Onderzoek en conclusie Referentiesituatie Voorbeeldclausules

Onderzoek en conclusie Referentiesituatie. Het plangebied is onderdeel van het gezoneerde industrieterrein Vulcaanhaven. De begrenzing van het gezoneerde industrieterrein is opgenomen op de plankaart. Voor Klein Vettenoord en Vulcaanhaven samen is een geluidszone vastgesteld die ruim om het gezoneerde terrein ligt. Omdat de saneringsgrenswaarde van 55 dB(A) bij een deel van de woningen in Vlaardingen wordt overschreden is een saneringsprogramma vastgesteld om de geluidsbelasting in de woongebieden terug te dringen. Daarnaast ligt het plangebied binnen de geluidszone van diverse omliggende industrieterrein (Botlek-Pernis, Schiedam-Zuid en Havens Noordwest, Oost-Frankenland). De grenzen van het gezoneerde terrein zijn vastgelegd in het bestemmingsplan (conform vigerende situatie). Noch binnen de grenzen van het gezoneerde terrein noch binnen de geluidszone worden in het bestemmingsplan nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen mogelijk gemaakt. De grens van het gezoneerde terrein en de (buiten het plangebied gelegen) buitengrens van de geluidszone wijzigen niet ten opzichte van de vigerende situatie. Wanneer zich nieuwe bedrijven op het terrein willen vestigen, worden deze toegevoegd aan het geluidsbeheersmodel en wordt de geluidsbelasting als gevolg van de bedrijvigheid getoetst aan de geluidszone, saneringscontouren en de vastgestelde MTG-waarden. Binnen het plangebied worden geen geluidsgevoelige bestemmingen mogelijk gemaakt. De begrenzing van het gezoneerde industrieterrein is vastgelegd op de plankaart. De buitengrens van de geluidszone, die in zijn geheel buiten het plangebied is gelegen, blijft ongewijzigd. De geluidszone van de gezoneerde terreinen zijn - voor zover deze binnen het plangebied zijn gelegen - opgenomen op de plankaart.
Onderzoek en conclusie Referentiesituatie. Binnen het plangebied en in de omgeving daarvan liggen verschillende gezoneerde wegen. Daarnaast ligt direct ten noorden van het plangebied de spoorlijn Rotterdam - Hoek van Holland. Met name de Schiedamsedijk en de A4 zijn van belang als het gaat om de geluidsbelasting binnen het plangebied vanwege wegverkeer (figuur 4.1 geeft een beeld van de geluidsbelastingen vanwege het verkeer op de A4). In deze figuur is nog geen rekening gehouden met een mogelijke toename van de geluidbelasting als gevolg van het doortrekken van de A4 tussen Delft en Schiedam. Binnen het plangebied bevinden zich momenteel geen geluidsgevoelige bestemmingen.
Onderzoek en conclusie Referentiesituatie. In en rond het plangebied is sprake van verschillende bronnen van luchtverontreiniging, te weten wegverkeer, bedrijvigheid en scheepvaartverkeer. Uit de gegevens die beschikbaar zijn via de monitoringstool die onderdeel is van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (xxx.xxx-xxxxxxxxxx.xx) blijkt dat in 2011 ruimschoots werd voldaan aan de grenswaarde voor de jaargemmiddelde concentratie fijn stof (zie figuur 4.2). Daarnaast blijkt dat in 2015 op vrijwel alle locaties in de omgeving van het plangebied wordt voldaan aan de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide. Uitzondering vormt de tunnelmond van de Beneluxtunnel ten zuiden van de Nieuwe Maas (zie figuur 4.3).
Onderzoek en conclusie Referentiesituatie. Als gevolg van huidige bedrijfsactiviteiten en activiteiten uit het verleden is de bodem binnen het plangebied lokaal verontreinigd. Uit de informatie op xxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx blijkt dat delen van het plangebied in het verleden reeds zijn gesaneerd. Andere delen zullen nog worden gesaneerd. Het bestemmingsplan Rivierzone-Oost is consoliderend van aard en maakt geen functiewijzigingen mogelijk. Bodemonderzoek is in het kader van dit bestemmingsplan dan ook niet noodzakelijk.
Onderzoek en conclusie Referentiesituatie. Het plangebied vormt geen onderdeel van en ligt ook niet nabij een natuur- of groengebied met een beschermde status zoals Natura 2000. Het plangebied maakt ook geen deel uit van de PEHS, maar grenst wel aan de PEHS Nieuwe Waterweg. Ontwikkelingen met negatieve gevolgen voor de nabijgelegen PEHS geven aanleiding tot compensatie en exacte inrichtingseisen. In het kader van een goede ruimtelijke ordening moet de uitvoerbaarheid van een ruimtelijk plan worden aangetoond. Gelet op de verplichtingen ingevolge de Ffw moet aannemelijk worden gemaakt dat de gunstige staat van instandhouding van de beschermde soorten niet in het geding is. Hoewel in casu sprake is van een overwegend conserverend plan, is het bestemmingsplan het besluit dat ingrepen mogelijk maakt en een aantasting kan betekenen van beschermde planten- en diersoorten. Op dit moment is er geen sloop van bepaalde concrete gebouwen voorzien. Het gaat om een verhard gebied zonder watergangen of bomen. Uiterlijk bij het nemen van een besluit dat ruimtelijke veranderingen mogelijk maakt, zal zekerheid moeten zijn verkregen dat overtredingen van de Ffw niet optreden. Werkzaamheden kunnen leiden tot verstoring van alle aanwezige soorten. • Er zal geen ontheffing nodig zijn voor de tabel 1 soorten van de Ffw waarvoor een vrijstelling geldt van de verbodsbepalingen. • In het plangebied zijn geen broedvogels met vaste nesten waargenomen. • Mogelijke aantasting en verstoring van vogels dient te worden voorkomen door werkzaamheden buiten het broedseizoen (15 maart t/m 15 juli) te laten starten. • Het plangebied heeft naar verwachting alleen een functie als marginaal foerageergebied voor vleermuizen. Wanneer rekening wordt gehouden met de randvoorwaarden zoals beschreven in deze paragraaf, zijn er uit ecologisch oogpunt geen belemmeringen voor de uitvoering van het bestemmingsplan.
Onderzoek en conclusie Referentiesituatie. Binnen het plangebied en in de omgeving daarvan liggen verschillende gezoneerde wegen. Daarnaast ligt direct ten noorden van het plangebied de spoorlijn Rotterdam - Hoek van Holland. Met name de Deltaweg is van belang als het gaat om de geluidsbelasting binnen het plangebied vanwege wegverkeer. Binnen het plangebied zijn slechts op beperkte schaal geluidgevoelige bestemmingen aanwezig. Het betreft de woningen in het flatgebouw aan de Olivier van Noortlaan en de voormalige burgemeesterwoning aan de Nieuwe Maas. In het akoestisch onderzoek in Bijlage 3 (in het kader van de aanleg van de rotonde Deltaweg/Van Beethovensingel) is inzicht gegeven in de huidige geluidbelasting (2012) als gevolg van het verkeer op de Deltaweg en de Van Beethovensingel. Daarbij is ook gekeken naar de geluidbelasting ter plaatse van de toekomstige woningen die op grond van het bestemmingsplan Stationsgebied Centrum kunnen worden gerealiseerd. Binnen het plangebied worden geen nieuwe geluidgevoelige functies gerealiseerd. Wel zal de kruising Deltaweg/Van Beethovensingel gereconstrueerd worden tot rotonde. Door deze reconstructie wijzigen de rijlijnen van de wegen ter hoogte van deze kruising. In het kader van de Wet geluidhinder (Wgh) is bij voorgestane fysieke wijzigingen aan een weg met aanliggende geluidgevoelige bestemmingen (zoals woningen) akoestisch onderzoek vereist. Binnen de geluidszones van de te reconstrueren wegen bevinden zich bestaande geluidsgevoelige bestemmingen. Op basis van de Wgh is dan akoestisch onderzoek vereist naar de eventuele geluidstoename aan de gevels van omliggende geluidsgevoelige bestemmingen. Binnen het bestemmingsplan Stationsgebied Centrum zijn woningen toegestaan. Ook met deze geprojecteerde woningen is rekening gehouden in het akoestisch onderzoek. Het akoestisch onderzoek is opgenomen in Bijlage 3.
Onderzoek en conclusie Referentiesituatie. Een deel van het plangebied is onderdeel van het gezoneerde industrieterrein Klein Vettenoord. De begrenzing van het gezoneerde industrieterrein is opgenomen op de plankaart. Voor Klein Vettenoord en Vulcaanhaven samen is een geluidszone vastgesteld die ruim om het gezoneerde terrein ligt (zie figuur 4.1). Omdat de saneringsgrenswaarde van 55 dB(A) bij een deel van de woningen in Vlaardingen wordt overschreden, is een saneringsprogramma vastgesteld om de geluidsbelasting in de woongebieden terug te dringen. Daarnaast ligt het gehele plangebied binnen de geluidszone van het industrieterrein Botlek-Pernis.
Onderzoek en conclusie Referentiesituatie. In en rond het plangebied is sprake van verschillende bronnen van luchtverontreiniging, te weten wegverkeer, bedrijvigheid en scheepvaartverkeer. Uit de gegevens die beschikbaar zijn via de monitoringstool (xxx.xxx-xxxxxxxxxx.xx) en de resultaten van het luchtkwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd in het kader van het bestemmingsplan Maasoeverzone (direct ten westen van het plangebied), blijkt dat zowel binnen het plangebied als langs de ontsluitingswegen daarbuiten in 2011 en de jaren daarna ruimschoots wordt voldaan aan de grenswaarden voor stikstofdioxide en fijn stof. Scheepvaartverkeer en industrie kunnen lokaal leiden tot verhoogde concentraties, maar zullen in geen geval leiden tot een overschrijding van grenswaarden. Het bestemmingsplan is consoliderend van aard en heeft dan ook geen gevolgen voor de luchtkwaliteit in en rond het plangebied. Het bestemmingsplan maakt geen grootschalige uitbreidingen of functiewijzigingen mogelijk. In vergelijking met de vigerende bestemmingsplannen legt het nieuwe bestemmingsplannen beperkingen op aan de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten. Daarnaast zijn nieuwe bedrijven die potentieel zeer veel goederenverkeer aantrekken uitgesloten. Daarmee is uitgesloten dat het voorliggende bestemmingsplan leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit en zal ten opzichte van de vigerende regelingen naar verwachting zelfs een positief effect hebben op de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Dit effect is echter lastig te kwantificeren.
Onderzoek en conclusie Referentiesituatie. Als gevolg van huidige bedrijfsactiviteiten en activiteiten uit het verleden is de bodem binnen het plangebied lokaal verontreinigd. Uit de informatie op xxx.xxxxxxxxxx.xx blijkt dat delen van het plangebied in het verleden reeds zijn onderzocht.

Related to Onderzoek en conclusie Referentiesituatie

  • Garanties, onderzoek en reclames, verjaringstermijn 1. De door Gebruiker te leveren zaken voldoen aan de gebruikelijke eisen en normen die daaraan op het moment van levering redelijkerwijs gesteld kunnen worden en waarvoor zij bij normaal gebruik in Nederland zijn bestemd. De in dit artikel genoemde garantie is van toepassing op zaken die bestemd zijn voor het gebruik binnen Nederland. Bij gebruik buiten Nederland dient de Opdrachtgever zelf te verifiëren of het gebruik daarvan geschikt is voor het gebruik aldaar en voldoen aan de voorwaarden die daaraan gesteld worden. Gebruiker kan in dat geval andere garantie- en andere voorwaarden stellen ter zake van de te leveren zaken of uit te voeren werkzaamheden.

  • Onvoorziene omstandigheden 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 5 lid 5, draagt de consument het risico van het door de onder- nemer aantreffen van een zaak die een wezenlijke belemmering of bemoeilijking van de uitvoering betekent, behoudens voor zover de ondernemer redelijkerwijs van de aanwezigheid van die zaak op de hoogte was of op de hoogte behoorde te zijn.

  • Gewijzigde omstandigheden Bij verhuizing bent u verplicht om de maatschappij daarvan uiterlijk binnen 30 dagen na de verhuisdatum op de hoogte te brengen.

  • Woningborg garantie- en waarborgregeling nieuwbouw; Woningborg-certificaat Artikel 8

  • Wijziging, uitleg en vindplaats van de voorwaarden 1. Ingeval van uitleg van de inhoud en strekking van deze algemene voorwaarden, is de Nederlandse tekst daarvan steeds bepalend.

  • Werkgeversbijdrage a. De werkgeversorganisaties verplichten zich per 1 maart 2015 tot het betalen van een werkgevers- bijdrage aan de werknemersorganisaties van in totaal € 95.000 op jaarbasis. De werkgeversbijdrage wordt jaarlijks vanaf 2016 geïndexeerd aan de hand van het CBS consumentenprijsindexcijfer (CPI) van het voor- gaande kalenderjaar. Per 1 juni 2019 is de werkgevers- bijdrage evenredig met het aantal toegetreden werk- nemers uit de Xxx Xxxxxxxxxxxxxxxxx (ca. 2000) verhoogd. De werkgeversorganisaties betalen de werkgeversbijdrage uit aan iedere afzonderlijke werk- nemersorganisatie na collectieve opgave van de leden- tallen en op basis van die ledentallen.

  • Vakantie bij ontslag a. Bij het eindigen van de dienstbetrekking zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid worden gesteld de hem nog toekomende vakantie op te nemen met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen.

  • WAT DOEN WIJ MET UW PERSOONSGEGEVENS? 12.1 Als u een verzekering wilt aanvragen of wijzigen, vragen wij om uw persoonsgegevens en eventuele andere gegevens. Deze gegevens gebruiken wij om met u een verzekeringscontract te kunnen sluiten en om dat contract te kunnen onderhouden. We gebruiken de gegevens ook om fraude te bestrijden en om u op de hoogte te houden van onze producten en diensten. Deze laatstgenoemde activiteiten vinden in principe plaats via uw reis- of verzekeringsadviseur. Op de verwerking van de persoons- gegevens is de gedragscode ‘Verwerking Persoonsge- gevens Financiële Instellingen’ van toepassing. Hierin staan de rechten en plichten van partijen bij de verwerking van gegevens genoemd. De volledige tekst kunt u opvragen bij het informatiecentrum van het Verbond van Verzekeraars, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx, telefoon (000) 000 00 00.

  • Tussentijdse beëindiging van de opdracht 12.1 Beide partijen kunnen de overeenkomst eenzijdig beëindigen, indien één van hen van mening is dat de opdrachtuitvoering niet meer kan plaatshebben conform de bevestigde offerte en eventuele latere additionele opdrachtspecificaties. Dit dient gemotiveerd, schriftelijk en tijdig aan de wederpartij te worden bekend gemaakt.

  • Beëindiging dienstverband Indien het dienstverband voor de datum van uitbetaling wordt beëindigd, zal bij de laatste salarisafrekening de vakantietoeslag worden uitbetaald.