Ontbinding en vereffening. 32.1 De algemene vergadering is bevoegd te besluiten tot ontbinding van de vennootschap, mits met inachtneming van de in artikel 31.1 gestelde vereisten, waarbij geldt dat een besluit tot ontbinding van de vennootschap slechts kan worden genomen na goedkeuring door de N1 aandeelhouder.
32.2 De vennootschap blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dat voor de vereffening van haar vermogen noodzakelijk is.
32.3 In stukken en aankondigingen die van de ontbonden vennootschap uitgaan moet aan haar naam worden toegevoegd 'in liquidatie'.
32.4 Tenzij de algemene vergadering anders besluit of de wet anders bepaalt, treden de leden van de raad van bestuur als vereffenaars van het vermogen van de ontbonden vennootschap op.
32.5 De vereffenaars doen aan ieder handelsregister waarin de vennootschap moet zijn ingeschreven de met de ontbinding en de vereffening verband houdende wettelijk vereiste opgaven.
32.6 Uit hetgeen van het vermogen van de ontbonden vennootschap resteert na voldoening van al haar schulden, wordt eerst overgedragen aan de houders van cumulatief preferente aandelen, naar evenredigheid van het gezamenlijk bedrag van ieders cumulatief preferente aandelen:
(a) het bedrag dat op grond van artikel 29.3 dient te worden uitgekeerd, berekend over de periode vanaf de één januari die volgt op het laatste boekjaar waarover alsdan een jaarrekening is vastgesteld;
(b) het bedrag dat op grond van artikel 29.3 dient te worden uitgekeerd, berekend over het laatste boekjaar waarover alsdan een jaarrekening is vastgesteld, doch slechts indien en voor zover dit bedrag niet reeds was uitgekeerd of toegevoegd aan de preferente winstreserve;
(c) het bedrag van de preferente winstreserve, met dien verstande dat indien evenwel uit deze preferente winstreserve is geput ter delging van verlies, dit bedrag wordt vermeerderd met het bedrag dat aan de preferente winstreserve ter delging van verlies is onttrokken;
(d) het bedrag van de preferente agio;
(e) het nominaal op de cumulatief preferente aandelen gestorte bedrag, waarbij geldt dat indien het voor uitkering beschikbare bedrag kleiner is dan de som van hetgeen op de cumulatief preferente aandelen moet worden uitgekeerd op grond van sub (a) tot en met sub (e), de over te dragen bedragen worden verminderd naar evenredigheid van de bedragen zoals die anders zouden zijn uitgekeerd.
32.7 Uit hetgeen na toepassing van artikel 32.6 is overgebleven, wordt eerst uitgekeerd de nominale waarde van het aandeel N1 aan de houd...
Ontbinding en vereffening. 1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 15 lid 2 van overeenkomstige toepassing. Bij het te nemen besluit wordt tevens -met inachtneming van het in lid 6 bepaalde- de bestemming van een eventueel batig saldo bepaald.
2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
3. De vereffening geschiedt door het bestuur.
4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register, bedoeld in artikel 15 lid 6.
5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de stichting.
7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de termijn daartoe door de wet bepaald, berusten onder de jongste vereffenaar.
Ontbinding en vereffening. De Coöperatie kan worden ontbonden door een daartoe strekkend besluit van de Algemene Ledenvergadering. Het bepaalde in Artikel 26 lid 1 is van overeenkomstige toepassing.
Ontbinding en vereffening. De bepalingen in artikel 12 leden 1, 2, 3 en 5 zijn ook van toepassing op een besluit van de algemene ledenvergadering tot ontbinding van de coöperatie.
Ontbinding en vereffening. Artikel 27.
Ontbinding en vereffening. 1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het besluit tot ontbinding is het bepaalde in artikel 14, leden 1, laatste zin, 2 en 3 zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
2. Het bestuur stelt bij zijn besluit tot ontbinding de bestemming vast van een eventueel batig saldo. Deze bestemming dient in overeenstemming te zijn met het doel van de stichting.
3. Als de stichting ten tijde van de ontbinding aangewezen is als een algemeen nut beogende instelling, wordt het batig saldo (derhalve ná aftrek van eventuele restitutie van geoormerkte subsidies), naar rato, terugbetaald worden aan de subsidieverstrekkers.
4. De vereffening geschiedt door de bestuurders, tenzij door het bestuur bij het besluit tot ontbinding een of meer andere vereffenaars zijn benoemd.
5. De vereffenaar doet opgaaf van de ontbinding aan de registers waar de stichting is ingeschreven.
6. Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moet aan de naam van de stichting worden toegevoegd de woorden "in liquidatie".
7. De stichting houdt op te bestaan op het tijdstip waarop geen aan haar, dan wel aan de vereffenaar bekende baten meer aanwezig zijn. De vereffenaar doet van het einde van het bestaan van de stichting opgaaf aan de registers waar de stichting is ingeschreven.
8. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de wettelijke termijn onder bewaring van de door de vereffenaar aangewezen persoon. Binnen acht (8) dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de aangewezen bewaarder zijn naam en adres opgeven aan de registers waarin de ontbonden stichting was ingeschreven.
Ontbinding en vereffening. 28.1 De vennootschap kan worden ontbonden door een daartoe strekkend besluit van de algemene vergadering. Wanneer aan de algemene vergadering een voorstel tot ontbinding van de vennootschap zal worden gedaan, moet dat bij de oproeping tot de algemene vergadering worden vermeld.
28.2 In geval van ontbinding van de vennootschap krachtens besluit van de algemene vergadering worden de bestuurders vereffenaars van het vermogen van de ontbonden vennootschap, tenzij de algemene vergadering besluit één of meer andere personen tot vereffenaar te benoemen.
28.3 Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zo veel mogelijk van kracht.
28.4 Hetgeen na voldoening van de schulden van de ontbonden vennootschap is overgebleven, wordt overgedragen aan de aandeelhouders, naar evenredigheid van het gezamenlijke nominale bedrag van ieders aandelen.
28.5 Op de vereffening zijn voorts van toepassing de desbetreffende bepalingen van Boek 2, Titel 1, van het Burgerlijk Wetboek.
Ontbinding en vereffening. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
Ontbinding en vereffening. De Coöperatie wordt ontbonden:
Ontbinding en vereffening. 1. Een besluit tot ontbinding van de vereniging kan slechts worden genomen in een daartoe speciaal te houden algemene vergadering.
2. Het bepaalde in artikel 20 is, voor zover relevant, van overeenkomstige toepassing.
3. Indien de algemene vergadering tot ontbinding van de vereniging heeft besloten, treden de bestuursleden als zodanig als vereffenaars op, tenzij de algemene vergadering de vereffening aan één of meer anderen opdraagt.
4. De algemene vergadering benoemt een bewaarder die de boeken en bescheiden van de vereniging zal bewaren gedurende de door de wet vereiste termijn na afloop der vereffening. De algemene vergadering kan de bewaarder een bewaarloon toekennen.
5. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden "in liquidatie".
6. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaar bekende baten meer aanwezig zijn.
7. Tenzij de algemene vergadering bij haar besluit tot ontbinding een andere bestemming voor het batig saldo vaststelt, vervalt het batig saldo na vereffening aan de leden. Ieder lid ontvangt dan een gelijk deel.