P.C.-gebruik. In de hierna geformuleerde regels wordt onder computerapparatuur verstaan: alle apparatuur die bij het werken met computers gebruikt wordt en die eigendom is van de vereniging, afdeling of dienst. Onder meer, maar niet uitsluitend zijn dit de computer-processor, het scherm, de printer, de inbouwkaarten, de informatiedragers, de software, de (reeds toegestuurde) handleidingen e.d. Door het gebruik van computerapparatuur en van de bijhorende software, waar, wanneer en hoe ook, mag de werkgever geen schade lijden. Deze regel bevat de basisfilosofie in het licht waarvan de hierna volgende algemeen dwingende regels moeten geïnterpreteerd worden. Wanneer m.a.w. een gebruiker of een informaticus i.v.m. de toepassing van die regels twijfelt, dan zal die toepassing de juiste zijn die de bovengeciteerde basisfilosofie het best realiseert. - Enkel de uitdrukkelijk toegelaten software mag op een computer gebruikt worden. De informatica-afdeling zal alle software installeren of ter beschikking stellen. Het is ten strengste verboden om zonder toelating zelf vreemde software op een computer te installeren. Nieuwe vreemde software moet door de informatica-afdeling gecontroleerd en geïnstalleerd worden. - Het bezit van illegale software is verboden. Met illegale software wordt bedoeld: alle software die op een niet-regelmatige manier verkregen is en waarvoor geen licentie is betaald of waar geen concrete afspraken over bestaan met de licentieverlener. · Het is verboden software voor privé-gebruik of ten behoeve van derden te kopiëren. persoonlijk voordeel, zowel binnen als buiten de kantooruren. · Het gebruik van gegevens die de werkgever toebehoren is verboden voor privé-toepassingen.