Overwerkbeloning Voorbeeldclausules

Overwerkbeloning a. De vergoeding voor overwerk vindt plaats op basis van de cao volgens artikel 12.03 b. Indien op een roostervrije dienst wordt overgewerkt, moet uiterlijk binnen 15 weken eenzelfde dienst vrij worden opgenomen mits deze opname buiten de vakantieperiode valt en worden de in artikel 12.03 genoemde overwerkpercentages verminderd met 0,638 % van het schaalsalaris per gecompenseerd uur.
Overwerkbeloning. 1. Per gewerkt overuur ontvangt de werknemer zijn uurloon vermeerderd met de overwerktoeslag. 2. Bij de berekening van de overwerkbeloning wordt onder uurloon verstaan: het uurloon inclusief eventuele individuele toeslagen (artikel 5.6) . Bij de betaling van overwerk telt ieder extra arbeidsuur voor 100% mee, aangevuld met het toeslagpercentage als genoemd in lid 3, 4 of 5. 3. Tabel 1 geeft weer op welke overwerktoeslag de werknemers per dagdeel recht hebben als zij overwerken. 4. Over de overuren op een roostervrije dag die niet op een zondag, een feestdag of oudejaarsavond tussen 18.00 uur en 24.00 uur valt, krijgt de werknemer de toeslag volgens tabel 2. 75% 50% 75% 5. Als de werknemer al vóór 06.00 uur begint met werken en tot ná 18.00 uur doorwerkt, wordt het uurloon van de overuren na 18.00 uur vermeerderd met 50%, tenzij de werknemer volgens lid 3 voor deze uren recht heeft op een hogere toeslag. 6. Over de overuren die met rusturen worden vergoed, krijgt de werknemer alleen de overwerktoeslag. 7. De werkgever kan voor bepaalde werknemers de in het eerste lid bedoelde beloning van overwerk vervangen door een vaste toeslag.
Overwerkbeloning. De vergoeding voor overwerk vindt plaats op basis van de CAO volgens artikel 12.03.

Related to Overwerkbeloning

  • Overwerk 1. De werkgever kent aan de werknemer, behorend tot het obp voor wie een lagere salarisschaal geldt dan schaal 11 en die in opdracht van de werkgever overwerk verricht, een vergoeding toe. 2. Onder overwerk wordt verstaan: arbeid buiten de werktijden die gelden voor de werknemer, voor zover daardoor het aantal arbeidsuren dat voor hem per werkperiode is vastgesteld, wordt overschreden. De werkperiode wordt gesteld op één week. 3. De vergoeding voor overwerk bestaat uit compensatie-uren als bedoeld in artikel 5.6 lid 2, gelijk aan de duur van het overwerk. Daarnaast kent de werkgever extra compensatie-uren toe op basis van het vierde lid. Indien het dienstbelang zich verzet tegen het toekennen van compensatie-uren, wordt in plaats hiervan een bedrag in geld toegekend. 4. De extra compensatie-uren of het bedrag in geld bedragen/bedraagt een percentage van de duur van het overwerk van het voor de werknemer geldende salaris per uur, te weten: a. 25% voor de overwerkuren op maandag tot en met vrijdag tussen 7 en 18 uur; b. 50% voor de overwerkuren op maandag tot en met vrijdag voor 7 uur of na 18 uur en de uren op zaterdag tussen 0 en 16 uur; c. 100% voor de overwerkuren op zaterdag na 16 uur en de overwerkuren op zon- of feestdagen. Ingeval de werknemer gebruik maakt van het keuzemodel wordt het onder sub a genoemde salaris per uur berekend over het salaris zonder aftrek van eventueel in het keuzemodel ingezette bronnen in geld. 5. Voor overwerk dat gedurende minder dan een half uur aansluitend aan de vastgestelde dagelijkse werktijd wordt verricht, wordt geen vergoeding toegekend. 6. Geen overwerkvergoeding wordt genoten door andere, door de werkgever in overeenstemming met de werknemersorganisaties in het lokaal overleg aangewezen, categorieën werknemers. 7. De werknemer wordt op zijn verzoek vrijgesteld van het verrichten van overwerk, indien er naar het oordeel van de werkgever sprake is van bijzondere omstandigheden, die het verrichten van extra arbeid beletten. 8. Indien voor overwerk dat verricht is in de maand december compensatie-uren zijn toegekend die niet kunnen worden opgenomen voor het einde van het kalenderjaar, geldt dat deze in afwijking van het bepaalde in artikel 5.6 lid 2 ook nog in de maand januari van het volgend kalenderjaar kunnen worden opgenomen.

  • Beloning Bij dit hoofdstuk horen overgangsregels (zie bijlage 3).