Luchtkwaliteit Voorbeeldclausules

Luchtkwaliteit. Sinds 15 november 2007 zijn de belangrijkste bepalingen inzake de luchtkwaliteit opgenomen in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer (hierna ook: Wmb). Omdat de luchtkwaliteitseisen op zijn genomen in titel 5.2 van de Wmb, staat deze ook wel bekend als de ‘Wet luchtkwaliteit’. Met de inwerkingtreding van de Wet luchtkwaliteit is het besluit luchtkwaliteit 2005 komen te vervallen. Het doel van titel 5.2 Wm is om mensen te beschermen tegen de negatieve gevolgen van luchtverontreiniging op hun gezondheid. In de wet- en regelgeving zijn de richtlijnen uit de Europese regelgeving opgenomen, waaraan voorgenomen ontwikkelingen dienen te voldoen. Als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen de luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid van een bestuursorgaan ex artikel 5.16 Wm: - er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van de grenswaarde; - een project leidt al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit; - een project draagt ‘niet in betekenende mate’ (NIBM) bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit; - een project past binnen het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit) of een regionaal programma van maatregelen. Aangezien voorliggend wijzigingsplan geen (bedrijfsmatige) bebouwing en/of nieuwe infrastructuur mogelijk maakt, leidt het plan niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. Dit besluit is gericht op de beperking van de vestiging in de nabijheid van provinciale en rijkswegen van gevoelige bestemmingen, zoals gebouwen voor kinderopvang, scholen, verzorgings- of verpleegtehuizen. Het besluit is op onderhavig bouwplan niet van toepassing. Ook zal het plan niet leiden tot een toenemende van het aantal verkeersbewegingen. Er behoeft in dat opzicht geen vrees te bestaan dat de grenswaarde van de luchtkwaliteit wordt overschreden. Gelet op vorenstaande vormt het aspect luchtkwaliteit geen belemmeringen voor onderhavige planontwikkeling.
Luchtkwaliteit. Beleid en normstelling Tabel 4.2 Grenswaarden maatgevende stoffen Wm stof toetsing van grenswaarde geldig 1) De toetsing van de grenswaarde voor de uurgemiddelde concentratie NO dan het toegestane aantal van 18 per jaar zullen optreden als de jaargemiddelde concentratie NO 2) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007). Op grond van artikel 5.16 van de Wet milieubeheer (Wm) kunnen bestuursorganen bevoegdheden uitoefenen die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit zoals de vaststelling van een bestemmingsplan. Bij de uitoefening van deze bevoegdheden moet worden aangetoond dat wordt voldaan aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uit de Wm.
Luchtkwaliteit. De ‘Wet luchtkwaliteit’ is (in het kader van de Wet milieubeheer) op 15 november 2007 in werking getreden en vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. De Wet luchtkwaliteit is het gevolg van de Europese Kaderrichtlijn luchtkwaliteit. De EU richtlijn en de Wet luchtkwaliteit zijn opgesteld om mensen te beschermen tegen de negatieve gevolgen van luchtverontreiniging. Conform de Wet Milieubeheer dient voor elke bevoegdheid die gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit, aannemelijk te worden gemaakt dat voldaan kan worden aan de in de Wet opgenomen grenswaarden. Hierbij is van belang inzicht te krijgen in hoeverre de luchtkwaliteit verslechtert als gevolg van een ontwikkeling. Voortvloeiend uit de Wet milieubeheer is het Besluit niet in betekenende mate (Besluit NIBM) van kracht geworden. Het begrip “niet in betekenende mate” betekent in concreto dat een project of activiteit, waarvoor een besluit wordt genomen, niet meer dan 3% van de grenswaarde van de jaargemiddelde concentratie mag bijdragen. In het Besluit NIBM zijn nadere categorieën aangewezen waarvoor geldt, dat deze niet in betekende mate bijdragen aan de luchtkwaliteit. Deze categorieën zijn aangewezen in de Regeling niet in betekenende mate.
Luchtkwaliteit. Er is fijnstof afkomstig van het verkeer van de rondweg. Reclamant verwijst naar de bouwste- nen van de GGD voor een gezonde leefomgeving actueel zijn. Reclamant verbaast zich waar- om er geen advies is ingewonnen bij de GGD en dat als zodanig voornoemde bouwstenen niet in beeld zijn gebracht. Volgens reclamant is het genoegzaam bekend dat alleen het hanteren van de wettelijke normen vanuit gezondheidskundig oogpunt niet voldoende is, omdat er des- ondanks toch gezondheidsaspecten kunnen optreden.
Luchtkwaliteit. 32008 L 0050: Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende de lucht­ kwaliteit en schonere lucht voor Europa (PB L 152 van 11.6.2008, blz. 1). a) In afwijking van bijlage XIV, is het referentiejaar onder punt A, eerste alinea, het tweede jaar na het einde van het jaar waarin Kroatië toetreedt. De gemiddelde-blootstellingsindex voor dat referentiejaar is het gemiddelde van de con­ centratie in het toetredingsjaar en het eerste en het tweede jaar na het jaar van de toetreding. b) In afwijking van bijlage XIV, punt B, wordt de streefwaarde inzake vermindering van de blootstelling berekend op basis van de gemiddelde-blootstellingsindex in het referentiejaar, d.w.z. het tweede jaar na het einde van het jaar waarin Kroatië toetreedt.
Luchtkwaliteit. In deze paragraaf worden de milieueffecten voor het thema luchtkwaliteit besproken. Het volledige onderzoek in het kader van dit PIP is opgenomen in bijlage 6.
Luchtkwaliteit. Wet milieubeheer
Luchtkwaliteit. Het toetsingskader voor de luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5 van de Wet Milieubeheer (Wm). Hierin zijn grenswaarden opgenomen voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. In de ruimtelijke ordening zijn langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar‐ en daggemiddelde) van belang.
Luchtkwaliteit. In het kader van het Tracébesluit N2 aansluitingen Meerenakkerweg/ Heistraat en Noord-Brabantlaan is onderzoek gedaan naar de luchtkwaliteit. De resultaten zijn gepresenteerd in het luchtkwaliteitrapport van 13 maart 2009 dat is opgenomen in bijlage 4. Tijdens de uitvoering van dat onderzoek is op 19 december 2008 de Regeling be- oordeling luchtkwaliteit 2007 gewijzigd. Omdat het onderzoek zich op dat moment reeds in een vergevorderd stadium bevond, is besloten om gebruik te maken van de overgangsregeling die artikel II van de wijzigingsregeling (8 december 2008, nr. BJZ2008117286) bood. Dit hield in dat gebruik gemaakt mocht worden van de Rbl2007 zoals die gold vóór 19 december 2008 onder voorwaarde dat de besluit- vorming (vaststelling van het Tracébesluit) binnen één jaar na 19 december 2008 zou plaatsvinden. Inmiddels is gebleken dat de vaststelling van het Tracébesluit (TB) niet voor deze datum plaats zal vinden, waardoor er derhalve geen gebruik meer gemaakt kan worden van de genoemde overgangsregeling. Om te bezien welke gevolgen dit heeft voor de resultaten en conclusies van het on- derzoek van maart 2009 is een review uitgevoerd. Deze review is opgenomen in bijlage 5. Bij deze review is tevens gekeken naar de wijzigingen in wetgeving en berekenings- programma's (o.a. nieuwe emissiefactoren en achtergrondconcentraties) die in de periode tussen 19 december 2008 en heden hebben plaatsgevonden en die mogelij- ke gevolgen voor de resultaten en conclusies van het onderzoek van maart 2009 zouden kunnen hebben.