Plan van aanpak re-integratie Voorbeeldclausules

Plan van aanpak re-integratie. Het plan van aanpak zoals bedoeld in de Wet Verbetering Poortwachter, waarin het perspectief op langere termijn en de weg waarlangs geschetst wordt voor de terugkeer van de werknemer naar eigen of aangepast werk en dat volgens de wet na akkoord door u en de werknemer deel uitmaakt van de arbeidsovereenkomst van de werknemer.
Plan van aanpak re-integratie. U bent, in afstemming met werknemer, verantwoordelijk voor de totstandkoming van het Plan van aanpak re-integratie. Het Plan van aanpak re-integratie wordt schriftelijk vastgelegd en vormt een onderdeel van het re-integratiedossier. De betrokken werknemer dient met het Plan van aanpak re-integratie akkoord te gaan. U verstrekt hiervan een afschrift aan de betrokken werknemer. U verstrekt Verzuimloket Religieus Welzijn een afschrift van iedere versie van het Plan van aanpak re-integratie en de evaluaties daarvan.

Related to Plan van aanpak re-integratie

  • Wat zijn uw verplichtingen bij re-integratie? In hoofdstuk 8 van de algemene voorwaarden hebben we beschreven aan welke wettelijke verplichtingen u moet voldoen als het gaat om re-integratie en verzuimbegeleiding. Daarnaast moet u zich houden aan de adviezen van uw arbodienst en aan de aanwijzingen van de deskundigen die we inzetten. Werkt de verzekerde niet (voldoende) mee aan zijn re-integratie? Xxx laat u dat ons direct weten. Zo nodig bent u verplicht de uitkering aan de verzekerde geheel of gedeeltelijk, tijdelijk of blijvend te weigeren voor zover dat wettelijk is toegestaan.

  • Ontwikkeling van programmatuur De in dit hoofdstuk “Ontwikkeling van programmatuur” vermelde bepalingen zijn, naast de Algemene Bepalingen van deze algemene voorwaarden en de bijzondere bepalingen uit het hoofdstuk “Dienstverlening”, van toepassing indien leverancier in opdracht van cliënt programmatuur ontwikkelt en deze eventueel installeert. Op deze programmatuur is ook het hoofdstuk “Gebruik en onderhoud van programmatuur” van toepassing, behalve voor zover daarvan in dit hoofdstuk wordt afgeweken. De in dit hoofdstuk bedoelde rechten en verplichtingen hebben uitsluitend betrekking op computerprogrammatuur in een voor een gegevensverwerkende machine leesbare vorm en vastgelegd op voor een zodanige machine leesbaar materiaal, alsmede op de daarbij behorende documentatie. Daar waar in dit hoofdstuk over programmatuur wordt gesproken, zijn daarmee tevens bedoeld websites.

  • Plan van aanpak Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent verplicht daaraan je medewerking te verlenen. Je ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; In het plan van aanpak wordt vastgelegd: Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en Hoe vaak en op welke manier medewerker en ARBO-dienst/bedrijfsarts contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker ondertekend. De medewerker ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts het plan van aanpak worden herzien. Je wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker ondertekend. De medewerker ontvangt een kopie van het herziene plan. Als je het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).

  • Vervoer van gewonden De verzekering geeft recht op vergoeding van kosten voor reiniging en/of herstel van de binnenstoffering van het motorrijtuig, als deze verontreinigd is door het kosteloos vervoeren van gewonde personen. Op deze vergoeding wordt geen eigen risico in mindering gebracht.

  • Schorsing, beëindiging van het Werk in onvoltooide staat en opzegging 36.1. De Opdrachtgever is bevoegd de uitvoering van het Werk geheel of gedeeltelijk te schorsen. De Opdrachtnemer dient: a. in overleg met de Opdrachtgever gepaste maatregelen te nemen ter voorkoming en beperking van schade, die aan het Werk zou kunnen ontstaan; b. de maatregelen te nemen ter voorkoming van achteruitgang van het Werk of de Werken; c. na te laten zowel hetgeen schade aan het Werk ten gevolge zou kunnen hebben, als hetgeen de latere voortzetting zou kunnen bemoeilijken. 36.2. Voorzieningen, die de Opdrachtnemer ten gevolge van de schorsing noodzakelijkerwijs moet treffen, worden als meerwerk met hem verrekend. Indien echter de schorsing van het Werk op enigerlei wijze het gevolg is van het niet voldoen door de Opdrachtnemer aan de opdracht, aan de door de Opdrachtgever gegeven orders en aanwijzingen of ingeval het Werk is stilgelegd op last van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht en deze stillegging de Opdrachtnemer kan worden toegerekend, wordt de schade aan de Opdrachtnemer niet vergoed en dient Opdrachtnemer de schade die Opdrachtgever ten gevolge van de schorsing lijdt te vergoeden. 36.3. Indien de schorsing langer dan één maand duurt, en de schorsing niet op grond van het vorige lid voor rekening en risico van de Opdrachtnemer komt, kan de Opdrachtnemer een evenredige betaling voor het uitgevoerde gedeelte van het Werk vorderen. Daarbij wordt rekening gehouden met de nog niet verwerkte bouwstoffen, voor zover deze eigendom van de Opdrachtgever zijn geworden. Nog niet verwerkte voor keuring gereed zijnde bouwstoffen worden op verzoek van de Opdrachtgever eerst nog gekeurd. 36.4. Indien de schorsing van het gehele Werk langer duurt dan 2 maanden, en de schorsing niet op grond van lid 2 voor rekening en risico van de Opdrachtnemer komt, is de Opdrachtnemer bevoegd het Werk in onvoltooide staat te beëindigen. 36.5. De Opdrachtgever is te allen tijde ingeval van schorsing van het Werk bevoegd de Opdrachtnemer op te dragen het Werk in onvoltooide staat te beëindigen. 36.6. De Opdrachtgever is te allen tijde bevoegd de Overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te zeggen. Indien de opzegging niet het gevolg is van hetgeen in de tweede volzin van het tweede lid van dit artikel wordt beschreven, is de Opdrachtnemer bevoegd het Werk in onvoltooide staat te beëindigen. 36.7. In de situatie als beschreven in het 4e, 5e en 6e lid van dit artikel heeft de Opdrachtnemer bij beëindiging van het Werk in onvoltooide staat recht op de Aanneemsom naar de stand van het Werk, vermeerderd met de aantoonbare onvermijdbare reeds gemaakte kosten en verminderd met de hem door de beëindiging bespaarde kosten voortvloeiend uit het verval van de garantieverplichtingen. De daarbij door Opdrachtnemer aan Opdrachtgever in rekening gebrachte Goederen worden eigendom van de Opdrachtgever. De Opdrachtnemer zendt de Opdrachtgever een gespecificeerde eindafrekening van hetgeen de Opdrachtgever ingevolge de opzegging verschuldigd is.

  • Gevolgen voor u als werkgever Komt u als werkgever uw wettelijke verplichtingen niet na? En vraagt de verzekerde een WIA-uitkering aan? Dan kan UWV u verplichten om het loon van de verzekerde na deze twee jaar nog langer door te betalen. De WIA-uitkering gaat dan pas later in.

  • Uitvoering van werkzaamheden a) Leverancier dient zich voordat met de uitvoering van de Overeenkomst een aanvang wordt gemaakt op de hoogte te stellen van de omstandigheden op de locatie (terreinen en/of gebouwen) waar de werkzaamheden moeten worden verricht. b) Kosten van vertraging in de uitvoering van de Overeenkomst veroorzaakt door omstandigheden zoals hiervoor bedoeld zijn voor rekening en risico van Leverancier. c) Indien er niet gewerkt kan worden als gevolg van onwerkbaar weer, bijvoorbeeld in geval van vorstverlet, zullen hieraan geen kosten voor Opdrachtgever zijn verbonden. d) Leverancier draagt er zorg voor dat zijn aanwezigheid en de aanwezigheid van zijn personeel op de locatie van uitvoering geen belemmering vormen voor een ongestoorde voortgang van de werkzaamheden van Opdrachtgever en derden. e) Leverancier en zijn personeel dienen zich voordat met de uitvoering van het werk van de overeenkomst een aanvang wordt gemaakt op de hoogte te stellen van de inhoud van de op de locatie van uitvoering geldende voorschriften en reglementen, onder andere inzake veiligheid, gezondheid en milieu, en dienen zich dienovereenkomstig te gedragen. f) Een exemplaar van voornoemde voorschriften en reglementen wordt Leverancier op zijn verzoek door Opdrachtgever of diens opdrachtgever ter beschikking gesteld. g) Leverancier is onder geen enkel beding gerechtigd de werkzaamheden op te schorten of af te breken. h) Indien er graafwerkzaamheden worden uitgevoerd houdt Leverancier zich aan de verplichtingen welke de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON) aan de in de wet bedoelde “grondroerder” oplegt en aan de Richtlijn “Schade voorkomen aan kabels en leidingen” opgesteld door XXXX. De door Opdrachtgever aan Leverancier ter beschikking gestelde informatie ontslaat Leverancier niet van de verplichting om deze informatie op juistheid en volledigheid te controleren en voorzorgsmaatregelen te nemen ter voorkoming van schade. i) Schades veroorzaakt door leverancier dienen door Leverancier zelf te worden gemeld bij en afgehandeld met de betreffende beheerder(s). De schade dient echter wel te allen tijde te worden gemeld bij Opdrachtgever. j) Indien Leverancier de afwikkeling van veroorzaakte schades aan voorzieningen, materiaal en individuen via Opdrachtgever laat verlopen, worden de door Opdrachtgever ontvangen facturen van derden bij Leverancier in rekening gebracht verhoogd met administratiekosten van vierhonderdvijftig euro per schade. k) Indien Leverancier verzuimt om de schade te melden bij Opdrachtgever, zal Opdrachtgever de schade op kosten van leverancier (laten) herstellen. Daarbij is Leverancier volledig aansprakelijk voor alle kosten voortvloeiend uit de schade. Tevens zal Opdrachtgever duizend euro administratiekosten in rekening brengen bij Leverancier. l) Indien er schade op het werk wordt geconstateerd tijdens of na de werkzaamheden, dan is Leverancier aansprakelijk voor die schade indien Opdrachtgever kan aantonen dat Leverancier op of in de directe nabijheid (acht meter) van die betreffende locatie werkzaamheden heeft verricht en de aard van de werkzaamheden van Leverancier de betreffende schade ook fysiek veroorzaakt kan hebben. Er is sprake van schade indien Opdrachtgever aannemelijk maakt dat er een schade is ontstaan, dit is in ieder geval het geval indien Opdrachtgever door een derde partij wordt aangesproken voor een schade. Leverancier is enkel niet aansprakelijk indien Leverancier kan bewijzen dat Leverancier niet voor de betreffende schade verantwoordelijk is. m) Uitvoering, vergoeding en verrekening van meer- en/of minderwerk vindt uitsluitend plaats indien Leverancier Opdrachtgever hier vooraf schriftelijk of telefonisch van in kennis heeft gesteld en Opdrachtgever het meer- en/of minderwerk uitdrukkelijk schriftelijk heeft goedgekeurd.

  • Toepasselijk recht en geschillenregeling 1. Op deze algemene voorwaarden is Nederlands Recht van toepassing. 2. Geschillen tussen de cliënte enerzijds en de kraamzorgaanbieder anderzijds over de totstandkoming of de uitvoering van de overeenkomst, kunnen zowel door de cliënte als door de kraamzorgaanbieder schriftelijk aanhangig worden gemaakt bij de geschillencommissie Verpleging Verzorging en Thuiszorg Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). 3. Ten aanzien van geschillen over aansprakelijkheid voor schade is de geschillencommissie slechts bevoegd als de vordering een financieel belang van 5.000 euro niet te boven gaat. 4. Een geschil wordt door de geschillencommissie slechts in behandeling genomen, als de cliënte zijn klacht eerst volledig en duidelijk omschreven in overeenstemming met artikel 22 schriftelijk bij de kraamzorgaanbieder heeft ingediend. 5. Een geschil dient binnen drie maanden na het ontstaan ervan zoals aangegeven in artikel 22 lid 4 bij de geschillencommissie aanhangig te worden gemaakt. 6. Wanneer de cliënte een geschil voorlegt aan de geschillencommissie, is de kraamzorgaanbieder aan deze keuze gebonden. Als de kraamzorgaanbieder een geschil aan de geschillencommissie wil voorleggen, moet hij de cliënte vragen zich binnen vijf weken schriftelijk uit te spreken of zij daarmee akkoord gaat. De kraamzorgaanbieder dient daarbij aan te kondigen dat als de cliënte daarmee niet akkoord gaat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken. 7. De geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement dat kan worden opgevraagd bij de geschillencommissie. De geschillencommissie beslist in de vorm van een bindend advies. 8. De cliënte is voor de indiening van een geschil een vergoeding verschuldigd. 9. Geschillen kunnen ter beslechting uitsluitend worden voorgelegd aan de hierboven genoemde geschillencommissie of aan de rechter.

  • Vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen De gift moet bestaan uit een recht op vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen. Dat betekent dat u verplicht wordt elk jaar hetzelfde bedrag aan de instelling of vereniging te betalen. U mag zelf bepalen of u dat jaarlijkse bedrag opsplitst in meerdere bedragen, en bijvoorbeeld elke maand of elk kwartaal een deel van het jaarlijkse bedrag aan de vereniging of instelling betaalt, of dat u het jaarlijkse bedrag in één keer betaalt. In de overeenkomst moet zijn bepaald dat de uitkeringen eindigen bij het overlijden van uzelf of van iemand anders. De ander kan iedereen zijn, bijvoorbeeld uw broer of uw partner. U moet wel een keuze maken of u de uitkeringen laat eindigen bij uw overlijden of bij het overlijden van een ander. Deze overeenkomst kunt u niet gebruiken als u de uitkeringen wilt laten eindigen bij het overlijden van meerdere personen.

  • Bewaren van gegevens 1. De kraamzorgaanbieder dient gegevens over de cliënte en de pasgeborene te bewaren. Deze gegevens zijn vastgelegd in de overeenkomst, het LIP-formulier, de JGZ-overdracht, de urenregistratie en een weergave van de registratie, interpretatie en te nemen acties bij de cliënte en/of de pasgeborene ten behoeve van signalering van gezondheidsproblemen. 2. Bij beëindiging van de overeenkomst bewaart de kraamzorgaanbieder bovenstaande gegevens en blijven deze gegevens ter beschikking van zowel de kraamzorgaanbieder als de cliënte. De cliënte krijgt een kopie als zij dat wil. Voor de gegevens bedoeld in artikel 7:454 van het Burgerlijk Wetboek gelden de daar bepaalde bewaartermijn en de rechten van de cliënte en ten aanzien van correctie en vernietiging. Voor andere gegevens geldt de norm genoemd in de Wet bescherming persoonsgegevens.