Common use of Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen Clause in Contracts

Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen. 1. Turkije neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder dat deze lidstaat andere formaliteiten in acht dient te nemen dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer overeenkomstig artikel 10 wordt aangetoond dat deze personen: a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit zijn van een geldig door Turkije afgegeven visum en rechtstreeks van het grondgebied van Turkije op het grondgebied van een lidstaat zijn binnengekomen, of b) in het bezit zijn van een door Turkije afgegeven verblijfsvergunning, of c) het grondgebied van de lidstaten illegaal en rechtstreeks zijn binnengekomen na verblijf op of doorreis via het grond­ gebied van Turkije. 2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing wanneer: a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in Turkije, of b) de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon een visum heeft afgegeven dat door die persoon is gebruikt voor binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende lidstaat of een verblijfsver­ gunning heeft afgegeven vóór of na binnenkomst op zijn grondgebied, tenzij die persoon in het bezit is van een door Turkije afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn, of c) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon visumvrije toegang krijgt tot het grondgebied van de verzoekende lidstaat. 3. Nadat Turkije het overnameverzoek heeft ingewilligd of, in voorkomend geval, na het verstrijken van de in artikel 11, lid 2, bedoelde termijnen, verstrekken de Turkse autoriteiten de persoon van wie de overname is aanvaard, indien nodig, binnen drie werkdagen het voor zijn terugkeer vereiste „noodreisdocument voor vreemdelingen” met een geldigheidstermijn van ten minste drie maanden. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (1). 4. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven „noodreisdocument voor vreemdelingen” kan worden overgedragen, verlengen de Turkse auto­ riteiten binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het „noodreisdocument voor vreemdelingen” of verstrekken zij, zo nodig, een nieuw „noodreisdocument voor vreemdelingen” met dezelfde geldigheidstermijn. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (2).

Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen. 1. Turkije Een lidstaat neemt, op verzoek van een lidstaat Azerbeidzjan en zonder dat deze lidstaat andere formaliteiten in acht dient te nemen dan die welke in deze overeenkomst zijn overeen­ komst worden genoemd, alle onderdanen van derde landen en of staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomstbinnenkomst in, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Azerbeidzjan, mits wordt aange­ toond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat de verzoekende lidstaat, wanneer overeenkomstig artikel 10 wordt aangetoond dat deze personenbetrokkene: a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit zijn is van een door de aangezochte lidstaat afge­ geven geldig door Turkije afgegeven visum en rechtstreeks van het grondgebied van Turkije op het grondgebied van een lidstaat zijn binnengekomenof geldige verblijfsvergunning, of b) in het bezit zijn van een door Turkije afgegeven verblijfsvergunning, of c) het grondgebied van de lidstaten Azerbeidzjan illegaal en rechtstreeks zijn is binnengekomen na verblijf op of doorreis via over het grond­ gebied van Turkijede aangezochte lidstaat. 2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing wanneer: a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in Turkijevan de aangezochte lidstaat, of b) de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon een visum heeft afgegeven dat door die persoon is gebruikt voor binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende lidstaat of een verblijfsver­ gunning heeft afgegeven vóór of na binnenkomst op zijn grondgebied, tenzij die persoon in het bezit is van een door Turkije afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn, of c) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon visumvrije toegang krijgt heeft gekregen tot het grondgebied van de verzoekende lidstaatAzerbeidzjan. 3. Nadat Turkije De in lid 1 vervatte overnameverplichting rust op de lidstaat die een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven. Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnamever­ plichting op de lidstaat die het overnameverzoek document met de langste geldigheidsduur heeft ingewilligd afgegeven of, in voorkomend gevalindien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, na het verstrijken van document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat die het document met de meest recente vervaldatum heeft afgegeven. Indien dergelijke documenten niet kunnen worden overgelegd, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat waarvan het grondgebied op de meest recente datum is verlaten. 4. Onverminderd artikel 117, lid 2, bedoelde termijnenverstrekt Azerbeidzjan, verstrekken nadat de Turkse autoriteiten desbetreffende lidstaat het overnameverzoek heeft ingewilligd, de persoon van wie de overname is aanvaard, indien nodig, binnen drie werkdagen aanvaard het voor zijn terugkeer vereiste „noodreisdocument voor vreemdelingen” met een geldigheidstermijn van ten minste drie maanden. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (1)bijlage 8). 4. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven „noodreisdocument voor vreemdelingen” kan worden overgedragen, verlengen de Turkse auto­ riteiten binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het „noodreisdocument voor vreemdelingen” of verstrekken zij, zo nodig, een nieuw „noodreisdocument voor vreemdelingen” met dezelfde geldigheidstermijn. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (2).

Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen. 1. Turkije Een lidstaat neemt, op verzoek van een lidstaat de Russische Federatie en zonder dat deze lidstaat andere formaliteiten in acht dient te nemen dan die welke volgens de in deze overeenkomst zijn genoemdovernameovereenkomst vastgestelde pro- cedure, alle onderdanen van derde landen en of staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaatRussische Federatie, wanneer overeenkomstig artikel 10 wordt van deze overnameovereenkomst kan worden aangetoond dat deze personende betrokkene: a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit zijn is van een geldig door Turkije de aangezochte lidstaat afgegeven visum en rechtstreeks van het grondgebied van Turkije die lidstaat op het grondgebied van een lidstaat zijn de Russische Federatie is binnengekomen, ; of b) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit zijn is van een geldige door Turkije de aangezochte lidstaat afgegeven verblijfsvergunning, ; of c) op onrechtmatige wijze het grondgebied van de lidstaten illegaal en Russische Federatie is binnengekomen rechtstreeks zijn binnengekomen na verblijf op of doorreis via komend van het grond­ gebied grondgebied van Turkijede aangezochte lidstaat. 2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing wanneer: a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in Turkije, ofvan de aangezochte lidstaat; b) de verzoekende lidstaat Russische Federatie aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven dat door die persoon is gebruikt voor binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende lidstaat of een verblijfsver­ gunning heeft afgegeven vóór of na binnenkomst op zijn grondgebiedafgegeven, tenzij die persoon de betrokkene in het bezit is van een door Turkije de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning ver- blijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn, ofgeldigheidsduur; c) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon visumvrije toegang krijgt heeft gekregen tot het grondgebied van de verzoekende lidstaatRussische Federatie. 3. Nadat Turkije De in lid 1 vervatte overnameverplichting rust op de lid- staat die een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven. In- dien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplich- ting op de lidstaat die het overnameverzoek document met de langste geldigheids- duur heeft ingewilligd afgegeven of, in voorkomend gevalindien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, na het verstrijken van document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in artikel 11, lid 2, 1 bedoelde termijnen, verstrekken overnameverplichting op de Turkse autoriteiten lidstaat die het document met de persoon van wie de overname is aanvaard, indien nodig, binnen drie werkdagen het voor zijn terugkeer vereiste „noodreisdocument voor vreemdelingen” met een geldigheidstermijn van ten minste drie maanden. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument meest recente vervaldatum heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (1)afgegeven. 4. Indien Nadat de aangezochte lidstaat het overnameverzoek heeft ingewilligd, verstrekt de Russische Federatie de over te nemen persoon een door de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven „noodreisdocument voor vreemdelingen” kan worden overgedragen, verlengen de Turkse auto­ riteiten binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het „noodreisdocument voor vreemdelingen” of verstrekken zij, zo nodig, een nieuw „noodreisdocument voor vreemdelingen” met dezelfde geldigheidstermijn. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (2)erkend reisdocument.

Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen. 1. Turkije De Russische Federatie neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder dat deze lidstaat andere formaliteiten in acht dient te nemen dan die welke volgens de in deze overeenkomst zijn genoemdovernameovereenkomst vastgestelde pro- cedure, alle onderdanen van derde landen en of staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer overeenkomstig artikel 10 wordt van deze overnameovereenkomst kan worden aangetoond dat deze personende betrokkene: a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit zijn is van een geldig door Turkije de Russische Federatie afgegeven visum en rechtstreeks van het grondgebied van Turkije de Russische Federatie op het grondgebied van een lidstaat zijn is binnengekomen, ; of b) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit zijn is van een geldige door Turkije de Russische Federatie afgegeven verblijfsvergunning, ; of c) op onrechtmatige wijze het grondgebied van de lidstaten illegaal en is binnengekomen rechtstreeks zijn binnengekomen na verblijf op of doorreis via komend van het grond­ gebied grondgebied van Turkijede Russische Federatie. 2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing wanneer: a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in Turkije, van de Russische Federatie; of b) de verzoekende lidstaat of een andere lidstaat aan de onderdaan onder- daan van een derde land of de staatloze persoon een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven dat door die persoon is gebruikt voor binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende lidstaat of een verblijfsver­ gunning heeft afgegeven vóór of na binnenkomst op zijn grondgebiedafgegeven, tenzij die persoon de betrokkene in het bezit is van een door Turkije de Russische Federatie afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn, ofgeldigheids- duur; c) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon visumvrije toegang krijgt heeft gekregen tot het grondgebied van de verzoekende lidstaat. 3. Nadat Turkije de Russische Federatie het overnameverzoek heeft ingewilligd ofingewilligd, in voorkomend geval, na verstrekt de verzoekende lidstaat de betrokkene een door de Russische Federatie erkend reisdocument (het verstrijken stan- daard-reisdocument van de in artikel 11EU voor verwijderingsdoeleinden, lid 2, bedoelde termijnen, verstrekken zie het formulier aangenomen bij de Turkse autoriteiten EU-aanbeveling van de persoon Raad van wie de overname is aanvaard, indien nodig, binnen drie werkdagen het voor zijn terugkeer vereiste „noodreisdocument voor vreemdelingen” met een geldigheidstermijn van ten minste drie maanden. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (130 november 1994). 4. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven „noodreisdocument voor vreemdelingen” kan worden overgedragen, verlengen de Turkse auto­ riteiten binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het „noodreisdocument voor vreemdelingen” of verstrekken zij, zo nodig, een nieuw „noodreisdocument voor vreemdelingen” met dezelfde geldigheidstermijn. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (2).

Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen. 1. Turkije Georgië neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder dat deze lidstaat andere formaliteiten in acht dient te nemen dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze personen per­ sonen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden geldende voor­ waarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer overeenkomstig artikel 10 mits wordt aangetoond aange­ toond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan wor­ den gemaakt dat deze personende betrokkene: a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit zijn is van een door Georgië afgegeven geldig door Turkije afgegeven visum en rechtstreeks van het grondgebied van Turkije op of geldige verblijfsvergunning, of b) het grondgebied van een lidstaat zijn binnengekomen, of b) in het bezit zijn van een door Turkije afgegeven verblijfsvergunning, of c) het grondgebied van de lidstaten illegaal en rechtstreeks zijn is binnengekomen na verblijf op of doorreis via het grond­ gebied van TurkijeGeorgië. 2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting overnameplicht is niet van toepassing wanneer: a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in TurkijeGeorgië, of (1) Overeenkomstig het formulier dat is aangenomen bij de EU-aanbeve­ xxxx xxx xx Xxxx van 30 november 1994. (2) Ibidem. b) de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon een visum heeft afgegeven dat door die persoon is gebruikt voor binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende lidstaat of een verblijfsver­ gunning heeft afgegeven vóór of na de binnenkomst op zijn grondgebiedgrondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgege­ ven, tenzij tenzij: i) die persoon in het bezit is van een door Turkije afgegeven Georgië afge­ geven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijngel­ digheidstermijn; ii) het visum dat of de verblijfsvergunning die door de ver­ zoekende lidstaat is afgegeven, verkregen is door gebruik­ making van nagemaakte of vervalste documenten of door middel van valse verklaringen, of iii) die persoon nalaat de aan het visum verbonden voor­ waarden na te leven; c) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon visumvrije toegang krijgt tot het grondgebied door de aangezochte staat is uitgewezen naar zijn land van de verzoekende lidstaather­ komst of naar een derde staat. 3. Nadat Turkije Xxxxxxx het overnameverzoek heeft ingewilligd ofingewilligd, in voorkomend geval, na ver­ strekt het verstrijken van de in artikel 11, lid 2, bedoelde termijnen, verstrekken de Turkse autoriteiten de over te nemen persoon van wie de overname is aanvaard, indien nodig, onverwijld en uiterlijk binnen drie werkdagen een reisdocument voor verwijderings­ doeleinden. Indien Georgië niet binnen drie werkdagen het voor zijn terugkeer vereiste „noodreisdocument voor vreemdelingen” met een geldigheidstermijn van ten minste drie maanden. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument reis­ document heeft verstrektafgegeven, wordt Turkije het geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument van de Europese Unie voor verwijderingsdoeleinden (1)verwijderingsdoeleinden. 4. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven „noodreisdocument voor vreemdelingen” kan worden overgedragen, verlengen de Turkse auto­ riteiten binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het „noodreisdocument voor vreemdelingen” of verstrekken zij, zo nodig, een nieuw „noodreisdocument voor vreemdelingen” met dezelfde geldigheidstermijn. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (2).

Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen. 1. Turkije Servië neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder dat deze lidstaat andere formaliteiten in acht dient te nemen dan die welke in deze overeenkomst overnameovereenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze personen perso- nen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden juridische voor- waarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer overeenkomstig artikel 10 mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat deze die personen: a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit zijn van een geldig door Turkije afgegeven visum en rechtstreeks van het grondgebied van Turkije op het grondgebied van een lidstaat zijn binnengekomen, of b) in het bezit zijn of bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of een geldige verblijfsvergunning afgege- ven door Turkije afgegeven verblijfsvergunningServië, of cb) het grondgebied van de lidstaten illegaal en rechtstreeks zijn binnengekomen na verblijf op of doorreis via het grond­ gebied grondge- bied van TurkijeServië. 2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing toe- passing wanneer: a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in Turkijevan Servië, of b) de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon een visum heeft afgegeven dat door die persoon is gebruikt voor binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende lidstaat of een verblijfsver­ gunning heeft afgegeven vóór of na de binnenkomst op zijn grondgebiedgrondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgege- ven, tenzij — die persoon in het bezit is van een door Turkije afgegeven Servië afgege- ven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijnverblijfsvergunning, of c) de onderdaan van een derde land dat of die later ver- strijkt, of — het visum dat of de staatloze persoon visumvrije toegang krijgt tot verblijfsvergunning die door de ver- zoekende lidstaat is afgegeven, is verkregen door gebruikmaking van nagemaakte of vervalste documen- ten of door middel van valse verklaringen, en de betrok- xxx xxxxxxx heeft verbleven op of is doorgereisd via het grondgebied van Servië, of — die persoon niet aan de verzoekende lidstaataan het visum verbonden voor- waarden voldoet en hij heeft verbleven op of is doorge- reisd via het grondgebied van Servië. 3. Servië neemt op verzoek van een lidstaat ook gewezen onderdanen van de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië over die geen andere nationaliteit hebben verworven en die zijn geboren op het grondgebied van Servië en hun permanente ver- blijfplaats op 27 april 1992 in Servië hadden. 4. Nadat Turkije Servië het overnameverzoek heeft ingewilligd ofingewilligd, in voorkomend geval, na het verstrijken van ver- strekt de in artikel 11, lid 2, bedoelde termijnen, verstrekken de Turkse autoriteiten verzoekende lidstaat de persoon van wie de overname is aanvaard, indien nodig, binnen drie werkdagen aanvaard het voor zijn terugkeer vereiste „noodreisdocument voor vreemdelingen” met een geldigheidstermijn standaardreisdocument van ten minste drie maanden. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument de Europese Unie voor verwijderingsdoeleinden (1). 4. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven „noodreisdocument voor vreemdelingen” kan worden overgedragen, verlengen de Turkse auto­ riteiten binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het „noodreisdocument voor vreemdelingen” of verstrekken zij, zo nodig, een nieuw „noodreisdocument voor vreemdelingen” met dezelfde geldigheidstermijn. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (2).

Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen. 1. Turkije Een lidstaat neemt, op verzoek van een lidstaat Xxxxxxx en zonder dat deze lidstaat andere formaliteiten in acht dient te nemen dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze personen per­ sonen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden geldende voor­ waarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaatGeorgië, wanneer overeenkomstig artikel 10 mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat deze personende betrokkene: a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit zijn is van een door de aangezochte lidstaat afgege­ ven geldig door Turkije afgegeven visum en rechtstreeks van het grondgebied van Turkije op het grondgebied van een lidstaat zijn binnengekomenof geldige verblijfsvergunning, of b) in het bezit zijn van een door Turkije afgegeven verblijfsvergunning, of c) het grondgebied van de lidstaten Georgië illegaal en rechtstreeks zijn binnengekomen is bin­ nengekomen na verblijf op of doorreis via over het grond­ gebied grondgebied van Turkijede aangezochte lidstaat. 2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting overnameplicht is niet van toepassing wanneer: a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in Turkijede aangezochte lidstaat, of b) de verzoekende lidstaat Georgië aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon een visum heeft afgegeven dat door die persoon is gebruikt voor binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende lidstaat of een verblijfsver­ gunning heeft afgegeven vóór of na de binnenkomst op zijn grondgebiedgrondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven, tenzij tenzij: i) die persoon in het bezit is van een door Turkije de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn; ii) het visum dat of de verblijfsvergunning die door Georgië is afgegeven, is verkregen door gebruikmaking van nage­ maakte of vervalste documenten of door middel van valse verklaringen, of iii) die persoon nalaat de aan het visum verbonden voor­ waarden na te leven; c) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon visumvrije toegang krijgt tot het grondgebied door de aangezochte lidstaat is uitgewezen naar zijn land van de verzoekende lidstaatherkomst of naar een derde staat. 3. De in lid 1 vervatte overnameverplichting rust op de lid­ staat die een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven. In­ dien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplich­ ting op de lidstaat die het document met de langste geldigheids­ duur heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat die het document met de meest recente vervaldatum heeft afgegeven. Indien dergelijke documenten niet kunnen worden overgelegd, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat waarvan het grondgebied op de meest recente datum is verlaten. 4. Nadat Turkije de aangezochte lidstaat het overnameverzoek heeft ingewilligd ofingewilligd, in voorkomend geval, na het verstrijken van verstrekt hij de in artikel 11, lid 2, bedoelde termijnen, verstrekken de Turkse autoriteiten de over te nemen persoon van wie de overname is aanvaard, indien nodig, onverwijld en uiterlijk binnen drie werkdagen het een reisdocument voor zijn terugkeer vereiste „noodreisdocument voor vreemdelingen” met een geldigheidstermijn van ten minste drie maandenver­ wijderingsdoeleinden. Wanneer er in een Indien de lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije niet binnen drie werkdagen geen werk­ dagen het reisdocument heeft verstrektafgegeven, wordt Turkije hij geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument Georgische standaardreis­ document voor verwijderingsdoeleinden (1)verwijderingsdoeleinden. 4. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven „noodreisdocument voor vreemdelingen” kan worden overgedragen, verlengen de Turkse auto­ riteiten binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het „noodreisdocument voor vreemdelingen” of verstrekken zij, zo nodig, een nieuw „noodreisdocument voor vreemdelingen” met dezelfde geldigheidstermijn. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (2).

Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen. 1. Turkije Belarus neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder dat deze lidstaat andere formaliteiten in acht dient te nemen dan die welke in deze overeenkomst zijn worden genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaatstaat, wanneer overeenkomstig artikel 10 mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat deze personende betrokkene: a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit zijn is, of op het tijdstip van binnenkomst in het bezit was, van een geldig door Turkije Belarus afgegeven visum en rechtstreeks van het grondgebied van Turkije op het grondgebied van een lidstaat zijn binnengekomen, ofverblijfsvergunning; b) in het bezit zijn is, of op het tijdstip van binnenkomst in het bezit was, van een door Turkije Belarus afgegeven verblijfsvergunninggeldig visum en van een bewijs van binnenkomst op het grondgebied van Belarus, of c) het grondgebied van de lidstaten illegaal en rechtstreeks zijn is binnengekomen na verblijf op op, of doorreis via via, het grond­ gebied grondgebied van TurkijeBelarus. 2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing wanneer: a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in TurkijeBelarus, of b) de verzoekende lidstaat staat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon een visum heeft afgegeven dat door die persoon is gebruikt voor binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende lidstaat of een verblijfsver­ gunning heeft afgegeven vóór of na de binnenkomst op zijn grondgebiedgrondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven, tenzij die persoon tenzij: i) hij of zij in het bezit is van een door Turkije Belarus afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijngeldigheidsduur, ii) het visum dat of de verblijfsvergunning die door de verzoekende staat is afgegeven, verkregen is door gebruikmaking van valse of vervalste documenten dan wel door het afleggen van valse verklaringen, of ciii) hij of zij de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon visumvrije toegang krijgt tot aan het grondgebied van de verzoekende lidstaatvisum verbonden voorwaarden niet naleeft. 3. Nadat Turkije het overnameverzoek heeft ingewilligd of, in voorkomend geval, na het verstrijken van de in Onverminderd artikel 117, lid 2, bedoelde termijnenverstrekt de verzoekende staat, verstrekken de Turkse autoriteiten nadat Belarus heeft bevestigd aan het overnameverzoek te willen voldoen, aan de persoon van wie de overname is aanvaard, indien nodig, binnen drie werkdagen aanvaard het Europees reisdocument voor zijn terugkeer vereiste „noodreisdocument voor vreemdelingen” met een geldigheidstermijn van ten minste drie maanden. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik terugkeer. (1) Verordening (EU) 2016/1953 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende de vaststelling van een Europees reisdocument voor de terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen en tot intrekking van de aanbeveling van de Raad van 30 november 1994 (PB EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (1L 311 van 17.11.2016, blz. 13). 4. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven „noodreisdocument voor vreemdelingen” kan worden overgedragen, verlengen de Turkse auto­ riteiten binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het „noodreisdocument voor vreemdelingen” of verstrekken zij, zo nodig, een nieuw „noodreisdocument voor vreemdelingen” met dezelfde geldigheidstermijn. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (2).

Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen. 1. Turkije Montenegro neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder dat deze lidstaat andere formaliteiten in acht dient te nemen dan die welke in deze overname- overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer overeenkomstig artikel 10 mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat deze die personen: a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit zijn van een geldig door Turkije afgegeven visum en rechtstreeks van het grondgebied van Turkije op het grondgebied van een lidstaat zijn binnengekomen, of b) in het bezit zijn of bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of een geldige verblijfsvergunning afgege- ven door Turkije afgegeven verblijfsvergunningMontenegro, of cb) het grondgebied van de lidstaten illegaal en rechtstreeks zijn binnengekomen na verblijf op of doorreis via het grond­ grond- gebied van TurkijeMontenegro. 2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing toe- passing wanneer: a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in Turkijevan Montenegro, of b) de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon een visum heeft afgegeven dat door die persoon is gebruikt voor binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende lidstaat of een verblijfsver­ gunning heeft afgegeven vóór of na de binnenkomst op zijn grondgebiedgrondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgege- ven, tenzij — die persoon in het bezit is van een door Turkije Montenegro afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijngeldigheidsduur dan het/de door de verzoekende lidstaat afgegeven visum/verblijfsvergunning, of c) de onderdaan van een derde land of — het visum dat of de staatloze verblijfsvergunning die door de ver- zoekende lidstaat is afgegeven, verkregen is door gebruikmaking van nagemaakte of vervalste documen- ten of door middel van valse verklaringen, of — die persoon visumvrije toegang krijgt tot niet aan de aan het grondgebied van de verzoekende lidstaatvisum verbonden voor- waarden voldoet. 3. Montenegro neemt op verzoek van een lidstaat ook gewe- zen onderdanen van de voormalige Socialistische Federale Repu- bliek Joegoslavië over die geen andere nationaliteit hebben verworven en die zijn geboren op het grondgebied van Montene- gro en hun permanente verblijfplaats op 27 april 1992 in Mon- tenegro hadden, mits de Montenegrijnse autoriteiten dat laatste kunnen bevestigen op de datum van indiening van het overnameverzoek. 4. Nadat Turkije Xxxxxxxxxx het overnameverzoek heeft ingewilligd ofingewilligd, in voorkomend geval, na het verstrijken van verstrekt de in artikel 11, lid 2, bedoelde termijnen, verstrekken de Turkse autoriteiten verzoekende lidstaat de persoon van wie de overname is aanvaard, indien nodig, binnen drie werkdagen aanvaard het voor zijn terugkeer vereiste „noodreisdocument voor vreemdelingen” met een geldigheidstermijn standaardreisdocument van ten minste drie maanden. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument de Europese Unie voor verwijderingsdoeleinden (1). 4. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven „noodreisdocument voor vreemdelingen” kan worden overgedragen, verlengen de Turkse auto­ riteiten binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het „noodreisdocument voor vreemdelingen” of verstrekken zij, zo nodig, een nieuw „noodreisdocument voor vreemdelingen” met dezelfde geldigheidstermijn. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (2).

Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen. 1. Turkije Een lidstaat neemt, op verzoek van een lidstaat Belarus en zonder dat deze lidstaat andere formaliteiten in acht dient te nemen dan die welke in deze overeenkomst zijn worden genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaatBelarus, wanneer overeenkomstig artikel 10 mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat deze personende betrokkene: a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit zijn is, of op het tijdstip van binnenkomst in het bezit was, van een geldig door Turkije de aangezochte staat afgegeven visum en rechtstreeks van het grondgebied van Turkije op het grondgebied van een lidstaat zijn binnengekomen, ofverblijfs­ vergunning; b) in het bezit zijn is, of op het tijdstip van binnenkomst in het bezit was, van een door Turkije de aangezochte staat afgegeven verblijfsvergunninggeldig visum en van een bewijs van binnenkomst op het grondgebied van de aangezochte staat, of c) het grondgebied van de lidstaten Belarus illegaal en rechtstreeks zijn is binnengekomen na verblijf op of doorreis via het grond­ gebied grondgebied van Turkijede aangezochte staat. 2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing wanneer: a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in Turkijede aangezochte staat, of b) de verzoekende lidstaat Belarus aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon een visum heeft afgegeven dat door die persoon is gebruikt voor binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende lidstaat of een verblijfsver­ gunning heeft afgegeven vóór of na de binnenkomst op zijn grondgebiedgrondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven, tenzij die persoon tenzij: i) hij of zij in het bezit is van een door Turkije de aangezochte staat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijngeldigheidsduur, ii) het visum dat of de verblijfsvergunning die door Belarus is afgegeven, verkregen is door gebruikmaking van valse of vervalste documenten dan wel door het afleggen van valse verklaringen, of ciii) hij of zij de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon visumvrije toegang krijgt tot aan het grondgebied van de verzoekende lidstaatvisum verbonden voorwaarden niet naleeft. 3. Nadat Turkije De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is van toepassing op: a) de lidstaat die een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven; b) indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, de lidstaat die het overnameverzoek document met de langste geldigheidsduur heeft ingewilligd afgegeven of, in voorkomend gevalindien de geldigheidsduur van een of meer van die documenten reeds is verstreken, na op de lidstaat die het verstrijken document heeft afgegeven dat nog steeds geldig is; c) indien de geldigheidsduur van de in visa en verblijfsvergunningen reeds is verstreken, de lidstaat die het document heeft afgegeven waarvan de geldigheidsduur het laatst is verstreken; d) indien geen visum of verblijfsvergunning kan worden overgelegd, rust de lidstaat waarvan het grondgebied het laatst is verlaten. 4. Onverminderd artikel 117, lid 2, bedoelde termijnenverstrekt Belarus, verstrekken nadat de Turkse autoriteiten lidstaat heeft bevestigd aan het overnameverzoek te willen voldoen, aan de persoon van wie de overname is aanvaard, indien nodig, binnen drie werkdagen aanvaard het in bijlage 7 vastgestelde vereiste reisdocument voor zijn terugkeer vereiste „noodreisdocument voor vreemdelingen” met een geldigheidstermijn van ten minste drie maanden. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (1)haar terugkeer. 4. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven „noodreisdocument voor vreemdelingen” kan worden overgedragen, verlengen de Turkse auto­ riteiten binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het „noodreisdocument voor vreemdelingen” of verstrekken zij, zo nodig, een nieuw „noodreisdocument voor vreemdelingen” met dezelfde geldigheidstermijn. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (2).

Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen. 1. Turkije Een lidstaat neemt, op verzoek van een lidstaat Xxxxxxxxxx en zonder dat deze lidstaat andere formaliteiten in acht dient te nemen dan die welke in deze overname- overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaatMontenegro, wanneer overeenkomstig artikel 10 mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat deze die personen: a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit zijn of bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of een geldige verblijfsvergunning afgege- ven door Turkije afgegeven visum en rechtstreeks van het grondgebied van Turkije op het grondgebied van een lidstaat zijn binnengekomende aangezochte lidstaat, of b) in het bezit zijn van een door Turkije afgegeven verblijfsvergunning, of c) het grondgebied van de lidstaten Montenegro illegaal en rechtstreeks zijn binnengekomen na verblijf op of doorreis via het grond­ gebied grondge- bied van Turkijede aangezochte lidstaat. 2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing toe- passing wanneer: a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in Turkijevan de aangezochte lidstaat, of b) de verzoekende lidstaat Montenegro aan de onderdaan van een derde land of de staatloze staat- loze persoon een visum heeft afgegeven dat door die persoon is gebruikt voor binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende lidstaat of een verblijfsver­ gunning heeft afgegeven vóór of na de binnenkomst op zijn grondgebiedgrondge- bied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven, tenzij — die persoon in het bezit is van een door Turkije de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijngeldigheidsduur dan het/de door Montenegro afgegeven visum/verblijfsvergunning, of c) de onderdaan van een derde land of — het visum dat of de staatloze verblijfsvergunning die door Monte- negro is afgegeven, is verkregen door gebruikmaking van nagemaakte of vervalste documenten of door mid- del van valse verklaringen, of — die persoon visumvrije toegang krijgt tot niet aan de aan het grondgebied van de verzoekende lidstaatvisum verbonden voor- waarden voldoet. 3. De in lid 1 vervatte overnameverplichting rust op de lidstaat die een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven. Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afge- geven, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lid- staat die het document met de langste geldigheidsduur heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat die het document met de meest recente vervaldatum heeft afgegeven. Indien dergelijke documenten niet kunnen wor- den overgelegd, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat waarvan het grondgebied op de meest recente datum is verlaten. 4. Nadat Turkije de lidstaat het overnameverzoek heeft ingewilligd ofingewilligd, in voorkomend geval, na het verstrijken van de in artikel 11, lid 2, bedoelde termijnen, verstrekken de Turkse autoriteiten verstrekt Montenegro de persoon van wie de overname is aanvaardaan- vaard, indien nodig, binnen drie werkdagen het voor zijn terugkeer vereiste „noodreisdocument voor vreemdelingen” met een geldigheidstermijn van ten minste drie maanden. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (1)reisdocument. 4. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven „noodreisdocument voor vreemdelingen” kan worden overgedragen, verlengen de Turkse auto­ riteiten binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het „noodreisdocument voor vreemdelingen” of verstrekken zij, zo nodig, een nieuw „noodreisdocument voor vreemdelingen” met dezelfde geldigheidstermijn. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (2).

Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen. 1. Turkije De aangezochte staat neemt, op verzoek van een lidstaat de verzoe­ kende staat en zonder dat deze lidstaat andere formaliteiten in acht dient te nemen dan die welke in deze overeenkomst overnameovereenkomst zijn genoemd, alle onderdanen elke onderdaan van een derde landen land en staatloze personen persoon over die niet of niet meer voldoen voldoet aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaatstaat, wanneer overeenkomstig artikel 10 wordt aangetoond dat deze personenmits die persoon: a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit zijn is van een door de aangezochte staat afgegeven geldig door Turkije afgegeven visum en rechtstreeks van het grondgebied van Turkije op het grondgebied van een lidstaat zijn binnengekomenof geldige verblijfsvergunning, of b) in het bezit zijn rechtstreeks komend van een door Turkije afgegeven verblijfsvergunning, of c) het grondgebied van de lidstaten illegaal en rechtstreeks zijn binnengekomen na verblijf aange­ zochte staat het grondgebied van de verzoekende staat is bin­ nengekomen. Rechtstreeks binnenkomen van het grondgebied van de aangezochte staat in de zin van deze bepaling betekent dat de betrokken persoon door de lucht of over zee op het grondgebied van de verzoekende staat, of doorreis via indien Pakistan de verzoekende staat is, op het grond­ gebied grondgebied van Turkijede lidstaten, aankomt zonder dat hij vooraf in een ander land is binnengekomen. 2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing toe­ passing wanneer: a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in Turkijede aangezochte staat, of b) de verzoekende lidstaat staat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon een visum heeft afgegeven dat door die persoon is gebruikt voor binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende lidstaat of een verblijfsver­ gunning heeft afgegeven vóór of na binnenkomst op zijn grondgebiedgrondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven, tenzij die persoon per­ soon in het bezit is van een door Turkije afgegeven de aangezochte staat afge­ geven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn, of c) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon visumvrije toegang krijgt tot het grondgebied van de verzoekende lidstaat. 3. Nadat Turkije Indien de aangezochte staat een lidstaat is, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat die het overnameverzoek visum of de verblijfsvergunning heeft ingewilligd afgegeven. Indien twee of meer lidsta­ ten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de langste geldigheidstermijn heeft afgegeven of, in voorkomend gevalindien één of meer daarvan reeds zijn vervallen, na het verstrijken van document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in artikel 11, lid 2, 1 bedoelde termijnen, verstrekken overnameverplichting op de Turkse autoriteiten lidstaat die het docu­ ment met de meest recente vervaldatum heeft afgegeven. 4. De aangezochte staat verstrekt de persoon van wie hij de overname is heeft aanvaard, indien nodig, binnen drie werkdagen onverwijld het voor zijn terugkeer overname vereiste „noodreisdocument voor vreemdelingen” reisdocument met een geldigheidstermijn van ten minste drie zes maanden. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (1). 4. Indien de betrokken persoon om juridische juridi­ sche redenen of feitelijke redenen feitelijk niet binnen de geldigheidstermijn geldigheidsduur van het oorspronkelijk afgegeven „noodreisdocument voor vreemdelingen” dat reisdocument kan worden overgedragen, verlengen verstrekt de Turkse auto­ riteiten aange­ zochte staat binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het „noodreisdocument voor vreemdelingen” of verstrekken zij, zo nodig, 14 kalenderdagen een nieuw „noodreisdocument voor vreemdelingen” reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (2)geldigheidsduur.

Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen. 1. Turkije Een lidstaat neemt, op verzoek van een lidstaat Servië en zonder dat deze lidstaat andere formaliteiten in acht dient te nemen dan die welke in deze overeenkomst overnameovereenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze personen perso- nen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaatServië, wanneer overeenkomstig artikel 10 mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat deze die personen: a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit zijn of bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of een geldige verblijfsvergunning afgege- ven door Turkije afgegeven visum en rechtstreeks van het grondgebied van Turkije op het grondgebied van een lidstaat zijn binnengekomende aangezochte lidstaat, of b) in het bezit zijn van een door Turkije afgegeven verblijfsvergunning, of c) het grondgebied van de lidstaten Servië illegaal en rechtstreeks zijn binnengekomen bin- nengekomen na verblijf op of doorreis via het grond­ gebied grondgebied van Turkijede aangezochte lidstaat. 2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing toe- passing wanneer: a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in Turkijevan de aangezochte lidstaat, of b) de verzoekende lidstaat Servië aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon een visum heeft afgegeven dat door die persoon is gebruikt voor binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende lidstaat of een verblijfsver­ gunning heeft afgegeven vóór of na de binnenkomst op zijn grondgebiedgrondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven, tenzij — die persoon in het bezit is van een door Turkije de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijndat of die later verstrijkt, of c) de onderdaan van een derde land of — het visum dat of de staatloze verblijfsvergunning die door Servië is afgegeven, is verkregen door gebruikmaking van nage- maakte of vervalste documenten of door middel van valse verklaringen, en de betrokken persoon visumvrije toegang krijgt tot heeft ver- bleven op of is doorgereisd via het grondgebied van de verzoekende aangezochte lidstaat, of — die persoon niet aan de aan het visum verbonden voor- waarden voldoet en hij heeft verbleven op of is doorge- reisd via het grondgebied van de aangezochte lidstaat. 3. De in lid 1 vervatte overnameverplichting rust op de lidstaat die een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven. Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afge- geven, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lid- staat die het document met de langste geldigheidsduur heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat die het document met de meest recente vervaldatum heeft afgegeven. Indien dergelijke documenten niet kunnen wor- den overgelegd, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat waarvan het grondgebied op de meest recente datum is verlaten. 4. Nadat Turkije de lidstaat het overnameverzoek heeft ingewilligd ofingewilligd, in voorkomend geval, na het verstrijken van de in artikel 11, lid 2, bedoelde termijnen, verstrekken de Turkse autoriteiten verstrekt Servië de persoon van wie de overname is aanvaard, indien nodig, binnen drie werkdagen het voor zijn terugkeer vereiste „noodreisdocument voor vreemdelingen” met een geldigheidstermijn van ten minste drie maanden. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (1)reisdocument. 4. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven „noodreisdocument voor vreemdelingen” kan worden overgedragen, verlengen de Turkse auto­ riteiten binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het „noodreisdocument voor vreemdelingen” of verstrekken zij, zo nodig, een nieuw „noodreisdocument voor vreemdelingen” met dezelfde geldigheidstermijn. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (2).

Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen. 1. Turkije Kaapverdië neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder dat deze lidstaat andere formaliteiten in acht dient te nemen dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen iedere onderdaan van een derde landen land en staatloze personen iedere staat­ loze persoon over die niet of niet meer voldoen voldoet aan de voorwaarden voor­ waarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer overeenkomstig artikel 10 wordt aangetoond aange­ toond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan wor­ den gemaakt dat deze personendie persoon: a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit zijn is of bij aankomst op het grondgebied in het bezit was van een geldig geldig, door Turkije Kaapverdië afgegeven visum en een wettig bewijs van legale binnenkomst op het grond­ gebied of een geldige, door Kaapverdië afgegeven verblijfsti­ tel; of b) rechtstreeks van het grondgebied van Turkije op vanuit Kaapverdië illegaal het grondgebied van een lidstaat zijn binnengekomen, of b) in het bezit zijn van een door Turkije afgegeven verblijfsvergunning, of c) is binnengekomen en vaststaat dat hij zich voor­ dien op het grondgebied van de lidstaten illegaal en rechtstreeks zijn binnengekomen na verblijf op of doorreis via het grond­ gebied van TurkijeKaapverdië bevond. 2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting overnameplicht is niet van toepassing wanneer: a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven lucht­ haven in TurkijeKaapverdië; of (1) Overeenkomstig het formulier dat is aangenomen bij de EU-aan­ beveling van de Raad van 30 november 1994 (PB C 274 van 19.9.1996, ofblz. 18). (2) Ibid. b) de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon een visum heeft afgegeven dat door die persoon is gebruikt voor binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende lidstaat of een verblijfsver­ gunning heeft afgegeven vóór of na de binnenkomst op zijn grondgebiedgrondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgege­ ven, tenzij die tenzij: i) de betrokken persoon in het bezit is van een door Turkije Kaap­ verdië afgegeven visum en een wettig bewijs van legale binnenkomst op het grondgebied van Kaapverdië of verblijfsvergunning van een door Kaapverdië afgegeven geldige verblijfstitel met een langere geldigheidstermijngeldigheidsduur, of cii) de onderdaan van een derde land betrokken persoon de volgens het visum toegestane verblijfsduur heeft overschreden of de staatloze persoon visumvrije toegang krijgt tot op het grondgebied van de verzoekende lidstaatlidstaat volgens het visum niet-toe­ gestane activiteiten heeft ontplooid. 3. Nadat Turkije Kaapverdië het overnameverzoek heeft ingewilligd ofingewilligd, in voorkomend geval, na het verstrijken van verstrekt de in artikel 11, lid 2, bedoelde termijnen, verstrekken de Turkse autoriteiten verzoekende lidstaat de persoon van wie de overname over­ name is aanvaard, indien nodig, binnen drie werkdagen aanvaard het voor zijn terugkeer vereiste „noodreisdocument voor vreemdelingen” met een geldigheidstermijn standaardreisdocument van ten minste drie maanden. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument de Europese Unie voor verwijderingsdoeleinden (13). 4. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven „noodreisdocument voor vreemdelingen” kan worden overgedragen, verlengen de Turkse auto­ riteiten binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het „noodreisdocument voor vreemdelingen” of verstrekken zij, zo nodig, een nieuw „noodreisdocument voor vreemdelingen” met dezelfde geldigheidstermijn. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (2).

Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen. 1. Turkije Een lidstaat neemt, op verzoek van een lidstaat Turkije en zonder dat deze lidstaat Turkije andere formaliteiten in acht dient te nemen dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en of staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaatTurkije, wanneer overeenkomstig artikel 10 wordt aangetoond dat deze personen: a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit zijn van een geldig door Turkije de aangezochte lidstaat afgegeven visum en rechtstreeks van het grondgebied van Turkije de aangezochte lidstaat op het grondgebied van een lidstaat Turkije zijn binnengekomen, of b) in het bezit zijn van een door Turkije de aangezochte lidstaat afgegeven verblijfsvergunning, of c) het grondgebied van de lidstaten Turkije illegaal en rechtstreeks zijn binnengekomen na verblijf op of doorreis via over het grond­ gebied grondge­ bied van Turkijede aangezochte lidstaat. 2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing wanneer: a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in Turkijede aangezochte lidstaat, of b) de verzoekende lidstaat Turkije aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon een visum heeft afgegeven dat door die persoon is gebruikt voor binnenkomst op het Turkse grondgebied van de verzoekende lidstaat of een verblijfsver­ gunning verblijfsvergunning heeft afgegeven vóór of na binnenkomst op zijn grondgebied, tenzij die persoon in het bezit is van een door Turkije de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn, of c) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon visumvrije toegang krijgt tot het grondgebied van de verzoekende lidstaatTurkije. 3. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting rust op de lidstaat die een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven. Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnamever­ plichting op de lidstaat die het document met de langste geldigheidsduur heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat die het document met de meest recente vervaldatum heeft afgegeven. Indien dergelijke documenten niet kunnen worden overgelegd, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat waarvan het grondgebied op de meest recente datum is verlaten. 4. Nadat Turkije de lidstaat het overnameverzoek heeft ingewilligd of, in voorkomend geval, na het verstrijken van de in artikel 11, lid 2, bedoelde termijnen, verstrekken de Turkse autoriteiten van de lidstaat de persoon van wie de overname is aanvaard, indien nodig, binnen drie werkdagen het voor zijn terugkeer vereiste „noodreisdocument voor vreemdelingen” reisdocument met een geldigheidstermijn van ten minste drie maanden. Wanneer er in een lidstaat Turkije geen diplomatieke of consulaire post van Turkije de lidstaat is of wanneer Turkije de lidstaat binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije hij geacht in te stemmen met het gebruik van het EU EU-standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (1). 4(1) Ibidem. 5. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven „noodreisdocument voor vreemdelingen” reisdocument kan worden overgedragen, verlengen de Turkse auto­ riteiten autoriteiten van de lidstaat binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het „noodreisdocument voor vreemdelingen” reisdocument of verstrekken zij, zo nodig, een nieuw „noodreisdocument voor vreemdelingen” reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Wanneer er in een lidstaat Turkije geen diplomatieke of consulaire post van Turkije de lidstaat is of wanneer Turkije de lidstaat binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije hij geacht in te stemmen met het gebruik van het EU EU-standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (21).

Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen. 1. Turkije Een lidstaat neemt, op verzoek van een lidstaat Kaapverdië en zonder dat deze lidstaat andere formaliteiten in acht dient te nemen dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen iedere onderdaan van een derde landen land en staatloze personen iedere staat­ loze persoon over die niet of niet meer voldoen voldoet aan de voorwaarden voor­ waarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaatKaapverdië, wanneer overeenkomstig artikel 10 wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden ge­ maakt dat deze personendie persoon: a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit zijn is of bij aankomst op het grondgebied in het bezit was van een geldig geldig, door Turkije afgegeven de aangezochte lidstaat afge­ geven visum en rechtstreeks een wettig bewijs van het grondgebied van Turkije legale binnenkomst op het grondgebied van de aangezochte lidstaat of een geldige, door de aangezochte lidstaat zijn binnengekomen, afgegeven verblijfstitel; of b) in rechtstreeks vanuit de aangezochte lidstaat illegaal het bezit zijn grond­ gebied van een door Turkije afgegeven verblijfsvergunning, of c) Kaapverdië is binnengekomen en vaststaat dat hij zich voordien op het grondgebied van de lidstaten illegaal en rechtstreeks zijn binnengekomen na verblijf op of doorreis via het grond­ gebied van Turkijeaangezochte lid­ staat bevond. 2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting overnameplicht is niet van toepassing wanneer: a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in Turkije, de aangezochte lidstaat; of b) de verzoekende lidstaat Kaapverdië aan de onderdaan van een derde land of de staatloze staat­ loze persoon een visum heeft afgegeven dat door die persoon is gebruikt voor binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende lidstaat of een verblijfsver­ gunning heeft afgegeven vóór of na de binnenkomst op zijn grondgebiedgrond­ gebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven, tenzij die ten­ zij: i) de betrokken persoon in het bezit is van een door Turkije de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met en een langere geldigheidstermijn, of c) de onderdaan wettig bewijs van een derde land of de staatloze persoon visumvrije toegang krijgt tot legale binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende lidstaataan­ gezochte lidstaat of van een door de aangezochte lidstaat afgegeven geldige verblijfstitel met een langere geldig­ heidsduur, of ii) de betrokken persoon de volgens het visum toegestane verblijfsduur heeft overschreden of op het grondgebied van Kaapverdië volgens het visum niet-toegestane activi­ teiten heeft ontplooid. 3. De in lid 1 vervatte overnameverplichting rust op de lid­ staat die een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven. In­ dien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplich­ ting op de lidstaat die het document met de langste geldigheids­ duur heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat die het document met de meest recente vervaldatum heeft afgegeven. Indien dergelijke documenten niet kunnen worden overgelegd, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat waarvan het grondgebied op de meest recente datum is verlaten. 4. Nadat Turkije de lidstaat het overnameverzoek heeft ingewilligd ofingewilligd, in voorkomend geval, na het verstrijken van de in artikel 11, lid 2, bedoelde termijnen, verstrekken de Turkse autoriteiten verstrekt Kaapverdië de persoon van wie de overname is aanvaardaan­ vaard, indien nodig, binnen drie werkdagen het voor zijn diens terugkeer vereiste „noodreisdocument voor vreemdelingen” met een geldigheidstermijn van ten minste drie maanden. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (1)reisdocument. 4. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven „noodreisdocument voor vreemdelingen” kan worden overgedragen, verlengen de Turkse auto­ riteiten binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het „noodreisdocument voor vreemdelingen” of verstrekken zij, zo nodig, een nieuw „noodreisdocument voor vreemdelingen” met dezelfde geldigheidstermijn. Wanneer er in een lidstaat geen consulaire post van Turkije is of wanneer Turkije binnen drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt Turkije geacht in te stemmen met het gebruik van het EU standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden (2).