Ontbinding in geval van verontreiniging a. Indien voor de datum van ondertekening van de notariële akte of, indien dat eerder is, voor de datum van de feitelijke ingebruikneming van de onroerende zaak, blijkt dat er sprake is van aanwezigheid van de in artikel 2.8 vermelde (afval)stoffen en dat dit van zodanige aard en omvang is, dat van de koper in redelijkheid niet kan worden gevraagd dat hij, zonder dat wordt gesaneerd, de onroerende zaak aanvaardt, heeft de koper eenzijdig het recht om binnen twee weken na het bekend worden van voornoemde verontreiniging, de overeenkomst eenzijdig te ontbinden en de onroerende zaak weer ter vrije beschikking van de gemeente te stellen, voor zover mogelijk in de toestand waarin deze zich bevond bij het aangaan van de overeenkomst.
b. Een recht op ontbinding bestaat niet als de verontreiniging zo gering is dat het niet redelijk en billijk is om de overeenkomst te ontbinden en/of wanneer de gemeente zich (ook bij een meer ernstige verontreiniging) verplicht om op haar kosten passende maatregelen te nemen tot opheffing van de verontreiniging c.q. de schadelijke gevolgen daarvan.
c. Onder voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen wordt niet verstaan: funderingsrestanten, puin of andere restanten van bouwkundige aard, voor zover zich daarin niet in onaanvaardbare mate (afval)stoffen bevinden, zoals bedoeld in artikel 2.8. Evenmin wordt daaronder verstaan stobben van bomen of struiken, noch de aanwezigheid van de draagkracht van de bodem beïnvloedende omstandigheden. Op deze zaken heeft het bepaalde in sub a. derhalve geen betrekking.
Ontbinding in geval van verontreiniging a. Indien vóór de datum van passeren van de notariële akte of, indien dat eerder is, vóór de datum van de ingebruikneming van het verkochte blijkt dat in het verkochte milieugevaarlijke of anderszins onaanvaardbare stoffen aanwezig zijn van zodanige aard dat van de koper in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij het verkochte aanvaardt zonder dat dit wordt gesaneerd, hebben beide partijen het recht de overeenkomst te ontbinden.
b. Onder milieugevaarlijke of anderszins onaanvaardbare stoffen wordt niet verstaan: funderingsrestanten, puin of andere restanten van bouwkundige aard, noch stobben van bomen of struiken of de aanwezigheid van de draagkracht van de grond beïnvloedende omstandigheden.
Ontbinding in geval van verontreiniging a. Indien voor de datum van de feitelijke ingebruikneming van de grond, zou blijken dat er voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen aanwezig zijn, van zodanige aard dat van de wederpartij in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij, zonder dat wordt gesaneerd, de onroerende zaak aanvaardt, heeft de wederpartij eenzijdig het recht de overeenkomst te ontbinden en de grond ter vrije beschikking van de gemeente te stellen, voor zover mogelijk in de toestand waarin deze zich bevond bij het aangaan van de overeenkomst.
b. Onder voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen worden niet verstaan: funderingsrestanten, puin of andere restanten van bouwkundige aard, stobben van bomen of struiken en de aanwezigheid van draagkracht van de grond beïnvloedende omstandigheden. Op deze zaken heeft dit artikel derhalve geen betrekking.
c. Van dit artikel kan in de overeenkomst worden afgeweken.
Ontbinding in geval van verontreiniging a. Indien voor de datum van ondertekening van de akte van vestiging zou blijken van aanwezigheid van de in artikel 2.12 lid a van deze algemene erfpachtvoorwaarden vermelde stoffen van zodanige aard en zodanige hoeveelheid, dat van de erfpachter in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij, zonder dat wordt gesaneerd, de onroerende zaak aanvaardt, heeft de erfpachter het recht de erfpachtovereenkomst bij aangetekende brief aan Burgemeester en Wethouders te ontbinden.
b. Het recht van ontbinding zoals bedoeld in lid a geldt niet, wanneer ondanks de verontreiniging de in erfpacht uitgegeven grond geschikt is voor de beoogde bestemming en geen gevaar oplevert voor de volksgezondheid.
Ontbinding in geval van verontreiniging a. Indien voor de datum van ondertekening van de notariële akte of, indien dat eerder is, voor de datum van de feitelijke ingebruikneming van de onroerende zaak, zou blijken van aanwezigheid van de in artikel 2.8 vermelde (afval)stoffen van zodanige aard en zodanige hoeveelheid, dat van de koper in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij, zonder dat wordt gesaneerd, de onroerende zaak aanvaardt, heeft de koper eenzijdig het recht de overeenkomst te ontbinden en zal de onroerende zaak weer ter vrije beschikking van de gemeente komen.
b. Onder voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen wordt niet verstaan: funderingsrestanten, puin of andere restanten van bouwkundige aard, voor zover zich daarin niet in onaanvaardbare mate (afval)stoffen bevinden, zoals bedoeld in artikel 2.8. Evenmin wordt daaronder verstaan stobben van bomen of struiken, noch de aanwezigheid van de draagkracht van de bodem beïnvloedende omstandigheden. Op deze zaken heeft het bepaalde in sub a. derhalve geen betrekking.
Ontbinding in geval van verontreiniging a. Indien voor de datum van ondertekening van de notariële akte of, indien dat eerder is, voor de datum van de feitelijke ingebruikneming van de onroerende zaak, zou blijken van aanwezigheid van voor milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen van zodanige aard dat van de wederpartij in alle redelijkheid niet kan worden gevergd dat zij, zonder dat wordt gesaneerd, de onroerende zaak aanvaardt, heeft de wederpartij - gedurende zeven dagen na het bekend worden van voornoemde verontreiniging - eenzijdig het recht de overeenkomst te ontbinden en de grond ter vrije beschikking van de gemeente te stellen, voor zover mogelijk in de toestand waarin deze zich bevond bij het aangaan van deze overeenkomst.
b. Een recht op ontbinding bestaat niet indien de redelijkheid en billijkheid zich wegens de geringe ernst van de verontreiniging verzetten tegen ontbinding en/of indien de verkoper zich (ook ingeval van ernstiger verontreiniging) verplicht om op zijn kosten passende maatregelen te nemen tot opheffing van de verontreiniging casu quo de schadelijke gevolgen daarvan.
Ontbinding in geval van verontreiniging a. De koper heeft het recht de overeenkomst te ontbinden indien de bodem niet geschikt is voor de bestemming of de beoogde bestemming waarvan hij aannemelijk maakt dat de bodem niet geschikt was op het tijdstip dat aan hem het bezit werd overgedragen en dat de verontreiniging van zodanige aard is dat niet van hem kan worden gevergd dat hij, zonder dat de zaak wordt gesaneerd, de onroerende zaak aanvaardt.
b. Een recht op ontbinding vanwege de in het eerste lid genoemde redenen bestaat niet, indien de redelijkheid en billijkheid zich wegens de geringe ernst van de verontreiniging tegen ontbinding verzet en/of de gemeente zich (ook in geval van ernstiger verontreiniging) verplicht om op haar kosten passende maatregelen te nemen tot opheffing van de verontreiniging casu quo de schadelijke gevolgen daarvan.
c. Het vorenstaande laat onverlet het recht van de koper op schadevergoeding indien en voor zover daartoe wettelijke of contractuele gronden aanwezig zijn.
d. Niet als aan de gemeente toe te rekenen verontreiniging wordt aangemerkt de aanwezigheid van stoffen waarvan de gemeente op het tijdstip van de bezitsoverdracht niet een verontreinigend karakter als bedoeld in dit artikel hoefde aan te nemen op grond van de toen in dit opzicht bestaande gezaghebbende inzichten.
Ontbinding in geval van verontreiniging a. Indien vóór de datum van ondertekening van de notariële akte van levering zou blijken van aanwezigheid van de in artikel 13 lid a van deze algemene voorwaarden vermelde stoffen van zodanige aard en zodanige hoeveelheid, dat van de koper in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij, zonder dat wordt gesaneerd, de bouwkavels aanvaardt, heeft de koper eenzijdig het recht de koopovereenkomst bij aangetekende brief aan de Gemeente Leeuwarden te ontbinden en zullen de bouwkavels weer ter vrije beschikking van de Gemeente Leeuwarden komen.
b. Ingeval van ontbinding als bedoeld in artikel 14 lid a is de Gemeente Leeuwarden. verplicht aan de koper te vergoeden al de aantoonbare kosten welke de koper tengevolge van een dergelijke ontbinding alsdan nodeloos heeft gemaakt en welke kosten in goed overleg tussen de Gemeente Leeuwarden en de koper zullen worden bepaald.
Ontbinding in geval van verontreiniging. Indien voor de datum van ondertekening van de notariële akte of, indien dat eerder is, voor de datum van de feitelijke ingebruikneming van de onroerende zaak, zou blijken van de aanwezigheid van (afval)stoffen als bedoeld in artikel 2.5 en wel van zodanige aard en in een zodanige hoeveelheid, dat van koper in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij, zonder dat wordt gesaneerd, het bouwterrein aanvaardt, heeft koper eenzijdig het recht de koopovereenkomst te ontbinden. Van een besluit tot ontbinding als hiervoor in dit artikellid bepaald, dient door koper binnen twee weken na kennisneming van de aanwezigheid van de (afval)stoffen in of op het bouwterrein bij aangetekende brief aan de gemeente mededeling te worden gedaan, bij gebreke waarvan koper wordt geacht van zijn recht tot ontbinding te hebben afgezien.
Ontbinding in geval van verontreiniging. 1 . De wederpartij heeft het recht de overeenkomst eenzijdig te ontbinden indien hij in het gekochte alsnog voor het milieu of de volksgezondheid gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen aantreft, waarvan hij aannemelijk maakt, dat deze al aanwezig waren op het tijdstip dat hem de eigendom werd overgedragen, en dat deze van zodanige aard zijn dat van hem niet kan worden gevergd dat hij, zonder dat wordt gesaneerd, de onroerende zaak aanvaardt. Dit geldt met name ook als door deze verontreiniging de realisering van de door partijen op het gekochte beoogde bestemming in gevaar komt.