Opzegtermijn voor de werknemer Voorbeeldclausules

Opzegtermijn voor de werknemer. 1. Voor de werknemer geldt wettelijk een opzegtermijn van een maand (artikel 7:672 lid 3 BW).
Opzegtermijn voor de werknemer. 1 maand Deze termijnen kunnen langer (of korter) zijn. Maar alleen als die mogelijkheid expliciet in de arbeidsovereenkomst wordt genoemd. De opzegtermijn voor een werknemer is in ieder geval nooit langer dan 6 maanden. Die voor de werkgever is altijd het dubbele van de termijn voor de werknemer. De extra lange opzegtermijn voor oudere werknemers uit art. 8.4 cao wordt volgens volgend schema afgeschaft: - per 1/7/17 maximaal 3 weken - per 1/7/18 0 weken Geen opzegtermijn bij ontslag op staande voet Bij ontslag op staande voet (kan alleen als de werknemer zich zeer ernstig heeft misdragen) hoeft de werkgever zich niet aan een opzegtermijn te houden. Voor de werknemer geldt hetzelfde. Hij kan op staande voet vertrekken - zonder een opzegtermijn in acht te nemen - als de werkgever zich zeer ernstig misdraagt.
Opzegtermijn voor de werknemer. RIBW Brabant zal de werknemer die een functie buiten RIBW Brabant kan aanvaarden niet aan de voor hem geldende opzegtermijn houden. In onderling overleg zal dan worden vastgesteld wanneer het dienstverband eindigt.
Opzegtermijn voor de werknemer. Werkgever zal de boventallige werknemer die een functie buiten werkgever kan aanvaarden niet aan de voor hem geldende opzegtermijn houden. In onderling overleg zal dan worden vastgesteld wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt.
Opzegtermijn voor de werknemer. Xxxxx Zorggroep zal de boventallige werknemer die een functie buiten werkgever kan aanvaarden niet aan de voor hem geldende opzegtermijn houden. In onderling overleg zal dan worden vastgesteld wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt.