Roostervrije dagen. Dagen waarop met behoud van loon geen arbeid wordt verricht en die aan het begin van het kalenderjaar op basis van de contractueel overeengekomen uren aan de werknemer worden toegekend.
Roostervrije dagen a. In principe wordt op roostervrije diensten volgens het geldende rooster niet gewerkt.
b. Indien en voor zover van het onder a gestelde wordt afgeweken zal overleg met de Ondernemingsraad worden gepleegd.
c. Onder een roostervrije dienst wordt niet verstaan de eerste 4 uren direct voorafgaand c.q. aansluitend aan de normale werktijd volgens rooster.
Roostervrije dagen. Dagen waarop met behoud van loon geen arbeid wordt verricht en die niet worden opgebouwd of verdiend door de werknemer. Voor aanwijzing van roostervrije dagen komen niet in aanmerking reeds overeengekomen vakantiedagen.
Roostervrije dagen. 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt.
a. In de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 heeft de werknemer recht op 22 roostervrije dagen. Van deze 22 roostervrije dagen zijn er voor genoemde periode 4 collectief vastgesteld, en wel op de navolgende data:24, 27, 28 en 31 december 2012.
b. De resterende 18 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 worden als volgt vastgesteld: - 1 dag op Goede Vrijdag; - 1 dag aansluitend aan Hemelvaartsdag; - 6 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer; - 2 roostervrije dagen ter vaststelling door de werkgever; - de overige 8 roostervrije dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 januari 2012 tot 1 maart 2012 en van 1 december 2012 tot en met 21 december 2012 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met 1,5 uur. Op deze wijze kan de arbeidsduur van maximaal 42,5 dagen worden ingekort.
c. Indien de werkgever alle op grond van artikel 8B beschikbare scholings- dagen voor alle werknemers heeft ingevuld, zal de werknemer voor om- scholing tijdens werktijd als bedoeld in artikel 8E maximaal vier roostervrije dagen inzetten.
d. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is.
3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde 6 (roostervrije dagen welke in het kalenderkwartaal worden ingeroosterd), respectievelijk 8 (6 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer plus 2 roostervrije dagen ter be- schikking van de werkgever) dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het op- nemen van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslag- datum meer dan 2 roostervrije dagen teveel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon.
4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individu- eel overeengekomen loon betalen dat deze zou ontvangen indien op de ge- noemde dag wel arbeid zou zijn verricht, exclusief de vergoeding van reisuren gelegen buiten de normale arbeidsduur en kostenvergoedingen.
5. CAO-partijen (zie artikel 43 van deze CAO) zijn bevoegd in bijzondere gevallen toestemming te verlenen tot het werken op een collectief vastgestelde roos- tervrije dag genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, onder voorwaarde dat deze dag binnen 4 weken na de desbetreffende dag voor betrokken werknemer(s) vervangend wordt vastgesteld en opgen...
Roostervrije dagen. Van toepassing zijn lid 1, 2, 3a en 5 van artikel 36a en lid 8a en b van artikel 20a, en wel als volgt: • Vakkrachten als bedoeld in artikel 6 lid 3 hebben recht op 22 roostervrije dagen op jaarbasis. • Tien roostervrije dagen worden collectief in de onderneming vastgesteld, de overige zijn vrij opneembaar. Voor de tien collectief vast te stellen roostervrije dagen volgt de inlenende werkgever de procedure als beschreven in artikel 36a lid 3a. • Indien de vakkracht in de loop van een kalenderjaar aan zijn werkzaamheden begint wordt berekend op hoeveel roostervrije dagen hij recht heeft in het resterende deel van het betreffende jaar. • Indien de vakkracht in de loop van een kalenderjaar zijn werkzaamheden bij de inlenende werkgever beëindigt, gelden de volgende bepalingen:
a. Bij beëindiging van de werkzaamheden wordt berekend op hoeveel roostervrije dagen de betrokken vakkracht nog recht heeft.
b. Indien blijkt dat de vakkracht op het tijdstip van beëindiging van de werkzaamheden recht heeft op een groter aantal dan de feitelijk opgenomen roostervrije dag(en), dient deze dag respectievelijk dienen deze dagen, alsnog na overleg met de inlenende werkgever vóór het einde van de werkzaamheden te worden opgenomen.
c. Alleen wanneer de werkzaamheden op verzoek van de vakkracht worden beëindigd, kunnen in geval bij de beëindiging de vakkracht meer roostervrije dagen blijkt te hebben opgenomen dan waarop hij op de datum van beëindiging recht had, deze meerdere dagen met hem worden verrekend.
Roostervrije dagen a. De werknemers hebben recht op 16 roostervrije dagen per kalenderjaar. 14 roostervrije dagen worden vastgelegd in overleg met de OR. De overige 2 roostervrije dagen kunnen door de werknemer individueel vastgelegd worden. Werknemers met een deeltijddienstverband krijgen deze roostervrije dagen naar evenredigheid.
b. Mocht om wat voor dringende redenen, vanwege werkgeverszijde, een roostervrije dag niet worden opgenomen, dan dient in overleg de betrokkene binnen 4 weken in de gelegenheid te worden gesteld deze dag alsnog op te nemen.
c. Indien bij beëindiging der dienstbetrekking een werknemer meer dan wel minder rechten op roostervrije dagen heeft genoten dan hem overeenkomstig de bepalingen in deze cao toekomen, wordt het eventueel teveel of te weinig genoten deel tussen werkgever en werknemer verrekend op basis van het voor deze dagen geldende loon.
Roostervrije dagen. 1. Per periode van januari tot januari heeft de werknemer die werkzaam is in een rooster van gemiddeld 40 uren per week, recht op 11½ roostervrije dagen met behoud van het maandinkomen. De werkgever behoudt zich het recht voor om na overleg met de OR één van deze dagen als collectieve roostervrije dag te bestempelen.
2. Het inroosteren van de roostervrije dagen geschiedt in blokken van 4 of 8 uur en/of door middel van 3 roostervrije dagen per drie maanden. In geval van arbeidsduur verkortende c.q. arbeidsduur wijzigende maatregelen en experimenten kan een gedeelte of het geheel van de roostervrije dagen worden omgezet in een andere vorm van arbeidsduurverkorting.
3. De roostervrije dagen vervallen als de werknemer wegens arbeidsongeschiktheid niet in staat is deze dag of dagen te genieten.
4. Een werknemer met een dienstverband van 20 uur of minder per week heeft geen recht op roostervrije dagen; deze worden in het salaris van betrokkene verwerkt. Voor de werknemer, die ingevolge artikel 6 van deze cao een arbeidsovereenkomst heeft voor een werkweek met een gemiddeld aantal uren per week tussen 38 en 40, wordt het aantal toe te kennen roostervrije dagen daaraan aangepast.
Roostervrije dagen. 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loon betalen.
a. In de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 heeft de werknemer recht op 20 roostervrije dagen.
b. De 20 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 zijn als volgt ingeroosterd: ▪ 1 dag op Xxxxx Xxxxxxx (15 april 2022) ▪ 1 dag na Hemelvaartsdag (27 mei 2022) ▪ 2 dagen ter beschikking van de werknemer ▪ 2 dagen ter vaststelling door de werkgever ▪ 9 collectief vastgestelde roostervrije dagen in de kerstvakantie 2022/2023, te weten: dinsdag 27 december 2022 tot en met vrijdag 30 december 2022 en maandag 2 januari 2023 tot en met vrijdag 6 januari 2023 (week 52 en week 1) óf maandag 19 december 2022 tot en met vrijdag 23 december 2022 en dinsdag 27 december 2022 tot en met vrijdag 30 december 2022 (week 51 en week 52); ▪ 5 dagen kunnen worden gebruikt om in de periode van 1 januari tot 1 maart en de periode van 28 november tot en met 23 december 2022 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met maximaal 1,5 uur. De 5 roostervrije dagen in week 1 van 2023 (maandag 2 tot en met vrijdag 6 januari 2023) komen ten laste van het tegoed aan roostervrije dagen van 2022. De 20 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 zijn als volgt ingeroosterd: ▪ 1 dag op Goede Vrijdag (7 april 2023) ▪ 1 dag na Hemelvaartsdag (19 mei 2023) ▪ 3 dagen ter beschikking van de werknemer ▪ 3 dagen ter vaststelling door de werkgever; indien gekozen wordt voor sluiting in de kerstvakantie in week 51 en week 52 van 2023, resteren 2 dagen ter vaststelling door de werkgever ▪ 7 collectief vastgestelde roostervrije dagen in de kerstvakantie 2023/2024, te weten: woensdag 27 december 2023 tot en met vrijdag 29 december 2023 en dinsdag 2 januari 2024 tot en met vrijdag 5 januari 2024 (week 52 en week 1) óf 8 collectief vastgestelde roostervrije dagen in de kerstvakantie 2023/2024, te weten: maandag 18 december 2023 tot en met vrijdag 22 december 2023 en woensdag 27 december 2023 tot en met vrijdag 29 december 2023 (week 51 en week 52) ▪ 5 dagen kunnen worden gebruikt om in de periode van 1 januari tot 1 maart en de periode van 27 november tot en met 22 december 2023 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met maximaal 1,5 uur. De 4 roostervrije dagen in week 1 van 2024 (dinsdag 2 tot en met vrijdag 5 januari 2024) komen ten laste van het teg...
Roostervrije dagen. 1. Roostervrije dagen zijn werkdagen waarop niet gewerkt wordt.
a. Het aantal roostervrije dagen waarop de werknemer per kalenderjaar recht heeft, wordt structureel verlaagd van 22 naar 20 dagen. De ingangsdatum van deze afspraak is 1 juli 2013. Voor het recht op roostervrije dagen in 2013 betekent dat het volgende: In de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 heeft de werknemer recht op 21 roostervrije dagen. Van deze 21 roostervrije dagen zijn er voor genoemde periode 4 collectief vastgesteld, en wel op de navolgende data:23, 24, 27 en 30 december 2013.
b. De resterende 17 roostervrije dagen uit de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 worden als volgt vastgesteld: – 1 dag op Goede Vrijdag; – 1 dag aansluitend aan Hemelvaartsdag; – 4 roostervrije dagen ter beschikking van de werknemer. Deze dagen worden zo opgenomen dat in ieder kalenderkwartaal 1 dag wordt ingeroosterd; – 3 roostervrije dagen ter vaststelling door de werkgever. Het betreft hier een tijdelijke maatregel waarvan de duur is beperkt tot de looptijd van deze CAO en op grond waarvan deze dagen eenzijdig kunnen worden vastgesteld door de werkgever. De dagen kunnen alleen per dag worden vrijgegeven (en niet worden versnipperd in hele of halve uren of halve dagen). De werkgever dient de roostervrije dag uiterlijk de werkdag tevoren op te geven. – de overige 8 roostervrije dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 januari 2013 tot 1 maart 2013 en van 2 december 2013 tot en met 20 december 2013 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met 1,5 uur. Op deze wijze kan de arbeidsduur van maximaal 42,5 dagen worden ingekort.
c. Indien de werkgever alle op grond van artikel 8B beschikbare scholingsdagen voor alle werknemers heeft ingevuld, zal de werknemer voor omscholing tijdens werktijd als bedoeld in artikel 8E maximaal vier roostervrije dagen inzetten.
d. Het recht op de collectief vastgestelde roostervrije dagen vervalt indien de werknemer op deze dagen arbeidsongeschikt is.
3. De werknemer bouwt de in lid 2 sub b genoemde 4, respectievelijk 3 roostervrije dagen op, naar rato van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband heeft de werknemer recht op het opnemen van de nog openstaande dagen. Indien de werknemer op de ontslagdatum meer dan 2 roostervrije dagen teveel heeft opgenomen, kunnen deze dagen worden verrekend met het nog verschuldigde loon.
4. De werkgever zal aan de werknemer over een roostervrije dag het individueel overeengekomen loo...
Roostervrije dagen. Een werknemer die op 1 januari 2016 aanspraak kan maken en daarmee een geëffectueerd recht heeft op bovenwettelijke extra vakantie van maximaal 3 dagen bij ploegendienst en/of maximaal 3 dagen voor de lengte dienstverband en/of 1 dag voor de leeftijd van 50 jaar en ouder, behoudt deze rechten in de vorm van roostervrije dagen die jaarlijks in overleg met de werknemer worden ingeroosterd. Indien deze dagen niet worden ingeroosterd komen ze aan het eind van het kalenderjaar te vervallen. Werkgever neemt het initiatief tot het inroosteren van deze dagen. Indien werkgever dit initiatief niet heeft genomen, dan komen de aan werknemer toekomende roostervrije dagen aan het eind van het kalenderjaar niet te vervallen. Aan de werknemer die op 1 januari 2016 nog geen geëffectueerd recht had, komen op grond van dit artikel geen rechten toe.