Normering woon-werkverkeer. De werkgever en de werknemer die belast is met vervoer kunnen in overleg besluiten dat de werknemer een personenauto mee naar huis neemt. In dat geval parkeert de werknemer het voertuig in de nabijheid van zijn woning. Bij aanvang van de volgende dienst kan de werknemer dan direct over het voertuig beschikken. Op de totale diensttijd worden maximaal 15 minuten per dag in mindering gebracht zijnde maximaal 7,5 minuten tot het eerste ophaaladres voor aanvang en maximaal 7,5 minuten vanaf het laatste uitstapadres. De tijd gemoeid met woon- werkverkeer is daarmee verrekend. Indien de tijd tot het eerste ophaaladres voor aanvang en de tijd vanaf het laatste uitstapadres minder dan 7,5 minuten bedraagt dient deze (werkelijke) tijd in mindering te worden gebracht op de totale diensttijd.
Normering woon-werkverkeer a. De werkgever en de werknemer die belast is met vervoer kunnen in overleg besluiten dat de werknemer een personenauto mee naar huis neemt. In dat geval parkeert de werknemer het voertuig in de nabijheid van zijn woning. Bij aanvang van de volgende dienst kan de werknemer dan direct over het voertuig beschikken. Op de totale diensttijd worden maximaal 15 minuten per dag in mindering gebracht zijnde maximaal 7,5 minuten tot het eerste ophaaladres voor aanvang en maximaal 7,5 minuten vanaf het laatste uitstapadres. De tijd gemoeid met woon- werkverkeer is daarmee verrekend. Indien de tijd tot het eerste ophaaladres voor aanvang en de tijd vanaf het laatste uitstapadres minder dan 7,5 minuten bedraagt dient deze (werkelijke) tijd in mindering te worden gebracht op de totale diensttijd.
b. Voor iedere keer dat werknemer een elektrische personenauto waarmee taxivervoer wordt verricht op meer dan 500 meter, vastgesteld op basis van de routeplanner van de ANWB conform de optie snelste route, van zijn woonhuis heeft staan in verband met het laden van het voertuig, dan wel deze in opdracht van werkgever dient te worden verplaatst, wordt de aftrek woon-werkverkeer a 7,5 minuten niet toegepast. Werknemer maakt gebruik van de dichtstbijzijnde beschikbare laadpaal. • Werknemer sluit de taxi op dinsdagochtend aan op de laadpaal en haalt hem dinsdagmiddag weer op. De aftrek woon-werkverkeer van 7,5 minuten wordt op deze dinsdag 2 keer niet toegepast. In totaal is dit 15 minuten. • Werknemer sluit de taxi op dinsdagavond aan op de laadpaal en haalt hem woensdagochtend weer op. De aftrek woon-werkverkeer van 7,5 minuten wordt 1 keer op dinsdag en 1 keer op woensdag niet toegepast. • Werknemer sluit de taxi op dinsdagochtend aan op de laadpaal, haalt hem in de middag op en sluit hem in de avond opnieuw aan. De aftrek woon- werkverkeer van 7,5 minuten kan maximaal 2 keer per dag niet worden
Normering woon-werkverkeer a. De werkgever en de werknemer die belast is met vervoer kunnen in overleg besluiten dat de werknemer een personenauto mee naar huis neemt. In dat geval parkeert de werknemer het voertuig in de nabijheid van zijn woning. Bij aanvang van de volgende dienst kan de werknemer dan direct over het voertuig beschikken. Op de totale diensttijd worden maximaal 15 minuten per dag in mindering gebracht zijnde maximaal 7,5 minuten tot het eerste ophaaladres voor aanvang en maximaal 7,5 minuten vanaf het laatste uitstapadres. De tijd gemoeid met woon- werkverkeer is daarmee verrekend. Indien de tijd tot het eerste ophaaladres voor aanvang en de tijd vanaf het laatste uitstapadres minder dan 7,5 minuten bedraagt dient deze (werkelijke) tijd in mindering te worden gebracht op de totale diensttijd.
b. Voor iedere keer dat werknemer een elektrische personenauto waarmee taxivervoer wordt verricht op meer dan 500 meter, vastgesteld op basis van de routeplanner van de ANWB conform de optie snelste route, van zijn woonhuis heeft staan in verband met het laden van het voertuig, dan wel deze in opdracht van werkgever dient te worden verplaatst, wordt de aftrek woon-werkverkeer a 7,5 minuten niet toegepast. Werknemer maakt gebruik van de dichtstbijzijnde beschikbare laadpaal.