde sociaal beleid jaarlijks onderwerp van bespreking zijn met de OR. De werknemersorganisaties, partij bij de cao, zullen eveneens dit verslag ontvangen.
Verantwoording. Zo snel mogelijk na ondertekening van deze overeenkomst, doch uiterlijk op 1 juli 2019, maken Partijen op voorstel van het Bestuur in een aanvullende overeenkomst nadere afspraken over de wijze waarop de verantwoording over de bestede Rijksbijdragen en uitgevoerde projecten plaatsvindt.
Verantwoording. 3.1 Intake‌ Als u geïnteresseerd bent in deelname aan Samenwerken in de wijk, kunt u dit kenbaar maken bij het regiosecretariaat van Medrie. Er wordt een intakegesprek ingepland tussen een vertegenwoordiger van de huisartsenpraktijk(en) en een programmamanager van Medrie in samenwerking met Proscoop. Samen wordt de huidige situatie m.b.t. samenwerking in de wijk verkend en wordt besproken waar de praktijk(en) mee aan de slag wil. Onderwerpen die tijdens de intake besproken worden, zijn: - Hoe is de samenwerking met andere huisartsenpraktijken in de wijk? Het doel is om in een logische wijkomvang samen te werken met zowel andere huisartsenpraktijken als ook samenwerkingspartners. Niet elke praktijk hoeft evenveel tijd te investeren; hierover kunnen duidelijk afspraken m.b.t. tijdsinvestering en financiële vergoeding worden gemaakt. Het is daardoor mogelijk om aansluiting te zoeken bij een praktijkteam dat al onderdeel is van een wijknetwerk. - Is er een kartrekker in de praktijk of is er een kartrekker in een andere huisartsenpraktijk in de wijk? Of is er voorkeur voor een wijkmanager? - Toelichting op de organisatorische en financiële kant van SIDW - Hoe ziet de huidige samenwerking in de wijk eruit? Zijn de samenwerkingspartners in beeld? Is er al een bestaand overstijgend netwerk waarop kan worden aangesloten? Zo niet, zijn er mogelijkheden om een wijkkernteam te vormen met bijvoorbeeld het sociaal domein en manager wijkverpleging? Het gaat om personen die overstijgend kunnen kijken, als vertegenwoordiger van hun domein/achterban. - In hoeverre hebben vertegenwoordigers vanuit de verschillende domeinen mensen en middelen beschikbaar voor wijkcoördinatie en domeinoverstijgende samenwerking? - Is er recent een wijkscan uitgevoerd? - Op welke wijze wordt een netwerkbijeenkomst vormgegeven? Kan een vertegenwoordiger vanuit het sociaal domein en de wijkverpleging worden betrokken bij de organisatie. Mocht het nodig zijn om bovenstaande in meerdere gesprekken te bespreken, dan is dat uiteraard mogelijk. Wilt u na dit intakegesprek deelnemen aan Samenwerken in de wijk, dan vult u samen met de geïnteresseerde praktijken een aanmeldformulier in. U vindt deze op de website. 3.2 Wijknetwerkbijeenkomst‌ De kartrekker organiseert, al dan niet samen met andere wijkvertegenwoordigers, een netwerkbijeenkomst in de vorm van een werksessie. In deze werksessie is aandacht voor de huidige samenwerking in de wijk als ook voor belangrijke thema’s die spelen in de wijk. Medrie...
Verantwoording. Gemeenten laten de financiële verantwoording verlopen volgens het landelijk accountantsprotocol. Gemeenten kunnen hier gemotiveerd van afwijken. Voor Dienstverleners geldt een verplichting om mee te werken aan een eventuele steekproefsgewijze materiele controle voor de toetsing van de rechtmatigheid.
Verantwoording. Het bestuur overlegt aan DNB per kwartaal en jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de staten die DNB nodig heeft voor de juiste uitoefening van haar taak. Het bestuur legt gedurende het jaar periodiek verantwoording af aan DNB over de dekkingsgraad. Verder wordt jaarlijks (financiële) verantwoording afgelegd aan het verantwoordingsorgaan (VO). De vermogensbeheerders, het pensioenbureau, de accountant, de waarmerkend en de adviserend actuaris leggen minstens eenmaal per jaar verantwoording aan het bestuur af over hun werkzaamheden.
Verantwoording. 1. De werkgever informeert de P(G)MR op eigen initiatief over relevante data met betrekking tot de functiemix alsmede over de bekostigingsbrief waarin de convenantmiddelen als een – op school/brinnummerniveau – herkenbaar budget zijn opgenomen. 2. De werkgever legt jaarlijks verantwoording af aan de P(G)MR en in het jaarverslag over de realisatie van het gewenste functiebouwwerk. 3. De werkgever geeft partijen desgevraagd inzicht in alle relevante informatie met betrekking tot de voorgenomen ontwikkeling en realisatie van de functiemix waaronder in ieder geval het meerjarenplan als bedoeld onder 2 met bijbehorend verantwoordingsmodel6.