Organisatorische risico’s Voorbeeldclausules

Organisatorische risico’s. De huidige Omgevingsdiensten blijven verantwoordelijk voor de uitvoering van het werk tot 1 januari 2026. Het werk dat de Omgevingsdiensten kunnen uitvoeren is grotendeels afhankelijk van de personele bezetting en de aansturing hiervan. Vanwege de doorlooptijd van dit proces is er een risico dat personeel dat in dienst is bij één van beide omgevingsdiensten vanwege de onzekerheid die een samenvoeging altijd met zich meebrengt op zoek gaat naar een andere werkgever en daarmee de Omgevingsdienst verlaten. Door de krapte op de arbeidsmarkt zou dit kunnen leiden tot enerzijds het niet volledig kunnen realiseren van het met de deelnemers afgesproken werk en anderzijds leidt dit ertoe dat de nieuwe Omgevingsdienst niet voldoende bemenst is voor de taken. Dit risico wordt lager naarmate we er beter in slagen rust in de organisaties te bewaren door transparante besluitvorming, vertrouwen in het proces te creëren en door de medezeggenschap tijdig te betrekken. Het is mogelijk dat in het landelijke speelveld nog wijzigingen optreden in de visie op omgevingsdiensten die effect hebben op de fusie c.q. de nieuw te vormen Omgevingsdienst Utrecht. In het IBP-VTH wordt bijvoorbeeld een financieringssystematiek voor Omgevingsdiensten ontwikkeld. Ook zijn omgevingsdiensten naast Utrecht gelegen, bezig met de ontwikkeling van hun robuustheid. Vanuit het project zullen deze ontwikkelingen goed gemonitord worden om erop te anticiperen. Het kan zijn dat in de operatie van de twee huidige diensten nog achterstallig onderhoud is, zoals fysieke dossiers die vernietigd moeten worden, onrechtmatige contracten etc. In fase 2 zullen wij hieraan aandacht besteden om hierin meer inzicht te krijgen. Verder hebben beide diensten zichzelf de opdracht gegeven zoveel mogelijk van dit soort punten op te lossen vóór de startdatum van de nieuwe organisatie. Voor eventuele financiële risico's of achterstanden zal in fase 2 een due diligence worden uitgevoerd.
Organisatorische risico’s. De organisatie van de Bieder is in 2010 sterk gegroeid, maar is nog steeds kwetsbaar voor en afhankelijk van eventuele wisselingen of uitval van mensen. De organisatie is in sterke mate afhankelijk van enkele sleutelfiguren, waaronder in elk geval de bestuursleden. Het netwerk en het verleden van de bestuursleden is tot op heden in hoge mate bepalend voor de – hoeveelheid en soort – kansen en proposities zowel op investeringsgebied als op het gebied van corporate finance.

Related to Organisatorische risico’s

  • Organisatorische positie De Woonbegeleider ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden van de cliënt in beeld; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig extern door. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen • Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerd, zodanig dat het doel op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is behaald.

  • Organisatie 1. In het geval dat de stralingsbeschermingsdeskundige niet in dienst is van de vergunninghouder, maar wordt ingehuurd, zijn de taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en de omvang van de tijdsbesteding vastgelegd in een contract.

  • Bij de concentratie betrokken organisaties 1.1 Organisatie 1

  • Beschadiging 2.4 U bent verzekerd voor beschadiging van uw helm en kleding, of die van een medeverzekerde, door alle van buitenkomende onheilen.

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling.